09.5 Gewone burgers in WO II h45

09.5 Gewone burgers in WO II h45

Gewone burgers in WO II

Intro en probleemstelling

Waarom kies je voor de Hitlerjugend? Waarom kies voor het verzet?
Waarom sluit je je aan bij de NSB of 'kies' je voor onderduiken?

Van links naar rechts: Affiche Hitlerjugend, Hannie Schaft van het verzet, een ‘moffenmeid’ tijdens de bevrijding, Anne Frank.

 

Gewone burgers in de Eerste Wereldoorlog

In de Eerste Wereldoorlog werd in een betrekkelijk klein gebied gevochten.
De meeste burgers in landen als Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië gingen gewoon door met hun dagelijks leven.

Gewone burgers in de Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog heeft wat dat betreft veel dieper ingegrepen in het leven van gewone mensen. In Nederland leefde de bevolking noodgedwongen vijf lange jaren onder de Duitse bezetter. De noodzaak om moeilijke keuzes te maken kwam vaak vanzelf door de loop van de gebeurtenissen.

Goed en fout
In deze opdracht onderzoek je de begrippen ‘goed’ en ‘fout’ in de Tweede Wereldoorlog en de beleving van de oorlog door gewone burgers.

Probleemstelling

Kijken naar gewone burgers in WO II
Bij terugkijken op de Tweede Wereldoorlog werd er lange tijd nogal zwart-wit gedacht. Je was óf goed óf fout in de oorlog, een tussenweg bestond er in die visie niet.
Nu de periode van de Duitse bezetting ver achter ons ligt, kijkt men daar anders tegenaan. Er is een ander beeld ontstaan van de manier waarop Nederlanders de oorlog doorkwamen.

De meeste mensen, ongeveer 90% zo is nu het beeld, probeerden in de oorlog een zo normaal mogelijk te leven te leiden. Slechts een hele kleine groep (5%) was actief in het verzet. Die groep was ongeveer even groot als de groep die actief samenwerkte met de Duitse bezetters.

Als eindproduct maak je een beschrijving van drie personen in WO II.

Hoofdvraag en deelvragen

Hoofdvraag en deelvragen

Hoofdvraag:
Hoe beleefden gewone burgers de Tweede Wereldoorlog?

Deelvragen:

  • Wanneer noemen we iemand fout of goed in een oorlog?
  • Hoe zag het leven van de meeste mensen eruit in WO II?
  • Welke mensen zaten in het verzet en waarom?
  • Welke mensen werkten samen met de Duitse bezetter en waarom?
  • Welke gebeurtenissen of omstandigheden waren bepalend voor de keuze tussen goed of fout?

Wat ga je leren?

Domein A: Historisch besef
A4 Verandering en continuïteit

  • Je kunt in historische processen de samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven.
  • Je kunt de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven.

A7 Oordelen

  • Je kunt  bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden
    met:
    • het onderscheid tussen feiten en meningen.
    • tijd- en plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen afkomstig van personen uit het verleden en afkomstig van hedendaagse personen, onder wie jij zelf.
    • de rol van waardepatronen in heden en verleden.
    • het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.

Domein B: Oriëntatiekennis

  • Je kunt bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
  • In deze opdracht spelen de volgende kenmerkende aspecten uit
    tijdvak 9 een rol:
    • De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
    • Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.
    • De Duitse bezetting van Nederland.

De volgende (kern)begrippen en namen staan in de begrippenlijst.

(Kern)begrippen:

  • fascisme
  • nationaalsocialisme
  • communisme
  • antisemitisme
  • bezetting
  • propaganda
  • racisme
  • wereldoorlog
  • collaboratie
  • NSB
  • concentratiekampen
  • verzet
  • Kristalnacht
  • Hongerwinter
  • Radio Oranje
  • Holocaust
  • D-day
  • verzetskranten
  • jodenster
  • het Achterhuis

Personen:

  • Hitler
  • Mussert

Wat ga je doen?

Activiteiten

Stap

Activiteit

Wat kan ik al?

Wat weet je nog over het leven in de Tweede Wereldoorlog? Je haalt je voorkennis op.

Stap 1

Je leest de informatie over de Duitse bezetting in Nederland. Ook kijk je video's over dit onderwerp. Aan de hand van de Kennisbank en de video's beantwoord je een aantal vragen.

Stap 2

Met behulp van een bron kun je een ideologisch motief voor de Duitse strijd tegen de Sovjet-Unie illustreren.

