Thema: Grenzen en identiteit hv123

Thema: Grenzen en identiteit hv123

Thema Grenzen en identiteit

Inleiding

Dit thema heeft als titel 'Grenzen en identiteit'.
In dit thema gaat het over:

Cultuur
Je leert dat er verschillende culturen op aarde voorkomen.

Grenzen
Je leert over verschillen tussen landen/regio's.

Europa
Je leert over de betekenis van Europa en Europese Unie.


Introductie-opdracht
In dit thema 'Grenzen en identiteit' staan drie begrippen centraal: Cultuur, Grenzen en Europa. Tik de drie onderwerpen in bij Google en kies steeds voor 'Afbeeldingen'. Kies bij ieder onderwerp één afbeelding uit. Leg een klasgenoot uit waarom jij vindt dat de drie afbeeldingen goed bij het thema passen. Bewaar de afbeeldingen voor bij de afsluiting.

Leerdoelen

Aan het eind van het thema moet je:

  • het begrip cultuur kunnen omschrijven.
  • de grote cultuurgebieden op de wereld kunnen benoemen.
  • een onderzoek kunnen doen naar de geografische gebondenheid van identiteit.
  • weten dat de grenzen binnen Europa de afgelopen eeuw voortdurend zijn veranderd.
  • weten hoe de Europese Unie zich heeft ontwikkeld.
  • kunnen uitleggen wat de gevolgen zijn van de (toekomstige) uitbreidingen van de EU.

Planning

Planning

De module 'Grenzen en identiteit' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur -
Opdracht: Westers cultuurgebied 2 lesuren Korte presentatie
Opdracht: Cultuur en identiteit 2 lesuren Folder
Opdracht: Cultuur en geloof 2 lesuren Feestkalender
Opdracht: Grenzen 2 lesuren Kaart van Europa
Opdracht: Europa 2 lesuren Kaart van Europa
Opdracht: Omgaan met grenzen 2 lesuren Reisverhaal
Opdracht: Polen in Nederland 2 lesuren Gevolgenschema
Afsluiting 2 lesuren Kwartetspel
Totaal 16,5 lesuren

Werkplan

Het thema Grenzen en identiteit bestudeer je door zeven opdrachten en de afsluiting te maken. In iedere opdracht wordt een ander aspect van grenzen en identiteit belicht.

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat gedaan hebt.
Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.

Download hier het Werkplan Thema Grenzen en identiteit

Westers cultuurgebied

Vooraf

Een cultuurgebied is een gebied waar mensen kenmerken met elkaar gemeen hebben op gebied van geloof, muziek, kleding, taal en andere zaken. De wereld telt acht cultuurgebieden. Eén van die cultuurgebieden is het westers cultuurgebied, waar ook Nederland bij hoort.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de begrippen cultuur en cultuurgebied omschrijven.
  • minimaal drie belangrijke kenmerken van het Westers cultuurgebied noemen.
  • uitleggen waarom cultuurgebieden constant veranderen.


Eindproduct
Jouw gezin gaat verhuizen naar één van de volgende steden: Washington in de Verenigde Staten, Nairobi in Kenia, Lhasa in Tibet of Sydney in Australië. Jij mag meebeslissen.
Het eindproduct van deze opdracht is een korte presentatie waarin je jouw keuze uitlegt. Je geeft argumenten en ondersteunt ze met beeldmateriaal. Je maakt de presentatie samen met een klasgenoot.

Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: laat het eindproduct zien dat jullie de teksten en filmpjes hebben gelezen/bekeken en hebben begrepen.
  • De inhoud: je gebruikt goede argumenten voor je keuze.
  • De vorm: je hebt je keuze ondersteund met verduidelijkend beeldmateriaal.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Video bekijken en landen koppelen aan cultuurgebieden.
Stap 2 Alleen + samen Vragen beantwoorden over westers cultuurgebied.
Stap 3 Alleen Video bekijken en gedicht lezen van Mahatma Ghandi.
Stap 4 Alleen + samen Voor- en nadelen van verschillende steden benoemen.
Stap 5 Samen Presentatie over de voor- en nadelen van het verhuizen naar een zelf gekozen stad geven.

 

Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een Atlas nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Stap 1

Wat is cultuur?

Bekijk de video.

Een cultuur is het geheel van gedragsregels, omgangsvormen, waarden en normen, tradities, taal, religie, mode, muziek, eten en ga zo maar door. Het is het geheel dat de samenleving kenmerkt. Niet dat iedereen binnen een cultuur hetzelfde eet, zich hetzelfde kleedt of dezelfde ideeën aanhangt, maar er is in elke samenleving wel een bovenstroom zichtbaar, een dominante cultuur.

Reis over de wereld en je weet dat er, naast de vele overeenkomsten, ook grote verschillen zijn tussen mensen en landen. Het verschil tussen Nederland en België is heel wat minder groot dan dat tussen Nederland en Bolivia bijvoorbeeld. Bolivia en Peru lijken wel weer op elkaar. De Verenigde Staten van Amerika hebben meer gemeen met Canada dan met Mexico. En zo kun je nog wel even doorgaan. Net zolang tot je de wereld in verschillende cultuurgebieden hebt onderverdeeld.

Een cultuurgebied is een gebied waarin de bewoners dezelfde dominante cultuur met elkaar delen.
Met de kenmerken van die dominante culturen kun je de wereld in verschillende cultuurgebieden indelen.

In de bron hieronder zie je een indeling van de wereld in acht verschillende cultuurgebieden.


Tot welke cultuurgebieden behoren de volgende landen?

  • Australië
  • China
  • Mexico
  • Turkije
  • India
  • Indonesië
  • Rusland
  • Nigeria

Stap 2

Het westers cultuurgebied

Elk cultuurgebied heeft verschillende eigenschappen.
Lees de omschrijving van het westers cultuurgebied.

Kenmerkend voor het westerse cultuurgebied is het belang dat wordt gehecht aan democratie, aan vrijheid van meningsuiting, aan gelijkheid en aan individualisme.
Een ander kenmerk is dat de westerse cultuur is ingesteld op veranderingen en zich snel aanpast. Dat betekent ook dat de westerse cultuur openstaat voor invloeden van buitenaf.

De westerse wereld is het dominantste cultuurgebied sinds de West-Europese landen een groot deel van de wereld hebben gekoloniseerd. Westerlingen hebben hun sporen op verschillende plekken achtergelaten, maar nemen van die plekken ook wat mee terug. Steeds meer mensen emigreren van het ene cultuurgebied naar het andere en nemen hun eigen cultuur mee. Daardoor veranderen cultuurgebieden voortdurend. De grenzen van cultuurgebieden kunnen ook langzaam vervagen.


Zijn de volgende stellingen waar of niet waar?

  1. Alle democratische landen van de wereld behoren tot het westerse cultuurgebied.
  2. Mensen uit het westers cultuurgebied willen niets met andere culturen te maken hebben.
  3. Sinds het begin van onze jaartelling is de westerse cultuur de dominante wereld cultuur.
  4. Over 100 jaar zijn de grenzen van het westers cultuurgebied gelijk aan de grenzen van nu.

Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Bespreek eventuele verschillen.

Stap 3

Omgaan met andere culturen

Lees onderstaand gedicht.
 

Ik wil niet
dat mijn huis
van alle kanten
ommuurd is
en dat mijn ramen potdicht zitten
ik wil
dat de culturen
van alle landen
door mijn huis waaien
zo vrij als maar mogelijk is
maar ik zal mij door geen ervan
omver laten blazen

Mahatma Ghandi


Wat drukt het gedicht uit?
Cultuurverandering of cultuurvervaging?
Bekijk nu ook de volgende video over omgaan met andere culturen.
 
Wat zal in dit verband bedoeld worden met:
'Een goede zakenman is van alle markten thuis.'

 

Stap 4

Je gaat verhuizen naar één van de volgende steden: Washington in de Verenigde Staten, Nairobi in Kenia, Lhasa in Tibet of Sydney in Australië.
Zoek op een wereldkaart waar de verschillende steden liggen.
Geef voor iedere stad aan in welk cultuurgebied de steden liggen.

Lees daarna de informatie over de vier steden.

Washington (Verenigde Staten van Amerika)
Amerikanen zijn trots op hun land en dat is goed zichtbaar. Kijk maar naar hun hoofdstad, Washington DC. Een monumentale stad, de hoofdstad van een supermacht. Het is ook een stad van tegenstellingen. Aan de ene kant een beetje saai en voorspelbaar, met mannen in keurige pakken met stropdas en vrouwen in nette mantelpakjes en plooirokken. Veel inwoners werken voor de overheid. Aan de andere kant een stad met hoge criminaliteits¬cijfers en wijken waar je beter weg kunt blijven.

