Doelgroep: Studenten 2e leerjaar Zeevaartopleiding. Duur: 5 schooldagen. Benodigdheden: Geldige medische keuring.
Origineel Basic Training certificaat. Doel van de cursus: Leiding kunnen geven aan een brandploeg.
Besluiten kunnen nemen tbv brandbestrijding
rekening houdend met en in achtneming van
SOLAS, MarPol, FSS en STCW.
Trainen en samenstellen van FF teams
Het inspecteren, controleren en repareren van
FF equipment.
Het leiding geven aan FF operaties.
In de Basic Training cursus heb je, zoals de naam al doet vermoeden, de basis van het brandbestrijden geleerd.
In deze cursus gaan we dieper op de zaken in.
Daarbij sta jij als brandbestrijder centraal.
Je bent nu niet meer alleen het mannetje die met de brandslang spuit, je bent nu degene die bepaalt dat de man met de brandslang op een bepaalde plek in een bepaalde richting spuit.
Why training is essential
-Je stuurt mensen aan.
-Je behoudt het overzicht over de brandbestrijding in al zijn facetten.
-Jij bent degene die het "strijdplan" bedenkt.
-Je houdt in de gaten wie er hoe lang al naar binnen is
-Je houdt de voorraad perslucht van de brandbestrijders in de gaten.
In deze cursus gaan we op deze en nog meer facetten in, en we gaan dieper op de theorie achter brand, brandbestrijding en brandbestrijdingsmiddelen in.
Met deze cursus leer je om in kritieke situaties het hoofd koel te houden en hulp te bieden aan je medeopvarenden en het schip (wellicht) te behouden.
Wat zijn de hoofdpunten van de cursus?
Het minimaliseren van de kans op brand.
Een state of mind creeeren waarin je constant klaar bent om adequaat te reageren op een situatie waarbij brand betrokken is.
Het bestrijden van brand.
Onderzoek naar en rapporteren van incidenten inzake brand.
Bron: Lloyd's List of Intelligence Casualty Statistics.
Effect van cursussen: afname van dodental.
Belangrijke afspraken
Om deze cursus goed en veilig te laten verlopen moeten we een aantal afspraken maken:
Kom op tijd. Onze tijd is beperkt. Te laat komen betekent verstoring van de les.
Een dag gemist is de cursus gemist.
Je zal dan op eigen kosten en in eigen tijd die dag een keer in moeten halen, evt bij een extern bedrijf. Na het missen van een dag(deel) kan je dus ook geen examen meer doen, omdat je dan niet voldoende lesstof gehad hebt.
Bij familieomstandigheden en dergelijke wordt in overleg naar een passende oplossing gezocht.
Bij praktijkoefeningen:
- Werkkleding verplicht. (Helm, overall, veiligheidsschoenen, handschoenen.)
Mocht je je, om wat voor reden dan ook, tijdens praktijkoefeningen
niet prettig voelen zeg dan "NO PLAY".
Elke andere opmerking kan uitgelegd worden als zijnde behorend bij de oefening.
Bij "NO PLAY" wordt de oefening accuut gestopt en actie ondernomen om je uit de oefenlokatie te krijgen.
Mocht je door de NO PLAY situatie geen certificaat uitgereikt worden dan wordt dit gemeld bij Inspectie Leefomgeving & Transport en moet in overleg met IL&T naar een passende oplossing worden gezocht.
Het niet uitreiken van het certificaat gebeurt alleen als dezelfde No Play situatie zich meerdere malen voordoet en de cursist de oefening dien ten gevolge niet afmaakt.
Wat gaan we doen
We gaan zowel theorie behandelen als in de praktijk werken.
De 4e dag gaan we op het ponton oefenen.
De 5e dag gaan we examen doen in Oude Haske bij G4S.
Gedetailleerd lessenplan
Datum: Volgens Jaarrooster
Cursus:
Advanced Fire Fighting
Lesplan:
Dag 1
Aantal deelnemers: max. 16
Min. 8
Beginsituatie:
In bezit van Basic Safety
Moet goedgekeurd zijn voor de zeevaart en is fysiek in staat om aan alle oefeningen deel te nemen.
Brand blussen. Gebruik maken van de juiste brandblus
middelen. Evalueren van een brand.
Maken van een oefening.
Competentie:
B: Aansturen
Tijd
Verwijzing STCW/IMO modelcourse
Lesinhoud
Theorie
Materiaal
Werkvorm
Toetsing/evaluatie
Dag 5
Rooster volgens G4S
4.1 , 4.2 , 4.3
Programma G4S in Oudehaske
Lesbezoek
G4s
Rooster volgens G4S
Examinering en evalueren van de cursus
AD.04
Programma G4S
AD.04
Dag 1
Dag 1.
08.30: Voorstellen aan elkaar.
Uitleg doelstelling
09.00: Herhalen van basisprincipes brandblussen, kleine blusmiddelen
theorie en uitleg ademlucht (set)
10.00: Pauze
10.30: Oefenen met ademlucht.
Deurprocedure
15.00 - 16.30 Behandelen verschillende scenario's in de
machinekamer.
Dag 2
08.30: Behandelen verschillende scenario's aan dek.
10.00: Pauze
10.30: Leiding geven en organiseren.
12.00: Pauze
12.30: Leiding / organiseren en samenwerken met de wal.
14.30: Pauze
15.00: Oefenen met brandblusmiddelen (dit zal vrijdag bij G4S uitgebreid gedaan worden.)
Blussen van een persoon.
Dag 3
08.30: Onderhoud aan blusmiddelen, detectiemiddelen, en Outfit
10.00: Pauze
10.30: Onderhoud gasmeters en certificaten.
12.00: Pauze
12.30: Koolmonoxidevergiftiging.
14.30:Pauze
15.00 - 16.30: Lopen met ademlucht en communicatie.
Dag 4
08.30 Didactische Proeve van Bekwaamheid.
Oefening Groep 1 scenario op ponton.
12.30 Pauze
13.00 - 15.00 Oefening Groep 2 scenario op ponton. LAPTOP MEE!
De groep wordt verdeeld in twee groepen A en B.
Groep A bedenkt een scenario, uitvoerbaar in en op het (hoge) ponton.
Het scenario is geheel aan de groep zelf.
Het scenario wordt ter controle op papier gezet..
Voorbeeld.
Groepsindeling: On scene commander: 1 pers. (Naam)
Team 1 : 2 pers. (namen)
Team 2: 2 pers. (namen)
Etc.
Benodigdheden: Rookmachine.
Slachtofferpop.
Etc.
Lokatie: Ponton, pakkenhok
Slachtoffer onder stapel pakken.
Brandhaard daar en daar.
Etc.
Vervolgens gaat ploeg A de oefening klaar zetten, waarna ploeg B de oefening draait, zonder de bovenstaande info gehad te hebben.
Ploeg B maakt ook zo'n oefening die ploeg A dan moet uitvoeren.
De leden van de niet uitvoerende ploeg kijken mee en maken aantekeningen voor de evaluatie.
Dag 5
Deze dag zullen jullie het externe gedeelte van de PvB doen bij G4S
Hoe de dag daar uit ziet zullen jullie daar horen.
Dit examen in combinatie met de PvB van school vormt de uiteindelijke beoordeling voor het al of niet verkrijgen van het certificaat.
Adres: Duitslanddreef 29, 8447 SE Oudehaske
Aanvangstijd wordt per mail medegedeeld.
Houdt rekening met een looptijd van 30-40 minuten vanaf de dichtstbijzijnde bushalte naar G4S.
-Kleding mee die vies mag worden. (Rooklucht)
-Flesje mee om water te kunnen drinken tijdens de oefeningen.
Dag 1
Wat is brand? De branddriehoek. (Pag 18)
(Herhaling Basic Training)
Benodigdheden voor brand, de branddriehoek
Maersk Honam. Bron: YouTube, Dinesan Kannarakal
In deze cursus gaat het er steeds om: wat heb ik als On Scene Commander (OSC) nodig om deze brand te bestrijden?
Welke info is van belang?
Kortom, hoe kan ik als OSC de schade in het volgende filmpje voorkomen?
Bron: zeevaartschooldocent youtube. Result of fire on containership Als eerste dienen we brand te definieren:
"Brand is een ongecontroleerde chemische reactie tussen een brandbare stof en zuurstof waarbij warmte vrij komt".
(Onthoud het dikgedrukte even)
Als vuur wel nog gecontroleerd is, spreekt men niet van brand maar gewoon van vuur.
Een kaars is geen brand tenslotte, netzoals je gaspit dat niet is.
Slaat het vlammetje van de gaspit in de koekenpan en gaat het vet daarvan branden, dan spreekt men van brand.
Bemerk dat het woord vlammen en rook niet in de definitie voorkomen.
Er bestaan brandstoffen waarbij je niets ziet als het brandt.
Als een brand heel efficient de brandstof verbrandt is er heel weinig rook.
(Bijvoorbeeld spiritus, van de gourmetset.)
F1 Austria 2003 M. Schumacher fire. Bron: YouTube
Het oranje vlammetje dat je even ziet is NIET de brandstof.
Dat is het bodywork van de auto dat begint te branden.
Pitstop Invisable fire
De branddriehoek en vijfhoek.
Herinner je je de drie punten in de definitie nog?
een brandbare stof en zuurstof waarbij warmte vrij komt
Dat houdt dus in dat als van die drie elementen er eentje niet aanwezig is, er ook geen sprake is van brand.
Dit noemt men de branddriehoek.
Brand functioneert als er tenminste 3 dingen aanwezig zijn:
-Brandstof
-Zuurstof
-Voldoende hoge temperatuur.
