Landen zijn in te delen door de hoogte van de welvaart van hun inwoners. In arme landen of ontwikkelingslanden is de welvaart laag. Landen met een hoge welvaart zijn rijke of ontwikkelde landen.
De laatste groep wordt ook wel de westerse wereld of 'eerste wereld' genoemd. Die benaming komt uit nog uit de tijd van de Koude Oorlog. Het Westen stond toen tegenover de communistische landen, vooral in Oost-Europa, de 'tweede wereld' genoemd. De ontwikkelingslanden kregen daarop de aanduiding ‘derde wereld’.
Het probleem met arm-rijk-aanduidingen is dat er in feite geen scherpe tweedeling is. De schaal van welvaart en armoede is een glijdende. Wat welvaartspeil betreft zijn geen twee landen gelijk. Bovendien verandert dat welvaartspeil van landen in de loop van de tijd. In China, Zuid-Korea en enkele andere landen is het welvaartspeil de afgelopen tientallen jaren sterk gestegen. In Griekenland is het welvaartspeil de afgelopen jaren gedaald.
Daar komt nog bij dat welvaart vooral wordt uitgedrukt in bedragen, het Bruto Binnenlands Product van een land bijvoorbeeld of het jaarinkomen van huishoudens in een land. Om vast te stellen hoe goed of slecht mensen het in een land hebben, moet je ook letten op bijvoorbeeld de toegang tot goed onderwijs en goede gezondheidszorg. Dat heeft natuurlijk met rijkdom en armoede te maken, maar ook met welzijn.
In deze opdracht gebruiken we de term ‘ontwikkelingspeil’ als overkoepelend begrip voor een combinatie van deze zaken.
Wat ga je leren?
Hoofdvraag
Hoe vergelijk je het ontwikkelingspeil van landen met elkaar?
Deelvragen
Welke maatstaven zijn er om het ontwikkelingspeil van een land te meten?
Wat zijn de voor- en nadelen van elk van die maatstaven?
Welke maatstaven vormen samen een goed instrument om het ontwikkelingspeil van de landen met elkaar te vergelijken?
Hoe kun je met die maatstaven vaststellen of het peil van ontwikkeling van een land stijgt of daalt?
Begrippen
Economisch:
BBP/BRP
inkomen (per capita)
koopkracht
beroepsbevolking
BNI
HDI
Bruto Internationaal Geluk
Wat ga je doen?
Activiteiten
Vooraf
Wat kun je al?
Bestudeer de Kennisbank en maak de instaptoets.
Aan de slag
Stap 1
Je krijgt uitleg over een veelgebruikte manier om het ontwikkelingspeil van een land te meten. Je bekijkt ranglijsten geschikt naar BBP en naar BBP per hoofd van de bevolking. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 2
Om het ontwikkelingspeil van een land te meten zonder geldbedragen, kijk je naar andere factoren. De maatstaf daarvoor is de HDI. Je leest een tekst, bestudeert Bosatlaskaarten en beantwoordt vragen.
Stap 3
In deze stap bestudeer je een grafiek over de spreiding van het BRP per hoofd van de bevolking. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 4
Wat is het Bruto Nationaal Geluk en wat wordt er mee gemeten? Je bekijkt de criteria en maakt een oefening.
Afronding
Samenvattend
Omschrijf de begrippen. Vergelijk ze met een klasgenoot.
Eindopdracht A
Maak de eindtoets.
Eindopdracht B
Schrijf een brief aan de VN over Bruto Nationaal Geluk.
Examenvragen
Oefen met de eindexamenvragen.
Terugkijken
Kijk terug op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht is de studiebelasting ongeveer 3 SLU.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een veelgebruikte manier om het ontwikkelingspeil van een land te meten is de waarde bepalen van alle goederen en diensten die een land binnen zijn landsgrenzen in een jaar tijd produceert, het Bruto Binnenlands Product of het BBP.
