PIT 08 - Samenwerken

PIT 08 - Samenwerken

Introductie op het thema

Teamwork; Wat kunnen we leren van ganzen

Samenwerken

Lesinhoud PIT

Planning

Les 1

Les 1 Theorieles over Belbin (zie PowerPoint)

 

Opdracht naar aanleiding van de theorie

 

Les 2

Les 2 Het Grote ruilspel spelen

 

Doel van de activiteit

Deze activiteit stimuleert samenwerking, overtuigingskracht, verbeeldingskracht en het jezelf durven laten zien aan de buitenwereld.

 

Beschrijving van de activiteit

Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf personen. Elk groepje krijgt een voorwerp mee en krijgt een uur de tijd om in de buurt het voorwerp om te ruilen tegen iets dat mooier, groter of kostbaarder is. Het nieuw verkregen voorwerp mag bij iemand anders ook weer worden geruild voor iets dat nog groter, mooier of kostbaarder is. Welk groepje komt met het meest bijzondere of mooiste voorwerp terug?

 

Denk erom! Voor elke ruiling die is gemaakt een foto maken! Deze kun je verwerken in de presentatie van de volgende les!

 

Les 3

Les 3 Presenteren over het ruilspel (foto maken van elke ruiling die gedaan is)

  • Rollen die gezien zijn tijdens de samenwerking?
  • Waren de rollen constant of zaten er wisselingen in?
  • Wanneer waren de wisselingen te zien, vertel de situatie en wanneer de rolwisselingen waren?
  • Korte evaluatie over de samenwerking?
  • Welke pijlers waren aanwezig of afwezig?
  • Herkende je je persoonlijke rol en waarom (noem voorbeelden)?

 

Les 4

Les 4 Theorie intervisie (zie PowerPoint les 4)

Theorie intervisie; Tijdens deze les krijgen de studenten les over de achtergrond van intervisie, het belang en jouw rol binnen de intervisie werkvorm. Daarna gaan jullie oefenen met een intervisie werkvorm.

 

Na elke intervisie werkvorm gaan jullie reflecteren aan de hand van een reflectie methodiek.

BV STRAK.

 

 

Les 5

Les 5 Oefenen met intervisie werkvormen

Jullie worden in groepen verdeelt door de docent. In deze groepen gaan jullie oefenen met verschillende intervisie vormen.

  • Incidentmethode
  • Socratische methode
  • Balint methode
  • Denkhoeden van Edward de Bono
  • 35 minuten intervisie

 

Na elke intervisie werkvorm gaan jullie reflecteren aan de hand van een reflectie methodiek.

BV STRAK.

 

Les 6

Les 6 Oefenen met intervisie werkvormen

Jullie worden in groepen verdeelt door de docent. In deze groepen gaan jullie oefenen met verschillende intervisie vormen.

 

  • Incidentmethode
  • Socratische methode
  • Balint methode
  • Denkhoeden van Edward de Bono
  • 35 minuten intervisie

 

Na elke intervisie werkvorm gaan jullie reflecteren aan de hand van een reflectie methodiek.

BV STRAK.

 

Stap 4, Producten

Alle lesopdrachten een actieve houding, inzet en aanwezigheid vormen je eindproduct voor de PIT.

Zie hieronder alle lesonderdelen met opdrachten. 

 

Les 1

Opdracht naar aanleiding van de theorie

 

 

Les 2 Het Grote ruilspel spelen

Doel van de activiteit

Deze activiteit stimuleert samenwerking, overtuigingskracht, verbeeldingskracht en het jezelf durven laten zien aan de buitenwereld.

 

Beschrijving van de activiteit

Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf personen. Elk groepje krijgt een voorwerp mee en krijgt een uur de tijd om in de buurt het voorwerp om te ruilen tegen iets dat mooier, groter of kostbaarder is. Het nieuw verkregen voorwerp mag bij iemand anders ook weer worden geruild voor iets dat nog groter, mooier of kostbaarder is. Welk groepje komt met het meest bijzondere of mooiste voorwerp terug?

 

Denk erom! Voor elke ruiling die is gemaakt een foto maken! Deze kun je verwerken in de presentatie van de volgende les!

 

Les 3 Presenteren over het ruilspel (foto maken van elke ruiling die gedaan is)
 

  • Rollen die gezien zijn tijdens de samenwerking?
  • Waren de rollen constant of zaten er wisselingen in?
  • Wanneer waren de wisselingen te zien, vertel de situatie en wanneer de rolwisselingen waren?
  • Korte evaluatie over de samenwerking?
  • Welke pijlers waren aanwezig of afwezig?
  • Herkende je je persoonlijke rol en waarom (noem voorbeelden)?