De temperatuur is ook belangrijk.
De stof zelf brandt niet.
Houdt maar eens een seconde een aansteker onder een vel papier.
Het papier zal niet gaan branden.
Het zijn de gassen die t.g.v. de hoge temperatuur vrijkomen.
Het materiaal "verdampt" als het ware.
En het zijn deze gassen die branden.
Dat is het moment dat het papiertje gaat branden als je de aansteker er wat langer onder gehouden hebt.
Elk materiaal kan branden.
Als je maar genoeg warmte er in pompt.
Kijk maar naar steen: dat gloeit en brandt als het uit een vulkaan komt.
Staal: het wordt zo heet in een hoogoven dat er vlammen boven te zien zijn.
Deze 3 voorwaarden móeten aanwezig zijn om een brand te doen ontstaan én om hem in stand te houden.
Dat betekent dat als we één van de 3 voorwaarden wegnemen de brand uitgaat.
Dan blussen we dus.
De Branddriehoek. Bron: YouTube, Jeugdbrandweer.
Naast de branddriehoek bestaat er ook nog een brandVIJFhoek
De vijfhoek heeft als extra dat er ook nog rekening gehouden moet worden met de mengverhouding brandstof : zuurstof en de katalysator.
Mengverhouding zuurstof : brandbare stof zorgt voor de volledigheid van de verbranding.
Dus hoe goed het vuur brandt.
Volledige verbranding: weinig tot geen rook (Voorbeeld spiritus)
Onvolledige verbranding: veel rook. (Bijna alle "gewone" branden. Voorbeeld: autobanden of dieselmotor die slecht afgesteld is.)
Dieselengine4959 BHP, smoke De zwarte rook ontstaat als de motor in verhouding tot de zuurstof even (veel) te veel diesel krijgt.
Deze processen kunnen de brand zowel positief als negatief beïnvloeden.
Het wegnemen van één van deze zijden hoeft echter niet persé te leiden tot het doven van de brand.
Een katalysator kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat een brandbare stof ontbrandt voordat de zelfontbrandingstemperatuur van de brandbare stof bereikt is.
Nemen we tijdens de brand die katalysator weg, dan is die temperatuur inmiddels wel bereikt en zal de brand niet doven.
Een mengverhouding (brandbare stof : zuurstof) kan zó groot zijn dat een brandbare stof niet ontbrandt.
Maar als het eenmaal brandt en men voegt nog meer brandbare stof toe zal de brand niet doven.
Door de hoge temperatuur zal de toegevoegde brandstof gewoon ontbranden.
Toelichting op kathalysator:
We doen de proef met een suikerklontje.
Het eerste suikerklontje brandt niet, omdat de lucifer niet genoeg energie geeft om de reactie te starten.
Wanneer je het suikerklontje met as inwrijft, brandt het wel.
Dit komt doordat de as meehelpt bij het verbranden van de suiker, zonder zelf erin betrokken te raken.
Er is nu minder warmte nodig om de verbranding te starten. (Bron: http://www.expeditionchemistry.nl/brandend-suikerklontje/ )
Foto's: M.Jacobs, Noorderpoort E&M
De as zorgt er dus voor dat de ontbrandingstemperatuur van de suiker lager wordt.
Het gaat met een lagere temperatuur gassen.
En, nogmaals, het zijn de gassen die branden. Niet het materiaal.
De as is een z.g. katalysator.
Er zijn blusmiddelen die werken op een z.g. negatieve katalytische werking.
Daarmee wordt de ontbrandingstemperatuur zo hoog gemaakt dat de brand uit gaat.
Daarover later meer.
Brandontwikkeling
Als tijdsspanne voor de ontwikkeling van een brand wordt 3-5 minuten aangenomen.
In die tijd kan men vaak met kleine blusmiddelen een brand relatief gemakkelijk bestrijden.
Maar alles staat of valt met de drie facetten van de branddriehoek.
Is er veel, of fijn verdeeld, brandbaar materiaal en veel zuurstof om dat materiaal heen?
Dan zal het veel sneller gaan.
Kijk hoe snel een uitgedroogde kerstboom brandt nadat 1 lampje doorbrandt en een vonkje geeft.
Christmas tree fires can turn devastating
Wat in dit filmpje ook goed duidelijk wordt is de zogenoemde Chain Reaction. (Kettingreactie)
De figuur laat zien dat als we 1 van de zijden van de branddriehoek laten toenemen de overige zijden ook gaan toenemen.
Voorbeeld van het filmpje:
-Vonk van het lampje (warmte) tegen een dennennaaldje (brandbare stof)
- Door de fijne verdeling van de dennennaaldjes is er zuurstof zat.
- Naaldje gaat feller branden en doet het naastgelegen naaldje ont-
branden. => Toename materiaal => toename warmte.
- Door de toegenomen warmte kunnen verderop gelegen naaldjes ook ontbranden.
-De warmte kan nu ook van elders zuurstof "aan gaan zuigen".
- Meer zuurstof => hele boom in brand => meer warmte => omliggende omgeving wordt zo warm dat die ook gaat gassen en ontbranden.
- De omliggende omgeving gaat branden (toename brandbaar materiaal) => warmte neemt toe (nu niet meer zo zeer in temperatuur maar wel in hoeveelheid) => etc.
We komen aldoor weer bij het begin van de kettingreactie uit, waardoor de brand zichzelf in stand houdt of zelfs laat groeien.
Ezelsbruggetje: Antraciet (Steenkool) of Aanmaakblokjes
Brandklasse B: Vloeistoffen
Brandklasse B
Vloeistoffen (Ezelsbruggetje: Benzine)
Ezelsbruggetje: de B van Benzine, dus vloeistoffen.
NOOIT met water blussen!
Brandklasse C: Gassen
Brandklasse C
Gassen.
Ezelsbruggetje: aCetyleen. (Gas om staal te snijden)
Te blussen met:
Beste methode: NIET blussen: toevoer stoppen.
Propane fire training
Bemerk hoe de vlammen gevangen worden in het waterscherm.
Gassen
Brandklasse D: Metalen.
Magnesium, Aluminium, Titanium, legeringen.
(Lithium in accu's gaan we verderop nader op in)
Veelal dus stoffen eindigend op um.
Is vaak NIET te blussen met water.
Zeer hete verbranding: Water ontbindt in Zuurstof en waterstof=> explosie
Te blussen met:
Voorkeur: speciale klasse D blusser.
Bij niet te grote brand kan men proberen af te dekken met zand.
Klasse D
"Brandklasse" E: Elektriciteitsbranden
Deze klasse bestaat officieel niet meer.
Branden van klasse E waren branden die TE MAKEN HEBBEN met elektriciteit.
De brandklasse E is vervallen.
Brand in accu's verdient aparte aandacht.
Door overladen, oververhitting, te diep ontladen kan een accu ontbranden.
Met de oude lood- zuuraccu was dit niet zo'n probleem.
Dit was goed te blussen met, bijvoorbeeld, CO2
Tegenwoordig wordt dit gecompliceerder.
Lithium-ion (Li-Ion) accu's bevatten zeer veel energie.
Bij normaal gebruik komt dit vrij als energie voor het apparaat dat er voor bedoeld is.
Voorbeelden van gebruik van Li-Ion accu's zijn telefoons, speelgoed, hoverboards, maar ook elektrisch aangedreven auto's, en de kans dat de noodstroomvoorziening van de brandmeldcentrale Li-Ion accu's heeft is groot.
Bij laden produceren deze accu's warmte en zuurstof.
Dat zijn al twee poten van de branddriehoek, dus.
De derde poot, brandbare stof, is de accu zelf.
Dit soort accu's houden de brand dus zelf in stand.
Li-Ion accu zeer moeilijk te blussen.
Blussen met poeder lukt dus niet.
Het negatief katalytisch effect (verhogen van de ontbrandingstemperatuur) is onvoldoende.
Met water blussen is ook geen goed idee.
Door de hitte zal het water splitsen in waterstof en zuurstof.
Feitelijk blijft hier nog maar 1 poot van de branddriehoek over waarmee we kunnen blussen: brandbare stof verwijderen, hetgeen in de praktijk zeer moeilijk zal gaan.
Het enige blusmiddel is een F-500 blusser.
Blussen van Lithium batterijen.
Het is een schuimblusser met als blussende werking afdekken, nat maken en koelen.
Dit gebeurt in overtreffende trap, waardoor de andere twee poten van de branddriehoek toch effect gaan krijgen als bluswerking.
Is die niet aan boord dan zit er weinig anders op dan de brand gecontrolleerd uit te laten branden.
Brandklasse F; Grote vetbranden
Brandklasse F
Brandklasse F
Ezelsbruggetje: in Duits Fett, Engels: Fat
-Vetbranden, en olieën, van grote omvang.
(Opslagtanks, vetstore, grote frituren "Deep Fryers", snack bar formaat)
Te blussen met:
Voorkeur type F blusser. Tweede keuze: afdekken met iets (Blusdeken, pannendeksel, plaat staal/ zelfs een houten plaat kan.)
Branden van klasse F kan je aan boord moeilijk zelf blussen omdat ze vaak zo groot zijn.
Bij iets kleinere omvang (b.v frituuroven) Blusdeken
Schuimblusser (pas op voor herontbranding!)
Poederblusser (Pas op voor herontbranding!)
Recentelijk is er een nieuwe brandblusser ontwikkeld voor dit soort branden: de Fry-fighter.
Dit is een soort van schuimblusser, echter klontert het schuim hier samen en vormt zo een min of meer vaste laag op het vet.