Bekijk de lijst van landen gerangschikt naar BBP op detop100.nl
Bekijk ook de lijst van landen gerangschikt naar BBP per hoofd van de bevolking op Wikipedia.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees nu onderstaande bron. Hierin wordt uitgelegd wat het Bruto NationaalInkomen of BNI is.
Nederland, hoog inkomen, maar weinig te besteden.
Ondanks jaren van recessie en laagconjunctuur staat Nederland nog steeds hoog op de ranglijst van landen naar Bruto Binnenlands Product (BBP) per hoofd van de bevolking (zie tabel) en in de Europese top van Bruto Nationaal Inkomen per inwoner…
Een deel van het BBP van Nederland wordt echter gemaakt door buitenlandse bedrijven en werknemers en levert geen inkomen op voor Nederlanders. Tegelijkertijd verdienen Nederlanders ook inkomen met productie in andere landen. Een betere maatstaf voor het inkomen per hoofd van de bevolking is dus het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). In een groep van 23 Europese landen waarvoor we recente en goed vergelijkbare gegevens over het BNI hebben, staat Nederland tweede achter Zweden.
Het BNI komt voor een deel bij huishoudens terecht. De rest van het inkomen blijft bij bedrijven hangen of gaat naar de overheid. In het algemeen hebben landen met een hoger BNI per hoofd van de bevolking ook een hoger bruto beschikbaar huishoudinkomen. Toch is de ranglijst van het BNI zeker niet gelijk aan de ranglijst van het bruto beschikbare huishoudinkomen (zie tabel 2). Nederland hoort bij de landen waar huishoudens een relatief klein deel van het nationale inkomen direct kunnen uitgeven. Daardoor zakken we op de Europese ranglijst van de tweede naar de negende plaats. Ook Zweden en Denemarken dalen behoorlijk.
Terwijl het BBP per hoofd van de bevolking in Frankrijk 17% onder dat van Nederland ligt, hebben de Franse huishoudens 12% meer inkomen te besteden dan de Nederlanders. Zelfs in Italië, waar het BBP per hoofd bijna 24% lager is dan in Nederland, hebben huishoudens meer te besteden.
Dat Nederlandse huishoudens een relatief klein deel van het nationale inkomen uit kunnen geven heeft vooral hiermee te maken dat een flink deel van het BNI opgaat aan uitgaven aan pensioenbesparingen en aan overheidsuitgaven aan zorg en onderwijs.
Stel: je verdient in Nederland 1000 euro netto per maand netto. Je verhuist naar een ander land en gaat daar eveneens 1.000 euro netto per maand verdienen. Kun je dan dezelfde hoeveelheid goederen en diensten kopen als in Nederland? Of anders gezegd: is de koopkracht van 1000 euro in het land waar je naartoe verhuist gelijk aan die in Nederland?
Dat hangt op de eerste plaats af van het prijspeil van de goederen en diensten in het land waar je naartoe verhuist. Dat geldt zowel voor landen waar de euro wettig betaalmiddel is als voor landen waar je met een andere munt moet betalen. Is het prijspeil lager dan in Nederland, dan is de koopkracht van 1000 euro groter dan in Nederland. Is het prijspeil hoger dan in Nederland, dan kun je met 1.000 euro minder kopen.
Kijk naar een videofragment: van begin tot 4:17 min. “So, China had the least expensive Big Mac in the world.”
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Ontwikkelingspeil omvat meer dan wat je in geldbedragen kunt uitdrukken. Denk bijvoorbeeld aan de vraag hoeveel mensen in een land toegang hebben tot goed onderwijs, goede gezondheidszorg, voldoende veilig drinkwater, vervoer en andere zaken die het leven makkelijker en aangenamer maken.
Om ook dit soort zaken te meten, hanteren de Verenigde Naties een maatstaf die daarmee rekening houdt, de Human Development Index of kortweg HDI.
