Met betrekking tot jouw persoonlijke leerproces:
• Wat heb je geleerd van de verschillende werkvormen?
• Met welk gevoel/welke gedachte heb je deelgenomen aan de activiteiten
• Welke onderwerpen/onderdelen waren nieuw voor je? Waar heb je nieuwe kennis over opgedaan?
• Hoe ben je te werk gegaan? Wat heb je aangepakt en op welke manier?
• Hoe kijk je terug op deze uitdaging? Waar ben je trots op/tevreden over en waar ben je minder tevreden over? Wat ga je volgende keer anders doen?
• Welke conclusie trek jij uit de dingen die je met deze uwerkvormen geleerd hebt?
Met betrekking tot het groepsproces:
• Welke rol heb jij bij de verschillende werkvormen ingenomen?
• Welke andere rollen heb je bij jouw groepsleden gezien?
• Wat heb jij als prettig ervaren in het samenwerken in deze groep?
• Wat zou jij liever anders gezien hebben?
• Wat vind je van defeedback die je van je groepsleden hebt gekregen?
Inleiding
Voor sommige kwetsbare, hulpbehoevende mensen schiet de professionele hulp in de maatschappij
tekort. Hiervan is de doelgroep ouderen het grootst, maar denk ook aan daklozen, werkelozen, mensen
met een handicap en probleemjongeren, die extra begeleiding nodig hebben van vrijwilligers. Zorgen
voor elkaar in de participatiemaatschappij is makkelijk gezegd, maar wie gaan dat doen, en wie
bekostigt dat? Er wordt een steeds groter beroep gedaan op mantelzorgers en vrijwilligers. Fondsen
kunnen financieel bijdragen. Die fondsen zijn vaak vanuit het bedrijfsleven opgericht; bijna iedere
bank heeft bijvoorbeeld wel zo’n fonds. De fondsen zijn bedoeld voor projecten die doelgroepen
samenbrengen en de interactie op gang helpen. Bijvoorbeeld: werkelozen helpen ouderen of
gepensioneerden helpen schooluitval voorkomen. Denk ook aan participatieprojecten die de
deskundigheid van vrijwilligers vergroten. In de participatiesamenleving betekenen mensen wat voor
elkaar, en ieder voelt zich daar prettig bij.
Mensen die om welke reden dan ook tijd hebben, zijn maatschappelijk actief. Zo is iedereen
verantwoordelijk voor een hogere welzijnsgraad in Nederland. Participatieprojecten voor groepen
komen in aanmerking voor een bijdrage uit een fonds. Jij, als toekomstig professionele kracht, kunt
zo’n donatie aanvragen. Dan is het handig als je de juiste weg weet te bewandelen. Deze uitdaging
biedt een oefensituatie daartoe.
Voorwaarden en eisen
• Het participatieproject is met en voor twee doelgroepen en is volgens de methodische cyclus
opgezet.
• De beginsituatie van de gekozen doelgroepen is onderbouwd vanuit de theorie waaruit kennis blijkt
van die doelgroepen.
• Het plan is geconcretiseerd met wie, wat, wanneer, waar en hoeveel geld nodig is en wordt
aangevraagd.
• Het voorstel participatieproject ziet er aantrekkelijk uit met functioneel materiaal, filmpjes en
dergelijke.
• De presentatie wordt op geanimeerde wijze gegeven, waarbij ieder een gelijkwaardig aandeel heeft.
• Na de presentatie worden de doelen van het participatieproject geëvalueerd volgens zelf vooraf
opgestelde criteria in een kort en bondig verslag van één A4’tje.
Je ontwerpt een onderbouwd participatievoorstel om in te dienen bij een fonds. Je
kiest één doelgroep die kwetsbaar is en zorg, hulp of begeleiding nodig heeft en een groep uit de
samenleving die dit kan geven. Samen met je team stel je een plan op dat vernieuwend is. Het blijft
bij een voorstel; het wordt dus niet echt ingediend. Het projectplan hoeft dus niet te worden
uitgevoerd. Het gaat om het plan zelf, dat je presenteert aan een jury. Je maakt een begroting en
je doet een kwaliteitstoetsing. In de deelopdrachten staat precies omschreven wat de bedoeling is.
