In de 19e eeuw ontstond het politieke systeem zoals we dat nu kennen.
Na 1850 werden de eerste politieke groeperingen opgericht.
Uit die groeperingen ontstonden de politieke partijen.
In deze opdracht kijk je hoe ons parlementair stelsel is ontstaan.
Je kijkt nogmaals naar de grondwet van 1848.
En je bestudeert vier politieke stromingen.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
uitleggen waarom 1848 wel bekend staat als revolutiejaar.
een aantal rechten uit de Nederlandse grondwet van 1848 beschrijven.
de politieke stroming 'het liberalisme' beschrijven.
de andere politieke stromingen die opkwamen, beschrijven.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Na het bestuderen van de Kennisbank 'Grondwet 1848' kun je antwoord geven op vragen over het kiesrecht in Nederland.
Stap 2
Na het bestuderen van de Kennisbank 'Liberalisme' kun je de uitgangspunten van het liberalisme beschrijven.
Stap 3
Na het bestuderen van de Kennisbank 'Protestanten, katholieken, liberalen en socialisten' kun je de uitgangspunten van de verschillende partijen beschrijven.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de kennisbank en de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht A
Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets.
Eindopdracht B
Als je kiest voor eindopdracht B ga je de vier politieke stromingen in een schema zetten en beschrijven.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden:
Geen bijzonderheden.
Tijd:
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Grondwet 1848
Het jaar 1848 wordt gezien als het jaar waarin ons politieke systeem is ontstaan.
In dat jaar werd de Nederlandse grondwet geschreven.
In de grondwet werd geregeld hoe ons land geregeerd moest worden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Liberalen wilden dat de staat zich zo min mogelijk bemoeide met het leven van mensen. Iedereen was zelf verantwoordelijk voor zijn geluk.
Socialisten waren het daar niet mee eens. Zij wilden juist dat de staat zou zorgen voor goede werkomstandigheden en een normaal loon voor de arbeiders.
Naast de liberalen en socialisten was er nog een derde groep: de confessionelen (gelovigen).
De confessionelen bestonden uit twee groepen: de katholieken en de protestanten.
Liberalen wilden een sterke scheiding tussen kerk en staat.
De meeste socialisten vonden de kerk een nutteloze organisatie.
De confessionelen wilden juist dat het geloof de basis was van de politiek.
Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel over de politieke situatie in de 19e eeuw:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Democratisering van de samenleving
Het volk komt aan de macht. De koning is niet langer alleenheerser.
J.R. Thorbecke (1798-1872)
Liberaal staatsman. Hij schreef de Nederlandse Grondwet van 1848.
Willem II (1792-1849)
Koning der Nederlanden van 1840 tot 1848.
Liberalisme
Het liberalisme is een stroming in de maatschappij die ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw. Het heeft als uitgangspunt de vrijheid van het individu. Dit betekent dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in de economie en het maatschappelijk leven.
Economische vrijheid
De staat bemoeit zich niet met de handel en de economie.
Politieke stroming
Denkrichting over hoe de samenwerking van mensen in staatsverband georganiseerd zou moeten worden.
Grondwet
Wet waarin staat hoe het land geregeerd wordt en wat de rechten en plichten van de burgers zijn. In 1848 schreef J.R. Thorbecke de eerste Nederlandse Grondwet.
Eenheidsstaat
Staat/land dat één regering heeft.
Industrialisering
Toenemende productie van goederen die met met machines in fabrieken gemaakt worden.
Partijvorming
Ontstaan van politieke partijen in de 19e eeuw. Mensen die dezelfde politieke standpunten hadden, verenigden zich in een partij.
Schoolstrijd
In een liberale wet stond dat alleen openbare scholen geld van de staat kregen. Daar waren de protestanten het niet mee eens. De confessionele scholen moesten ook geld van de staat kunnen krijgen. Er ontstond een strijd tussen de confessionele partijen en de liberale en socialistische partijen.
Sociale kwestie
Arbeidersvraagstuk: Arbeiders werkten en leefden in de 19e eeuw in armoedige omstandigheden en er was veel werkloosheid. Ze moesten het beter krijgen.
Communisme
Politieke stroming die is bedacht door Karl Marx (1818-1883). In een communistische samenleving zijn de productiemiddelen en consumptiemiddelen gemeenschappelijk eigendom van de burgers. De staat bepaalt welke producten er gemaakt worden en hoeveel. Dit zou een eind maken aan armoede en ongelijkheid.
Protestante politieke partijen en katholieke politieke partijen
Politieke partijen die hun politiek baseren op het geloof. De eerste protestante politieke partij was de ARP (Antirevolutionaire Partij). De eerste katholieke politieke partij was de RKSP (Rooms-Katholieke Staatspartij).
Socialistische politieke partijen
Zij willen gelijkheid in de maatschappij bereiken via het parlement. De eerste twee socialistische politieke partijen waren de SDB (Sociaal Democratische Bond) en de SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiders Partij).
Sociale wetten
Wetten die de werk- en leefomstandigheden van mensen moeten verbeteren. Zoals: Kinderwetje van Van Houten (1874), de Arbeidswet (1889), de Wet op leerplicht (1901), de Woningwet (1901) en de Ongevallenwet (1901).
