Voorzetsels met vierde naamval

Voorzetsels met vierde naamval

Tot nu toe moest je zinnen ontleden om erachter te komen of je met een lijdend voorwerp (in het Duits de 4e naamval) te maken had. Maar dat is niet altijd nodig! Soms geven bepaalde woordjes (voorzetsels) dat namelijk aan. En dat is veel makkelijker!
Je ziet zo'n voorzetsel en weet meteen: na dit woordje moet ik een vorm van de 4e naamval gebruiken. Het enige wat je moet doen is het rijtje met voorzetsels goed onthouden.

De vijf belangrijkste voorzetsels met de 4e naamval zijn:

durch (door) ohne (zonder) gegen (tegen)
für (voor) um (om)


Ook de voorzetsels bis (tot) en entlang (langs) horen in dit rijtje thuis, maar ze komen niet zo vaak voor. Je zult ze wel bij de oefeningen tegenkomen maar het is genoeg als je de vijf belangrijkste onthoudt.

Andere woorden met de vierde naamval
Niet alleen na de voorzetsels durch, für, ohne, um, gegen, (bis, entlang) staat in het Duits altijd de 4e naamval, ook na de woorden:

  • fragen (vragen in de zin van een vraag stellen)
  • bitten (vragen in de zin van verzoeken/om iets vragen)
  • es gibt (er is)
  • es gab (er was)

bv. Hans fragt den Ober, was für Eis er hat.
Na het werkwoord 'fragen' (hier in de persoonsvorm 'fragt') staat het lidwoord in de 4e naamval (dus niet 'der' maar 'den').

bv. In diesem Restaurant gibt es keinen Alkohol. In combinatie met 'es gibt' of 'es gab' (hier 'gibt es') staat het woord in de 4e naamval (dus niet 'kein' maar 'keinen').

Eerste afwijking

Wat is er zo anders dan bij de sterke werkwoorden? De eerste afwijking waar we vandaag naar gaan kijken heeft te maken met sterke werkwoorden die in de stam een 'e' hebben, bijvoorbeeld stehlen, helfen en lesen.
De 'e' in de stam verandert wanneer het werkwoord vervoegd wordt, maar alleen bij 'du' en 'er/sie/es'.

Hoe deze 'e' verandert, hangt af van of the 'e' in de stam kort is (zoals bij helfen), of lang (zoals bij lesen):

Klinkt de 'e' in de stam kort (zoals bij helfen), dan verandert de 'e' slechts in een 'i' (du hilfst, er/sie/es hilft).

Klinkt de 'e' in de stam lang (zoals bij lesen), dan verandert de 'e' in 'ie' bij 'du' en 'er/sie/es' (du liest, er/sie/es liest).

Belangrijke voorzetsels

Tot nu toe moest je zinnen ontleden om erachter te komen of je met een lijdend voorwerp (in het Duits de 4e naamval) te maken had. Maar dat is niet altijd nodig! Soms geven bepaalde woordjes (voorzetsels) dat namelijk aan. En dat is veel makkelijker!

Je ziet zo'n voorzetsel en weet meteen: na dit woordje moet ik een vorm van de 4e naamval gebruiken. Het enige wat je moet doen is het rijtje met voorzetsels goed onthouden.
De vijf belangrijkste voorzetsels met de 4e naamval zijn:

durch (door) ohne (zonder) gegen (tegen)
für (voor) um (om)


Ook de voorzetsels bis (tot) en entlang (langs) horen in dit rijtje thuis, maar ze komen niet zo vaak voor.

Je zult ze wel bij de oefeningen tegenkomen maar het is genoeg als je de vijf belangrijkste onthoudt.

Voorbeelden

Bekijk de werkwoorden helfen en stehlen.

  helfen (kort) stehlen (lang)
ich helfe stehle
du hilfst stiehlst
er hilft stiehlt
sie hilft stiehlt
es hilft stiehlt
wir helfen stehlen
ihr helft stehlt
sie helfen stehlen
Sie helfen stehlen
  • Het arrangement Voorzetsels met vierde naamval is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2017-03-24 12:44:52
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Duitse taal en cultuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.