Doelen-Concepten

Na deze module
Ken je:
- de werking van mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen
- de functie van de hypofyse
- de functie is van FSH, LH, progesteron en oestrogeen
- verschillende relatievormen
- verschillende vormen van anticonceptie/voorbehoedsmiddelen
- verschillende SOA’s
- de plaats/persoon waar je terecht kunt bij seksueel geweld.
Kun je:
- beschikbare informatie in Binas/Biodata gebruiken
- het verloop van de menstruatiecyclus beschrijven voor en na bevruchting
- aangeven wanneer een vrouw (on)vruchtbaar is
- beschrijven wat er tijdens geslachtsgemeenschap gebeurt
- uitleggen hoe je soa’s kunt voorkomen
- uitleggen hoe je zwanger kunt worden en kunt voorkomen.
Deelconcepten
Geslachtscellen, eicel, zaadcel, bevruchting, seksualiteit, biseksueel, homoseksueel, heteroseksueel, voorbehoedmiddelen, anticonceptie, orgasme, seksueel overdraagbare aandoeningen, voortplantingsorganen, geslachtshormonen, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, testosteron.
Kennisbank
Verwerking
Stap1

Het gereedschap van mannen en vrouwen
Tussen jongens en meisjes, mannen en vrouwen, zijn veel verschillen.
De mannelijke geslachtsklieren zijn de teelballen, zaadballen, testikels of testes (enkelvoud testis).
De penis of het lid is het mannelijk geslachtsorgaan, dat gebruikt wordt om urine te lozen en voor seksualiteit, waaronder geslachtsgemeenschap. De eierstokken of ovaria (enkelvoud ovarium) zijn de vrouwelijke geslachtsklieren. De vagina of schede is het inwendige deel van het geslachtsorgaan dat de baarmoeder met de buitenkant van het lichaam verbindt.
Bestudeer de theorie in de Kennisbank:
KB: Geslachtsorganen
Opdracht 1 Geslachtsorganen
In Binas/Biodata is veel informatie te vinden over de bouw van geslachtsorganen van mannen en vrouwen. Zoek in Binas/Biodata de relevante figuren en noteer de titels, nummers en/of bladzijden.
Maak een tabel van de onderdelen van mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen en de bijbehorende functies.
Opdracht 3 Zoogdieren
De mens behoort tot de zoogdieren. Zoogdieren hebben veel overeenkomsten in hun bouw.
Download het werkblad ‘ Geslachtsorganen van een paard en hond ’ en benoem de geslachtsorganen van een hengst, merrie, reu en teefje.
Opdracht 4 Geslachtscellen
De mannelijke geslachtscellen (zaadcellen) verschillen van de vrouwelijke geslachtscellen (eicellen), maar er bestaan ook overeenkomsten.
Maak een schema met eventueel afbeeldingen waarin je de geslachtscellen vergelijkt. Vergelijk in ieder geval:
- de grootte;
- de manier van voortbewegen;
- de hoeveelheid voedingsstoffen;
- waar en wanneer de productie plaatsvindt;
- wanneer een geslachtscel vrijkomt;
- waar een geslachtscel vrijkomt;
- welke hormonen invloed hebben op de productie;
- aantal chromosomen.
Gebruik hiervoor de onderstaande bronnen.
Bronnen:
KB: Geslachtsorganen
Video: Productie zaadcellen
Video: Ovulatie
Video: Erfelijkheid
Stap2