Kleine blusmiddelen (Herh BT)
Handbrandblussers (Extincteur) Algemeen
Handbrandblusser, of ook wel extincteurs genoemd, zijn je eerste mogelijkheid bij het blussen van de meeste beginnende branden.
Mits goed toegepast is een brand binnen enkele seconden uit.
Daarvoor zijn er diverse types op de markt.
De ABC poederblusser
De CO2 blusser
Bemerk de zwarte koker aan de spuitopening.
Het CO2 zit samengeperst in de blusser.
Om een gas te worden moet het kunnen expanderen, uitzetten.
Door de uitlopende koker gebeurd dat en wordt een wolk van CO2 gas gevormd.
De sproeischuimblusser.
Net als alle andere blussers zijn ook deze in klein (2 kg /Lt), middel (6 kg/Ltr) of groot (9kg/Ltr) verkrijgbaar.
De 2 kg versie voldoet zelden.
Er zit zelden genoeg blusmateriaal in om een beginnende brand effectief te blussen.
De vetblusser.
Handbrandblussers
Algemeen & poederblusser
Handbrandblusser, of ook wel extincteurs genoemd, zijn je eerste mogelijkheid bij het blussen van de meeste beginnende branden.
Mits goed toegepast is een brand binnen enkele seconden uit.
Daarvoor zijn er diverse types op de markt.
De ABC poederblusser
Te gebruiken voor vele branden.
A B en C klasse.
Uitstekend blusmiddel, maar de nevenschade is berucht.
Vooral op electrische apparatuur.
Het poeder is een zout.
De bluswerking berust op negatieve katalitische werking.
CO2 blusser
Blussen met CO2
CO2 is de eerste keus bij electriciteitsbranden.
Elektra zit meestal in een min of meer gesloten ruimte zodat het gas goed om de brandhaard blijft zitten.
CO2 koelt ook enigszins, zij het dat men van het koelend effect niet al te veel moet verwachten.
Een vetbrand zal t.g.v. de nog hoge temperatuur herontbranden zodra de CO2 "verdampt" is.
Minder geschikt voor branden waar de brandkern diep weg zit, bv een stapel pallets: het gas kan dan niet goed doordringen.
Helemaal als het er ook nog eens stevig bij waait.
Fire safety training, how to use a CO2 extinguisher Wees erop verdacht dat het gebruik van een CO2 blusser in kleine ruimtes kan leiden tot een tekort aan zuurstof.
Overweeg of een CO2 blusser vervangen zou kunnen worden door een ander blusmiddel als bijvoorbeeld (sproei)schuim.
Schuimblusser
Blussen met sproeischuim.
Schuim is de eerste keus bij vloeistofbranden.
Het wordt ook wel een AFFF ("A-tripple F) genoemd.
AFFF staat voor Aqueous Film Forming Foam, Het vloeit over de vloestof heen en bedekt het zodat de zuurstof afgesloten wordt.
How fire fighting foam works
De bluswerking is dus zuurstof afsluiten.
Het schuim kan door wind wegwaaien.
Op die plekken kan de vloeistof door zelfontbranding weer gaan branden.
Wanneer de wind wegvalt zal (bij voldoende toegevoegd schuim) die plek weer dichttrekken en weer doven.
De meeste schuimblussers kunnen ook voor elektrabranden gebruikt worden.
Check hiervoor de nozzle.
Ook staat het er op: "SPROEISCHUIM"
of: "GESCHIKT VOOR ELEKTRICITEIT TOT 1000 VOLT"
Blusdeken
Blussen met een blusdeken
Een blusdeken is een zeer effectief blusmiddel voor elke brand die door de deken ruim omsloten kan worden.
De blussende werking is afsluiten van zuurstof.
Het heeft echter een paar nadelen:
-Je moet dicht bij de brandhaard kunnen komen.
-De deken moet groot genoeg zijn om de gehele brand in te kunnen pakken, dus de grootte van de brand is beperkt.
-Omdat er niets gekoeld wordt kan de brand zeer gemakkelijk herontbranden. Je moet de brandhaard dus langdurig af laten koelen voor je de deken weghaalt.
How to use a fire blanket
Blussen van een vetbrand met deken.
Person on fire? This is what you do.
Blussen van een persoon met een deken.
In landen als Duitsland wordt deze methode niet meer aangeleerd.
Reden: Je wrijft de deken op de verbrande huid: pijn en kleding wordt in de wond geduwd.
Alternatieven:
Schuimblusser: Koelt ook gelijk.
Poederblusser: Nadeel, slachtoffer krijgt poeder in de longen.
Blussen van een persoon zonder deken (Stop drop and roll techniek)
Stop drop & roll (Bron: Basic fire safety & escape plans)
Water
Laten we het belangrijkste blusmiddel niet vergeten: Water.
Blussen met water
Blussen met water heeft een paar hele grote voordelen:
-Het is voor vele brandklassen toepasbaar. (Geen brandende vloeistoffen, sommige chemicaliën, Metaalbranden)
-Het koelt. (Omgeving én brandweerman)
-Het is op een schip onbeperkt voorradig.
-Het is vanaf enige afstand toepasbaar.
-Kan op vele manieren gebruikt worden=> blustechnieken.
Nadelen:
- Geleidt stroom
-Verzamelt zich => stabiliteit.
- Bevriest bij temperaturen onder 0. Bevriest het bluswater bovendeks dan loopt het niet meer weg, wordt ijs en wordt de stabiliteit een probleem. - Zwaarder dan meeste vloeistoffen => brandende vloeistof verspreidt zich.
- Spuit je met een vaste straal in bijvoorbeeld een brandende bulklading dan kan er een stofexplosie optreden (zie verderop)
De bluswerking berust op afkoelen, en ook wel zuurstof onttrekken (in mindere mate).
Daarnaast vormt water stoom en neemt daarmee volume in.
1 liter water wordt 1600 liter stoom.
Stoom bestaat uit miniscule waterdruppeltjes.
Al deze druppeltjes kunnen water opnemen.
Dus in plaats dat je 1 dm3 (1 ltr = 1 dm3) koelend vermogen hebt, krijg je 1600 dm3 koelend vermogen.
Het effect van een shot water tegen het plafond op de temperatuur van de brand.
G4S Flash Box fire training English Nadelen van blussen met water:
Water kruipt overal heen.
Ook ruimtes die misschien helemaal geen brand- of rookschade hebben opgelopen kunnen schade krijgen door optrekkend of doorslaand vocht.
Maar het grootste probleem is dat het water zich verzameld in het schip: we krijgen vroeg of laat problemen met de stabiliteit.
Blussen met water is het effectiefst met een nevelscherm.
De nevelscherm verspreid zich over het brandende oppervlak en neemt zo veel meer warmte op dan een gebonden straal.
Gevaar bij een gebonden straal is ook dat men het brandende materiaal verspreidt door de kracht van de straal.
Een gloeibrand moet men juist wel met een gebonden straal aanvallen om in de kern van het brandend materiaal te kunnen komen.
Brandend vertrek openen.
- Voer de deurprocedure uit.(Zie betreffend hoofdstuk)
- 1 Man opent de deur een klein stukje, ("1, 2, 3...") tweede man spuit 3 x kort tegen het plafond onder een hoek van zo'n 40 graden. ("4, 5, 6.").
- Water vormt dan stoom en verstikt de brand.
- Wacht enige tijd (+/- 20 seconden)
- Open de deur nog eens en weer 3 korte stoten tegen het plafond.
- Open de deur weer en check de brand.
- Eventueel de procedure herhalen.
Een heel groot voordeel van water is het koelend effect.
Zet men de nozzle op sproeischermstand dan creëer je daarmee een muur tussen de vlammen en jezelf die het zicht niet of nauwelijks belemmert.
Hieronder nog duidelijkere foto.
Een brandende gasfsluiter blussen kan door de vlam in te sluiten in een waternevelsproeischerm.
Waternevelsproescherm waarin gasvlam gevangen wordt. Bron: Brandweerkorps Roden (Dr.)
(Gasvlam in waternevelscherm vangen)
Fire Man's Outfit
Het brandweerpak.
Om een brand zo veilig mogelijk te kunnen bestrijden zullen we onszelf moeten beschermen middels een brandweerpak.
De lokatie van het pak moet aangegeven worden met deze sticker:
"Fire Locker"
Ooit was dit het gangbare pak:
Dit pak kan je nog steeds aan boord aantreffen,maar genieten niet de voorkeur.
Je kan te dicht bij het vuur komen zonder te merken dat het echt te heet wordt.
Deze pakken worden nu nog gebruikt voor werk waarbij je slechts kort in contact komt met hitte (Bijvoorbeeld Hoogovens).
Tegenwoordig is de standaarduitrusting van de z.g. "Fireman's Outfit" veelal hetzelfde als die van de professionele brandweer aan de wal.
Het pak is in de eerste plaats bedoeld om je te beschermen tegen de hitte en hete voorwerpen waar je tegenaan kunt lopen.
Door zijn dikte beschermd het ook enigszins tegen (niet al te zware) vallende
voorwerpen.
Het isNIET bedoeld om je tegen water te beschermen.
Sterker, je moet er voor zorgen in het geheel niet nat te worden.
Water in je pak wordt heet -> vormt stoom -> jij raakt oververhit.
Of het pak dat bij jou aan boord van een goedgekeurd type is, kan je checken op de site van MarED (Soort Europese IMO): http://www.mared.org/ Dit pak geniet veruit onze voorkeur:
Het basispak bestaat uit:
-Broek met bretels.
-Isolerende jas van brandwerend en waterdicht maar ademend materiaal (vaak wol).
-Veiligheidslaarzen met stalen neuzen en zolen.
Eens per maand moet hij gecontrolleerd worden en deze controle moet afgetekend worden in het ISM.
