Christendom
Het christendom speelde vanaf de Middeleeuwen een dominante rol in de geschiedenis van Europa. Het christendom begon als een kleine Joodse sekte, maar groeide later uit tot de Romeinse staatsgodsdienst.
Na de val van het Romeinse Rijk, in 476 na Chr., veranderde de Kerkelijke hiërarchie in Europa niet. De belangrijkste machthebbers na de Romeinen, de Franken, waren ook christenen. De Franken dwongen andere volken om zich tot het christendom te bekeren.
Islam
Net als het christendom groeide de islam van een kleine groep gelovigen rond de profeet Mohammed uit tot een godsdienst die zich in het Midden-Oosten snel uitbreidde.
Wereldreligies
Al eeuwenlang zijn de islam en het christendom wereldreligies. Beide godsdiensten zijn de twee religies met de meeste aanhangers. Overal ter wereld wonen christenen en moslims.
Probleemstelling
Vergelijking christendom en islam
Hoewel ze begonnen met een kleine groep mensen, zijn het christendom en de islam uitgegroeid tot wereldgodsdiensten.
In deze opdracht onderzoek je waarom juist deze twee religies zo succesvol waren (en nog steeds zijn). Daarvoor maak je een vergelijking tussen beide wereldreligies. Je bestudeert of er overeenkomsten en verschillen zijn in de manier waarop de religies zich ontwikkelden.
Bij zo’n vergelijking zullen jouw eigen levensbeschouwing en kijk op de wereld een rol spelen. Als je gelovig bent opgevoed zul je dit onderzoek anders ‘beleven’ dan iemand die geen binding heeft met deze godsdiensten.
Je maakt in deze opdracht een posterpresentatie. In de presentatie maak je in een schema een vergelijking tussen de verspreiding van het christendom en de verspreiding van de islam in de Middeleeuwen.
Hoofdvraag en deelvragen
Hoofdvraag en deelvragen
Hoofdvraag:
Is de manier waarop het christendom en de islam zich in de Middeleeuwen hebben verspreid, vergelijkbaar?
Deelvragen:
Hoe is het christendom ontstaan en voor welke mensen was het christendom een aantrekkelijke godsdienst?
Hoe kon het christendom uitgroeien tot Romeinse staatsgodsdienst?
Op welke manier kon de christelijke kerk een dominante positie innemen tijdens de Middeleeuwen?
Hoe is de islam ontstaan?
Waarom sloegen de ideeën van de profeet Mohammed aan bij de volkeren in het Midden-Oosten?
Op welke manier werd de islam een dominante godsdienst?
Welke overeenkomsten en verschillen zijn er in de manier waarop beide religies zich verspreidden?
Wat ga je leren?
Domein A: Historisch besef
Kun je bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het onderscheid tussen feiten en meningen en de tijd- en plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen afkomstig van personen uit het verleden en afkomstig van hedendaagse personen, onder wie jij zelf.
Kun je de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven.
Domein B: Oriëntatiekennis
Kun je bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
In deze opdracht speelt het volgende kenmerkende aspect uit tijdvak 2 een rol:
Ontwikkeling van het christendom als de eerste monotheïstische godsdienst.
In deze opdracht spelen de volgende kenmerkende aspecten uit tijdvak 3 een rol:
De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
Onderstaande kernbegrippen: worden toegelicht in de begrippenlijst.
jodendom
christendom
imperium
monotheïsme
islam
Wat ga je doen?
Activiteiten
Stap
Activiteit
Wat kan ik al?
Wat weet je nog over (de verspreiding van) het christendom en de islam? Je haalt je voorkennis op.
Stap 1
Je leest de informatie over de verspreiding van het christendom, de eerste monotheïstische godsdiensten en het ontstaan van de islam. Ook kijk je een video over dit onderwerp. Aan de hand van de Kennisbanken en de video beantwoord je een aantal vragen.
Stap 2
Je beredeneert waarom het verplicht stellen van offers aan Romeinse goden door een Romeinse keizer gezien kan worden als een groei van het christendom.
Stap 3
Bisschop Willibrordus (650-739) is een bekende missionaris die heidenen probeerde te bekeren tot het christendom. Je kijkt een video over zijn leven en beantwoord een vraag aan de hand van een primaire bron.
Stap 4
Je beredeneert hoe bepaalde gebeurtenissen hebben bijgedragen aan het ontstaan van verspreiding van de islam.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippen die passen bij de opdracht.
Eindproduct
Maken van een posterpresentatie waarin twee wereldreligies worden vergeleken.
Video's en bronnen
Hier vind je bronnen die passen bij deze opdracht.
Examenvragen
Hier vind je bij de opdracht passende examenvragen.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
De studiebelasting voor deze opdracht is 4 à 5 SLU.
Wat kun je al?
Wat weet je nog over de ontwikkeling van wereldreligies?