Stap 3

Je leest het waargebeurde verhaal van een zevenjarige jongen en bespreekt waarom er niet alleen goed of fout was.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippen die passen bij de opdracht.

Eindproduct

Je maakt de portretten van de drie personen in de Tweede Wereldoorlog.

Video's en bronnen

Hier vind je bronnen die passen bij dit onderwerp.

Examenvragen

Hier vind je bij de opdracht passende examenvragen.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
De studiebelasting voor deze opdracht is ongeveer 5 SLU.

 

Wat kun je al?

Wat weet je nog over het leven van de gewone burgers tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Je kunt je geheugen opfrissen met behulp van het volgende onderdeel uit de Kennisbank onderbouw.

Denk je dat jij nog voldoende kennis hebt? Maak dan eerst de toets. Scoor je een voldoende? Dan hoef je de Kennisbank die hieronder staat niet te lezen. Scoor je onvoldoende? Dan moet je de volgende Kennisbank alsnog bestuderen.

De Duitse bezetting en de jodenvervolging

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer het onderdeel uit de Kennisbank geschiedenis tweede fase.
Maak tijdens het bestuderen aantekeningen.

Duitse bezetting van Nederland

Bekijk daarna de video's  die passen bij dit onderwerp. Maak tijdens het kijken eventueel aantekeningen.

Beantwoord na het kijken de Kennisbankvragen.

Stap 2: Duitse soldaat

Stap 3: Hollandse jongen

Lees het waargebeurde verhaal van een Hollandse jongen op zoek naar voedsel.

Wim is in de herfst van 1944 zeven jaar oud. Samen met zijn ouders en zusje, die nog maar een baby is, woont hij in Haarlem. Daar zijn ze komen wonen nadat ze Amsterdam in de oorlog moesten verlaten.
Het is koud. Een gure herfst en er is geen voedsel.
Op zoek naar eten vertrekken ze naar het oosten van Nederland. In Enschede woont familie en via via hebben ze gehoord dat daar nog voedsel is.

Lopend gaan ze op weg. De vader van Wim verkleed zich tijdens de tocht als oude man. Hij is opgeroepen om te gaan werken in Duitsland en wil dit koste wat kost voorkomen. Met een verouderd uiterlijk, een vals persoonsbewijs en een kinderwagen waarin de baby en de hoognodige spullen liggen, beginnen ze aan hun tocht.
Ze komen door Amsterdam, waar Wims moeder op een markt probeert een aardappel te kopen. Maar de 75 gulden die voor de ene aardappel wordt gevraagd, is een te groot bedrag voor het jonge gezin.
Onderweg bellen ze aan bij huizen en boerderijen en vragen om voedsel. Heel regelmatig krijgen ze niets en worden ze boos weggestuurd, soms krijgen ze een homp brood of wat melk vers van een koe. De vette melk ligt zwaar op hun lege maag, maar ze zijn dankbaar. Om toch voldoende voedsel binnen te krijgen vangen ze ratten en eten ze bollen en knollen die ze opgraven in velden.

Als ze op 28 oktober 1944 Deventer bereiken lopen ze over de brug. Precies op dat moment klinkt het luchtalarm en wordt de brug gebombardeerd door de Engelsen. De brug over de IJssel is een belangrijke schakel tussen Duitsland en West-Nederland.
Wims ouders en zusje zijn al over de brug en kunnen zichzelf in veiligheid brengen. Wim treuzelt, speelt, let niet goed op en loopt nog midden op de brug. Dan wordt hij ineens door een Duitse soldaat gegrepen en van de brug gesleurd. De Duitser gooit hem in een greppel en gaat bovenop Wim liggen. Zijn lichaam als schild tegen de aanval van de Engelsen. Beide overleven de bommenregen.

 

Ga in gesprek met een klasgenoot. Bespreek de verschillende visies van de personages in dit verhaal.
Hoe zou Wim deze gebeurtenis ervaren hebben?
Wat is de reden dat Wims vader ervoor kiest om de reis vermomd te doen? Wat zou jij doen in zijn situatie?​

De Duitse soldaat kiest ervoor om zijn leven te wagen voor een onbekend zevenjarig jongetje. Wat zegt dit over deze soldaat? Deze soldaat is een goed voorbeeld van het grijze gebied, waar na de oorlog niet over gesproken werd. Waarom is dat zo?