Algemeen kiesrecht
Het recht van alle meerderjarige (18 jaar en ouder) burgers om te mogen stemmen.
Karl Marx (1818 - 1883)
Duitse filosoof. Bedenker van het Communisme.
Revolutie
Plotselinge opstand van het volk of een plotselinge verandering. Poging om de macht te grijpen in een land.
Eindopdracht A: Toets
Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets 'Politieke stromingen'.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als je kiest voor eindproduct B maak je een schema met daarin de vier politieke groeperingen.
Achter iedere groepering zet je
- een korte omschrijving,
- een belangrijke leider en
- een politieke partij.
Download het schema Politieke stromingen.
Bekijk het schema goed.
Gebruik de antwoorden op de volgende twaalf vragen om het schema te vullen.
Bij welke politieke stroming past de omschrijving 'Vrijheid voor de burgers' het best?
Van welke politieke stroming was de ARP de politieke partij?
Tot welke politieke stroming behoorde Herman Schaepman?
Tot welke politieke stroming behoorde Thorbecke, de ontwerper van de grondwet van 1848?
Van welke politieke stroming was de RKSP de politieke partij?
Bij welke politieke stroming past de uitspraak 'Betere leefomstandigheden voor de arbeider' het best?
Tot welke politieke stroming behoorde Domela Nieuwenhuis?
Van welke politieke stroming was de SDAP de politieke partij?
Tot welke politieke stroming behoorde Abraham Kuyper?
Bij welke politieke stroming past de omschrijving 'God moet uitgangspunt zijn van al het handelen en emancipatie van de gereformeerden' het best?
Bij welke politieke stroming past de omschrijving 'Verbeteren van de positie van de katholieken' het best?
Van welke politieke stroming was de partij van de Vrijheidsbond de politieke partij?
Heb je het schema ingevuld?
Vergelijk je schema dan met het schema van een klasgenoot.
Bespreek eventuele verschillen.
Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling op het volgende:
het schema is duidelijk en overzichtelijk
de vragen zijn op een juiste manier verwerkt in de opdracht
de tabel is netjes vormgegeven
aan de hand van de tabel zijn makkelijk conclusies te trekken
Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Kun je na het maken van de opdracht nog beter uitleggen wat politiek is?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Wat zijn de verschillen tussen de stromingen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Kon je al het werk binnen die 2 uur afronden?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Paste de inhoud van de toets goed bij de opdracht?
Geeft het schema dat je gemaakt hebt een duidelijk beeld van verschillende politieke stromingen?
Het arrangement Politieke stromingen - vmbo12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO leerjaar 1 en 2. Dit is tijdvak 8 met het onderwerp Politieke stromingen. In de 19e eeuw ontstond het politieke systeem zoals we dat nu kennen. Na 1850 werden de eerste politieke groeperingen opgericht. Uit die groeperingen ontstonden de politieke partijen. Het materiaal beschrijft waarom 1848 wel bekend staat als revolutiejaar en het bekijkt een aantal rechten uit de Nederlandse grondwet van 1848. Het beschrijft de politieke stroming 'het liberalisme' en de andere politieke stromingen die opkwamen. Begrippen die bij deze les horen zijn democratisering van de samenleving, J.R. Thorbecke, Willem II, liberalisme, economische vrijheid, grondwet, eenheidsstaat, industrialisering, partijvorming, schoolstrijd, sociale kwestie, communisme, protestante en katholieke politieke partijen, socialistische politieke partijen, sociale wetten, algemeen kiesrecht, Karl Marx en revolutie.
Ontstaan van het parlementaire stelsel;
De tijd van burgers en stoommachines;
Ontstaan van een parlementair stelsel en de toename van volksinvloed;
Geschiedenis;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
2 uur en 0 minuten
Trefwoorden
algemeen kiesrecht, arrangeerbaar, geschiedenis, karl marx, partijen, politieke stromingen, schoolstrijd, sociale wetten, stercollectie, vmbo12
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO leerjaar 1 en 2. Dit is tijdvak 8 met het onderwerp Politieke stromingen. In de 19e eeuw ontstond het politieke systeem zoals we dat nu kennen. Na 1850 werden de eerste politieke groeperingen opgericht. Uit die groeperingen ontstonden de politieke partijen. Het materiaal beschrijft waarom 1848 wel bekend staat als revolutiejaar en het bekijkt een aantal rechten uit de Nederlandse grondwet van 1848. Het beschrijft de politieke stroming 'het liberalisme' en de andere politieke stromingen die opkwamen. Begrippen die bij deze les horen zijn democratisering van de samenleving, J.R. Thorbecke, Willem II, liberalisme, economische vrijheid, grondwet, eenheidsstaat, industrialisering, partijvorming, schoolstrijd, sociale kwestie, communisme, protestante en katholieke politieke partijen, socialistische politieke partijen, sociale wetten, algemeen kiesrecht, Karl Marx en revolutie.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Liberalisme
Politiek rond 1900
Politieke stromingen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.