-Algehele conditie van het pak.
-Geen schimmel?
-Bretels nog goed?
-Reflectiestrepen OK?
-Sluiting OK?
Firedampers / brandkleppen
Voor het bestrijden van een brand kan het verstandig zijn om het schip "luchtdicht" af te sluiten.
De brand zal dan geen zuurstof meer krijgen en doven of gaan smeulen.
Dit vergemakkelijkt de bestrijding van de brand.
Bij het toelaten van CO2 in een ruimte is dit zelfs een noodzaak.
Er zijn vele soorten brandkleppen.
Ze kunnen op afstand bediend worden middels staaldraden.
Of een simpele stalen "deur"die met de hand gesloten dient te worden.
Brandkleppen op een ruim.
Vlinderkleppen in buizen/pijpen.
Deze kunnen hydraulisch of electrisch bedient zijn, maar moeten ook met de hand gesloten kunnen worden.
Het sluitmechanisme moet duidelijk zichtbaar zijn middels een hendel of draaiwiel.
Deze moet geschilderd zijn in een kleur die sterk afwijkt van die van de achtergrond. (Meestal rood)
Hier is dat duidelijk niet het geval.
In een (naar je kunt indenken) gehaaste sluitronde zie je deze hendel maar al te makkelijk over het hoofd.
Het sluiten van de brandkleppen kan ook een nadeel zijn: de ruimte zal zich zeer snel vullen met rook waardoor het zicht sterk belemmerd of zelfs nul wordt.
Per situatie zal dus bekeken moeten worden of het een verstandige beslissing is of niet.
Het symbool voor een fireflap op het safetyplan is:
Ademlucht
De BA set
De BA set (Breathing Apparatus) biedt ons de mogelijkheid om in een giftige omgeving (rookgassen) ons werk te kunnen doen.
Het grootste gevaar bij brand is namelijk niet de hitte maar de giftige gassen.
Pag 143: De bekendste daarvan is CO, koolmonoxide, of ook wel kolendamp genoemd.
Je proeft, ruikt of ziet CO niet.
Je bloedplaatjes nemen liever CO op dan zuurstof => verstikking.
Verschijnselen:
Slaperigheid en duizeligheid
Misselijkheid, braken en verwardheid
Hartkloppingen, hyperventilatie en hoofdpijn
Het probleem is dat dit ook door andere zaken kan komen en je de symptomen dus negeert.
Afhankelijk van wat er verbrandt zijn er vele andere gassen die ons lichaam kunnen vergiftigen:
-Benzenen
-Alkayden.
-Roetdeeltjes.
-Stikstof
-Kooldioxide
-Zwaveldioxide
En eentje die in bijna alle scheepsbranden voorkomt omdat het vrijkomt bij het verbranden van vele plastics (PVC, isolatie elktr. kabels) : Blauwzuurgas (Cyanide, gaskamers WO2)
Is CO dan per definitie dodelijk/giftig?
Giftig: ja.
Het is altijd giftig.
Dodelijk?
Nee, niet altijd.
Alles hangt samen met de hoeveelheid die je in een bepaalde tijd binnenkrijgt.
Als ik in 24 uur, 1 keer CO inadem zal ik er niks van merken.
Blijf ik er de volle 24 uur in dan heb ik op zijn minst te maken met bovenstaande klachten, of zelfs de dood.
Pag 147 Dit heeft te maken met de zogenaamde MAC waarde.
De Maximum Allowable Concentration.
In het NL: de Maximaal Aanvaarde Concentratie.
Dit begint een nog veelgebruikt, maar wat verouderd, begrip te worden.
Tegenwoordig heeft men het over de Threshold Limit Value - TLV.
Elke stof heeft die.
Hij is echter niet voor elke stof en elk mens hetzelfde.
Het is daarom een handvat.
Bij het vaststellen van de MAC-waarde gaat de Gezondheidsraad uit van de gemiddelde, gezonde volwassene.
De waarde kan dus te hoog zijn voor iemand die daarop een uitzondering is. Bijvoorbeeld iemand met hartklachten.
De MAC-waarde geeft de veilige grens aan van maar één stof. Er kunnen meerdere stoffen in de lucht hangen.
In veel bedrijven wordt vaak met meerdere stoffen tegelijk gewerkt. De combinatie van stoffen kan gevaarlijk voor de gezondheid zijn. Terwijl tegelijkertijd elke stof apart netjes onder de MAC-waarde blijft. Een aantal mengstoffen heeft daarom een eigen MAC-waarde. Zoals de oplosmiddelen rubber solvent en terpentijnolie.
MAC-waarden gelden niet bij extreme werkomstandigheden.
Bijvoorbeeld als je lichaam zich hard moet inspannen. Dan kan de ‘veilige’ hoeveelheid chemische stoffen alsnog te hoog zijn. Je ademt immers meer vervuilde lucht in bij hoge lichamelijke inspanning. Je krijgt dan meer schadelijke stoffen binnen dan de gemiddelde werknemer. Dit is het geval als je zwaar werk doet, of als het heel koud of warm is.
Een MAC-waarde kan vastgesteld zijn op maar 1 gezondheidseffect.
Bijvoorbeeld irritatie. Er wordt dan geen rekening gehouden met andere gezondheidseffecten.
(Bron: FNV-Werkwacht)
Bij brand en de bijbehorende rook is een overschrijding van de MAC waarde realistisch.
Die zal er gewoon zijn.
Daarom maken we gebruik van adembescherming.
Adembescherming bestaat in twee varianten:
- Afhankelijke bescherming; je gebruikt nog steeds de buitenlucht om te ademen. (De bekende gasmaskers met filters)
- Onafhankelijke bescherming: je gebruikt lucht die niet uit de omgeving komt, maar uit bijvoorbeeld persluchtflessen: de ademluchtset of Breathing Apparatus (BA) set, zoals ze aan boord genoemd worden.
Een ademluchtset is dus al gauw onontbeerlijk.
Zet deze dus standaard op!
Aan boord zal die meestal van het merk Drager zijn, omdat dit een merk is dat wereldwijd verkrijgbaar is en daarmee de onderdelen dus ook, mocht er wat mis mee zijn.
Veel mensen noemen dit een zuurstoffles.
Dit is niet juist.
De fles bevat geen zuurstof, maar samengeperste buitenlucht.
Behalve zuurstof bevat het dus nog veel meer gassen.
De BA fles (vanaf pag 155)
De persluchtfles verdiend een apart hoofdstukje.
Hij kan gemaakt zijn van staal:
Of Kevlar
Ieder met zijn eigen voor- en nadelen.
Het lichter gewicht van Kevlar is een groot voordeel.
De stalen is weer een stuk goedkoper.
In de hals van de fles zijn allerlei letters en cijfers ingelsagen:
Zie ook illustratie op pag 157.
-De eerste datum van keuring gevolgd door het serienummer.
Dit serienummer moet uiteraard overeenkomen met het bijbehorend
certificaat.
Deze keuring, bij het stoomwezen, moet eens in de 5 jaar herhaald
worden.
- De inhoud in liters
- De normale werkdruk gevolgd door de testdruk.
- De inslagstempel van de keuringsinstantie.
Op oudere flessen kan dit nog een ankertje zijn (Scheepvaartinspectie), tegenwoordig zal dit een leeuwtje in een cirkel zijn (Stoomwezen.)
-Tevens moet het jaar van de herkeuring erin geslagen zijn: de letter R (Retest) gevolgd door een jaartal.
De uiteindelijke ingeslagen stempel zou dan kunnen zijn:
Leeuw/jaar/maand R jaar.
Oudere stempels:
maand/jaar leeuw jaar
Tevens moet de fles voorzien zijn van een sticker die aangeeft wat er voor gas in de fles zit.
Op de sticker moet de kleurcode voor dat gas staan (groen voor zuurstof) en de UN code uit het IMDG-code boek.
Aan boord moeten we natuurlijk voldoende perslucht voorradig hebben.
Daarom is het verplicht voor elke BA set een extra fles aan boord te hebben.
Veel schepen hebben een eigen compressor aan boord om de flessen tijdens de werkzaamheden op te vullen.
In de alarmrol staat dan aangegeven wiens taak het is om de flessen te vullen.
De afsluiter (blz 159)
Hoewel de afsluiter gemaakt is om met zeer hoge drukken om te gaan is het een gevoelig instrument.
Men dient het voorzichtig te behandelen.
De afsluitende pen is een vrij dun bronzen pennetje.
Bij te hard aandraaien bij het afsluiten druk je de punt kapot in de zitting en is de afsluiter kapot.
Draai de afsluiter tussen vingers en duim dicht.
Nooit met de vuist.
(Bron: Lesboek Brandweeracademie NIFV Manschap a Persoonlijke bescherming)
Noot: In het boek wordt gezegd dat de afsluiter maar 4 slagen open hoeft omdat de doorlaat dan groter is geworden dan de slag van de spindel.
Waar als dit mag zijn, advies: geheel open draaien.
- Je weet tenminste of afsluiter open is of dicht door even te voelen.
- Bij wrijven langs bv een muur kan de afsluiter niet onbewust dichtgedraaid worden.
En niet een halve slag weer dicht.
Bij normaal open draaien (en niet met brute kracht) valt het gevaar van het beschadigen van de spindel alleszins mee, en de aflsuiter blijft tenminste goed open omdat de spindel een klein beetje klemt.
Gevaren van de fles
Blz 160
-Zeer hoge drukken (200 - 300 bar)
-Als afsluiter breekt => raket.
-Bij handelingen met de fles op een tafel => vallen.
De stofdop.