Een belangrijk doel voor deze uitdaging is het samenbrengen van doelgroepen en het tot stand
brengen van interactie. Bedenk bij voorkeur een project dat nog niet eerder in deze specifieke vorm
is uitgevoerd. Voorbeelden van projecten die al gestart zijn met fondsgelden vind je hierna. De
bedoeling is dat het project bruikbaar is voor meerdere werkvelden. Je zoekt dus de samenwerking en
versterkende krachten tussen verschillende doelgroepen. Denk bijvoorbeeld aan de combinatie van
ouderen en jongeren of mensen met een verstandelijke beperking en kinderen, of asielzoekers en
ouderen, enzovoort. De uitdaging is dat je participatieproject niet alleen vernieuwend is, maar ook
verrassend én haalbaar. De beoordeling gebeurt door een jury, samengesteld door de docent. Je
communiceert met de docent over de inhoud van jullie project. Je onderbouwt vanuit de theorie de
keuzes voor de doelgroepen. Het participatieproject is praktijkgericht en realistisch. Ga uit van
de beroepssituaties waarmee jij te maken hebt in je beroepspraktijk. Waar nodig kun je vragen om
ondersteunende lessen of lesonderdelen. Tot slot evalueer je of de doelen zijn gehaald.
Gezamenlijke leervraag
De betrokkenen bij het project komen gezamenlijk, bijvoorbeeld door onderzoek in een brainstormsessie, tot een aantal uitdagende en/of inspirerend leervragen. De vragen passen bij het thema/onderwerp en zijn authentiek voor beroep, maatschappij en/of opleiding. Aan het einde van het project kan elke student hierop beargumenteerde antwoorden geven of gevraagde producten laten zien. Een kenmerk van de leervragen is dat er vooraf geen eenduidig antwoord is.
Persoonlijke leervraag
Iedere student formuleert, n.a.v. stap 1, één of meer persoonlijke leervragen om tijdens het project aan te werken. Deze leervragen kunnen te maken hebben met zelfbeeld, opleidingsbeeld, beroepsbeeld, beroepsinhoud en hebben een onderzoekend karakter en worden aan het einde van het project door de student beantwoord.
Bronnen en leeractiviteiten
Onderzoeksvragen over participeren en doelgroep
Raadpleeg voor de volgende vragen internet. Vaak zijn er instellingen die goede doelen in de vorm
van participatie financieel willen steunen, met een in het leven geroepen fonds Zo’n fonds kan een
financiële bijdrage geven aan een project, mits aan de voorwaarden is voldaan. Het is aan jullie om
zo’n fonds te vinden en uit te zoeken wat de voorwaarden zijn. Als de donatie daadwerkelijk wordt
toegekend, moet je vervolgstappen kunnen zetten.
• Welke sponsoren/fondsen zijn te vinden op internet die maatschappelijke initiatieven financieel
ondersteunen? Bijvoorbeeld banken. Richt je op fondsen die van toepassing zijn op jouw toekomstige
werkgebied. Noem er minimaal drie.
• Wat is de missie van zo’n fonds? Noem minimaal drie doelstellingen/missies.
• Welke algemene criteria gelden voor het aanvragen van subsidie/donatie uit zo’n fonds? Kies één
fonds waarvan je alle criteria opnoemt.
• Welk fonds, welke sponsor spreekt je aan? Kies er ter inspiratie één en motiveer je keuze met
drie argumenten.
• Welke stappen moet je zetten voor een aanvraag bij dit fonds?
• Op welk moment in de voorbereiding van een project kun je een aanvraag doen bij dit fonds?
• Op welk later moment mag een voorstel nog eens worden ingediend als het eerst is afgewezen?
• Wat betekent ‘sociaal ondernemen’ volgens jou? Beschrijf in je eigen woorden.