Ongeveer de helft van de inwoners van Washington bestaat uit zwarte Amerikanen terwijl iets meer dan één derde blank is. In 1954 was Washington de eerste stad in de VS die haar scholen openstelde voor zowel blanken als zwarten. De stad werd een centrum voor de Burgerrechtenbeweging. Bijna 8% van de bevolking is oorspronkelijk afkomstig uit Latijns-Amerika, 60% is Afro-Amerikaans en een kleine 3% is afkomstig uit een Aziatisch cultuurgebied. Natuurlijk is iedereen de Engelse taal machtig.

 

Nairobi (Kenia)
Nairobi is een grote stad. Er wonen ongeveer 4 miljoen mensen. Je vindt er alles wat je in grote steden nodig hebt: banken, kantoren, industrie, winkels, restaurants, werkplaatsen, enzovoort. In de winkels en op de markt kun je, naast de typische Afrikaanse producten, alles kopen wat je ook in Nederland hebt, van merkkleding tot mobieltjes. Niet iedereen is er evengoed gehuisvest: Nairobi heeft, naast wijken met moderne woningen, ook grote krottenwijken.

De hoofdstad van Kenia is multicultureel. In Kenia wonen ongeveer 40 verschillende volken en ze zijn allemaal terug te vinden in de hoofdstad, naast Europese en Aziatische immigranten. Protestanten, rooms-katholieken, moslims, hindoes en mensen met andere godsdiensten leven er naast elkaar. De stad telt veel goede basis- en middelbare scholen en enkele universiteiten. Je kunt er met Engels uit de voeten en ook met Swahili. In Kenia en ook in Nairobi spelen vrouwen een grote rol in de economie.

 

Lhasa (Tibet)
Lhasa is de eeuwenoude hoofdstad van het Tibetaanse Rijk. Sinds 1964 is Tibet niet langer als land onafhankelijk, maar is het een provincie van het machtige en veel grotere China. Nu wonen er bijna evenveel Chinezen als Tibetanen in het land. De stad is de traditionele zetel van de dalai lama, de religieuze leider van de boeddhistische Tibetanen. Sinds de Chinese machtsovername leeft de dalai lama in India. Lhasa betekent letterlijk "land van de goden". Voor de Tibetanen komt hun godsdienst dan ook op de eerste plaats. Overal kom je kloosterlingen tegen, goed herkenbaar aan hun rode gewaden.
Lhasa heeft meer dan een miljoen inwoners en ligt op een hoogte van ongeveer 3.650 m.  De meeste inwoners zijn Tibetaan (ongeveer 80%), maar er is een grote Chinese minderheid (bijna 17%). Er wonen weinig of geen mensen uit de andere cultuurgebieden.
In Lhasa wordt natuurlijk Tibetaans gesproken, maar China probeert het gebruik van het Chinees te bevorderen.

 

Sydney (grootste stad van Australië)
Sydney is gesticht in 1788 en daarmee is het niet alleen de grootste, maar ook de oudste stad van het land. Arthur Philip begon er dat jaar een strafkolonie voor Britse gevangenen. De eerste tekenen van bewoning zijn veel ouder. Aborigines, de oorspronkelijke bewoners van Australië, woonden er al meer dan 30.000 jaar. Ook nu woont er nog één van de grootste Aboriginesgemeenschappen van het land, maar ze zijn wel in de minderheid. De meeste inwoners zijn afstammelingen van blanke Europeanen. Verder wonen er veel Aziaten. Sydney is tegenwoordig een echte wereldstad door de grote verscheidenheid aan nationaliteiten en culturen die het herbergt.
De bewoners van Sydney hebben de ruimte. De bijna vier miljoen inwoners zijn verspreid over meer dan 2000 km2. Het stedelijk gebied is zes keer zo groot als Londen of Rome.
De stad is rijk, heeft een subtropisch klimaat, veel nationale parken binnen de stadsgrenzen en een grote haven. De voertaal is Engels.

 

Naar welke stad zou jij het liefst verhuizen?
Schrijf per stad een aantal voordelen en een aantal nadelen op.
Maak daarna je keuze. Heb je gekozen voor dezelfde stad als je buurman?

Stap 5

Eindproduct

Je gaat verhuizen. Je mag kiezen uit Sydney, Lhasa, Nairobi en Washington.
Het eindproduct van deze opdracht is een korte presentatie waarin je samen met een klasgenoot je keuze voor een verhuizing naar één van deze vier steden uitlegt.
Je zet de voor- en nadelen op een rijtje en maakt samen een definitieve keuze. Laat goed uitkomen, in woord en beeld, hoe je uiteindelijk tot je keuze bent gekomen.
In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.

www.lvoorl.nl

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder een video die goed past bij deze opdracht.
Bekijk de video.

Culturele verschillen

Cultuur en identiteit

Vooraf

We zijn allemaal deel van een groep en elke groep heeft zo zijn kenmerken. De meest in het oog springende zijn taal of dialect en kleding.
In deze opdracht gaat het over kleding en de regels die de omgeving daaraan stelt. Veel kledingstukken horen thuis in een bepaalde omgeving, daarbuiten vallen ze op. Denk aan klederdracht of aan religieuze kledingvoorschriften.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • aan de hand van kleding'voorschriften' uitleggen waarom er niet gesproken kan worden van één Nederlandse identiteit.


Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot een folder: 'Kledingadvies voor dummies'. De folder bevat naast tekst ook afbeeldingen.
In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: laat in het eindproduct zien dat jullie goed gebruik hebben gemaakt van de bronnen.
  • De vorm: is het eindproduct met zorg gemaakt.
  • De taalfouten: bevat het eindproduct niet te veel taalfouten.


Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen + samen Video 'Imane kiest voor hoofddoek' bekijken.
Stap 2 Alleen + samen Verschillende kledingvoorschriften bespreken met een klasgenoot.
Stap 3 Samen Aan de hand van foto's beoordelen welke kleding gepast en/of ongepast is.
Stap 4 Samen Folder maken met kledingadvies voor dummies.

 

Benodigdheden

  • een pen
  • een potlood
  • een ruitjespapier


Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

Stap 1

Imane Mahssan eist via de rechtbank in Zaandam het recht op, om op haar school een hoofddoek te dragen. In deze video zie je een interview met Imane die vertelt dat waarom ze een hoofddoek draagt.


Wat vind jij? Kies uit:
  • De school heeft gelijk en mag een hoofddoek verbieden.
  • Imane heeft gelijk en moet zelf weten of ze een hoofddoek draagt.

Wat denk jij? Je mag het met meerdere dingen eens zijn.

  • Het dragen van een hoofddoek is een religieuze zaak.
  • het dragen van een hoofddoek is een kwestie van smaak.
  • het dragen van een hoofddoek heeft met je herkomst te maken.

Bespreek jouw antwoorden met een klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens? Bespreek eventuele verschillen.

Stap 2

In deze stap staan drie verschillende kledingreglementen.
Lees ze door.

Kledingvoorschrift
  • Kleding is niet doorzichtig en zit niet strak.
  • Kleding is niet opvallend van kleur, materiaal of motief.
  • Kleding van meisjes lijkt niet op die van jongens en omgekeerd.
  • Gebruik geen make-up en/of nagellak.
  • Draag geen afbeeldingen van mens, dier of symbolen van ideologieën of godsdiensten.
  • Jongens dragen altijd een lange broek en hebben hun bovenlichaam en bovenarmen bedekt.
  • Jongens hebben hun haren kort geknipt en dragen geen pet.
  • Meisjes dragen kleding die het hele lichaam, uitgezonderd handen en gezicht, bedekt.
  • Meisjes dragen een rok of jurk en een hoofddoek. Een niqaab is niet toegestaan.
  • Draag in de klas geen jas, maar berg die op in je kluis.

 

Kledingvoorschrift
De identiteit heeft ook betrekking op het uiterlijk. Je loopt er fatsoenlijk bij. Voor de duidelijkheid: we verbieden voor de dames o.a.:
  • te korte rok (boven de knie),
  • broek,
  • legging onder de rok,
  • diep uitgesneden kleding,
  • blote schouders, naveltruitjes of blote ruggen,
  • make-up en al te uitbundige (oor)sieraden.
Voor de jongens zijn verboden o.a.:
  • korte broek,
  • lang haar en andere opvallende kapsels.
Voor zowel dames als heren zijn verboden o.a.: piercings en geverfd haar, aanstootgevende afbeeldingen op kleding.

