Het arrangement Vertering is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2021-05-05 10:49:37
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Biologie;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
Een ongeboren baby heeft nog geen darmwerking nodig. De voedingsstoffen komen van het bloed van de moeder via de placenta in het bloed van de baby terecht.

De mond bevindt zicht rondom de mondholte.
De slokdarm, een buis van ongeveer 25 cm lang en een diameter van 2 cm, loopt van de keelholte tot de maag. Hierin worden geen verteringssappen afgescheiden. Bovenaan en onderaan heeft de slokdarm twee sluitspieren. De onderste sluitspier verhindert dat er voedsel vanuit de maag terugstroomt (reflux) naar de slokdarm.
De alvleesklier, ook wel pancreas, ligt gedeeltelijk achter de maag en is verbonden met de twaalfvingerige darm (het begin van de dunne darm).
De dunne darm ligt tussen de twaalfvingerige darm en de dikke darm en is het langste deel van het spijsverteringskanaal: De dunne darm is zo’n 5 tot 6 meter lang. In het spijsverteringsstelsel zorgen kring- en lengtespieren voor een constante vermenging van de voedselbrij met de verteringssappen, met name in de wand van de dunne darm. De verteringssappen in de dunne darm bevatten enzymen voor de afbraak van eiwitten en koolhydraten.
De dikke darm, ook wel colon, sluit aan op de dunne darm. In de dikke darm bevindt zich een grote populatie darmbacteriën die delen van de voeding afbreken, wat het lichaam zelf niet kan. De bacteriën maken op deze manier voedingsstoffen beschikbaar voor het lichaam. Daarnaast zorgen sommige bacteriën voor de aanmaak van vitamines (o.a. vitamine K).
Mechanische vertering treedt als eerst op in de mondholte; hier wordt het voedsel verkleind door het kauwen. Hierdoor kan het voedsel beter doorgeslikt worden en ontstaat er een groter contactoppervlak.
Enzymen zijn bolvormige eiwitten die omzettingsreacties katalyseren, ofwel versnellen. Tientallen eiwitten zijn betrokken bij de katalysatie van voedingsstoffen in het spijsverteringskanaal.
Temperatuuroptimum
In de dikke darm worden water, voedingsstoffen en verteringsproducten opgenomen door darmepitheelcellen.
Vetten bestaan uit glycerol en 3 vetzuren (triglyceriden). Zie
Glucoseresorptie heeft transportenzymen nodig en kost dus energie; actief transport treedt op.
Micellen zijn oppervlakte-actieve stoffen opgebouwd uit een aantal moleculen in water. Het hydrofobe deel bestaat meestal uit koolwaterstofketens en is waterafstotend.