Het UNDP, het programma voor ontwikkelingssamenwerking van de Verenigde Naties omschrijft deze index zo:
The Human Development Index (HDI) is a summary measure of average achievement in key dimensions of human development: a long and healthy life, being knowledgeable and have a decent standard of living. The HDI is the geometric mean of normalized indices for each of the three dimensions.
The health dimension is assessed by life expectancy at birth, the education dimension is measured by mean of years of schooling for adults aged 25 years and more and expected years of schooling for children of school entering age. The standard of living dimension is measured by gross national income per capita (BNI).
In de Grote Bosatlas staat het zo: de index van de menselijke ontwikkeling van de Verenigde Naties meet voornamelijk levensstandaard (BNP, armoede), kennis (analfabetisme, onderwijs) en volksgezondheid (levensverwachting) in een bepaald land of gebied.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Landen worden ook met elkaar vergeleken aan de hand van de samenstelling van de beroepsbevolking.
Zegt ook dat iets over het ontwikkelingspeil van landen?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Tot nu toe hebben we maatstaven besproken waarmee je het ontwikkelingspeil voor een land als geheel kunt bepalen. Daarbij blijven twee zaken uit beeld.
Bekijk onderstaande afbeelding en lees de toelichting bij de afbeelding:
Deze grafiek toont de spreiding van het BRP (Bruto Regionaal Product) per hoofd van de bevolking voor elk van de 27 EU-landen.
Lichtblauw bolletje = regio met het hoogste BRP per hoofd van de bevolking
Donkerblauw bolletje = regio met een BRP per hoofd van de bevolking op het nationale gemiddelde.
Zwart bolletje = regio met het laagste BRP per hoofd van de bevolking.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In Bhutan wordt naast de maatstaven die je tot nu toe hebt gezien nog een andere maatstaf gebruikt om het ontwikkelingspeil van dat land te meten, het Bruto Nationaal Geluk.
Wat is dat? Wat wordt er precies gemeten? Waarom is het bedacht? Lees onderstaande tekst.
Het Bruto Nationaal Geluk van Bhutan
In Bhutan verdienen mensen vier dollar per dag, meer dan de helft van de bevolking is analfabeet en de levensverwachting is laag. Maar in Bhutan wordt met een andere set criteria gemeten.
Het begon allemaal in 1972, toen koning Jigme Singye Wangchuck van Bhutan voor het eerst de term 'Bruto Nationaal Geluk' gebruikte. De term werd het richtsnoer voor het overheidsbeleid.
Jaarlijks wordt het Bruto Nationaal Geluk gemeten. In het land waar de meeste mensen boeddhist zijn is materiële vooruitgang alleen een verbetering als het hand in hand gaat met geestelijke vooruitgang.
Vier pilaren
Het Bruto Nationaal Geluk hangt af van de volgende vier criteria:
bevordering van billijke en duurzame sociaaleconomische ontwikkeling;
behoud en bevordering van culturele waarden;
behoud van het natuurlijke milieu;
goed bestuur.
Overheids- en bedrijfsplannen worden getoetst aan die criteria.
Vooral de handhaving van de culturele identiteit springt in het oog. In en rond overheidsgebouwen gelden kledingvoorschriften. Je mag alleen naar binnen in Bhutans traditionele outfit. Voor mannen is dat een gho, een soort omslagjas met lange mouwen op knielengte, en voor vrouwen een enkellange wikkeljurk, de kira.
Buitenlandse invloeden worden gecontroleerd. Toeristen mogen alleen het land in als ze de dagelijkse bijdrage van $200 kunnen betalen en immigranten worden zeer streng beoordeeld. En pas in 1999 werd televisie toegestaan.
Het Bruto Nationaal Geluk lijkt een goede maat. Maar uit onderzoek blijkt dat ook de Bhutanezen niet ongevoelig zijn voor materiële welstand. In hoofdstad Thimbu zijn de mensen gelukkiger dan op het platteland, ondanks de veelheid aan buitenlandse invloeden, de luchtvervuiling en het gebrek aan ruimte. Misschien heeft het ermee te maken dat arbeiders in Thimbu gemiddeld bijna tienmaal zo veel verdienen als arbeiders op het platteland.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De lidstaten van de Verenigde Naties hielden in 2012 een conferentie over de vraag of het Bruto Nationaal Geluk moet worden gebruikt als maatstaf om het ontwikkelingspeil van landen te meten. De conferentie werd voorgezeten door het land Bhutan.
