Zuilen zijn stevige palen die een gebouw dragen.
Als je er één weghaalt, valt het gebouw om.
In de islam zijn er vijf belangrijke zuilen: vijf regels die elke moslim volgt.

In deze opdracht leer je over de vijf zuilen.

Kijk het filmpje over de vijf zuilen.
Herken je alle zuilen die je ook in de afbeelding ziet?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

• de vijf zuilen van de islam beschrijven.

Activiteiten

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd

Voor deze opdracht heb je 2 uur.

Het belangrijkste onderdeel van het islamitische geloof is de geloofsbelijdenis: het gebed. In het Arabisch wordt dit de sjahada genoemd.

Tijdens dit gebed wordt in het Arabisch gezegd:
‘"Er is geen god buiten Allah en Mohammed is zijn profeet’".
Dit staat ook in de koran. De koran is het geloofsboek van het islamitische geloof.

In islamitische landen klinkt vijf keer per dag de oproep tot gebed.
Het Arabische woord voor bidden is salaat (dit betekent oproep).

Wassen
Voor het bidden wassen moslims hun gezicht, handen en voeten.
Ook de plek waar ze bidden moet schoon zijn.

Mekka
Tijdens het bidden richten ze hun gezicht naar Mekka.

Mekka is een stad in het land Saoedi-Arabië, op het Arabisch schiereiland.

Voor moslims is Mekka de heiligste stad.
Het is de geboorteplaats van de profeet Mohammed.
In Mekka staat ook de Kaäba, een groot zwart gebouw waar moslims naartoe bidden.

Moslims over de hele wereld bidden in de richting van Mekka, waar ze ook zijn.

Moskee
Het gebedshuis van moslims heet een moskee.
Mannen buigen tijdens het bidden.

In het filmpje zie je hoe een moskee eruitziet. En ook wat de regels zijn in de moskee.
Wat valt jou op?

Filmpje: De moskee

De profeet Mohammed groeide op in een gebied waar mensen niet goed voor elkaar zorgden.
Hij dacht dat dat kwam omdat ze in meerdere goden geloofden. Op zijn reizen zag hij dat Joden en Christenen beter voor elkaar zorgden. Daarom zei hij:Geloof in één god en zorg voor de armen in je omgeving.

Elke moslim moet de armen in de gemeenschap helpen met geld.
In de Koran staat niet precies hoeveel dat moet zijn, maar later is afgesproken dat het 2,5% van je spaargeld of je bezit is. Dat lijkt een beetje op belasting.

Ramadan is de maand waarin moslims vasten.

De Ramadan begint altijd na de negende maand van de islamitische kalender. Deze kalender telt maanden die zijn gebaseerd op de stand van de maan. Zodra de nieuwe maan wordt gezien na die negende maand, begint de Ramadan.

Bekijk het filmpje over hoe het is om te vasten.
Wat vinden de moslims in het filmpje moeilijk aan het vasten?

Bekijk ook de cliphanger over de ramadan. Maak daarna de sleepoefening.

Iedere moslim die genoeg geld heeft en gezond genoeg is om te reizen, is verplicht om één keer in zijn leven naar Mekka te gaan. In het Arabisch die heilige reis hadj genoemd. De hadj is een heilige reis om dichter bij God te komen en je geloof te laten zien. In het Nederlands noem je dat bedevaart. 

Mensen gaan naar Mekka omdat het de heiligste stad is voor moslims. In Mekka staat de Kaaba, een speciaal gebouw in de grote moskee.

Moslims geloven dat de Kaaba door de profeet Ibrahim (Abraham) is gebouwd als een plek om God te eren. Daarom is het heel bijzonder om daar naartoe te gaan.

De hadj kan alleen in een speciale periode van vijf dagen Elk jaar op dezelfde tijd.

Tijdens de hadj zijn er heel veel mensen tegelijk in Mekka.
Dat kan soms tot gevaarlijke situaties leiden, zoals dat mensen in de menigte worden vertrapt.

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets: Kenmerken islam.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Neem een interview af met iemand die gelooft in de islam. Schrijf de volgende vragen op papier. Laat wat ruimte ertussen voor het antwoord.

1. Kun je de vijf zuilen van de Islam opnoemen?
2. Kun je vertellen welke dingen jij doet tijdens een gebedsdienst in de Moskee?
3. Doe je mee aan de Ramadan? Wat betekent de Ramadan voor jou?
4. Vier je het Suikerfeest? Help je zelf mee met de voorbereidingen?
   Waarmee help je?

Verzin zelf ook nog één of twee vragen over de zuilen van de Islam. Stel de vragen. Schrijf de antwoorden tijdens het interview kort en duidelijk op.

Beoordeling
Laat je interview beoordelen door je docent.
De leraar zal bij de beoordeling letten op de volgende punten:

• Heb je alle vragen gesteld?
• Heb je zelf ook één of twee vragen verzonnen?
• Zijn de antwoorden kort en duidelijk opgeschreven?
• Ziet het interview er verzorgd uit?

Klaar? Controleer je interview nog een keer. Lever het geheel dan in.

Kan ik wat ik moet kunnen?

• de vijf zuilen van de islam beschrijven.

Hoe ging het?

• Tijd
  Had je voldoende tijd om de opdrachten te maken?

• Inhoud
  Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
  Schrijf op wat nieuw voor je was.

• Eindopdracht
  Wat vond je van de eindopdracht?
  Vond je het moeilijk om iemand te vragen of je hem/haar mocht interviewen? Had je zelf nog goede vragen verzonnen?