 

Kledingvoorschrift
De meisjes zijn verplicht:
  • de neckline gesloten te hebben;
  • altijd de mouwen tot over de ellebogen dragen;
  • de benen te bedekken met kousen of panty (min. 20 denier), zodanig dat het gehele been bedekt is;
  • de jurk of rok moet over de knieën reiken;
  • lang haar bijeengebonden te houden met een haarband of elastiek.
Het is voor meisjes verboden:
  • nagellak of make-up te gebruiken;
  • de haren te verven;
  • een split te dragen in jurk of rok, ook al reikt die onder de knie;
  • doorzichtige of te strakke kleding te dragen;
  • langere oorbellen te dragen dan oorknopjes;
  • T-shirts of blouses te dragen met ronde hals die de bovenste kledinglaag vormen;
  • T-shirts of blouses te dragen met opzichtige teksten of afbeeldingen.
De jongens zijn verplicht:
  • de hele dag een keppel te dragen (een rond petje) en een blouse, vest of colbert;
Het is voor jongens verboden:
  • T-shirts of blouses te dragen met ronde hals die de bovenste kledinglaag vormen;
  • T-shirts of blouses te dragen met opzichtige teksten of afbeeldingen die de bovenste kledinglaag vormen;
  • jeans en niet-gepaste kleding te dragen.

 

Bespreek de kledingvoorschriften met een klasgenoot.
Welke voorschriften vinden jullie logisch?
Welke voorschriften vinden jullie nergens op slaan?

 

Stap 3

Gepast of ongepast?

Hieronder zie je vijf afbeeldingen. De personen op de afbeeldingen dragen opvallende kleding.
Doe per afbeelding de volgende opdracht met z'n tweeën:

  • Beschrijf elkaar de kleding op de afbeelding.
  • Vind je de kleding gepast/ongepast? Leg uit waarom.
  • Wat zegt de kleding over 'wie je bent'?
  • Zou je de kleding zelf willen dragen?

Stap 4

Eindproduct

Sommige scholen hebben kledingregels maar ook in verschillende landen of op verschillende plaatsen op de wereld moet je rekening houden met tradities en regels op het gebied van kleding. Zo ga je niet in badkleding een moskee binnen. Er zijn landen waar je als vrouw buitenshuis een hoofddoek moet dragen of waar een korte broek niet gepast is. Ook je schoenen moeten uit op verschillende plekken.In je folder kledingadvies voor dummies geef je reizigers algemene adviezen.

  • Wat vinden jullie dat een reiziger moet doen en wat moet hij/zij laten?
  • Waar is aanpassing aan de plaatselijke regels gewenst?
  • Waar kun je de plaatselijke gewoontes op kledinggebied links laten liggen?
  • Beschrijf wat je zelf in dergelijke situaties zou doen.
  • Geef voorbeelden en zoek er zo mogelijk afbeeldingen bij.

Klaar?

Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.

Cultuur en geloof

Vooraf

De wereld is verdeeld in cultuurgebieden. Dat zijn gebieden waar de meerderheid van de inwoners zich met elkaar verbonden weet via zaken als godsdienst, muziek, taal of kleding. In Nederland bevinden zich ook veel mensen die oorspronkelijk uit andere cultuurgebieden afkomstig zijn. En allemaal hebben ze hun eigen feestdagen.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de verschillende cultuurgebieden van de wereld benoemen.
  • kunt de begrippen Nederlander met een migratie achtergrond (voorheen allochtoon) en immigrant beschrijven.
  • uitleggen waarom er niet gesproken kan worden van één Nederlandse identiteit.

Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot een nieuwe Nederlandse feestkalender, met daarop niet alleen de Nederlandse feestdagen, maar ook de feestdagen van belangrijke andere cultuurgroepen in Nederland. Het wordt een praktische, bruikbare en verzorgde kalender die je aan de muur kunt hangen. Bij elk feestdag is aangegeven uit welk cultuurgebied hij afkomstig is.
Met deze "Nieuwe Nederlandse Feestkalender" laat je zien dat je de leerdoelen hebt gehaald.

Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: laat het eindproduct zien dat je de verschillende cultuurgebieden op de wereld in Nederland hebt herkend en een plaats op de kalender hebt gegeven?
  • De vorm: is het eindproduct met zorg gemaakt?
  • Taalfouten: bevat het eindproduct niet te veel taalfouten?


Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Informatie lezen over de acht verschillende cultuurgebieden.
Stap 2 Alleen Uitzoeken wat gevierd wordt op elke nationale feestdag.
Stap 3 Alleen Omschrijving, foto en data opzoeken van verschillende godsdienstige feestdagen.
Stap 4 Alleen Toets Cultuur en geloof maken.
Stap 5 Samen Een 'nieuwe Nederlandse feestkalender' maken.

 

Benodigdheden

  • een printer
  • Microsoft Word of Microsoft Publisher


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

Stap 1

De wereld wordt vaak in acht verschillende cultuurgebieden verdeeld.


In de Kennisbank Aardrijkskunde vinden we een onderdeel over cultuurgebieden.
Bestudeer dit gedeelte op pagina 3 en 4.

KB: Cultuurgebieden

In Nederland wonen veel mensen uit verschillende landen en cultuurgebieden. Er wonen nu bijna 3,3 miljoen mensen uit ongeveer 160 verschillende landen in Nederland. Dat is bijna 20% van de bevolking.
Eén op elke 5 Nederlanders heeft zijn of haar wortels buiten Nederland.
Het kan zijn dat zij zelf immigrant zijn of dat hun ouders naar Nederland zijn verhuisd.
Een immigrant is iemand die vanuit het buitenland naar Nederland komt.
Een ander woord voor immigrant is Nederlander met een migratie achtergrond

Voorbeelden van landen waaruit veel mensen naar Nederland zijn geïmmigreerd zijn: Indonesië, Suriname, Marokko en Turkije.

Tot welke cultuurgebieden horen deze vier landen?

Stap 2

Nationale feestdagen

In Nederland kennen we de volgende acht erkende feestdagen. Dit zijn dagen waarop veel mensen een vrije dag hebben. Het gaat om de volgende feestdagen:

  • Nieuwjaarsdag
  • Goede Vrijdag
  • Pasen
  • Koningsdag
  • Bevrijdingsdag (eens in de vijf jaar)
  • Hemelvaartsdag
  • Pinksteren en
  • Kerstmis

Weet jij wat er op deze feestdagen gevierd wordt? Nee? zoek het dan op.

Het christendom is in Nederland al heel lang de godsdienst met de meeste aanhangers. Welke van de erkende feestdagen is een christelijke feestdag?

 

Naast het christendom komen er nog een aantal geloven voor in Nederland. Hieronder zie je van een aantal geloven hoeveel aanhangers van dat geloof er in Nederland zijn.
 

Verdeling van de nationale feestdagen over godsdienstige en niet-godsdienstige Nederlanders

godsdienst aantal mensen erkende feestdagen
christendom ± 8.000.000 8
islam ± 1.000.000 0
hindoeïsme ± 100.000 0
boeddhisme ± 40.000 0
jodendom ± 30.000 0
niet-gelovig ± 6.000.000 0

 

Wat vind je van de verdeling van het aantal erkende feestdagen?
Als je de feestdagen opnieuw over de verschillende groepen zou mogen verdelen, zou je het dan anders doen?

Stap 3

Belangrijke feesten

Hieronder zie je enkele belangrijke feesten van het Jodendom, de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme.

Jodendom: Grote verzoendag, Het Loofhuttenfeest, Chanoeka.
Islam: Het Suikerfeest (Eid-al-Fitr), Het Offerfeerst (Eid-Al-Adha), De Bedevaart naar Mekka (Hadj).
Hindoeïsme: Het Holifeest, Het lichtfeest (Divali).
Boeddhisme: Songkran, Boeddha-dag, Feest van de tand.

Kies minimaal zes feesten uit.
Zoek op internet een korte omschrijving van het feest.
Probeer ook te achterhalen wanneer het feest gevierd wordt.
Zoek bij de feesten die je hebt uitgekozen een passende afbeelding.

Stap 4

Toets

Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Cultuur en geloof'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

Toets:Cultuur en geloof

Stap 5

Eindproduct

Je maakt samen met een klasgenoot een "Nieuwe Nederlandse feestkalender", met daarop niet alleen de Nederlandse feestdagen, maar ook de feestdagen die je in stap 3 uitgekozen hebt.Je maakt een kalender het gemakkelijkst in MS-Word of MS-Publisher.
Beide programma's kennen sjablonen voor kalenders. Bij ieder feest plaats je een foto en een korte beschrijving. Je kunt kiezen voor één of meer maanden per pagina. In het eerste geval heb je natuurlijk wat meer ruimte voor afbeeldingen en tekst.

Klaar?
Kijk nog even naar de beoordelingscriteria.
Tevreden?
Laat de kalender beoordelen door jullie docent.

 

Begrippenlijst

Cultuur(gebied)
Aangeleerde zaken zoals taal, gewoonten, tradities, etc. In een cultuurgebied vinden we veel gelijkenissen wat betreft cultuur.
 