Afsluiting

Begrippenlijst

Fascisme
Autoritaire politieke beweging die de democratie verwerpt en een totalitaire staat nastreeft. Deze beweging was aan de macht in Italië van 1922 tot 1943 onder leiding van Benito Mussolini.

Nationaalsocialisme
Het nationaalsocialisme wordt ook wel nazisme genoemd. Het is een ideologie die na de Eerste Wereldoorlog ontstond in Duitsland en die raakvlakken heeft met het fascisme. Het draait om een sterke leider en het eigen volk gaat boven alles.
Communisme
Politieke stroming die is bedacht door Karl Marx
(1818 - 1883). Men streeft in een communistisch land naar een situatie waarin de productie- en consumptiemiddelen gemeenschappelijk eigendom zijn. De productie wordt door de staat geleid. Dit zou een eind maken aan armoede en ongelijkheid.
Antisemitisme
Haat tegen joden. De term antisemitisme is aan het einde van de 19e eeuw ontstaan toen de rassenleer opkwam en joden als ras beschouwd gingen worden. Deze rassenleer en het antisemitisme speelden een grote rol in de nazi-ideologie.
Bezetting
Men spreekt van bezetting als het grondgebied van een land geheel of gedeeltelijk wordt bestuurd door een ander land. Dit gebeurt meestal in een oorlog. Het leidt vaak tot annexatie: het bezette land wordt officieel toegevoegd aan het land van de bezetter.
Propaganda
Propaganda is een vorm van communicatie waarbij door een partij wordt geprobeerd aanhangers voor het gedachtegoed te winnen door het beïnvloeden van de publieke opinie. Dit wordt gedaan door het bewust verspreiden van eenzijdige en/of verzonnen informatie.
Racisme
Racisme is het idee dat "rassen" gerangschikt kunnen worden als superieur en inferieur ten opzichte van elkaar. Uit die opvatting komt vaak rassenhaat voort.
Wereldoorlog
Een oorlog waar een groot aantal landen ter wereld bij betrokken is.

Collaboreren
Samenwerken met de vijand.

Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)
Deze beweging (een stichting) werd in Nederland opgericht in 1931. De NSB was tegen de parlementaire democratie en voor autoritair bestuur. De leider was Anton Mussert. Antisemitisme werd later onder invloed van Hitler's NSDAP een onderdeel van het programma.

Concentratiekamp
Afgesloten kamp om politieke tegenstanders of andere ongewenste mensen op grond van etnische (ras), religieuze of sociale kenmerken te isoleren en geestelijk of lichamelijk te martelen.

Verzet
In alle door Duitsland bezette landen pleegde men verzet tegen de bezetters. Men drukte en verspreidde verzetskranten, hielp joden bij het onderduiken en hielp neergestorte geallieerde piloten. Soms kwam men zelfs gewapend in opstand. Het verzet wordt ook wel "de ondergrondse" genoemd.
Kristallnacht
Door de Duitsers georganiseerde razzia in de nacht van 9 op 10 november 1938. De razzia was gericht tegen de joodse bevolking. Overal werden synagogen vernield en joodse winkels in brand gestoken. Ook scholen, ziekenhuizen en huizen werden gesloopt.

Hongerwinter
In Nederland was in de winter van 1944-1945 een grote schaarste aan voedsel en brandstof. Deze laatste winter van de oorlog wordt daarom de hongerwinter genoemd.

Radio Oranje
Radio Oranje was een radioprogramma van de Nederlandse regering in ballingschap in Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Men noemde het wel "de stem van strijdend Nederland". Koningin Wilhelmina sprak 34 keer via de zender om het Nederlandse volk moed in te spreken.
Holocaust
Term voor de definitieve verwijdering door de Nazi's van joden uit de bezette gebieden en hun systematische uitroeiing door middel van genocide (volkerenmoord). Op 31 juli 1941 gaf Hermann Göring (militair leider en vooraanstaand lid van de NSDAP) in naam van Hitler bevel tot de Endlösung (eindoplossing: uitroeiing van de joden), in vrij onduidelijke termen. Andere woorden voor Endlösung zijn Holocaust of Shoa.

D-Day
De landing van geallieerde troepen op de stranden in Normandië op 6 juni 1944. Hiermee begon de bevrijding van het Europese vasteland.