Zeker weer last van je hormonen?
Herkenbaar?
Opdracht 1 Hormonen
Bestudeer de theorie uit de Kennisbank:
KB: De hormonale regeling van de voortplanting
De mannelijke geslachtshormonen zorgen voor de aanleg van de primaire geslachtskenmerken tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder.
De geslachtshormonen zorgen ook voor de secundaire geslachtskenmerken in de puberteit en de aanmaak van sperma.
Werking LH en FSH
In de hypofyse worden twee geslachtshormonen gemaakt, namelijk het follikel stimulerend hormoon (FSH) en het luteïniserend hormoon (LH).
FSH stimuleert de aanmaak van zaadcellen in de teelbal.
LH zorgt ervoor dat cellen in de teelbal het mannelijk geslachtshormoon testosteron gaan maken. Testosteron kan op zijn beurt de aanmaak van FSH en LH remmen. Testosteron gaat dus (via de remming van FSH en LH) zijn eigen vorming tegen. Dit noem je een negatieve terugkoppeling.
Ook bij vrouwen wordt de productie van de geslachtshormonen beïnvloed door FSH en LH.
FSH en LH hebben beiden invloed op de menstruatiecyclus.
Samen met de follikels en de gele lichamen zorgen FSH en LH voor de opbouw en afbraak van het baarmoederslijmvlies en voor de ovulatie. Een ingewikkeld proces dat zich steeds herhaalt.
Tenzij de vrouw zanger wordt …
Opdracht 2 Menstruatiecyclus
Bekijk het volgende videofragment:
Video: Ovulatie
Video: De menstruatiecyclus
En bestudeer de menstruatiecyclus: www.bioplek.org
FSH stimuleert de rijping van follikels in de eierstok.
LH beïnvloedt de verdere rijping van de follikels en de ovulatie.
Daarna houdt LH de rest van het follikel (het gele lichaam) enige tijd in stand. |
De eierstokken zelf maken twee andere hormonen:
- Oestrogeen: dit hormoon zorgt voor de secundaire geslachtskenmerken.
Oestrogeen zorgt voor de ontwikkeling van het baarmoederslijmvlies.
Oestrogeen stimuleert de hypofyse tot een verhoogde afgifte van FSH en LH.
Een positieve terugkoppeling dus!
- Progesteron: dit hormoon wordt na de eisprong door het geel lichaam aangemaakt.
Het zorgt voor de verdere ontwikkeling van het baarmoederslijmvlies en de baarmoederspieren.
- Een dertigjarige vrouw moet door een operatie baarmoeder, eileiders en eierstokken missen.
Welk hormoon of welke hormonen worden nog geproduceerd door deze vrouw?
- Neem de onderstaande tabel over en vul het juiste begrip in bij de omschrijving.
Kies uit:
negatieve terugkoppeling - LH - oestrogeen - FSH - progesteron - gele lichaam
... |
Hormoon dat in de hypofyse wordt geproduceerd en zorgt voor de rijping van de eicel in de follikel. |
... |
Hormoon dat in de hypofyse wordt geproduceerd en de eisprong veroorzaakt. |
... |
Vrouwelijke hormonen die de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken stimuleren. |
... |
Hormoon dat de groei van het baarmoederslijmvlies stimuleerd. |
... |
Blijft over na de ovulatie en gaat vervolgens progesteron produceren. |
... |
Een toename van het effect werkt remmend op de productie van de veroorzaker. |
Opdracht 3 In schema
Download hier de kaartjes. Print en knip ze uit.
Leg deze kaartjes zo voor je neer op een A3, dat je de terugkoppelmechanismen van de geslachtshormonen duidelijk kunt uitleggen aan een medeleerling.
Trek pijlen zodat de terugkoppeling ook zonder jouw uitleg duidelijk is.
Doe dit zowel voor de regeling van de mannelijke als de vrouwelijke geslachtshormonen.
Leg aan een medeleerling jouw schema uit en vergelijk het met zijn/haar schema.
Kijk het schema na met behulp van Binas/Biodata. Vul eventueel de schema’s aan.
Maak een kopie voor elkaar van het meest duidelijke schema.
Noteer meteen de tabellen/figuren die bij dit onderwerp passen.
Toetsen
Antwoorden Verwerking
Stap 2
Opdracht 2 Menstruatiecyclus
- FSH en LH.
-
FSH |
Hormoon dat in de hypofyse wordt geproduceerd en zorgt voor de rijping van de eicel in de follikel. |
LH |
Hormoon dat in de hypofyse wordt geproduceerd en de eisprong veroorzaakt. |
oestrogeen |
Vrouwelijke hormonen die de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken stimuleren. |
progesteron |
Hormoon dat de groei van het baarmoederslijmvlies stimuleerd. |
gele lichaam |
Blijft over na de ovulatie en gaat vervolgens progesteron produceren. |
negatieve terugkoppeling |
Een toename van het effect werkt remmend op de productie van de veroorzaker. |
Stap 3
Wanneer een eicel wordt bevrucht blijft het gele lichaam bestaan.
Het progesteron houdt nu het baarmoederslijmvlies in stand en er vindt geen menstruatie plaats.
Ook blijft het FSH geremd en kan er geen nieuwe follikel gaan rijpen.
Langzaam wordt de productie van progesteron overgenomen door de placenta en verdwijnt het gele lichaam.
Stap 4
Opdracht 1 Vormen van seksualiteit
-
polygaam |
Huwelijk tussen één man en veel vrouwen of tussen één vrouw en veel mannen. |
voorspel |
Vrijen voorafgaand aan de geslachtsgemeenschap. |
maagdenvlies |
Verdikking in de wand van de vagina. |
orgasme |
Seksueel hoogtepunt. |
incest |
Geslachtsgemeenschap tussen naaste familieleden. |
Stap 6
Opdracht 1 Anticonceptie
-
- Om niet zwanger te worden.
- Om geen soa op te lopen.
-
- Als je niet zwanger wilt worden, kun je beter de pil gebruiken dan een condoom.
-
- Tegenhouden van zaadcellen.
Opdracht 2 Werking
-
- De hormonen maken het slijm bij de baarmoedermond dikker, waardoor zaadcellen moeilijker uit de vagina in de baarmoeder kunnen zwemmen.
- De hormonen onderdrukken de maandelijkse eisprong. Omdat er geen eitje vrijkomt, kan er geen bevruchting plaatsvinden.
- De hormonen veranderen de baarmoederwand, waardoor een bevrucht eitje zich niet kan innestelen.
- Wanneer de pil het innestelen van een embryo voorkomt, kan dit door mensen die vinden dat het leven begint bij de bevruchting , worden gezien als een chemische vorm van abortus .
- Deze abortustegenstanders zien het begin van het leven als de innesteling van het embryo in de baarmoederwand. De sterkste werking van de normale pil ligt in het voorkomen van ovulatie, zodat er al helemaal geen rijpe eicel ontstaat, en voorkoming van bevruchting door ondoordringbaar worden van het slijm in de baarmoederhals voor zaadcellen, zodat er zelfs als er een eicel is geen bevruchting optreedt.