Taal(gebied)
Een taal is een manier om te communiceren door klanken, letters, woorden en zinnen. Een gebied waarin de bewoners overwegend dezelfde taal spreken, noemen we een taalgebied.

Grenzen

Vooraf

Een land stopt bij zijn landsgrenzen.
Soms is het een duidelijk zichtbare grens, soms is het niet zo duidelijk waar de grens loopt en waaróm hij juist daar loopt.

In deze opdracht ga je aan de slag met landsgrenzen.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat een natuurlijke grens en een wat een kunstmatige grens is en je kunt van beide soorten grenzen een voorbeeld noemen.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met een volk en met een staat.
  • aan de hand van voorbeelden duidelijk maken dat een volk in verschillende staten kan wonen en dat in een staat verschillende volken kunnen wonen.
  • het begrip etnische minderheid omschrijven.


Eindproduct
Als de landsgrenzen in Europa allemaal natuurlijke grenzen zouden zijn, zou de kaart er heel anders uit zien. Je maakt een nieuwe kaart van Europa. Op de kaart geef je de ligging van een aantal belangrijke rivieren en gebergten aan. Vervolgens geef je met kleur aan uit hoeveel landen Europa zou bestaan als de landsgrenzen natuurlijke grenzen zouden zijn.

Beoordeling
Jullie docent let op:

  • De inhoud: op de kaart van Europa hebben jullie de aangegeven rivieren en gebergten aangegeven.
  • De inhoud: op de kaart hebben jullie een aantal landen aangegeven die gescheiden worden door natuurlijke grenzen.
  • De vorm: de kaart is met zorg gemaakt.


Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Vragen beantwoorden over grenzen.
Stap 2 Alleen Toets Grenzen maken.
Stap 3 Samen Wateren en gebergten aangeven op een kaart van Europa.
Stap 4 Samen Eigen kaart vergelijken / de oorzaak van mogelijke verschillen bespreken met klasgenoten.

 

Benodigdheden

  • een printer
  • kleurpotloden


Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

Stap 1

Grenzen - Volk en land

Bestudeer uit de Kennisbank Aardrijksunden pagina 1 en pagina 2 van het volgende onderdeel Grenzen.

KB: Grenzen

Vind jij dat de Nederlanders één volk vormen?
- Schrijf een voorbeeld op waaruit blijkt dat we één volk vormen.
- Schrijf ook een voorbeeld op waaruit blijkt dat we niet één volk vormen.


Maak ook het volgende toetsje.

Toets:Grenzen

Bestudeer nu ook de informatie over etnische minderheden.

KBEtnische minderheid

- Schrijf twee voorbeelden van etnische minderheden op die in Nederland wonen.

 

Stap 2

Toets

Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Grenzen'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

Toets:Grenzen

Stap 3

Download de lege kaart van Europa.
Gebruik de atlas.
Geef op de kaart van Europa de ligging van de volgende wateren aan:

  • Rijn
  • Donau
  • Elbe
  • Loïre
  • Po
  • het Kanaal
  • de Oostzee

Geef op de kaart ook de ligging van de volgende gebergten aan:

  • Pyreneeën
  • Alpen

Hoeveel landen zouden er volgens jullie in Europa zijn als de grenzen tussen de landen natuurlijke grenzen zouden zijn. Geef met verschillende kleuren de landen aan die er dan zouden zijn op de kaart.

Vergelijk jullie kaart met de kaart van twee klasgenoten.
Zijn er grote verschillen?
Bespreek de verschillen.
Pas jullie kaart eventueel nog wat aan.

Klaar?
Laat jullie kaart van Europa beoordelen door jullie docent.

Begrippenlijst

Natuurlijke grens
Natuurlijke elementen, zoals een zee, oceaan, rivier, woestijn of gebergte vormen de scheidslijn tussen gebieden.
Kunstmatige grens
Er zijn ook grenzen die je niet kunt zien of die niet natuurlijk zijn. Zo'n grens is er omdat de mens hem gemaakt heeft.
Politieke grens
Een denkbeeldige lijn die twee gebieden van elkaar scheidt. Dit kan gaan om landen, maar ook om gebieden, zoals gemeenten en provincies.
Volk
Een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont met een overeenkomstige cultuur.
 
Staat
Een gebied dat door landsgrenzen is afgebakend. Een staat onderscheidt zich van een andere staat doordat het een eigen bestuur heeft.
Grensconflict
Een geschil over een grens (afbakening tussen landen of gebieden).

 
Etnische minderheid
Een kleine groep met een andere cultuur die in een land woont en daar in de minderheid is.
Godsdienst
Geloof in één of meerdere goden en alle gewoonten en rituelen die daar bij horen.
Cultuur(gebied)
Aangeleerde zaken zoals taal, gewoonten, tradities, etc. In een cultuurgebied vinden we veel gelijkenissen wat betreft cultuur.
 
Taal(gebied)
Manier om te communiceren door klanken, letters, woorden en zinnen. Een gebied waarin de bewoners overwegend dezelfde taal spreken, noemen we een taalgebied.

Allochtonen - Nederlander met een migratieachtergrond
Een persoon van wie één of beide ouders in het buitenland geboren zijn. Het betekent letterlijk: 'van een ander land'.

De WRR en het CBS schrappen vanaf november 2016 de woorden allochtoon en autochtoon. Zij zetten daarmee een nieuwe norm voor de overheid. De begrippen zijn niet meer precies genoeg en stigmatiserend. Vanaf nu wordt 'Nederlander met een migratie achtergrond' gebruikt.

Taalgrens
Een afscheiding tussen twee taalgebieden.





 
Regionale identiteit
De manier waarop de cultuur van een bepaald gebied zich onderscheidt van andere gebieden.
Migratiemotief
Reden waarom een persoon verhuist.
 
Streekproduct
Een product dat kenmerkend is voor een bepaalde streek.
 
Vluchteling
Mensen die vanwege economische, politieke, etnische of religieuze redenen uit hun eigen land moeten vertrekken.

Europa

Vooraf

De Europese Unie begon ooit als EEG met 6 leden en heeft er nu 27.
Niet alle Europese landen zijn lid van de EU. Welke landen kunnen er nog bij, waar ligt de grens van de Europese Unie?
Moet dat een geografisch geheel zijn, een cultureel geheel of is het van belang dat het een economische eenheid is?

Aan het eind van deze les:

  • kun je een reden noemen waarom landen na de Tweede Wereldoorlog gingen samenwerken.
  • ken je de betekenis afkortingen EGKS, EEG, EG en EU en weet je in welke volgorde de organisaties zijn opgericht.
  • kun je minimaal tien landen noemen die lid zijn van de EU.
  • kun je omschrijven wat wordt bedoeld met ‘de EU is een vrijhandelsgebied’.
  • kun je uitleggen waarom de EU bij sommige mensen weerstand oproept.


Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maken jullie een nieuwe kaart van Europa en stellen jullie de ideale grenzen van de EU vast!
Op de kaart geef je de landen van de EU een kleur.
In de legenda verklaar je:

  • Welke landen die nu geen lid zijn van de EU van jullie wel mogen toetreden en waarom;
  • Welke landen die nu wel lid zijn van de EU uit de Unie moeten worden gezet en waarom.


Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling als je:

  • Een duidelijke staatkundige kaart hebben gemaakt met daarop aangegeven welke landen wel en niet in de EU thuishoren
  • Een legenda hebben gemaakt bij de kaart met een heldere toelichting die laat zien waarom jullie hebben gekozen voor een geografische, culturele of economisch afbakening.


Activiteiten

Stappen Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Informatie lezen en vragen beantwoorden over de Europese Unie.
Stap 2 Alleen Informatie lezen en vragen beantwoorden over de mogelijkheden van een land uit de Europese Unie.
Stap 3 Alleen Informatie lezen over democratie in Europa.
Stap 4 Alleen + samen Beargumenteren waarom de EU groter of kleiner zou moeten worden.
Stap 5 Alleen Toets Europa maken.
Stap 6 Samen Landkaart maken van de ideale Europese Unie.


Benodigdheden


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Stap 1

Introductie
In 1952 werd door zes landen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht. Deze zes landen vormden in 1957 de Europese Gemeenschap, de voorloper van de Europese Unie.
Vanaf 1973 kwamen er om de paar jaar enkele landen bij.
Sinds 2013 heeft de EU het huidige aantal lidstaten. In juli 2013 is Kroatië (voorlopig het laatste) lid geworden.

Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel Europa:

KBEuropa

Vragen

  1. Op een gegeven moment zijn er tien landen tegelijk lid geworden van de Europese Unie. In welk jaar was dat?
  2. Hoeveel landen waren er eind 2007 lid?
  3. Zijn er sindsdien nog landen bijgekomen of afgevallen?