Verzetskranten
De Duitsers controleerden vanaf mei 1940 wat er in de Nederlandse kranten werd geschreven. Verzetskranten brachten het nieuws dat niet door de Duitsers gecontroleerd of niet toegestaan was. Het was heel gevaarlijk om deze illegale verzetskranten te maken. Je kon er de doodstraf voor krijgen.
Jodenster
Vanaf 3 mei 1942 moesten alle joden in Nederland een gele katoenen davidster op hun kleding dragen. In het midden van de ster stond het woord "Jood". Joden waren zo direct herkenbaar en werden ermee "geïsoleerd" van de rest van de bevolking. Niet lang daarna begonnen de deportaties van joden naar de concentratiekampen.
Het Achterhuis
Vanaf 6 juli 1942 zat de joodse Anne Frank met haar familie ondergedoken in het Achterhuis, een huis achter het bedrijf van de vader van Anne aan de Prinsengracht in Amsterdam. Anne Frank schreef hier haar beroemde dagboek. Op 4 augustus 1944 werden de onderduikers, na verraden te zijn, weggevoerd naar concentratiekampen. Alleen de vader van Anne Frank, Otto Frank, keerde na de oorlog terug.
Hitler
Adolf Hitler (20 april 1989 - zelfmoord 30 april 1945) was een Duits politicus en de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Hitler veranderde Duitsland vanaf 1933 in een totalitaire staat met hemzelf als absolute dictator. Tegenstanders en de mensen die hij als "Untermenschen" beschouwde, zoals de joden, werden systematisch vermoord.
Mussert
Anton Mussert (11 mei 1894 - 7 mei 1946) was de oprichter van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) in Nederland. Hij leidde de NSB voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door zijn aanhangers en de bezetters werd hij van 1942 tot mei 1945 gezien als de "Leider van het Nederlandse Volk". Na de bevrijding werd hij ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.

Eindproduct: Portretten

Bronnen en deelvragen
Onder de knop 'Video's en bronnen' vind je een groot aantal links naar websites en video's met informatie over dit onderwerp. Bekijk een aantal van deze websites en video's.

Volgens auteur Chris van der Heijden waren de meeste Nederlanders niet pro-Duits, maar ook geen verzetshelden. Onder de knop 'Video's en bronnen' vind je een link naar een recensie van zijn boek 'Grijs verleden'.

Werk samen met een klasgenoot.
Gebruik de bronnen om antwoorden op de deelvragen en de hoofdvraag te geven.

Eindproduct

Werk in een groepje van drie.
Jullie gaan van drie personen in WOII een portret maken:

  • Iemand die actief was in het verzet.
  • Iemand die lid was van de NSB of aan de kant stond van de Duitse bezetter.
  • Iemand die zich zo onzichtbaar mogelijk maakte om de oorlog door te komen.

Verdeel de drie personen. Ieder maakt een portret van één persoon.
Van die persoon maak je een levensbeschrijving. Je schetst de levensomstandigheden, de werksituatie en achtergronden van iedere persoon, zodat het begrijpelijk is waarom hij of zij een keuze maakte voor goed, fout of onzichtbaar.

Lees elkaars beschrijvingen.
Ga na of de portretten voldoen aan de beoordelingscriteria. Pas de beschrijvingen eventueel nog iets aan.

Tevreden?
Laat de beschrijvingen beoordelen door jullie docent.

Beoordelingscriteria

  • Je kunt onderscheid maken tussen het zwart-wit beeld van WO II en het ‘grijze’ beeld van WO II.
  • Je kunt uitleggen waarom mensen in extreme omstandigheden bepaalde keuzes maken.
  • Je kunt uitleggen in hoeverre meningen over WO II bepaald worden door plaats- en tijdgebonden interpretaties van het verleden.
  • Je kunt uitleggen in hoeverre er keuzevrijheid was tussen goed en fout voor de gewone burger.
  • Je kunt uitleggen welke gebeurtenissen in WO II het moeilijk maakten om een gewoon leven te leiden.

Weging

  • 40 % mate van volledigheid.
  • 40 % beheersing van de vaardigheid.
  • 20 % uitvoering van je eindproduct.

 

Portret maken

Een portret van een persoon is een goede manier om allerlei informatie over die persoon in beeld te brengen. Dit kan in de vorm van een schilderij, een foto of een beeld van klei of ander materiaal. Portretten zijn vaak simpele afbeeldingen van iemands gezicht, zonder dat daar veel creativiteit aan te pas komt.

 

Video's en bronnen

Op internet zijn er veel geschiedenisvideo's te vinden.
De volgende video's van Joost van Oort gaan over de De Tweede Wereldoorlog.