 

Les 4 Theorie intervisie (zie PowerPoint les 4)

Theorie intervisie; Tijdens deze les krijgen de studenten les over de achtergrond van intervisie, het belang en jouw rol binnen de intervisie werkvorm. Daarna gaan jullie oefenen met een intervisie werkvorm.

 

Na elke intervisie werkvorm gaan jullie reflecteren aan de hand van een reflectie methodiek.

BV STRAK.

 

 

Les 5 Oefenen met intervisie werkvormen

Jullie worden in groepen verdeelt door de docent. In deze groepen gaan jullie oefenen met verschillende intervisie vormen.

  • Incidentmethode
  • Socratische methode
  • Balint methode
  • Denkhoeden van Edward de Bono
  • 35 minuten intervisie

 

Na elke intervisie werkvorm gaan jullie reflecteren aan de hand van een reflectie methodiek.

BV STRAK.

 

Les 6 Oefenen met intervisie werkvormen

Jullie worden in groepen verdeelt door de docent. In deze groepen gaan jullie oefenen met verschillende intervisie vormen.

 

  • Incidentmethode
  • Socratische methode
  • Balint methode
  • Denkhoeden van Edward de Bono
  • 35 minuten intervisie

 

Na elke intervisie werkvorm gaan jullie reflecteren aan de hand van een reflectie methodiek.

BV STRAK.

 

 

Related image

 

Brief aan jezelf


Met betrekking tot jouw persoonlijke leerproces:

• Wat heb je geleerd van de verschillende werkvormen?

• Met welk gevoel/welke gedachte heb je deelgenomen aan de activiteiten

• Welke onderwerpen/onderdelen waren nieuw voor je? Waar heb je nieuwe kennis over opgedaan?

• Hoe ben je te werk gegaan? Wat heb je aangepakt en op welke manier?

• Hoe kijk je terug op deze uitdaging? Waar ben je trots op/tevreden over en waar ben je minder tevreden over? Wat ga je volgende keer anders doen?

• Welke conclusie trek jij uit de dingen die je met deze uwerkvormen geleerd hebt?

 


Met betrekking tot het groepsproces:

• Welke rol heb jij bij de verschillende werkvormen ingenomen?

• Welke andere rollen heb je bij jouw groepsleden gezien?

• Wat heb jij als prettig ervaren in het samenwerken in deze groep?

• Wat zou jij liever anders gezien hebben?

• Wat vind je van defeedback  die je van je groepsleden hebt gekregen?

 

Extra informatie

Inleiding

Voor sommige kwetsbare, hulpbehoevende mensen schiet de professionele hulp in de  maatschappij
tekort. Hiervan is de doelgroep ouderen het grootst, maar denk ook aan daklozen, werkelozen, mensen
met een handicap en probleemjongeren, die extra begeleiding nodig hebben van vrijwilligers. Zorgen
voor elkaar in de participatiemaatschappij is makkelijk gezegd, maar wie gaan dat doen, en wie
bekostigt dat? Er wordt een steeds groter beroep gedaan op mantelzorgers en vrijwilligers. Fondsen
kunnen financieel bijdragen. Die fondsen zijn vaak vanuit het bedrijfsleven opgericht; bijna iedere
bank heeft bijvoorbeeld wel zo’n fonds. De fondsen zijn bedoeld voor projecten die doelgroepen
samenbrengen en de interactie op gang helpen. Bijvoorbeeld: werkelozen helpen ouderen of
gepensioneerden helpen schooluitval voorkomen. Denk ook aan participatieprojecten die de
deskundigheid van vrijwilligers vergroten. In de participatiesamenleving betekenen mensen wat voor
elkaar, en ieder voelt zich daar prettig bij.
Mensen die om welke reden dan ook tijd hebben, zijn maatschappelijk actief. Zo is iedereen
verantwoordelijk voor een hogere welzijnsgraad in Nederland. Participatieprojecten voor groepen
komen in aanmerking voor een bijdrage uit een fonds. Jij, als toekomstig professionele kracht, kunt
zo’n donatie aanvragen. Dan is het handig als je de juiste weg weet te bewandelen. Deze uitdaging
biedt een oefensituatie daartoe.