Blz 160
De stofdop dient als eerste ter indicatie dat de fles vol is.
Draai de dop er dus niet meer op als een fles gedeeltelijk gebruikt is.
Omdat de dop in de schroefdraad zit beschermt deze de schroefdraad .
Beschermt tegen vuil.
Na vullen is het nog het beste om over de dop een stuk tape met de tekst "GEVULD" te plakken.
Mocht de fles geopend worden terwijl de dop er nog op zit dan zal het door de druk niet meer mogelijk zijn deze er met de hand af te draaien .
Dat is dan alleen nog mogelijk met een (steek)sleutel of een Bahco.
De druk is geen probleem.
Door de fijne schroefdraad kan de druk al weg voordat de dop helemaal los is.
Bovendien zit er maar een heel klein beetje lucht achter de dop.
Reduceer en omhangen van de set
De Reduceer (Drukregelaar, blz 161)
De connectie-ring heeft zeer fijn draad om de hoge druk op te kunnen vangen.
Hij is voorzien van een rubber rand om er goed grip op te krijgen.
Gelijk erna komt een blokje: de reduceer.
Deze heeft een aftakking naar de manometer waar je de actuele druk op de fles op af kunt lezen en een gedeelte dat naar de ademautomaat gaat.
De druk wordt gereduceerd van 300 naar 20 bar.
Hij kan met een snelkoppeling aan de ademautomaat gekoppeld worden.
Op blz 162 en 163 wordt nader ingegaan op de reduceer.
Kern is dat deze de druk van enorm hoog terug brengt naar gemiddeld hoog.
De ademautomaat. (Blz 167)
Vervolgens komt de lucht in de ademautomaat.
Deze reduceert de lucht naar 7 - 8 bar.
Tevens "voelt" de ademautomaat wanneer je inademt en laat hij lucht door.
Daarom wordt hij ook wel de doseer genoemd.
Doordat je inademt wordt de druk aan de "binnenkant" van het membraan lager.
De hogere druk aan de 'buitenkant' drukt dan de veerbelaste klep open en de lucht stroom door.
(Zie ook figuur blz 168)
(Bron: Lesboek Brandweeracademie NIFV Manschap a Persoonlijke bescherming)
De rode knop is om de veerbelaste klep vast te kunnen zetten zodat de lucht niet gaat stromen als de ademautomaat niet aan het masker gekoppeld is.
De knop in het midden is juist om de klep open te zetten terwijl de automaat wel gekoppeld is.
Zo kan je even frisse lucht in je masker blazen om bijvoorbeeld condens weg te blazen.
DOE DIT NIET TE VAAK ivm verspilling van lucht.
Het volgelaatsmasker
Het masker is de eindgebruiker van de ademlucht.
Het is uiteraard luchtdicht zodat je in een giftige omgeving kan lopen.
Het is voorzien van:
-Een disconnectie-knop om de ademautomaat te kunnen ontkoppelen.
- Een spreekmembraan om via een radio verstaanbaar te kunnen zijn.
-Een verwijderbaar neuskapje, hier wordt de luchtdruk verlaagd naar de normale 1 bar.
-Een panoramisch venster om goed zicht te hebben.
-Een rekbaar en verstelbaar hoofdstel.
(Bron: Lesboek Brandweeracademie NIFV Manschap a Persoonlijke bescherming)
Omhangen van de ademset.
Het omhangen van de ademluchtset is niet moeilijk maar vereist een procede.
- Set voor je leggen met de afsluiter van je af.
- Check of alle banden lang zijn.
- Druk de rode knop van de ademautomaat in.
- Open de afsluiter.
- Check de druk.; 300 bar + of - 10%.
300 bar fles? Minder dan 270 bar? => vervangen.
200 bar fles? Minder dan 180 bar? => vervangen.
- Sluit de afsluiter.
- Dek met de vlakke hand de uitsroomopening van de ademautomaat
af en laat met de by-pass knop in het midden de lucht langzaam
aflopen.
- Check of de waarschuwingsfluit om en nabij de 55 Bar (rode gedeelte op de manometer) begint te fluiten. (5 bar speling)
- Nieuwe fles nodig?
=> Grote band rond fles losklikken.
=> connector losdraaien.
=> nieuwe fles monteren.
=> Band weer vastzetten.
- Automaat aankoppelen en rode knop indrukken.
- Check of alle bandjes van het masker lang zijn.
- Pak het rugmasker bij de handvatten en terwijl je hem over het hoofd op je rug laat zakken komen de banden om je armen en op je schouders.
Je kan hem ook omhangen alsof je een jas aantrekt.
- Terwijl je "hupt" de schouderbanden aantrekken.
- De buikband vastmaken en aantrekken.
De set mag nu niet te vast maar zeker niet te los zitten.
Te los zitten gaat enorm iriteren tijdens de werkzaamheden.
- Alle losse einden van de banden wegstoppen zodat je niet ergens
tussen kan komen te zitten.
- Afsluiter openen
.
Masker op zetten
- Steek eerst de kin in het masker.
- Trek de bandjes t.h.v. de kin aan.
- Trek de bandjes in het midden van het gezicht aan.
-Trek de band in het midden bovenop het hoofd aan.
- DE BANDJES ACHTERWAARTS TREKKEN, niet zijwaarts.
- Adem in => lucht gaat stromen.
- Steek een vinger tussen je wang en de rand van het masker => de
lucht moet nu gaan stromen.
- Sluit de afsluiter en houd de adem 10 seconden in: de druk op de
manometer mag niet zakken, anders heb je ergens lekkage.
- Druk op de knop van de by-pass klep. => lucht moet gaan
stromen.
De set is nu klaar voor gebruik.
Na gebruik:
-Alle banden na het afhangen weerLANG MAKEN!!
Het kost enorm veel extra tijd als je dit moet doen wanneer je de
set in gebruik wil nemen. Tijd die je niet wil missen!
-Vervang de fles door een volle.
-Reinig het masker met desinfectiespray of door het een poosje in
emmer met water en een mild reinigingsmiddel te leggen.
-Hang de set weer altijd op zijn plek terug! Denk nooit: dat doet die
ander wel!
Voor de werking van de fluit verwijzen we naar de illustratie op pag 167.
Kenmerken:
-Irritant geluid dat niet ophoudt. => je gaat er dus wel uit.
-Moet afgaan bij 55 bar +/- 5%.
Ergens op de BA set zit een fluit.
In het geval op de foto bij de manometer, maar dit is merkafahankelijk.
De fluit is er voor om je te waarschuwen dat er nog slechts 50 bar restdruk in je fles zit.
Zie dit niet als een "extraatje".
Bij de profesionele brandweer zakt men voor het examen als men binnen in een vertrek de fluit laat afgaan.
De fluit moet pas afgaan wanneer men buiten is.
- Ben je tien centimeter voor de drempel, maar nog binnen, en hij gaat af dan zakt de kandidaat.
Ben je 10 centimeter na de drempel en buiten en hij gaat af dan slaagt de kandidaat.
Dan volgt er zelfs een compliment omdat je je lucht maximaal gebruikt hebt, (zoals samensteller dezes waargenomen heeft tijdens het bijwonen van een kandidaatsexamen in Wijster.)
Waarom zit hij er dan op?
Dit is voor het geval er wat met jou gebeurt.
Stel je valt en kan niet zelf meer verder.
Je maat zal dan om hulp vragen.
De "reserve" 50 bar is dan beschikbaar om jou alsnog veilig buiten te krijgen.
-De fluit moet tussen de 50 en 60 bar af gaan. Dat betekent dat hij bij 55 bar zal gaan fluiten.
-Hij mag niet af te zetten zijn, anders ga je misschien gewoon door met je werk.
-Hij moet flink hard zijn, zodat hij goed irritant is. (90 dB op 1 meter afstand.)
Hoe lang doen we met de lucht?
Hoe lang doen we met lucht? (Blz 175)
Hoe lang kunnen we met een fles doen?
Dit hangt van veel factoren af:
- De mate van arbeid: zwaar of licht werk?
- De conditie van de gebruiker: sporter of roker?
- Het stressniveau: iemand die nerveus is ademt sneller en
oppervlakkiger dan iemand die kalm is.
We kunnen stellen:
Bij matige arbeid waar je weinig bij beweegt: ong. 40 l/min.
Bij zware arbeid (slachtoffer verslepen) 80-100 l/min.
De luchtvoorraad in de fles: liters x vuldruk.
Stel fles: 5 liter.
300 bar.
Voorraad is dus 5 x 300 = 1500 liter voorraad.
Dat houdt in dat je 7,5 minuut hebt om binnen te gaan en je werk te doen en 7,5 minuut om er weer uit te komen!
Controleren restdruk moet dus een automatisme worden.
Net als kijken in spiegels bij autorijden.
Bij de professionele brandweer is het overigens verplicht dat de restantfluit pas afgaat men weer buiten staat.
Voor de OSC is het dus heel belangrijk dat hij weet hoeveel lucht de brandploeg heeft en bij welke druk de ploeg terug moet.
Bij het betreden van de ruimte moet de brandploeg dus altijd de druk dooergeven. Hierbij volstaat de laagste druk van de twee!
Het is geenszins fout om allebei de drukken door te geven, maar onnodig.
Want als de laagste druk op een gegeven moment "op" is, moeten beide personen terug.
Voor het berekenen van de terugkeerdruk kan je bovenstaande formule gebruiken.
Maar de kans is groot dat je die niet meer precies weet.
Een makkelijkere manier is de volgende.
-Geef de begindruk aan de OSC, bijvoorbeeld: 300 bar.
-Trek daar 50 bar (restantdruk) van af => 250 -Deel dit door 2 => 125 bar.