Lees eerst het volgende artikel.
World Happiness Report en de 'gelukskoning'
Maandag 20 maart was het de ‘Internationale Dag van het Geluk’.Ter gelegenheid daarvan werd onder auspiciën van de Verenigde Naties het'World Happiness Report 2017' uitgebracht. Wat kunnen we eigenlijk lezen in dit rapport? En welke landen zijn het gelukkigst?
Arjo Klamer schrijft in zijn boek 'In Hemelsnaam' het volgende: 'Willen we goed leven in een goede samenleving – en wie wil dat niet – dan gaat het niet in de eerste plaats om geld, iets economisch dus, maar om iets sociaals, zeg vriendschap, zorg en aandacht, en uiteindelijk vooral om iets cultureels of spiritueels, ofwel om iets wat zin geeft aan het leven. Daarmee wil ik niet beweren dat de economie er niet toe doet. Alleenkan de economie nooit het doel zijn dat waar het leven om draait. Het is niet meer en niet minder dan een middel. Dus moeten we buiten de economie opereren om dat wat echt van waarde is te verwezenlijken. Niet een sterke economie of een doeltreffende overheid bepaalt de kwaliteit van het leven, maar een vitale en krachtige samenleving.’
Klamers oproep is opgepikt. Sinds het verschijnen van zijn boekje doet het Centraal Bureau voor de Statistiek onderzoek naar geluk en al in 2012 verscheen het eerste World Happiness Report. Sinds in maart de ‘Internationale Dag van het Geluk’ hebben gevierd, kunnen we de versie voor 2017 downloaden.
Deze rapporten verschijnen in opdracht van de Verenigde Naties en zijn geïnspireerddoorhet 'Bruto Nationaal Geluk' van koning Jigme Singye Wangchuk van het Himalayastaatje Bhutan. Hij vindt dat we geluk van een land niet alleen moeten berekenen aan de hand van materiële zaken, zoals het bruto nationaal product, maar ook door te kijken naar gezondheid, opleidingsniveau en tevredenheid van de inwoners.
Bron: PSYblog, Hoe meet je geluk?, 2017.
Schrijf daarna samen met een klasgenoot een brief aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties om te pleiten voor of tegen het gebruik van het Bruto Nationaal Geluk om het ontwikkelingspeil van landen te meten.
Geef in je brief een uitgebreide argumentatie.
Hoe je een brief schrijft, kun je lezen in de Gereedschapskist.
Beoordeling
Als je klaar bent, laat dan je brief aan je docent lezen. Bij de beoordeling wordt gelet op de volgende punten:
Heb je voldoende beargumenteerd waarom er wel/niet gebruik moet worden gemaakt van het Bruto Nationaal Geluk bij het meten van het ontwikkelingspeil van een land?
Een brief is een goede manier om aan iemand te laten weten wat je van een bepaald
onderwerp vindt of iemand te vragen om in actie te komen rond een bepaald onderwerp.
Examenvragen
Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.
Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Terugkijken
Intro
Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
Is in de introductie duidelijk uitgelegd, wat er in deze opdracht besproken wordt?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
Welke maatstaven kun je gebruiken om het ontwikkelingspeil van een land te meten en kun je ze ook toepassen voor een vergelijking met andere landen?
Noem een voordeel en nadeel van deze maatstaven.
Hoe ging het?
Inhoud
In deze opdracht keek je tenslotte ook naar het Bruto Nationaal Geluk.
Hoe kun je dat meten? Ben je daar voorstander van?
Eindopdrachten
Heb je de eindtoets gemaakt en had je een goede score?