• Bekijk de volgende filmpjes met voorbeelden van projecten die zijn ondersteund door fondsen. Wat
is je mening over het succes van de verschillende projecten? Wanneer een link het niet meer doet,
overleg dan met docent voor een ander actueel project.
Voorbeelden van projecten die zijn gestart met fondsgelden:
• https://www.youtube.com/watch?v=fbfaCsSmg2M Winkel Enzo
• https://www.youtube.com/watch?v=gNdqdsHLNKk Repair Café
• https://www.youtube.com/watch?v=8UfiqQjAftYn Gemaakt in Gelderland
• https://www.youtube.com/watch?v=58fVTlIgXus Appeltaartconcerten
• https://www.youtube.com/watch?v=HezL1kXd-gE Dementerenden in contact met jongeren.
Deel producten
Deelproduct 1: Bezint voor je begint
Begin met een brainstormsessie om het participatieproject van alle kanten te bekijken voor de
visievorming. Doe dit met behulp van een mindmap. Werk de mindmap netjes uit en neem deze op in je
projectmap. Maak de keuze voor de doelgroepen en werk hiervoor de beginsituatie uit. Het voorlopige
doel en plan leg je vast. In overleg met de docent wordt het plan geaccordeerd met een GO. Je plant
alvast een datum voor de presentatie. Maak voor het participatieproject een gezamenlijke projectmap
waarin je de materialen van deze opdracht verzamelt. Maak duidelijke rubrieken in je projectmap met
gebruik van tabbladen. Maak een voorpagina, inleiding en inhoudsopgave. Denk aan de bronvermelding.
Deelproduct 2: Uitwerking projectvoorstel participatie
Werk het projectvoorstel uit. Uiteindelijk moet het in aanmerking kunnen komen voor een
fondsaanvraag. Zorg dus dat één of meerdere doelen van het fonds terugkomen in je projectvoorstel.
Dit doe je door een verantwoorde opzet van het voorstel, dat wil zeggen volgens de methodische
stappen waarin beginsituatie, probleem-/vraagstelling, doel (SMART) en plan/draaiboek duidelijk
omschreven staan. Onderbouw waarom juist deze doelgroepen in aanmerking komen voor participatie in
de maatschappij. Betrek de theorie over deze doelgroepen bij je argumentatie. Het uiteindelijke
voorstel ziet er uiteraard strak en aantrekkelijk uit, zodat de verstrekker van de financiële
bijdrage enthousiast wordt.
Vergeet niet de daadwerkelijke aanvraag van de donatie: hoeveel geld is nodig voor de realisatie
van het plan? Maak een realistische begroting waarin je alle bedragen verantwoordt. Zorg dat de
begroting klopt, dat wil zeggen dat de balans nul is: je draait geen verlies.
Deelproduct 3: Kwaliteitstoetsing
Met kwaliteitstoetsing ga je na of de uitgangspunten van het participatieproject voldoende zijn
onderbouwd voor de fondsaanvraag. Deze aanvragen moeten vaak een kwaliteitstoets doorstaan, om door
de eerste ronde te komen. Waarschijnlijk ben je een dergelijke scan al tegengekomen bij het fonds
van je keuze. Een voorbeeld vind je hierna. Beantwoord de vragen van het VSB-fonds en zoek de
termen op die je niet begrijpt.
Doe de VSB quickscan op de site van de VSB: http://www.vsbfonds.nl/:
1 Wat voor soort aanvraag wilt u doen? Is het voor ondersteuning van een project of voor een
beurs?
2 Vindt uw project plaats in Nederland?
3 Vertegenwoordigt u een stichting, vereniging, vennootschap of ander privaat rechtspersoon?
4 Heeft uw project een politieke of religieuze doelstelling?
5 Heeft het project een duidelijk begin en einde?
Deelproduct 4 is het deel waar je beoordeeld wordt door de docent.