-De brandploeg heeft dus 125 bar te verbruiken op de heenweg en 125 op de terugweg.
-Tel weer 50 bar bij die 125 op (restantdruk + verbruik) => 175.
-De ploeg moet dus bij 175 bar terugkeren.
Een andere simpeler manier die net zo goed kan:
Begindruk + 50 bar, gedeeld door 2 = terugkeerdruk.
Hierbij wordt geen rekening gehouden met de werkzaamheden.
Dit is alleen het verbruik van er in gaan en er weer uit kunnen komen.
Maar tijdens de werkzaamheden kan het verbruik hard omhoog gaan.
De ploegleider zal dus moeten weten hoeveel lucht de ploeg nodig heeft om
terug te keren.
Daarbij is het heel belangrijk dat de ploeg doorgeeft hoeveel druk hij heeft bij aankomst van de brand.
Bij welke druk moet de ploeg in dit voorbeeld terug?
Ook dit kan de ploegleider opschrijven op zijn bord.
Dan kan de lijst er als volgt uit zien.
Besef wel dat het bij de verbruiksformule vrijwel onbekend is hoeveel de gebruiker aan lucht gebruikt.
Concentreer je dus op de druk.
Die is leidend.
De tijd is slechts als extra houvast.
Het safetyplan
Het veiligheidsplan
Internationaal symbool:
Het veiligheidsplan (Safety plan) is een plattegrond van het schip.
Per dek staat aangegeven waar de nooduitgangen zich bevinden en waar alle safety gerelateerde spullen staan.
-Brandblussers.
-Reddingspakken
-Reddingsvesten -Parachute signalen
-Nood radio's ("Walkie Talkie" )
-Brandkleppen
-Vluchtluiken
-Plaatsen waar brandmelders zitten.
-Noodstoppen en -afsluiters op ventilatie en motoren.
-Andere veiligheids- en reddingsmiddelen.
(Zie ook voorbeeld in lokaal)
Bemerk dat alles wat met brand te maken heeft rode symbolen heeft en alles wat met veiligheidsmiddelen (reddingsvesten etc.) groene symbolen.
Er bestaan plannen die gescheiden zijn.
Dus een rode fire plan en een groene safetyplan.
Aan boord werken we met een gecombineerde plan.
-De plannen worden gebruikt in geval van nood, bijvoorbeeld brand.
-Zeer gedetaillerde informatie (tot aantal treden van een trap en draairichting van een deur aan toe).
-Op voor een ieder bereikbare plaats:
*Brug (verplicht)
*Controlekamer (verplicht)
*Trappenhuis/gang/messroom kortom een plek waar iedereen wel komt. (verplicht)
*In rode kokers aan BB en SB zijde van het schip op goed zichtbare plaats (verplicht)
Deze hangen er voor als de brandweer aan boord komt in geval van brand als je langs de kant ligt.
Uiteraard kan je er zelf ook gebruik van maken.
*Mag op nog meer plaatsen, bijvoorbeeld in de werkplaats op het voorschip.
Het is handig om in deze kokers ook een bemanningslijst te stoppen.
Zo heb je er altijd eentje bij de hand als je moet musteren.
Noot: Dit is niet verplicht, maar als hij er in zit moet hij up to date zijn.
Ook het safety plan moet weer goedgekeurd worden door het klassebureau.
Het safetyplan is het hulpmiddel bij uitstek voor de OSC om bij te houden waar brandploegen zich bevinden.
Wanneer het safetyplan geplasitificeerd is kan je met een white board marker precies alles bij houden.
Zo'n exemplaar kan speciaal voor dat doel klaar liggen op de brug.
Ook kan met behulp van het safetyplan samen met de brandploeg(en) een route uitstippelen.
De OSC weet dan waar een ploeg zich ongeveer moet bevinden als er geen contact meer is, zodat er een tweede ploeg op af gestuurd kan worden.
Een goede tip is om secties van het safetyplan uit te printen op A4 formaat, zodat je het overzicht hebt van bijvoorbeeld alleen het brugdek.
Het A dek zie je dan op een ander A4-tje, etc.
Symbolen op het safetyplan.
De meeste symbolen spreken voor zichzelf.
Maar sommigen verdienen echt even een nadere toelichting:
Bron: Denfoil Fire Control.
Het Fireplan moet conform het ISM regelamtig gecontroleerd worden op aanwezigheid en of alles wat er op staat nog wel klopt.
Vaste brandblusinstallaties.
Behalve handbrandblussers bestaan er ook vast opgestelde brandblusinstallaties.
In dit hoofdstuk gaan we daar nader op in.
CO2 installatie (blz 58)
Vaste brandblusinstallaties (Blz 56 en verder)
In grotere ruimtes is het al gauw moeilijk om met handbrandblussers of water een brand te blussen.
In bijvoorbeeld machinekamers is de brand al heel gauw te groot of is de ruimte al heel snel teveel gevuld met rook.
Voor die ruimtes is een vaste brandblusinstallatie verplicht die genoemd worden in regulation 10 van het SOLAS verdrag.
De bekendste zijn:
-Hi-Fog
-CO2
-Sprinkler.
-Schuim.
Aan boord wordt veel gebruik gemaakt van CO2 installaties.
Door de installatie te activeren vult de ruimte zich met CO2 waardoor de brand zal blussen.
De installatie moet aan een aantal strenge eisen voldoen.
-Op de toegangsdeur van de ruimte moet een waarschuwingssticker aangebracht zijn.
Zoals bekend en gezegd is de blussende werking van CO2 zuurstofverdringing.
Dat betekend dat je in zo'n ruimte bij het ademhalen ook niet meer genoeg O2 binnenkrijgt.
Voor de "gevaarlijke" grens is een handvat:
O2> 18% : geen invloed.
12% < O2< 18%: afnemend prestatievermogen, verblijftijd van 15 tot 30 minuten zonder gevolgen
10% <O2< 12%: verblijftijd gedurende enkele minuten zonder blijvende gevolgen. Langer dus wel!
Aangezien het blusgas de ruimte nagenoeg geheel vult zal de omgeving dus dodelijk zijn voor mensen.
Bij een percentage van 5% CO2 wordt het voor mensen al moeilijk te overleven. Info Blz 48 -49
De CO2 cilinders staan in een aparte ruimte.
(Bij ruimtegebrek staan ze in de ruimte waar de CO2 ook in stroomt, maar de bediening van de flessen zit dan bij de uitgang van die ruimte.)
-Deze ruimte moet afgesloten zijn met een sleutel.
-De sleutel moet op een plek hangen die een ieder aan boord bekend is.
-Dit om te voorkomen dat onbevoegde personen de ruimte betreden.
-De ruimte moet een ventilatievoorziening hebben.
-De ruimte moet voor betreden eerst deugdelijk geventileerd worden.
-De ruimte moet voor betreden eerst gemeten worden met een gasmeter.
-De ruimte moet aan de buitenkant voorzien zijn van een sticker die duidelijk maakt dat het een CO2cilinderkamer is.
-Wanneer de installatie in werking gesteld wordt moet er in de ruimte een audiovisueelalarm gaan.
Co2 discharge alarm Dit alarm wordt geactiveerd door het openen van de bedieningskast.
(Schakelaartje aan de binnenkant van de deur)
Ook dit kastje is afgesloten met een slot, waarvan de sleutel in een crashkastje naast de bedieningskast hangt.
Nadat het release systeem in gang is gezet moet het minimaal 30 seconden duren voordat het gas binnenstroomt.
-Alle afsluiters zijn d.m.v. een stang met elkaar verbonden zodat alle cilinders open gaan als je 1 hendel over haalt.
-De installatie kan manueel in werking gesteld worden door de afsluiters in de CO2kamer te bedienen, maar kan ook in werking gesteld worden door een z.g. pilotcilinder elders in het schip te activeren.
Deze pilotcilinder duwt dan hydraulisch alle afsluiters open.
CO2 total flooding system De machinekamer wordt daarna gevuld met CO2.
Dit filmpje is in een gebouw, maar in een MK gaat het net zo.
High pressure CO2 discharge test
Bij onbemande machinekamers moet dit systeem geheel automatisch geactiveerd worden door het brandmeldsysteem.
SOLAS Chapter II
-
2 Regulation 10.5.6
Vrachtschepen gebouwd op of na 1 juli 2002 met een gross tonnage van
2000 ton of meer moeten in machinekamers van 500m3 of meer als aan-
vulling op de vaste brandblusinstallatie zoals b.v. een CO2 systeem be-
schermd zijn met een watermist of hi-fog systeem.
De ruimtes waar hoofd- of hulpmotoren, ketels, incinerators of brandstofseparatoren die met verhitte brandstof werken staan moeten met zo'n systeem beschermd worden.
De sprinklerinstallatie is een beproefd middel om beginnende branden te blussen.
Het bestaat uit een leidingsysteem onder constante waterdruk en uitsroomnozzles.
In de nozzle zit een capsule met daarin vloeistof.
De capsule houdt het water dus tegen.
Wordt de vloeistof in de capsule warm, dan zal deze uitzetten en uiteindelijk zal de wand van de capsule breken waardoor het water gaat stromen.
Fire sprinkler test with water
De capsules kunnen gevuld zijn met verschillende kleuren vloeistof.
De kleuren staan voor de uitzettingscoëfficient van de vloeistof.
De ene vloeistof zal sneller uitzetten dan de andere.
De capsule zal daarmee bij hogere of lagere temperaturen barsten, waarmee de sprinkler (min of meer) instelbaar is geworden voor hoe snel hij af moet gaan.
Bij de inspectie, conform het ISM, moet de waterdruk gecontroleerd worden.
