De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Van een plank zijn de boven- en onderkant evenwijdig. We zagen met twee rechte zaagsneden een vierhoek uit de plank. Dat kan op allerlei manieren, zoals je ziet.
Omdat boven- en onderkant evenwijdig zijn, krijg je een trapezium.
Als je de zaagsnedes in dezelfde richting maakt, krijg je een parallellogram.
Als je de plank beide keren haaks doorzaagt, krijg je een rechthoek.
Als je de zaagsneden in dezelfde richting maakt en er voor zorgt dat de vier zijden even lang worden, krijg je een ruit.
Als je de plank beide keren haaks doorzaagt en er voor zorgt dat de vier zijden even lang worden, krijg je een vierkant.
In het zesde plaatje is nog een bijzondere vierhoek getekend: een vlieger. Maar die zaag je niet zo gemakkelijk uit een plank. Bij een vlieger zijn twee aan elkaar grenzende zijden even lang en de andere twee aan elkaar grenzende zijden zijn ook even lang.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een vierhoek heeft vier hoekpunten. Vaak geven we die opvolgende hoekpunten namen, bijvoorbeeld \(A\), \(B\), \(C\) en \(D\). Dan kunnen we spreken van vierhoek \(ABCD\). Een vierhoek heeft ook vier zijden (de vier lijnstukken tussen de opvolgende hoekpunten). In het voorbeeld zijn de zijden \(AB\), \(BC\), \(CD\) en \(DA\).
In vierhoek \(ABCD\) kun je ook de overstaande hoekpunten verbinden door een lijnstuk. De verbindingslijnstukken \(AC\) en \(BD\) heten de diagonalen van de vierhoek.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De figuur laat zien hoe je, zonder te meten, van een rechthoekig stuk papier nauwkeurig een vierkant kunt maken.
Neem een kladblaadje en maak op deze manier een vierkant.
Neem een ander blaadje en scheur er de randen af. Vouw er nu, zonder te meten, precies een vierkant van.
Peper-en-zoutstelletje
Neem een vouwblaadje. Vouw de punten naar binnen, zodat je een kleiner vierkant krijgt.
Keer het kleinere vierkant om en vouw weer de punten naar binnen, zodat je een nog kleiner vierkant krijgt.
Keer het nog kleinere vierkant om en knijp de punten naar beneden, zodat je van boven een + ziet. Nu kun je de hoeken van het oorspronkelijke vierkant naar buiten trekken: je krijgt dan een "peper-en-zoutstelletje" . Als je niet goed snapt hoe dit in zijn werk gaat, moet je het aan iemand vragen; er is beslist wel iemand die weet hoe het moet.
In Japan is het papiervouwen tot een kunst verheven: origami.
Geschiedenis
Wiskunde is een typisch Nederlands woord; (wis = zeker). In andere Europese talen heet wiskunde mathematica of iets wat daarop lijkt. Dat Nederland een afwijkend woord heeft, komt door de Vlaming Simon Stevin (1548-1620); die vond dat je aan Nederlandse woorden beter de betekenis kon zien dan aan woorden die aan het Latijn waren ontleend. Door hem spreken we van evenwijdig (in plaats van parallel), van driehoek (in plaats van triangel), van meetkunde (in plaats van geometrie), enzovoort. Stevin noemde een ellips een scheefrondt, maar dat is niet overgenomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement 1. Kennismaken is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Kennisnet LleG
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-04-08 14:24:22
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.