Stap 1: Meten is weten, hoewel...?

Een veelgebruikte manier om het ontwikkelingspeil van een land te meten is de waarde bepalen van alle goederen en diensten die een land binnen zijn landsgrenzen in een jaar tijd produceert, het Bruto Binnenlands Product of het BBP.

Bekijk de lijst van landen gerangschikt naar BBP op detop100.nl
Bekijk ook de lijst van landen gerangschikt naar BBP per hoofd van de bevolking op Wikipedia.

Lees nu onderstaande bron. Hierin wordt uitgelegd wat het Bruto Nationaal Inkomen of BNI is.

Nederland, hoog inkomen, maar weinig te besteden.
Ondanks jaren van recessie en laagconjunctuur staat Nederland nog steeds hoog op de ranglijst van landen naar Bruto Binnenlands Product (BBP) per hoofd van de bevolking (zie tabel) en in de Europese top van Bruto Nationaal Inkomen per inwoner…



Een deel van het BBP van Nederland wordt echter gemaakt door buitenlandse bedrijven en werknemers en levert geen inkomen op voor Nederlanders. Tegelijkertijd verdienen Nederlanders ook inkomen met productie in andere landen. Een betere maatstaf voor het inkomen per hoofd van de bevolking is dus het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). In een groep van 23 Europese landen waarvoor we recente en goed vergelijkbare gegevens over het BNI hebben, staat Nederland tweede achter Zweden.



Het BNI komt voor een deel bij huishoudens terecht. De rest van het inkomen blijft bij bedrijven hangen of gaat naar de overheid. In het algemeen hebben landen met een hoger BNI per hoofd van de bevolking ook een hoger bruto beschikbaar huishoudinkomen. Toch is de ranglijst van het BNI zeker niet gelijk aan de ranglijst van het bruto beschikbare huishoudinkomen (zie tabel 2). Nederland hoort bij de landen waar huishoudens een relatief klein deel van het nationale inkomen direct kunnen uitgeven. Daardoor zakken we op de Europese ranglijst van de tweede naar de negende plaats. Ook Zweden en Denemarken dalen behoorlijk.

Terwijl het BBP per hoofd van de bevolking in Frankrijk 17% onder dat van Nederland ligt, hebben de Franse huishoudens 12% meer inkomen te besteden dan de Nederlanders. Zelfs in Italië, waar het BBP per hoofd bijna 24% lager is dan in Nederland, hebben huishoudens meer te besteden.

Dat Nederlandse huishoudens een relatief klein deel van het nationale inkomen uit kunnen geven heeft vooral hiermee te maken dat een flink deel van het BNI opgaat aan uitgaven aan pensioenbesparingen en aan overheidsuitgaven aan zorg en onderwijs.

(…)

Naar: artikel op economie.rabobank.com

Koopkracht

Stel: je verdient in Nederland 1000 euro netto per maand netto. Je verhuist naar een ander land en gaat daar eveneens 1.000 euro netto per maand verdienen. Kun je dan dezelfde hoeveelheid goederen en diensten kopen als in Nederland? Of anders gezegd: is de koopkracht van 1000 euro in het land waar je naartoe verhuist gelijk aan die in Nederland?

Dat hangt op de eerste plaats af van het prijspeil van de goederen en diensten in het land waar je naartoe verhuist. Dat geldt zowel voor landen waar de euro wettig betaalmiddel is als voor landen waar je met een andere munt moet betalen. Is het prijspeil lager dan in Nederland, dan is de koopkracht van 1000 euro groter dan in Nederland. Is het prijspeil hoger dan in Nederland, dan kun je met 1.000 euro minder kopen.

Kijk naar een videofragment: van begin tot 4:17 min. “So, China had the least expensive Big Mac in the world.”