Kun je bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het onderscheid tussen feiten en meningen en de tijd- en plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen afkomstig van personen uit het verleden en afkomstig van hedendaagse personen, onder wie jij zelf.
Kun je de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven.
Domein B: Oriëntatiekennis
Kun je bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
In deze opdracht speelt het volgende kenmerkende aspect uit tijdvak 2 een rol:
Ontwikkeling van het christendom als de eerste monotheïstische godsdienst.
In deze opdracht spelen de volgende kenmerkende aspecten uit tijdvak 3 een rol:
De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
Onderstaande kernbegrippen: worden toegelicht in de begrippenlijst.