Stap 2

Europa of Europese Unie

In het dagelijks spraakgebruik hebben we het vaak over Europa terwijl we in feite de Europese Unie bedoelen. Hetzelfde geldt voor iemand die zich een Europeaan noemt.
Is een Europeaan iemand die uit de Europese Unie komt en een paspoort heeft met op de voorkant de naam van de Europese Unie en het land waar diegene vandaan komt? Of is dat iemand die uit het werelddeel Europa komt? Maar wat is dan iemand die uit Rusland of Turkije komt, landen die in twee werelddelen liggen?

Vaak kun je ook lezen: 'Je bent een Europaan als je je een Europeaan voelt.' Maar wat is typisch voor een Europeaan? Wat bindt de Europese burgers? Misschien kunnen we kijken welk televisieprogramma door honderden miljoenen Europeanen elk jaar in mei bekeken wordt.
Dan hebben we het natuurlijk over het Eurovisie Songfestival.

Je gaat verderop zelf de ideale landkaart van Europa samenstellen.
Maar kijk daarvoor eerst naar de drie kaarten hieronder:

1 Europa geografisch

2 De landen van de Europese Unie

3 De deelnemers aan het Eurovisie Songfestival (blauw)

Voorwaarde voor deelname aan het songfestival is het lidmaatschap van de European Broadcasting Union (EBU). Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Libië, Liechtenstein, Tunesië en Vaticaanstad zijn lid van de EBU maar hebben nog nooit meegedaan. Kosovo is nog geen lid van de EBU.

Vragen

  1. Op welke van de drie landkaarten zijn de meeste landen ingekleurd?
  2. De naam Eurovisie (Songfestival) is een samentrekking van: Europa en televisie.
    Liggen alle landen die aan het Eurovisie Songfestival mogen meedoen in Europa?

 

Stap 3

Democratie in Europa

Noorwegen en Zwitserland liggen in Europa en naast landen die lid zijn van de EU.
Toch zijn ze geen lid van de EU. Hoe komt dat?

Lees het onderstaande artikel:

Begin jaren '70 werden Noorwegen, Denemarken, Groot-Brittannië en Ierland uitgenodigd om bij wat nu de EU is te komen. Daar liet de Noorse regering haar burgers op 26 september 1972 over stemmen. De meeste Noren stemden tegen. In 1994 liet de Noorse regering haar burgers opnieuw stemmen over toetreding tot de EU en opnieuw stemden de meeste Noren tegen.

Ook Zwitsers voelen er weinig voor om toe te treden tot de EU. Dit land heeft een lange traditie van neutraliteit. Dat wil zeggen: Zwitserland heeft van oudsher geprobeerd zich zo weinig mogelijk te bemoeien met oorlogen die andere landen tegen elkaar voeren. Zo hoopt het land oorlog altijd buiten zijn grenzen te houden. Om die reden sluit Zwitserland zich liever niet aan bij bonden van landen, dus ook niet bij de EU.

Verder zijn er vier piepkleine landen in Europa die geen lid van de EU zijn maar wel mee mogen doen aan het Eurovisie Songfestival. Dat zijn Andorra, Monaco, San Marino en Vaticaanstad. De meeste mensen in Andorra willen niet dat hun land lid wordt van de EU. Ook sommige inwoners van San Marino willen dat niet. Vaticaanstad kan geen lid worden, ook al zouden alle bewoners van dit piepkleine land dat nog zo graag willen. Het is geen democratie en er zijn geen verkiezingen, want daar maakt de paus de dienst uit. Alleen landen met een democratie mogen toetreden tot de EU.


Hieronder een link naar een kaart waarop de kleuren aangeven hoe democratisch een land wordt bestuurd. Donkergroene landen zijn heel erg democratisch, zwarte landen helemaal niet. De rest zit er tussenin.

Kaart : democratie in Europa

Leg deze kaart eens naast die van de EU en naast die van het Eurovisie Songfestival.
Hoe staat het met de democratie in Europa?
En bij de Songfestival-deelnemers?
Schrijf de namen op van landen die aan het Eurovisie Songfestival mee mogen doen en niet groen zijn gekleurd op de kaart, zelfs niet een klein beetje lichtgroen.

Stap 4

Moet de Europese Unie groter of kleiner worden?

De Europese Unie (EU) telt 27 lidstaten. Sommige burgers in de EU vinden dat er best nog meer landen bij mogen. Andere EU-burgers vinden 27 wel genoeg. En weer andere EU-burgers vinden 27 teveel. Van hen mogen één of meer landen uit de EU vertrekken.

Lees het onderstaande artikel.

Afgesproken is dat elk land dat bij de EU wil komen aan de volgende eisen moet voldoen:
  • Het moet een democratisch landsbestuur hebben.
  • Het moet de mensenrechten handhaven (en bijvoorbeeld de doodstraf afschaffen).
  • Het moet zijn wetten en regels aanpassen aan die van de andere lidstaten van de EU.
Landen als Kroatië, Turkije, Albanië en Servië zijn arm in vergelijking met de leden van de Europese Unie.
De EU vindt het belangrijk dat de verschillen zo klein mogelijk zijn. Daarom besteedt de EU een groot gedeelte van het geld (ongeveer 35 procent) aan steun voor armere gebieden. Sommige burgers zitten niet te wachten op (nog meer) armoede in de EU en wijzen daarom het lidmaatschap van deze landen af. Van de andere kant, elke uitbreiding tot nu toe was goed voor de Europese Unie: meer mensen en een grotere markt maken de Europese Unie als geheel steeds welvarender. Bovendien, naarmate de EU meer vergrijst (de gemiddelde leeftijd ligt boven 40 jaar) is toetreding van een ‘jong’ land als Turkije (gemiddelde leeftijd nog geen 30 jaar) misschien wel heel nuttig.

Sommige EU-burgers vinden dat bepaalde landen helemaal niet (meer) in de EU passen. Zo zou Turkije er niet in passen omdat het voor het grootste deel in Azië ligt en omdat de meeste burgers in het land islamitisch zijn. Ook zou de Turkse cultuur teveel verschillen van de West-Europese. Sinds 2010 willen veel EU-burgers Griekenland uit de EU zien vertrekken omdat de regering van dat land zich niet aan de regels van de Europese Unie zou hebben gehouden.


Zoals gezegd: de Europese Unie (EU) telt 27 lidstaten.
Wat vind jij? Kies uit:

  • 27 is niet te veel, er kunnen best meer landen bij.
  • 27 is genoeg, niet meer en niet minder.
  • 27 is te veel, er moeten landen uit.

Bespreek je keuze met klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens?

Stap 5

Toets

Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Europa'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

Toets:Europa

Stap 6

De ideale kaart van Europa.

Jullie hebben verschillende landkaarten bestudeerd en de teksten gelezen over Songfestival, democratie, cultuurverschillen en de omvang van de EU.

Download nu blanco kaart van Europa.

  • Geef in deze blanco kaart aan welke landen volgens jullie horen bij de ideale Europese Unie. Noteer welke landen je kiest en waarom.
  • Geef met argumenten aan hoe de selectie tot stand is gekomen.
  • Geef de grenzen van de ideale EU aan op jullie eigen landkaart.
Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.

Begrippenlijst

Vrij verkeer van personen
Binnen de EU zijn er geen binnengrenzen: er is vrije migratie van personen.
Europese samenwerking
De samenwerking tussen de leden van de Europese Unie op het gebied van verkeer, migratie, landbouw en handel.
Export
Het uitvoeren van goederen uit een land.
Import
Het invoeren van goederen in een land.

Omgaan met grenzen

Vooraf

Dertig, veertig jaar geleden kostte het behoorlijk wat tijd en moeite om met de auto door Europa te reizen, vooral van west naar oost en vice versa.
Dat gaat nu een stuk gemakkelijker en sneller.
In deze opdracht zoeken jullie uit hoe dat komt aan de hand van een voorbeeldland: Polen.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven waarom reizen naar het landen als Polen voor de val van de Berlijnse muur in 1989 heel moeilijk was.
  • minimaal twee voorbeelden noemen van Oost Europese landen die in 2004 lid zijn geworden van de EU.


Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een reisverhaal. Je gaat tijdens de zomervakantie met de auto naar Polen om daar je vakantie door te brengen. Je wilt om te beginnen Warschau bezoeken.
Schrijf een verslag van je reis vanuit je eigen woonplaats naar Warschau. Laat daarin zien dat de reis nu heel anders verloopt dan dertig of veertig jaar geleden. Leg ook uit hoe dat komt.
In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Jullie krijgen een goede beoordeling als:

  • Het reisverhaal duidelijk maakt waarom het nu makkelijker is om met de auto naar Polen te rijden dan dertig of veertig jaar geleden.
  • Het verhaal leesbaar en boeiend geschreven is.
  • Het verhaal in goed Nederlands is geschreven.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen + samen Video bekijken en eigen ervaringen bespreken met grenscontroles.
Stap 2 Alleen Vragen beantwoorden over grenzen in Europa.
Stap 3 Alleen Informatie lezen over verbeteren bereikbaarheid Poolse steden.
Stap 4 Alleen + samen Reisverhaal schrijven over de tocht naar Warschau

 

Benodigdheden

  • een computer met internet
  • pen en papier en/of printer
  • Google Maps


Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

Stap 1

Bekijk het videofragment. In het fragment vertelt parlementslid Frans Timmermans over grenscontroles in het verleden.