Voorwaarden en eisen
• Het participatieproject is met en voor twee doelgroepen en is volgens de methodische cyclus
opgezet.
• De beginsituatie van de gekozen doelgroepen is onderbouwd vanuit de theorie waaruit kennis blijkt
van die doelgroepen.
• Het plan is geconcretiseerd met wie, wat, wanneer, waar en hoeveel geld nodig is en wordt
aangevraagd.
• Het voorstel participatieproject ziet er aantrekkelijk uit met functioneel materiaal, filmpjes en
dergelijke.
• De presentatie wordt op geanimeerde wijze gegeven, waarbij ieder een gelijkwaardig aandeel heeft.
•  Na de presentatie worden de doelen van het participatieproject geëvalueerd volgens zelf vooraf
opgestelde criteria in een kort en bondig verslag van één A4’tje.

 

Je ontwerpt een onderbouwd participatievoorstel om in te dienen bij een fonds. Je
kiest één doelgroep die kwetsbaar is en zorg, hulp of begeleiding nodig heeft en een groep uit de
samenleving die dit kan geven. Samen met je team stel je een plan op dat vernieuwend is. Het blijft
bij een voorstel; het wordt dus niet echt ingediend. Het projectplan hoeft dus niet te worden
uitgevoerd. Het gaat om het plan zelf, dat je presenteert aan een jury. Je maakt een begroting en
je doet een kwaliteitstoetsing. In de deelopdrachten staat precies omschreven wat de bedoeling is.
Een belangrijk doel voor deze uitdaging is het samenbrengen van doelgroepen en het tot stand
brengen van interactie. Bedenk bij voorkeur een project dat nog niet eerder in deze specifieke vorm
is uitgevoerd. Voorbeelden van projecten die al gestart zijn met fondsgelden vind je hierna. De
bedoeling is dat het project bruikbaar is voor meerdere werkvelden. Je zoekt dus de samenwerking en
versterkende krachten tussen verschillende doelgroepen. Denk bijvoorbeeld aan de combinatie van
ouderen en jongeren of mensen met een verstandelijke beperking en kinderen, of asielzoekers en
ouderen, enzovoort. De uitdaging is dat je participatieproject niet alleen vernieuwend is, maar ook
verrassend én haalbaar. De beoordeling gebeurt door een jury, samengesteld door de docent. Je
communiceert met de docent over de inhoud van jullie project. Je onderbouwt vanuit de theorie de
keuzes voor de doelgroepen. Het participatieproject is praktijkgericht en realistisch. Ga uit van
de beroepssituaties waarmee jij te maken hebt in je beroepspraktijk. Waar nodig kun je vragen om
ondersteunende lessen of lesonderdelen. Tot slot evalueer je of de doelen zijn gehaald.

 

Gezamenlijke leervraag

De betrokkenen bij het project komen gezamenlijk, bijvoorbeeld door onderzoek in een brainstormsessie, tot een aantal uitdagende en/of inspirerend leervragen. De vragen passen bij het thema/onderwerp en zijn authentiek voor beroep, maatschappij en/of opleiding. Aan het einde van het project kan elke student hierop beargumenteerde antwoorden geven of gevraagde producten laten zien. Een kenmerk van de leervragen is dat er vooraf geen eenduidig antwoord is.

 

Persoonlijke leervraag

Iedere student formuleert, n.a.v. stap 1, één of meer persoonlijke leervragen om tijdens het project aan te werken. Deze leervragen kunnen te maken hebben met zelfbeeld, opleidingsbeeld, beroepsbeeld, beroepsinhoud en hebben een onderzoekend karakter en worden aan het einde van het project door de student beantwoord.

 

Bronnen en leeractiviteiten


Onderzoeksvragen over participeren en doelgroep
Raadpleeg voor de volgende vragen internet. Vaak zijn er instellingen die goede doelen in de vorm
van participatie financieel willen steunen, met een in het leven geroepen fonds Zo’n fonds kan een
financiële bijdrage geven aan een project, mits aan de voorwaarden is voldaan. Het is aan jullie om
zo’n fonds te vinden en uit te zoeken wat de voorwaarden zijn. Als de donatie daadwerkelijk wordt
toegekend, moet je vervolgstappen kunnen  zetten.
• Welke sponsoren/fondsen zijn te vinden op internet die maatschappelijke initiatieven financieel
ondersteunen? Bijvoorbeeld banken. Richt je op fondsen die van toepassing zijn op jouw toekomstige
werkgebied. Noem er minimaal drie.
•   Wat is de missie van zo’n fonds? Noem minimaal drie doelstellingen/missies.
• Welke algemene criteria gelden voor het aanvragen van subsidie/donatie uit zo’n fonds? Kies één
fonds waarvan je alle criteria opnoemt.
• Welk fonds, welke sponsor spreekt je aan? Kies er ter inspiratie één en motiveer je keuze met
drie argumenten.
•   Welke stappen moet je zetten voor een aanvraag bij dit fonds?
•     Op welk moment in de voorbereiding van een project kun je een aanvraag doen bij dit  fonds?
•   Op welk later moment mag een voorstel nog eens worden ingediend als het eerst is afgewezen?
•   Wat betekent ‘sociaal ondernemen’ volgens jou? Beschrijf in je eigen woorden.
• Bekijk de volgende filmpjes met voorbeelden van projecten die zijn ondersteund door fondsen. Wat
is je mening over het succes van de verschillende projecten? Wanneer een link het niet meer doet,
overleg dan met docent voor een ander actueel project.
Voorbeelden van projecten die zijn gestart met fondsgelden:
•       https://www.youtube.com/watch?v=fbfaCsSmg2M Winkel Enzo
•     https://www.youtube.com/watch?v=gNdqdsHLNKk Repair Café
•  https://www.youtube.com/watch?v=8UfiqQjAftYn Gemaakt in Gelderland
•        https://www.youtube.com/watch?v=58fVTlIgXus Appeltaartconcerten
•       https://www.youtube.com/watch?v=HezL1kXd-gE Dementerenden in contact met jongeren.