Je kunt je geheugen opfrissen met behulp van de volgende onderdelen uit de Kennisbank onderbouw.
Denk je dat jij nog voldoende kennis hebt? Maak dan eerst de toets.
Scoor je een voldoende? Dan hoef je de Kennisbanken niet te lezen.
Scoor je onvoldoende? Dan moet je de volgende Kennisbanken alsnog bestuderen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bisschop Willibrordus (650-739) is een bekende missionaris die heidenen probeerde te bekeren tot het christendom.
Bekijk de informatie over zijn leven in de volgende video. Je kunt de informatie gebruiken om de vraag onder de video te beantwoordenl
Stap 4: Verspreiding Islam
Afsluiting
Begrippenlijst
Jodendom
Religie van het Joodse volk.
Christendom
Religie die is gebaseerd op het evangelie en leven van Jezus Christus zoals het beschreven is in de bijbel in het Nieuwe Testament.
Imperium
Een groot en machtig rijk, bijvoorbeeld het Romeinse Rijk.
Monotheïsme
Religie waarbij men gelooft in één god. Het jodendom, christendom en de islam zijn monotheïstische godsdiensten.
Islam
De religie van de moslims. De moslims geloven in één god: "Allah", wat "de Almachtige" betekent.
Eindproduct: Schema
Als eindproduct maak je een presentatie van schema's waarin je de geschiedenis van beide religies overzichtelijk indeelt met steekwoorden en korte zinnen.
Je kunt de schema's als volgt vormgeven:
Fase 1: Ontstaan
Christendom
Islam
Oorsprong
Joodse sekte
Kleine groep rond profeet Mohammed
Kenmerken
Monotheïstisch
Verlosser Jezus Christus
Monotheïstisch
Profeet Mohammed
Verhouding tot autoriteiten
...
...
Etc.
Fase 2: Succesvolle religie met groeiende aanhang
Christendom
Islam
Oorzaken succes
Fase 3: Dominantie godsdienst
Christendom
Islam
Vormen van macht
Bronnen
Bestudeer deze bronnen.
Maak aantekeningen tijdens het doornemen van de bronnen.
Eindproduct
Je geeft antwoord op de vraag: "Is de manier waarop het christendom en de islam zich in de Middeleeuwen hebben verspreid, vergelijkbaar?"
Je maakt in deze opdracht een posterpresentatie, waarin je in de vorm van een schema een vergelijking maakt tussen de verspreiding van het christendom en de verspreiding van de islam in de Middeleeuwen.
Beoordeling
Je product wordt positief beoordeeld als:
Je in jouw schema een duidelijk overzicht geeft van de manier waarop het christendom en de islam zich in de loop van de tijd hebben verspreid.
Je in jouw schema aandacht besteedt aan verschillen en overeenkomsten in de manier waarop beide religies zich ontwikkelden.
Je in je presentatie aangeeft hoe jouw interpretatie van de ontwikkeling van christendom en islam wordt beïnvloed door jouw eigen tijd- en plaatsgebondenheid (opvoeding, levensbeschouwing etc.).
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
Video's en bronnen
Op internet zijn er veel geschiedenisvideo's te vinden.
De volgende video's van Joost van Oort passen bij deze opdracht.
Op deze pagina vind je een of meerdere examenvragen.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van wat je al eerder geleerd hebt.
Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw.
Nadat je de vragen beantwoord hebt, kun je de vraag zelf nakijken en je score aangeven.
Lees de introductie en probleemstelling van deze opdracht nog eens door.
Past de probleemstelling goed bij de opdracht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Zorg dat je de kenmerkende aspecten kunt noemen.
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond een studiebelasting van 4 à 5 SLU.
Ben je die tijd met de opdracht bezig geweest?
Inhoud
In deze opdracht heb je onder andere geleerd dat de veel religies dezelfde oorsprong hebben en dus misschien wel helemaal niet zo erg van elkaar verschillen. Heeft dit jouw visie op bepaalde religies veranderd?
Eindopdracht
Ben je tevreden over de posterpresentatie die jullie hebben gemaakt?
Geeft de presentatie antwoord op de hoofdvraag?
Afsluiting
Heb je de examenvragen gemaakt?
Was je goed voorbereid op deze vragen? Waren er elementen die je miste in deze opdracht?
Het arrangement 03.1 Wereldreligies h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
De opdracht 'Wereldreligies' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO in opdracht van Stichting VO-content.
Fair Use
In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
Meer informatie: Fair use
Vragen
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk van VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo, leerjaar 4 en 5. Dit is tijdvak 3 met het onderwerp: Wereldreligies.