Joep Bosch en Johan Elzinga brachten in de jaren '80 kleding, voedsel en andere hulpgoederen naar Polen. Daarmee steunden ze de actie 'Help de Polen de winter door'. Over hun reis in december 1983 schreven ze dit reisverslag. De tekst is wat ingekort.

Lees onderstaand verhaal:

Reis met hindernissen
We vertrokken op 11 december om 17.40 uur vanuit Schinveld naar Polen. Om 00.30 uur reden we Oost-Duitsland in, waar we de nacht slapend doorbrachten in ons busje bij een temperatuur van -14 graden. Toen verder naar de Poolse grens. Bij het laatste tankstation in Oost-Duitsland hebben we gebeld met de thuishaven om te vertellen dat we om ongeveer 13.00 uur Polen zouden inrijden.

Dit pakte heel anders uit. Aankomst aan de grens om 11.00 uur. De afhandeling verliep goed totdat we aan de Poolse warencontrole kwamen. We moesten de auto aan de kant zetten. Een Poolse douanebeambte vertelde ons dat alle goederen uitgeladen moesten worden. Daarna kwamen er twee douanebeambten die precies wilden weten wat er in de auto zat. We hadden een lijst waarop stond dat we 300 kg kleding, 150 kg. levensmiddelen en 30 kg. schoenen bij ons hadden. Dit betekende dat we 3.000 DM (Duitse marken, in 1983 de munt van Duitsland) moesten betalen aan invoerrechten. Na controle bleek dat er toch meer levensmiddelen waren en dat betekende nog een 4.000 DM. Dus in totaal 7.000 DM. Of we dit maar even wilden betalen. Dat geld hadden we niet, dus mochten we Polen niet in.

Terug naar Duitsland. Om 15.30 uur waren wij weer op weg naar Helmstedt. Daar kwamen we om 22.00 uur aan. Twee uur later konden we weer opnieuw op weg naar Polen.

Dus weer een koude nacht in de auto in Oost-Duitsland. We sliepen daar van 03.00 uur tot 06.30 uur. We werden gewekt door een Oost-Duitse politieman met het verzoek de auto goed te zetten. (de strepen voor de vakken stonden naar rechts en wij hadden de auto naar links gezet, er lag sneeuw, geen streep te zien en de hele parkeerplaats was leeg). Uiteindelijk kwamen wij om ongeveer 16.00 uur in Polen aan. Om middernacht bereikten wij uiteindelijk na 56 uur reizen Koscierzyna.

Uit: Geschiedenis 1980-1984 op www.podlasie.nl


Heb jij een ervaring met grenscontroles?
Bespreek je ervaring met een klasgenoot.

Stap 2

Lees onderstaand verhaal:

Tussen 1945 en 1989 liep er een grens door Europa, het IJzeren Gordijn. Dat was de grens tussen West- en Oost-Europa. Het IJzeren Gordijn zat potdicht voor de inwoners van het Oostblok, maar ook West-Europeanen kwamen er maar moeilijk binnen.

Grensbewaking met prikkeldraad, hekken, muren en mijnenvelden moest voorkomen dat mensen stiekem de grens overstaken. Dag en nacht bewaakten gewapende wachters de grens. Tussen 1989 en 1991 verdween het IJzeren Gordijn. In 1990 werden de twee delen van Duitsland samengevoegd tot één land. Iets eerder besloten Nederland, België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk de grenscontroles af te schaffen.

Inmiddels geldt deze afspraak voor 27 landen. In al die landen heeft de reiziger geen last meer van grenzen en paspoortcontroles.


Kijk goed naar de twee kaartjes.

  • Welke landen in het toenmalige Oostblok zijn lid geworden van de EU?
  • Welk land werd door het IJzeren Gordijn in tweeën gedeeld?
    Kies uit Polen, Duitsland of Tsjechoslowakije.

Stap 3

Lees de onderstaande twee verhalen.

Een automobilist slalomt over de weg. Niet omdat de chauffeur dronken is, maar omdat hij de diepe gaten in de weg ontwijkt. Niemand die daar meer van opkijkt: de miserabele staat van de wegen hoort net zo bij het Poolse leven als een vette worst bij het ontbijt. Maar het schaadt de economie van Polen en de reputatie in het buitenland wel.

Dat Warschau de enige hoofdstad is van Europa waar geen snelweg naar toe loopt, is een schandvlek. De Poolse regering probeert die uit alle macht weg te poetsen met de aanleg van een nieuwe snelweg, dwars door Polen. Vanwege het Europees Kampioenschap voetbal in 2012 is het project tot topprioriteit verklaard. In dat jaar moet Polen aan de wereld laten zien dat het een modern land is met een moderne infrastructuur (dat is het geheel aan voorzieningen als het wegennet, spoorlijnen, vliegvelden, havens, enz.).

Op 1 december 2011 is de snelweg A2 geopend, de snelweg dwars door Polen van Wit-Rusland naar Duitsland, langs Warschau. Aan de A1 wordt hard gewerkt. Die snelweg loopt van noord naar zuid, van Gdansk naar de grens met Tsjechië. Het noordelijke stuk tot aan Torun is voor de zomer van 2012 klaar. De steden Poznan, Gdansk en Warschau zijn dan onderling met autosnelwegen verbonden.


Waarom wilde Polen dat de Poolse steden Gdansk, Poznan en Warschau vóór juni 2012 makkelijk bereikbaar zouden zijn per auto?
Probeer uit te zoeken of het gelukt is.

Stap 4

Eindproduct

Bedenk een reisverhaal over de tocht van de Nederlands-Duitse grens tot aan Warschau.

  • Hoe reis je, met welk vervoermiddel?
  • Wat kom je onderweg allemaal tegen?
  • Welke mensen kom je tegen, welke talen, welke gewoonten?
  • Welke moeilijkheden moet je overwinnen?
  • Neem je alleen maar snelweg, of juist niet?

Maak er een mooi verhaal van dat waar zou kunnen zijn. Misschien lukt het je om een paar verschillen te beschrijven tussen jullie reis en dezelfde reis pakweg 40 jaar geleden (denk aan grenzen, controles en geld).
Zoek er een paar afbeeldingen bij en geef je route aan op de kaart.

Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent en lees het verhaal voor in de klas.

Polen in Nederland

Vooraf

In 2004 trad Polen toe tot de Europese Unie. Sinds 1 mei 2007 mogen Poolse werknemers zonder werkvergunning in Nederland werken.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • een voordeel noemen van het feit dat Poolse werknemers zonder werkvergunning in Nederland mogen werken.
  • een nadeel noemen van het feit dat Poolse werknemers zonder werkvergunning in Nederland mogen werken.


Eindproduct
Het eindproduct is een ' gevolgenschema'.
In het gevolgenschema komen de voor- en nadelen voor verschillende groepen in Nederland en Polen van de toetreding van Polen tot de EU.

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Informatie lezen en vragen beantwoorden over Polen in de communistische tijd.
Stap 2 Alleen Gevolgen toetreding tot de EU in het gevolgenschema invullen.
Stap 3 Alleen + samen Gevolgen toetreding tot de EU in het gevolgenschema invullen en vergelijken met een klasgenoot.

 

Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je het gevolgenschema nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 uur nodig.

 

Stap 1

Polen in de communistische tijd

Lees het verhaal over Polen in de communistische tijd.

Achter het IJzeren Gordijn
Na de Tweede Wereldoorlog kwam Polen achter het ‘IJzeren Gordijn’ terecht. Polen behoorde tot Oost-Europa. Het was een van de landen die onder invloed van Rusland communistisch was geworden. De boerenbedrijven en de industrie kwamen in handen van de overheid. De staat bepaalde wat er geproduceerd werd.

Dagelijks leven
Het dagelijks leven in Polen stond onder controle van de communistische partij. Alleen als je lid was van die partij maakte je kans op een goede baan. Een eigen mening, die anders was dan die van de communistische partij, werd streng bestraft. De geheime dienst hield personen met Westerse sympathieën goed in de gaten. Reizen naar het ‘vrije Westen’ was er al helemaal niet bij.

Einde communistische tijd
In 1989 is er, met de val van de Berlijnse muur, een einde gekomen aan de communistische tijd in Polen.
Vanaf dat moment zijn de Polen zich steeds meer gaan richten op West-Europa en in 2004 is Polen samen met 9 andere landen toegetreden tot de Europese Unie.