Video: De Tweede Wereldoorlog


Video: Genocide


Video: De Duitse bezetting

Klik op de onderstaande bronnen voor meer informatie.



Beeldmateriaal

 

 

Examenvragen

Op deze pagina vind je een of meerdere examenvragen.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van wat je al eerder geleerd hebt.
Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw.
Nadat je de vragen beantwoord hebt, kun je de vraag zelf nakijken en je score aangeven.

Lees eerst de tips.

Tips


Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Je kunt in ExamenKracht ook meer vragen zoeken om te oefenen.

 

HAVO 2017-TV1

2017-TV1 Vraag 18

HAVO 2018-TV1

2018-TV1 Vraag 20

HAVO 2018-TV2

2018-TV2 Vraag 20

HAVO 2021-TV1

2021-TV1 Vraag 17

HAVO 2021-TV2

2021-TV2 Vraag 19

HAVO 2021-TV3

2021-TV3 Vraag 22

Terugkijken

Intro + probleemstelling

  • Lees de probleemstelling van deze opdracht nog eens door.
    Past de probleemstelling goed bij de opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Zorg dat je de kenmerkende aspecten kan noemen.
  • Kun je de genoemde begrippen omschrijven.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een studiebelasting van ongeveer 5 SLU.
    Klopte dat een beetje?
  • Inhoud
    In deze opdracht heb je een klein inkijkje gehad in het dagelijks leven in oorlogstijd. De meeste leeftijdsgenoten hebben gelukkig nog nooit in zo'n nare tijd geleefd. Maar misschien heb je wel klasgenoten die uit een oorlogsgebied zijn gevlucht. Als het niet belastend voor ze is, zouden zij misschien kunnen vertellen hoe ze dit hebben ervaren. 
  • Eindopdracht
    Ben je tevreden over de beschrijvingen die jullie hebben gemaakt?
  • Afsluiting
    Heb je de examenvragen gemaakt?
    Was je goed voorbereid op deze vragen?
  • Het arrangement 09.5 Gewone burgers in WO II h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-04-21 11:36:31
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    De opdracht 'Gewone burgers in de Tweede Wereldoorlog' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO in opdracht van Stichting VO-content.

    Fair Use
    In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
    Meer informatie: Fair use

    Vragen
    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de
    helpdesk van VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo, leerjaar 4 en 5. Dit is tijdvak 9 met het onderwerp: Na de gevechten in mei 1940 bezette een klein deel van het Duitse leger Nederland. Het civiele bestuur onder leiding van Seyss Inquart moest het Nederlandse volk winnen voor het nationaalsocialisme (onder andere d.m.v. propaganda), maar de meeste Nederlanders waren hier niet enthousiast over. Anti-Joodse maatregelen en beperkingen namen toe. Het georganiseerde openbare leven kwam onder controle van nationaalsocialisten, terwijl politieke partijen werden verboden. Het verzet tegen de Duitsers nam verschillende vormen aan, variërend van gewelddadig tot passief verzet. Miljoenen Nederlandse mannen werden gedwongen tewerkgesteld in Duitse werkkampen onder slechte omstandigheden. De Joodse bevolking werd zwaar onderdrukt en gedeporteerd naar vernietigingskampen. Het zuidelijk deel van Nederland werd in 1944 bevrijd, maar de rest van het land ervoer zware ontberingen, zoals hongersnood. Het gewelddadige verzet nam toe, maar werd met harde represailles beantwoord. Uiteindelijk werd Nederland op 5 mei 1945 volledig bevrijd. Tijdens de bezetting probeerden mensen zo 'normaal' mogelijk door de dag te komen maar dat lukte steeds minder goed naar mate de oorlog voortduurde. Voor Joden was het dagelijks leven nog vervaarlijker en onderduiken was noodzakelijk om te voorkomen te worden afgevoerd naar een werk-, concentratie- of vernietigingskamp. Maar er waren ook mensen die juist aan de kant van Duitsland vochten. Het materiaal bespreekt twee voorbeelden van het dagelijks leven van een Duitse soldaat en van een Nederlandse jongen. Begrippen die verder in deze les aan bod komen zijn: Fascisme, communisme, antisemitisme, racisme, Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), Kristallnacht, hongerwinter, Radio Oranje, Holocaust, D-Day, Jodenster, Het Achterhuis, Hilter en Mussert.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    5 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, collaboratie, dwangarbeid, geschiedenis, gewone burgers in wo ll, hongerwinter, hv45, jodenvervolging, stercollectie, verzet