 

Deel producten


Deelproduct 1: Bezint voor je begint
Begin met een brainstormsessie om het participatieproject van alle kanten te bekijken voor de
visievorming. Doe dit met behulp van een mindmap. Werk de mindmap netjes uit en neem deze op in je
projectmap. Maak de keuze voor de doelgroepen en werk hiervoor de beginsituatie uit. Het voorlopige
doel en plan leg je vast. In overleg met de docent wordt het plan geaccordeerd met een GO. Je plant
alvast een datum voor de presentatie. Maak voor het participatieproject een gezamenlijke projectmap
waarin je de materialen van deze opdracht verzamelt. Maak duidelijke rubrieken in je projectmap met
gebruik van tabbladen. Maak een voorpagina, inleiding en inhoudsopgave. Denk aan de bronvermelding.


Deelproduct  2:  Uitwerking  projectvoorstel participatie
Werk het projectvoorstel uit. Uiteindelijk moet het in aanmerking kunnen komen voor een
fondsaanvraag. Zorg dus dat één of meerdere doelen van het fonds terugkomen in je projectvoorstel.
Dit doe je door een verantwoorde opzet van het voorstel, dat wil zeggen volgens de methodische
stappen waarin beginsituatie, probleem-/vraagstelling, doel (SMART) en plan/draaiboek duidelijk
omschreven staan. Onderbouw waarom juist deze doelgroepen in aanmerking komen voor participatie in
de maatschappij. Betrek de theorie over deze doelgroepen bij je argumentatie. Het uiteindelijke
voorstel ziet er uiteraard strak en aantrekkelijk uit, zodat de verstrekker van de financiële
bijdrage enthousiast wordt.
Vergeet niet de daadwerkelijke aanvraag van de donatie: hoeveel geld is nodig voor de realisatie
van het plan? Maak een realistische begroting waarin je alle bedragen verantwoordt. Zorg dat de
begroting klopt, dat wil zeggen dat de balans nul is: je draait geen  verlies.


Deelproduct 3: Kwaliteitstoetsing
Met kwaliteitstoetsing ga je na of de uitgangspunten van het participatieproject voldoende zijn
onderbouwd voor de fondsaanvraag. Deze aanvragen moeten vaak een kwaliteitstoets doorstaan, om door
de eerste ronde te komen. Waarschijnlijk ben je een dergelijke scan al tegengekomen bij het fonds
van je keuze. Een voorbeeld vind je hierna. Beantwoord de vragen van het VSB-fonds en zoek de
termen op die je niet begrijpt.
Doe de VSB quickscan op de site van de VSB: http://www.vsbfonds.nl/:
1   Wat voor soort aanvraag wilt u doen? Is het voor ondersteuning van een project of voor een
beurs?
2  Vindt uw project plaats in Nederland?
3  Vertegenwoordigt u een stichting, vereniging, vennootschap of ander privaat rechtspersoon?
4  Heeft uw project een politieke of religieuze doelstelling?
5 Heeft het project een duidelijk begin en einde?