De verspreiding van het christendom in de Middeleeuwen begon met de opkomst van het christendom als een kleine sekte tijdens het Romeinse Rijk. Dit was begonnen door Jezus van Nazareth en het groeide uit tot religie nadat hij ter dood werd veroordeeld. Initieel werd de religie tegengewerkt maar uiteindelijk vaardigde keizer Constantijn in 313 de Grote het Edict van Milaan uit, waarmee hij godsdienstvrijheid voor de christenen waarborgde. Het christendom werd gelijkgesteld aan de oude Romeinse religie, en de christenen kregen dezelfde rechten. In 394 riep keizer Theodosius het christendom uit tot staatsgodsdienst. Het christendom verspreidde zich gestaag in Oost-Europa, en Theodosius onderdrukte heidendom en ketterijen. Clovis, koning van de Franken, bekeerde zich in 496 tot het christendom en legde de basis voor de verspreiding van het christendom in West-Europa. Karel Martel, hofmeier van het Merovingische hof, moedigde de verspreiding van het christendom aan en versloeg Arabische legers. Karel de Grote, koning van de Franken, werd in 800 door de paus tot keizer gekroond en zette het werk voort. Kloosters speelden een belangrijke rol bij de verspreiding van het christendom en de regel van Benedictus was populair. Missionarissen zoals Willibrord en Bonifatius speelden een cruciale rol bij de kerstening van Nederland. Paus Gregorius I was een pleitbezorger voor het missiewerk en ondersteunde de verspreiding van het christendom.
De Ka'aba is het centrale heiligdom van de islam en werd al voor het ontstaan van de religie aanbeden. Mekka was een vreedzame en tolerante handelsstad waar de religie geweld verbood. Mohammed, de grondlegger van de islam, groeide op in Mekka en kwam daar in aanraking met verschillende godsdiensten. Hij kreeg een visioen waarin hij werd aangewezen als boodschapper van God. Mohammed verspreidde Gods boodschap en schreef deze op in de Koran. Hij probeerde ook sociale en politieke problemen op te lossen door de oprichting van de Oemma, de wereldwijde gemeenschap van moslims. Na Mohammed's dood ontstond er een machtsstrijd tussen de kaliefen, wat leidde tot de scheiding tussen soennieten en sjiieten. Het islamitische rijk breidde zich snel uit onder leiders zoals Aboe Bakr, Omar ibn al-Khattab en Uthman ibn Affan.
Het materiaal bespreekt verder nog Gaius Decius en Willibrordus.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
De tijd van monniken en ridders (500 - 1000);
Geschiedenis;
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo, leerjaar 4 en 5. Dit is tijdvak 3 met het onderwerp: Wereldreligies.
De verspreiding van het christendom in de Middeleeuwen begon met de opkomst van het christendom als een kleine sekte tijdens het Romeinse Rijk. Dit was begonnen door Jezus van Nazareth en het groeide uit tot religie nadat hij ter dood werd veroordeeld. Initieel werd de religie tegengewerkt maar uiteindelijk vaardigde keizer Constantijn in 313 de Grote het Edict van Milaan uit, waarmee hij godsdienstvrijheid voor de christenen waarborgde. Het christendom werd gelijkgesteld aan de oude Romeinse religie, en de christenen kregen dezelfde rechten. In 394 riep keizer Theodosius het christendom uit tot staatsgodsdienst. Het christendom verspreidde zich gestaag in Oost-Europa, en Theodosius onderdrukte heidendom en ketterijen. Clovis, koning van de Franken, bekeerde zich in 496 tot het christendom en legde de basis voor de verspreiding van het christendom in West-Europa. Karel Martel, hofmeier van het Merovingische hof, moedigde de verspreiding van het christendom aan en versloeg Arabische legers. Karel de Grote, koning van de Franken, werd in 800 door de paus tot keizer gekroond en zette het werk voort. Kloosters speelden een belangrijke rol bij de verspreiding van het christendom en de regel van Benedictus was populair. Missionarissen zoals Willibrord en Bonifatius speelden een cruciale rol bij de kerstening van Nederland. Paus Gregorius I was een pleitbezorger voor het missiewerk en ondersteunde de verspreiding van het christendom.
De Ka'aba is het centrale heiligdom van de islam en werd al voor het ontstaan van de religie aanbeden. Mekka was een vreedzame en tolerante handelsstad waar de religie geweld verbood. Mohammed, de grondlegger van de islam, groeide op in Mekka en kwam daar in aanraking met verschillende godsdiensten. Hij kreeg een visioen waarin hij werd aangewezen als boodschapper van God. Mohammed verspreidde Gods boodschap en schreef deze op in de Koran. Hij probeerde ook sociale en politieke problemen op te lossen door de oprichting van de Oemma, de wereldwijde gemeenschap van moslims. Na Mohammed's dood ontstond er een machtsstrijd tussen de kaliefen, wat leidde tot de scheiding tussen soennieten en sjiieten. Het islamitische rijk breidde zich snel uit onder leiders zoals Aboe Bakr, Omar ibn al-Khattab en Uthman ibn Affan.
Het materiaal bespreekt verder nog Gaius Decius en Willibrordus.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Ontwikkeling wereldreligies
Wereldreligies
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.