Dit moet gebeuren door een gecertificeerd persoon.
In de praktijk betekent dit dat er een bedrijf aan boord komt om dit te doen.
Vaak tijdens onderhoud in een haven.
Watervernevelingsinstallatie (blz 59)
Een zeer goede optie ter vervanging van de sprinklerinstallatie is een watervernevelingsinstallatie. (Ook wel watermist genoemd)
Voornamelijk bekend onder de naam Hi-Fog®. (Later meer over Hi-Fog).
Het water wordt hier onder hele grote druk naar de nozzle gevoerd waardoor het zeer fijn vernevelt.
De kleine druppeltjes zorgen voor een enorm koelend oppervlak.
Dit alles met een veel kleiner verbruik van water.
High pressure water mist system
Voordeel:
-Veel minder waterverbruik dan conventionele sprinklers.
De stabiliteit wordt daarme een stuk minder snel een probleem.
De nevenschade zal kleiner zijn.
-Verdringing van zuurstof vindt alleen vlak bij de brandkern plaats. (Zie uitleg bij HiFog).
=> geen gevaar voor mensen.
=> Het kan zijn dat het onwenselijk / onnodig is de voortstuwing af te zetten. Bij CO2 wordt zuurstof verdrongen => motor uit.
Bij watermist gebeurt dit niet. High Fog ® system
High Exanding Foam installatie (blz 57)
Een andere mogelijkheid is de ruimte vullen met High Expanding Foam.
(Ook wel bekend van schuimparties in disco's) Dit wordt Deluging genoemd.
Deluge = Zondvloed.
De ruimte wordt dan geheel of bijna geheel gevuld met schuim
Het filmpje hieronder is genomen in een hangar en niet op een schip, maar laat wel heel goed het proces zien.
foam fire-suppression system
Voordeel:
-Niet giftig. Als het personeel op één of andere manier niet uit de ruimte komt voordat het blusmiddel losgelaten is, is er niet onmiddelijk levensgevaar.
- Nevenschade blijft beperkt.
Het bestanddeel water in het schuim is dermate klein dat schade aan apparatuur gering of zelfs niet aanwezig zal zijn.
Scenario's
Niet overal op het schip bestaat evenveel kans op brand.
In dit hoofdstuk gaan we nader in op diverse brandgevaarlijke locaties aan boord van schepen.
Brand op de brug en in accomodatie (blz 97)
In de film Backdraft zegt Robert de Niro over vuur: "It's a living thing. The only way to beat it is to think like it".
Back Draft (5/11) Dat lijkt een mooie zin uit een filmscript, en dat is het ook, maar het is wel waar.
Verplaats je mentaal in de brand.
Of te wel: Bedenk wat een brand kan doen in de huidige situatie.
Kan het naar boven?
Links?
Rechts?
Of misschien wel naar beneden door ventialatieschachten waarvan de stroming naar een lager dek gaat?
Bedenk een scenario voor het blussen van een brand op de brug.
Hoe zou je deze brand kunnen bestrijden?
Emma Mærsk on fire
Brand in de kombuis:
|
De kombuis is natuurlijk een gevaarlijke plek voor brand.
(Gaan we nog nader op in)
De frituurbak hoeft maar een defecte thermostaat te hebben en het is prijs.
Denk ook aan rijstkokers, tosti-ijzers, broodroosters.
Ze zijn aan boord vaak van discutabele kwaliteit.
(Zeker als ze in een schimmig land bij een scheepshandelaar gekocht zijn.)
Stus Shed fire in the galley
Hoe zou je deze brand kunnen bestrijden?
Brand in een hut:
Veel oorzaken:
-Roken in bed.
-Zelf koken in de hut. (Buitenlandse bemanningen=> rijst- en waterkokers, kacheltjes. Liefst op 1 stopcontact met 3 weg stekkers.)
Dit betrof een Chinees schip onder Panama vlag.
Het lag hout te laden in de haven van Hạ Long City (Vietnam) 2 feb 2017.
Dit is het resultaat van 25 minuten brand.
Brand in het washok. (Engels: Laundry)
In de wasruimte kan ook gemakkelijk brand ontstaan.
Heel berucht is het stoffilter van de wasdroger dat niet schoongemaakt wordt.
Meestal uit luiheid.
"Dat doet de volgende wel."
Als dat maar lang genoeg gedaan wordt.....
Het verwarmingselement krijgt hierdoor geen koeling meer en raakt oververhit.
Tevens wordt er zelden of nooit gekeken naar de afvoer.
Ook daar verzamelt zich stof, aangezien het stoffilter niet alles "vangt".
5 on your side. investigation: dryer fires Hulpmotoren zijn ook vaak een oorzaak van brand.
Ze draaien lang en vaak.
Onderhoud wil er door tijdgebrek wel eens bij in schieten.
Wartels van brandstofleidingen laten los => brandstofspuiter.
Zie rapport uit 2012 van IL&T over de brand op de "Dutch Mate"
Twee gevaarlijke verschijnselen van brand zijn Backdraft en Flashover.
Vandaar dat de deurprocedure (zie verderop) zo belangrijk is.
Backdraft:
Het vuur consumeert zoveel zuurstof dat de vlammen geheel of bijna helemaal gedooft zijn, maar er smeult nog wel materiaal of de gassen zijn dermate heet dat ze op zelfontbrandingstemperatuur zitten.
Doe je dan een deur open, of sla je een raam in, dan zuigt de brand zuurstof aan en zal op explosieve wijze ontbranden.
De hele ruimte staat dan in één keer vol met vuur en het de wolk met brandbare gassen explodeert in één keer.
must-see video: Fire fighters survive back-draft
Een backdraft kan zeer onverwacht komen.
Enige signalen kunnen zijn:
-Rook die onder de deur doorkomt en weer onder de deur door teruggezogen wordt.
- - Uitzonderlijk dikke vette zwarte rook.
- Vlak voordat de backdraft gaat plaatsvinden een fluitend, haast gillend geluid (De aangezogen lucht die toestroomt)
Brandweetjes: back draft
Het tweede verschijnsel, Flashover, is het punt waarbij de hete gassen, die zich verzameld hebben tegen het plafond, zo heet zijn geworden dat het in één keer ontbrandt.
Back draft & flash over
Andere belangrijke temperaturen zijn:
Scenario's in de machinekamer. (blz 97)
De machinekamer is een beruchte brandhaard.
Zeker op moderne schepen waar MK's vaak onbemand zijn is de kans groot dat een brand pas laat ontdekt wordt.
Meestal pas als het alarm gaat.
Wat zijn beruchte plaatsen waar brand ontstaat in MK's:
Hoge druk brandstofleidingen.
Een wartel kan losrammelen. Of door het trillen schavielt de leiding ergens tegen aan waardoor een gaatje ontstaat in de leiding.
Smell like fire. Deadliest catch 11 Bron: DiscoveryChannel.com via YouTube.
Hier ging hetnog goed.
Engine room fire. Bron Martin Morris via YouTube
Wat doen we bij brand in de MK?
-Alarm geven.
-Noodstoppen in.
-BA set om en verkennerploeg samenstellen.
-Binnengaan met brandblusser (Schuim?/Poeder?/CO2?) en evt watarslang.
-Geen resultaat? => alarm + CO2 er in.
Hulpmotor.
Ook hier kan de HD brandstofleiding het probleem zijn.
Door gebrekkig kan onderhoud het aslager naar de dynamo vastlopen. Deze wordt dan warm en het smeervet zal gaan ontbranden.
De boiler is ook berucht.
Het verwarmingselement kan oververhit raken door ketelsteen.
Het verwarmingselement wordt dan niet meer genoeg gekoeld en kan dan kortsluiting krijgen.
Bij geen of te weinig water in de boiler, waar de boiler tegen beschermd zou moeten zijn, volgte hetzelfde probleem.
De uitaatgassenketel.
Uitlaatgassen kunnen zeer heet worden.
Zeker als de motor tot zijn max gebruikt wordt kan er een temperatuur gegenereerd worden van 700 - 900 graden.
Ruim voldoende voor allerlei materialen om te ontbranden.
De bilge moet ook even genoemd worden.
Het olie/watermengsel in de bilge zelf is nog enigszins safe.
Maar door het slingeren van het schip vormt zich een vetlaag aan de wanden van de bilge.
Zeker als het schip enige tijd stil ligt (dok) verdampt het water daar uit.
Bij bijvoorbeeld laswerkzaamheden kan dat ontbranden.
Gebrekkig schoon houden.
Als er in een schone MK een spoortje olie loopt zal dat direkt opvallen.
Op een vieze pijp, met al oudere oliespoortjes erop, is dat veel minder het geval.
Lekken in isolatiemateriaal.
Hete oppervlakken moeten geïsoleerd worden.
Op plekken waar flenzen samengebout zitten, of waar bedrading, bijvoorbeeld voor sensors, door het isolatiemateriaal gaat ontstaat een z.g. hotspot.
Als daar olie op spuit hebben we alsnog brand.
Oliedoordrenkt isolatiemateriaal.
Het isolatiemateriaal om, bijvoorbeeld, de uitlaatgassenleiding kan mettertijd doordrenkt raken met brandbare stoffen.
De hete wand van de uitlaat is dan genoeg om het te doen ontbranden.
Fire Safety Awareness in the engine room
Een brand in de MK die aparte aandacht vraagt is de spoelluchtbrand. (blz 104)
Tweeslag motoren hebben een spoelslag.
De afgevoerde lucht bevat naast verbrandingsgassen ook wat andere stoffen.
Ondermeer ongebruikte smeerolie en roetdeeltjes.