 

Deelproduct 4 is het deel waar je beoordeeld wordt door de docent.
Deelproduct 4: Presentatie projectvoorstel participeren
Het is tijd om het projectvoorstel participeren te presenteren. Zo mogelijk zal een vakdeskundige
jury (met wie weet zelfs met een medewerker van het fonds van je keuze) het voorstel beoordelen met
behulp van het beoordelingsformulier. Wanneer de samenstelling van de jury problemen oplevert,
vervullen docenten of beroepskrachten uit het netwerk de rol van vakjury. De presentatie moet kort,
bondig en overtuigend zijn! Je hebt vijftien minuten, waarin ieder teamlid een duidelijke inbreng
heeft. Hoe je de presentatie vormgeeft, is aan jullie. De presentatie is ondersteunend aan het
projectvoorstel participeren en het gekozen fonds. Er wordt beoordeeld volgens het schema hierna,
op originaliteit en mate van vernieuwing zijn, op praktische toepasbaarheid en de haalbaarheid.
Natuurlijk zijn de doelstellingen SMART en vallen ze binnen de doelstellingen van het gekozen
fonds. Na de presentatie worden de doelen van het participatieproject geëvalueerd volgens zelf
vooraf
opgestelde criteria in een kort en bondig verslag van één A4’tje.

 

Beoorderlingsformulier:


Deelproduct 4: Presentatie projectvoorstel participeren
Het is tijd om het projectvoorstel participeren te presenteren. Zo mogelijk zal een vakdeskundige
jury (met wie weet zelfs met een medewerker van het fonds van je keuze) het voorstel beoordelen met
behulp van het beoordelingsformulier. Wanneer de samenstelling van de jury problemen oplevert,
vervullen docenten of beroepskrachten uit het netwerk de rol van vakjury. De presentatie moet kort,
bondig en overtuigend zijn! Je hebt vijftien minuten, waarin ieder teamlid een duidelijke inbreng
heeft. Hoe je de presentatie vormgeeft, is aan jullie. De presentatie is ondersteunend aan het
projectvoorstel participeren en het gekozen fonds. Er wordt beoordeeld volgens het schema hierna,
op originaliteit en mate van vernieuwing zijn, op praktische toepasbaarheid en de haalbaarheid.
Natuurlijk zijn de doelstellingen SMART en vallen ze binnen de doelstellingen van het gekozen
fonds. Na de presentatie worden de doelen van het participatieproject geëvalueerd volgens zelf
vooraf opgestelde criteria in een kort en bondig verslag van één A4’tje.


Datum:

Docent:


Namens de jury:

Plaats: Handtekening:

 

 

Beoordeling projectvoorstel participeren    O       V       G      Toelichting
Project voorstel:
•     origineel
•     maatschappelijk relevant
•     praktisch
•     haalbaar
•     overtuigend
•    passend binnen doelstellingen fonds


Presentatie:
•     duidelijk
•     overtuigend
•     goede taakverdeling

 

Iedereen maakt een persoonlijk verslag waarin je reflecteert op de uitdaging en jouw werkwijze. In dit verslag staan de volgende onderwerpen beschreven:


Met betrekking tot jouw persoonlijke leerproces:

• Wat heb je geleerd van de keuzes die je maakte voor de verschillende begeleidingsvormen?

• Met welk gevoel/welke gedachte ben je aan deze uitdaging begonnen?

• Welke onderwerpen/onderdelen waren nieuw voor je? Waar heb je nieuwe kennis over opgedaan?

• Hoe ben je te werk gegaan? Wat heb je aangepakt en op welke manier?

• Hoe kijk je terug op deze uitdaging? Waar ben je trots op/tevreden over en waar ben je minder tevreden over? Wat ga je volgende keer anders doen?

• Welke conclusie trek jij uit de dingen die je met deze uitdaging geleerd hebt?

 


Met betrekking tot het groepsproces:

• Hoe is de keuze voor de verschillende begeleidingsvormen tot stand gekomen?

• Welke rol heb jij hier zelf ingenomen?

• Welke andere rollen heb je bij jouw groepsleden gezien?

• Wat heb jij als prettig ervaren in het samenwerken in deze groep?

• Wat zou jij liever anders gezien hebben?

• Wat vind je van de beoordeling die je van je groepsleden hebt gekregen?

 


De beschrijving van de antwoorden op de bovenstaande vragen geeft duidelijk zicht op het leerrendement van elk groepslid.

 

Literatuurlijst en bronnen

  • Het arrangement PIT 08 - Samenwerken is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    MZ Noorderpoort Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-04-07 15:02:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    PIT 08 - Samenwerken
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Teamwork; Wat kunnen we leren van ganzen
    https://youtu.be/mJAqEfnJJS4
    Video
    Samenwerken
    https://youtu.be/Z5MA1q42g2I
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Noorderpoort, MZ. (z.d.).

    PIT 06 - Regie voeren/houden bij ziekte en stoornissen van oudere cliënten

    https://maken.wikiwijs.nl/99506/PIT_06____Regie_voeren_houden_bij_ziekte_en_stoornissen_van_oudere_cli_nten

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.