Beantwoord de volgende vragen.

  • Hoe is Polen achter het 'IJzeren Gordijn' terecht gekomen?
  • In welk jaar is het 'IJzeren Gordijn' verdwenen?
  • Zoek een kaartje van Europa op met de met daarop het 'IJzeren Gordijn'.
    Welke landen die achter het IJzeren Gordijn lagen, zijn nu ook lid van de Europese Unie?

Stap 2

Gevolgen toetreding tot de EU- 1

Download nu eerst het gevolgenschema.
Open het schema in Word en lees de inleiding.

Lees daarna de volgende tekst.

Europese wetgeving
Polen is lid van de Europese Unie. Volgens de Europese wetgeving heeft iedere inwoner van een land van de EU het recht om in een ander EU-land te gaan werken. Werkgevers in Nederland hoeven geen werkvergunning aan te vragen voor werknemers uit Polen. De Poolse werknemer moet wel op dezelfde manier behandeld worden als de burgers van het land zelf.  

In de bouw, transportsector en land- en tuinbouw
In 2010 werkten naar schatting zo’n 100.000 Polen in Nederland. Zij werkten vooral in de bouw, in de transportsector en in de land- en tuinbouw.
Veel Polen hebben moeite met de Nederlandse taal, maar de bereidheid om de taal te leren is groot. Ruim 40% van de Polen heeft een taalcursus gevolgd. Een deel van de Polen is van plan in Nederland te blijven. Maar veel Polen zijn van plan om over enkele jaren terug naar Polen te gaan. Polen trekken graag op met andere Polen, maar ze vormen geen gesloten gemeenschap.

Meningen over Polen
Iedereen vindt wel iets van de Polen in Nederland. Sommigen Nederlanders zijn vol bewondering: ‘Alle Polen werken!’. Anderen hebben een minder positief beeld: ‘Al die Polen zijn dronkenlappen.’
Werkgevers in de land- en tuinbouw en in de transportsector zijn meestal erg blij met de komst van de Polen. Zij kunnen op die manier gemakkelijk goedkoop personeel vinden. Nederlanders die werken in deze sectoren zijn vaak minder blij: ‘Die Polen pikken onze banen in’.

Gevolgen in Polen
Nu veel Poolse werknemers een baan vinden in Nederland (en andere EU-landen) daalt de werkloosheid in Polen snel. Te snel: in Polen is er een tekort aan bouwvakkers. Dat tekort wordt opgevuld door werknemers uit bijvoorbeeld Bulgarije of Roemenië.


1
Verplaats je nu eerst in de positie van een Poolse werknemer die in Nederland werkt.
Vul in het schema de gevolgen voor hem/haar van de toetreding van Polen tot de EU.

2
Verplaats je vervolgens in de positie van een Nederlandse werknemer.
Wat zijn voor hem/haar de gevolgen.
Schrijf de gevolgen in het gevolgenschema.

Stap 3

Gevolgen toetreding tot de EU- 2

3
De toetreding van Polen tot de EU heeft ook gevolgen voor sommige Nederlandse werkgevers.
Schrijf die gevolgen op in het gevolgenschema.

4
Schrijf tenslotte op wat de gevolgen zijn voor de Poolse economie.


Alles ingevuld?
Vergelijk je schema met het schema van een klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde gevolgen opgeschreven? Bespreek de verschillen.
Pas je eigen schema eventueel nog iets aan.

Klaar?
Laat het gevolgenschema beoordelen door je docent.

Wereldgodsdiensten*

Vooraf

Er bestaan verschillende wereldgodsdiensten waarvan je vast al eens gehoord hebt, zoals het christendom, jodendom en hindoeïsme. In deze opdracht kijken we naar het ontstaan van de godsdiensten en de verspreiding ervan over de wereld.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de vijf grootste en bekendste wereldgodsdiensten noemen.
  • op een kaart aangeven hoe de wereldgodsdiensten over de wereld verdeeld zijn.
  • omschrijven hoe wereldgodsdiensten zijn verspreid en waarom migratie en bekering hier invloed op hebben gehad.
  • uitleggen dat het geloof een belangrijk onderdeel is van de cultuur van een land, bijvoorbeeld door het vieren van feestdagen.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Informatie lezen en vragen beantwoorden over wereldgodsdiensten.
Stap 2 Alleen Begrippen in eigen woorden omschrijven.
Stap 3 Alleen Opschrijven in welke delen van de wereld de verschillende godsdiensten voorkomen.
Stap 4 Alleen Omschrijvingen van de verschillende nationale feestdagen opzoeken.
Stap 5 Alleen Toets Wereldgodsdiensten maken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren.

 

 

Stap 1

Het ontstaan van de wereldgodsdiensten
Bestudeer in de Kennisbank het volgende onderdeel:

KB: Wereldgodsdiensten

Bekijk nu het volgende filmpje over de verspreiding van de vijf meest bekende godsdiensten van de wereld:


In het filmpje is duidelijk te zien dat de godsdiensten in verschillende perioden van de geschiedenis zijn ontstaan en dat de godsdiensten met verschillende aanleidingen en op verschillende plekken in de wereld zijn ontstaan. Met de geboorte van Krishna ontstond het hindoeïsme ruim voor de andere godsdiensten. Ongeveer in het jaar 2000 voor Christus ontstond het jodendom met de geboorte van de profeet Abraham. Het boeddhisme verspreidde zich net als het hindoeïsme vanuit India, na de geboorte van de prins Siddharta Gautama, die later ‘Buddha’ werd genoemd. Het christendom ontstond vanaf het jaar 32 na Christus, met de dood van de profeet Jezus. In 570 na Christus werd de profeet Mohammed geboren waarna de islam ontstond.

Het jodendom, christendom en de islam kennen profeten. De profeten ontvingen boodschappen van God en vertelden deze door aan de mensen om hen heen. Deze boodschappen van God worden ook wel ‘openbaringen’ genoemd. Sommige mensen geloofden hetgeen de profeten vertelden en overtuigden daarna ook anderen van het bestaan van God. Zo werden deze godsdiensten onder de mensen verspreid. In het hindoeïsme en het boeddhisme wordt niet gesproken van profeten. Maar ook deze religies verspreidden zich onder de mensen doordat mensen overtuigd raakten van hetgeen Krishna (de grondlegger van het hindoeïsme) en Buddha (de grondlegger van het boeddhisme) en hun volgelingen vertelden.


Opdracht
Vul in de volgende tekst de lege plekken in met de namen van de vijf wereldgodsdiensten (het hindoeïsme, het boeddhisme*, de islam, het jodendom, het christendom):

Als laatste van de vijf wereldgodsdiensten ontstond ...(1)... ruim vijf eeuwen na Christus nadat de profeet Mohammed openbaringen ontving en deze deelde met andere mensen. De aanhangers van deze godsdienst heten moslims. In het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Indonesië wonen veel moslims. ...(2).... verspreidde zich vanuit India na de geboorte van de prins Siddharta Gautama. Er leven nu veel aanhangers van deze religie in China, Mongolië, Tibet en Zuidoost-Azië. In India was al eerder ...(3)... ontstaan met als grondlegger Krishna. Rond het jaar 2000 voor Christus, in de tijd van de profeet Abraham, ontstond ...(4)... Na de dood van Jezus kwam ...(5)... op.

*Het boeddhisme is eigenlijk geen godsdienst, omdat er geen sprake is van het geloof in (het bestaan van) een god of goden. Je zou het boeddhisme wel ‘religie’ kunnen noemen.


Stap 2

De invloed van bekering en migratie op de verspreiding van de wereldgodsdiensten
Elke godsdienst begint met een kleine groep van volgelingen die geloven in de ideeën of openbaringen die de stichters van de godsdienst met hen deelden. In de afgelopen eeuwen zijn de wereldgodsdiensten – met uitzondering van het jodendom - erg gegroeid in het aantal gelovigen en verspreid over grote gebieden. Deze verspreiding heeft op verschillende manieren plaatsgevonden, door middel van bekering van niet-gelovigen en andersgelovigen en door migratie van gelovigen.


Omschrijf nu in je eigen woorden de volgende begrippen:

  • vrijwillige bekering
  • gedwongen bekering
  • (joodse) diaspora
  • missionaris

Stap 3

De spreiding van de wereldgodsdiensten
Gebruik de afbeelding over cultuurgebieden en godsdiensten uit de Kennisbank of kijk naar de afbeelding hieronder.


Hierboven zie je een kaart met daarop de dominante godsdiensten.
Schrijf van elk van de vijf wereldgodsdiensten die we in deze opdracht behandelen op in welke delen of landen van de wereld ze voornamelijk voorkomen.
Kun je ook redenen bedenken waarom ze juist daar dominant zijn?