Deelproduct 4: Presentatie projectvoorstel participeren
Het is tijd om het projectvoorstel participeren te presenteren. Zo mogelijk zal een vakdeskundige
jury (met wie weet zelfs met een medewerker van het fonds van je keuze) het voorstel beoordelen met
behulp van het beoordelingsformulier. Wanneer de samenstelling van de jury problemen oplevert,
vervullen docenten of beroepskrachten uit het netwerk de rol van vakjury. De presentatie moet kort,
bondig en overtuigend zijn! Je hebt vijftien minuten, waarin ieder teamlid een duidelijke inbreng
heeft. Hoe je de presentatie vormgeeft, is aan jullie. De presentatie is ondersteunend aan het
projectvoorstel participeren en het gekozen fonds. Er wordt beoordeeld volgens het schema hierna,
op originaliteit en mate van vernieuwing zijn, op praktische toepasbaarheid en de haalbaarheid.
Natuurlijk zijn de doelstellingen SMART en vallen ze binnen de doelstellingen van het gekozen
fonds. Na de presentatie worden de doelen van het participatieproject geëvalueerd volgens zelf
vooraf
opgestelde criteria in een kort en bondig verslag van één A4’tje.
Beoorderlingsformulier:
Deelproduct 4: Presentatie projectvoorstel participeren
Het is tijd om het projectvoorstel participeren te presenteren. Zo mogelijk zal een vakdeskundige
jury (met wie weet zelfs met een medewerker van het fonds van je keuze) het voorstel beoordelen met
behulp van het beoordelingsformulier. Wanneer de samenstelling van de jury problemen oplevert,
vervullen docenten of beroepskrachten uit het netwerk de rol van vakjury. De presentatie moet kort,
bondig en overtuigend zijn! Je hebt vijftien minuten, waarin ieder teamlid een duidelijke inbreng
heeft. Hoe je de presentatie vormgeeft, is aan jullie. De presentatie is ondersteunend aan het
projectvoorstel participeren en het gekozen fonds. Er wordt beoordeeld volgens het schema hierna,
op originaliteit en mate van vernieuwing zijn, op praktische toepasbaarheid en de haalbaarheid.
Natuurlijk zijn de doelstellingen SMART en vallen ze binnen de doelstellingen van het gekozen
fonds. Na de presentatie worden de doelen van het participatieproject geëvalueerd volgens zelf
vooraf opgestelde criteria in een kort en bondig verslag van één A4’tje.
Datum:
Docent:
Namens de jury:
Plaats: Handtekening:
Beoordeling projectvoorstel participeren O V G Toelichting
Project voorstel:
• origineel
• maatschappelijk relevant
• praktisch
• haalbaar
• overtuigend
• passend binnen doelstellingen fonds
Presentatie:
• duidelijk
• overtuigend
• goede taakverdeling
Iedereen maakt een persoonlijk verslag waarin je reflecteert op de uitdaging en jouw werkwijze. In dit verslag staan de volgende onderwerpen beschreven:
Met betrekking tot jouw persoonlijke leerproces:
• Wat heb je geleerd van de keuzes die je maakte voor de verschillende begeleidingsvormen?
• Met welk gevoel/welke gedachte ben je aan deze uitdaging begonnen?
• Welke onderwerpen/onderdelen waren nieuw voor je? Waar heb je nieuwe kennis over opgedaan?
• Hoe ben je te werk gegaan? Wat heb je aangepakt en op welke manier?
• Hoe kijk je terug op deze uitdaging? Waar ben je trots op/tevreden over en waar ben je minder tevreden over? Wat ga je volgende keer anders doen?
• Welke conclusie trek jij uit de dingen die je met deze uitdaging geleerd hebt?
Met betrekking tot het groepsproces:
• Hoe is de keuze voor de verschillende begeleidingsvormen tot stand gekomen?
• Welke rol heb jij hier zelf ingenomen?
• Welke andere rollen heb je bij jouw groepsleden gezien?
• Wat heb jij als prettig ervaren in het samenwerken in deze groep?
• Wat zou jij liever anders gezien hebben?
• Wat vind je van de beoordeling die je van je groepsleden hebt gekregen?
De beschrijving van de antwoorden op de bovenstaande vragen geeft duidelijk zicht op het leerrendement van elk groepslid.