Ben je creatief geweest bij het schrijven van een brief, waarin je pleit voor of tegen de meting van het BNG?
Vond je dat leuk om te doen?
Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Het arrangement Ontwikkelingspeil van landen - v456 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Wereld" wordt het thema ''Ontwikkelingspeil van landen" besproken. Het Bruto Binnenlands Product (BBP) meet het ontwikkelingspeil van een land. Nederland heeft een hoog BBP per persoon, maar dit vertelt niet het volledige verhaal. Het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) is een betere maatstaf, omdat het rekening houdt met inkomsten uit het buitenland. Nederlanders hebben relatief minder inkomen om uit te geven, omdat een deel van het BNI wordt gebruikt voor pensioenen, zorg en onderwijs. De koopkracht van een inkomen hangt af van de prijzen in het land. In landen met lagere prijzen is de koopkracht hoger, en omgekeerd. Het ontwikkelingspeil van een land gaat niet alleen over geld, maar ook over toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en andere levensverbeterende factoren. De Verenigde Naties gebruiken de Human Development Index (HDI) om dit te meten. De HDI kijkt naar levensverwachting, educatie en inkomen per persoon. Het geeft een completer beeld van ontwikkeling in een land. Het Bruto Nationaal Geluk (BNG) is een meetinstrument in Bhutan dat naast economische factoren ook geestelijk welzijn en culturele waarden meet. Het werd ingevoerd in 1972 en meet vier aspecten; sociaaleconomische ontwikkeling, cultureel behoud, milieuconservering en goed bestuur. Bhutan waardeert culturele identiteit en reguleert buitenlandse invloeden. Hoewel het BNG positief is, blijkt uit onderzoek dat materiële welvaart ook invloed heeft op geluk.
Leerniveau
VWO 6;
VWO 4;
VWO 5;
Leerinhoud en doelen
Arm en rijk;
Burgerschap;
Aardrijkskunde;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
6 uur en 0 minuten
Trefwoorden
aardrijkskunde, arrangeerbaar, bruto binnenlands product, bruto nationaal geluk, bruto nationaal inkomen, human development index, koopkracht, ontwikkelingspeil, stercollectie, vwo456
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Wereld" wordt het thema ''Ontwikkelingspeil van landen" besproken. Het Bruto Binnenlands Product (BBP) meet het ontwikkelingspeil van een land. Nederland heeft een hoog BBP per persoon, maar dit vertelt niet het volledige verhaal. Het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) is een betere maatstaf, omdat het rekening houdt met inkomsten uit het buitenland. Nederlanders hebben relatief minder inkomen om uit te geven, omdat een deel van het BNI wordt gebruikt voor pensioenen, zorg en onderwijs. De koopkracht van een inkomen hangt af van de prijzen in het land. In landen met lagere prijzen is de koopkracht hoger, en omgekeerd. Het ontwikkelingspeil van een land gaat niet alleen over geld, maar ook over toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en andere levensverbeterende factoren. De Verenigde Naties gebruiken de Human Development Index (HDI) om dit te meten. De HDI kijkt naar levensverwachting, educatie en inkomen per persoon. Het geeft een completer beeld van ontwikkeling in een land. Het Bruto Nationaal Geluk (BNG) is een meetinstrument in Bhutan dat naast economische factoren ook geestelijk welzijn en culturele waarden meet. Het werd ingevoerd in 1972 en meet vier aspecten; sociaaleconomische ontwikkeling, cultureel behoud, milieuconservering en goed bestuur. Bhutan waardeert culturele identiteit en reguleert buitenlandse invloeden. Hoewel het BNG positief is, blijkt uit onderzoek dat materiële welvaart ook invloed heeft op geluk.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Ontwikkelingspeil van landen
Meten is weten, hoewel...?
Big mac index
Meten zonder geldbedragen
Ontwikkeling samenstellng beroepsbevolking
Meten zonder geldbedragen
Verschillen binnen landen
Bruto Nationaal Geluk
Ontwikkelingspeil van landen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.