 

Stap 4

Cultuur en geloof - Nationale feestdagen

In Nederland kennen we de volgende acht erkende feestdagen. Dit zijn dagen waarop veel mensen een vrije dag hebben. Het gaat om de volgende feestdagen:

  • Nieuwjaarsdag
  • Goede Vrijdag
  • Pasen
  • Koningsdag
  • Bevrijdingsdag
  • Hemelvaartsdag
  • Pinksteren
  • Kerstmis

Weet jij wat er op deze feestdagen gevierd wordt? Nee? zoek het dan op.

Het christendom is in Nederland al heel lang de godsdienst met de meeste aanhangers. Welke van de erkende feestdagen is een christelijke feestdag?

Naast het christendom komen er nog een aantal andere godsdiensten in Nederland voor. Er zijn ook mensen die niet-gelovig zijn. Hieronder zie je hoeveel aanhangers elke groep heeft. Elk geloof kent enkele belangrijke feestdagen. Je ziet hieronder hoeveel van deze feestdagen per geloof in Nederland als nationale feestdagen worden erkend.
 

Verdeling van de nationale feestdagen over godsdienstige en niet-godsdienstige Nederlanders

godsdienst aantal mensen erkende feestdagen
christendom ± 8.000.000 8
islam ± 1.000.000 0
hindoeïsme ± 100.000 0
boeddhisme ± 40.000 0
jodendom ± 30.000 0
niet-gelovig ± 6.000.000 0

 

  1. Wat vind je van de verdeling van het aantal erkende feestdagen?
  2. Als je de feestdagen opnieuw zou mogen verdelen, zou je het dan anders doen?

 

Belangrijke feesten

Hieronder zie je enkele belangrijke feesten van het jodendom, de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme.

Jodendom: Grote verzoendag, Het Loofhuttenfeest, Chanoeka.
Islam: Het Suikerfeest (Eid-al-Fitr), Het Offerfeerst (Eid-Al-Adha), De Bedevaart naar Mekka (Hadj).
Hindoeïsme: Het Holifeest, Het lichtfeest (Divali).
Boeddhisme: Songkran, Boeddha-dag, Feest van de tand.

Kies minimaal zes feesten uit.
Zoek op internet een korte omschrijving van het feest.
Probeer ook te achterhalen wanneer het feest gevierd wordt.
Zoek bij de feesten die je hebt uitgekozen een passende afbeelding.

Stap 5

Toets

Als eindproduct maak je de toets 'Wereldgodsdiensten'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

Toets:Wereldgodsdiensten

Begrippenlijst

Christendom
Het Christendom is een geloof, waarin de Bijbel en Jezus Christus centraal staan. Christenen geloven in één God, die toch uit Drie Personen bestaat, namelijk God de Vader, Zijn Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest.
Islam
De islam is het geloof van de moslims. Zij geloven in God en noemen Hem Allah, wat de Almachtige betekent. Mohammed is Zijn boodschapper en profeet. De moslims geloven dat de eerste profeet Adam is en de laatste Mohammed.
Hindoeïsme
Het hindoeïsme kent verschillende goden. Het is gevormd uit diverse tradities en heeft niet één bepaalde stichter. Het hindoeïsme kent veel oude geschriften die duizenden jaren oud zijn. De oudste zijn de vier Veda's. Veda betekent 'weten'.
Boeddhisme
Het boeddhisme is zowel een filosofie als een religie. Gautama Boeddha is de stichter van dit geloof. Ze geloven dat de verlichting, de volledige bevrijding van het lijden, bereikt kan worden als je niet meer ontevreden bent over dingen.
Jodendom
Joden geloven in God. Het jodendom is ongeveer 3000-4000 jaar geleden ontstaan, maar het heeft niet echt een stichter. Het is voortgekomen uit vele ideeën en gedachten van profeten.
Migratie(stroom)
Het verhuizen van het ene naar het andere gebied binnen een land (binnenlandse migratie) of van het ene naar het andere land (buitenlandse migratie).
Bekering
Het overgaan of doen overgaan tot een (andere) godsdienst.
 
Godsdienst
Een geloof in één god (monotheïsme) dan wel in meerdere goden (polytheïsme).

Thematoets

Grenzen en identiteit

Je gaat een zogenaamde thematoets maken.
De thematoets bestaat uit 10 random (= willekeurige) vragen over dit thema.           
Soms is een vraag een reproductievraag, soms meer een inzichtvraag.

Doe je de toets een tweede keer dan krijg je weer 10 random vragen.
Dat zullen veelal anderen zijn, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.

Na het beantwoorden van de vragen krijg je je resultaat te zien.
Je ziet ook welke vragen je goed en welke vragen je fout hebt beantwoord.
Bij iedere vraag vind je onder [Meer info]-knop een link naar een item uit de Kennisbank.
Met behulp van die informatie kun je opzoeken wat het goede antwoord op de vraag is.

Thematoets: Grenzen en identiteit

Afsluiting thema

Grenzen en identiteit

Je hebt alle opdrachten van dit thema gemaakt, tijd voor de afsluiting.
Je sluit het thema af door samen met een klasgenoot een kwartetspel
te maken.

Het kwartetspel bestaat uit minimaal 24 kaarten:

  • 2 setjes van 4 kaarten die passen bij het begrip 'cultuur',
  • 2 setjes van 4 kaarten bij het begrip 'grenzen' en
  • 2 setjes van 4 kaarten bij de begrippen 'Europa' en 'Europese Unie'.

Beoordeling
Bij de beoordeling van het kwartetspel kijkt je docent naar:
  • de inhoud: komen de belangrijkste temen in het kwartetspel terug?
  • de speelbaarheid: zijn de spelregels duidelijk?
  • de verzorging: is het spel met zorg gemaakt?

Verderkijker

Grenzen en identiteit

Verderkijker

Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'. De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende digitale fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid. Voor het thema 'Grenzen en identiteit' zijn tien fragmenten bij zes verschillende onderwerpen geselecteerd.
Om de Teleblik fragmenten te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn op teleblik. Voor meer informatie over het inloggen ga naar: teleblik.nl/faq/hoe-krijg-ik-toegang-tot-teleblik

1 Cultuur en identiteit
Kinderen in klederdacht. Hollands nieuws

Congo, Goma: Kwami Longange Mokobelwa is een 'sapeur': een dandyachtige man die zich elegant kleedt. Hij experimenteert met allerlei materialen en krijgt veel bewonderende reacties als hij de straat opgaat in een rok gemaakt met stropdassen. Kwami Longange Mokobelwa


2 Cultuur en geloof

Wat is Hemelvaart eigenlijk? Hemelvaart

In dit fragment aandacht voor acteur Mimoun Oaïssa, die het televisieprogramma 'Het nationale suikerfeest' presenteert vanuit het Concertgebouw in Amsterdam. Na een vastenperiode van een maand wordt de Ramadan afgesloten met het Suikerfeest. Suikerfeest


3 Grenzen

Lied: 15 miljoen mensen
Vrijheid, gelijkheid en broederschap

4 Europa

De samenwerking tussen zes landen in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) en de vestiging van het hoofdkwartier van de EGKS in Luxemburg. In Europa: 1950

Dankbaar voor Europa.
In Europa: 1950



5 Polen in Nederland

Het Polen-meldpunt van de PVV waar anoniem klachten over werknemers uit Polen en andere landen in Midden- en Oost-Europa kunnen worden gemeld leidt zowel in de Tweede Kamer als in het Europees Parlement tot ophef. Polen in Nederland

6 Omgaan met grenzen

Beelden van de val van de Berlijnse muur en verschillende ontsnappingspogingen van oost naar west Berlijn. Waar was u toen?

Op 17 augustus 1962 komt de Oostberlijner Peter Fechter om bij een geruchtmakende vluchtpoging over de muur. (Uit: Kroniek van de 20ste eeuw)
Polygoon wereldnieuws

  • Het arrangement Thema: Grenzen en identiteit hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Sander Langerak Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Aan het eind van het thema moet je: het begrip cultuur kunnen omschrijven. de grote cultuurgebieden op de wereld kunnen benoemen. een onderzoek kunnen doen naar de geografische gebondenheid van identiteit. weten dat de grenzen binnen Europa de afgelopen eeuw voortdurend zijn veranderd. weten hoe de Europese Unie zich heeft ontwikkeld. kunnen uitleggen wat de gevolgen zijn van de (toekomstige) uitbreidingen van de EU
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Europa; Aardrijkskunde; Grenzen en identiteit; Cultuur; Grenzen afbakenen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Thema: Grenzen en identiteit - hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/52460/Thema__Grenzen_en_identiteit___hv12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Cultuur en geloof

    Grenzen

    Grenzen

    Europa

    Wereldgodsdiensten

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.