Wanneer de motor ten volle belast wordt, wordt de spoellucht zeer heet en kan de boel ontbranden.
Belangrijkste:
- Motor zo langzaam mogelijk laten draaien maar niet afzetten!.
Zo worden de brandende gassen gewoon door de schoorsteen naar buiten gestuwd en is verder vrij weinig aan de hand. (Gecontroleerd uitbranden.)
Gaat de brand od deze manier niet uit dan de motor stoppen en alle lucht in- en uitlaten afdekken.
Water maakt de brand alleen maar erger! Op de Shelltanker “Dione” met een HOTLO-motor heeft dit geleid tot ontbranding van de uitlaatgassen (naverbranding) waardoor zelfs de heetwaterketel(afgassenketel:verhitting door de uitlaatgassen) in brand raakte. Blussen met water had een averrechts effect. Bron: storkhotlo.nl/HOTLO/de-hotlo-motor-zelf/Spoelluchtbrand
De Bilge
De bilge is een vergaarbak van alles wat in de MK naar beneden komt.
Van gereedschap tot lappen.
Van water tot olie en allerlei chemicaliën.
Dat alles wordt door de scheepsbewegingen tot een emulsie gemengd.
Bron: Boatshed.com Bilge van een schip dat (naar alle waarschijnlijkheid) geen vuile olietank heeft. Een vissersschip bijvoorbeeld.
Er ligt een laag van olie op het water.
Deze emulsie zal door de vermenging met water niet heel erg brandgevaarlijk zijn (al is het dat zeker wél!) maar bij stilligend schip (dokkingen, langere havenperiodes, beschut ten anker) zal het water uit de emulsie naar beneden zakken en ligt er een laag van chemicaliën en olieproducten bovenop.
Bij las- en brandwerkzaamheden is ontsteking dan absoluut een reëel gevaar.
(Noot: Visserschepen hebben geen vuile olietank aan boord, zoals overige schepen dat wel hebben.
Een bilge zoals op de foto zal je daarom niet snel aantreffen, aangezien de olie eruit gehaald word met een separator en afgevoerd wordt naar de vuile olietank.
Mocht er zo'n bilge aangetroffen worden, dan kan er voor die omgeving uiteraard nooit een hotworkpermit afgegeven worden.)
Indien het niet mogelijk is om voor de werkzaamheden de bilge leeg te trekken en de inhoud af te geven aan de wal kan men men uit de AFFF jerrycan of een AFFF blusser een laag foam maken en die op de laag olie / chemicaliën gieten.
Vervolgens wordt de omgeving en de plaat (MK vloer) afgedekt met branddekens en een brandwacht met brandblusser ingeschakeld.
Kombuis (blz 103)
Brandgevaar in de kombuis.
De kombuis is een potentieel brandgevaarlijke ruimte.
Niet alleen vanwege het frituurvet.
-Aangekoekt vet in de afzuigkap en het rookkanaal.
-Bedrading die jarenlang aldoor nét een beetje overbelast is geweest en opeens echt te slecht begint te worden.
Bron: Charles Buell Inspections Inc. Foto van een wandcontactdoos in een huis waarbij de overbelasting goed te zien is. Op schepen kan deze overbelasting uiteraard ook plaatsvinden.
Hier is goed te zien hoe de grijze draad bij de lasdop bruin begint te worden en de lasdop tekenen van smelten vertoont.
Hier ontstaat nog nét geen brand.
-Bemanning die terug komt van stappen => frituur aan (standje 10) => tijdens opwarmen van het vet naar de hut => even zitten => in slaap vallen.
Ook bij de deep - fryer is het zaak die af en toe van binnen schoon te maken.
Aangekoekt frituurvet + stof is gevoelig voor ontbranden.
In mei 2020 heeft de Nederlandse Brandweeracademie de 6 nieuwe basisprincipes van brandbestrijding ingevoerd.
Deze gaan we stuk voor stuk bekijken.
1 Stop en denk na
We zijn geneigd om gelijk op de vlammen die we zien af te gaan.
Logisch, daar zit het gevaar.
Neem een poosje de tijd om de boel te bekijken.
Vraag de ploeg wat ze zien.
Klopt het wel wat ik waarneem?
Trek ik niet te snelle conclusies?
3 scenario's:
1) - Het beste scenario. => Wat doe ik dan?
2) - Het slechtste scenario. => Wat doe ik dan?
3) - Het meest reëele scenario. => Wat doe ik dan?
Bij alle drie scenario's heb je een plan in je hoofd.
Mocht de brand bijvoorbeeld escaleren van reëel naar slechtste dan weet je al een beetje wat je moet gaan doen.
Eenmaal overtuigd van je waarnemingen ga je verder.
2 Volledige buitenverkenning
Soms is een brand zich aan het uitbreiden of ontwikkelt zich op een plek die men niet verwacht had.
Zorg dat je een verkenning rondom uitvoert: een zogenaamde 360 graden verkenning.
3 Verkenningsvragen
De verkenners geef je 3 vragen mee:
1) Waar zit de brand? En daarmee bedoelen we niet alleen de locatie als: in de kombuis,
maar indien mogelijk een specifiekere aanduiding als: de broodoven.
2) Is deze brand van buiten bereikbaar? We willen onze manschappen aan zo min mogelijk gevaar blootstellen.
Misschien is het mogelijk de brand van buiten te bestrijden door bijvoorbeeld een raam in te slaan.
3) Heb ik genoeg water? En daarmee bedoelen we niet de voorraad, want die is inbeperkt, maar hoeveel slangen heb ik nodig?
(Zie basisprincipe #5: koelenend vermogen)
Heb je 3 x JA? Dan ga je (van buiten af) blussen.
Heb je 1 x nee? Dan dien je een voorspelbare afloop te creëren.
Bijvoorbeeld een defensieve inzet.
Defensief wil zeggen: niet aanvallend.
Dus bijvoorbeeld van buitenaf koelen zodat de brand niet verder uitbreidt.
4 Offensieve binneninzet
Als het niet mogelijk is om onze voorkeur, van buitenaf bestrijden, uit te voeren zullen we naar binnen moeten voor een offensieve binneninzet.
=> Prio 1: zo snel mogelijk (een beetje) water op het vuur.
Stoom heeft veel koelend vermogen maar is ook een zeer beperkende factor voor de bestrijder.
Beperk het geven van water tot een minimum en laat de stoom zijn werk doen.
Wacht even en kijk of het effect heeft voor je nog een shot water geeft.
Koel rookgassen af. "Rookgassen zijn vlammen die nog niet branden".
Door ze te koelen breng je ze onder de ontbrandingstemperatuur.
In het onderstaand filmpje zie je hoe de rookgassen bulkend ontbranden.
Na het koelen stopt dat niet alleen bij de plek waar gekoeld wordt, maar ook bij het raampje aan de rechterkant.
Zeer effectief dus.
rookgassen koelen
Bekijk of deze inzet effectief is zo niet trek de mannen terug en bestrijd de brand van buiten af.
5 Genoeg koelend vermogen
Hoeveel water, koelend vermogen, heb ik nodig?
Dat is heel globaal te berekenen.
een brandende afvalbak geeft ongeveer 30 kW (hoeveelheid warmte per seconde) aan energie af wanneer het volaan brandt met voldoende zuurstof.
Bron: Brandweeracademie
Een luie stoel 2 mW
Een tweezitsbank ongeveer 2,5 mW en een bed 4 mW of meer.
(Beetje afhankelijk van het dekbed en de kussens dat erop ligt.)
Aan boord van schepen hebben we het geluk dat we min of meer weten wat er in een ruimte zoal aanwezig is.
Een hut voor een matroos zal een bed hebben, een tafel, een stoel en een bankje.
Ook zal er nog een kast met kleding in de hut zijn.
Heel globaal zal er dus zo'n 2,5 (stoel) + 4 (Bed) + 0,5 (Tafel is ongeveer 2 prullemanden), + 4 (Kast gevuld met kleding is wel ongeveer een bed) = 11 mW aan energie.
Hoewel het omringende materiaal, wanden, vloer en onderdeks, van brandwerend materiaal is gemaakt rekenen we daar ook nog wat voor en ronden we de boel af op 15 mW.
Zo kan men dus globaal uitrekenen hoeveel (potentiële) energie er in de ruimte aanwezig is.
Globaal, want het is maar een vuistregeltje.
Gelukkig hebben wij heel veel koelend vermogen tot onze beschikking: de zee.
Maar hoeveel slangen heb ik dan nodig in ons voorbeeld?
De hoge drukslang hebben wij doorgaans niet op een schip, dus gaan we uit van de lage druk slang.
Deze heeft een gemiddeld koelend vermogen van 10 mW/s
Dus zouden we 1,5 slang nodig hebben.
We leggen dus 2 slangen klaar.
Uiteraard aan verschillende kanten van het vertrek.
Dan is het heel belangrijk om het water kans te geven te verdampen en enrgie op te nemen.
Dus niet maar spuiten en spuiten, maar een shot geven, vertrek sluiten en ongeveer 30 seconden wachten.
Dan checken en eventueel herhalen.
Na 3 shots moet de brand echt al een stuk minder zijn.
Anders moet er wat anders bedacht worden.
6 Het belang van deuren sluiten
Al het voorgaande heeft weinig nut als de brand in staat is om rookgassen af te voeren en verse zuurstof aan te zuigen.
Het blijkt dat we met elke m2 opening één bank aan enregie kunnen toevoegen.
Waarbij een hoge opening (makkelijke afvoer van rookgassen) van meer invloed is dan een lage.
Het is dus van het grootste belang om, indien mogelijk, de deuren van een ruimte gesloten te houden.
De kubusgedachte (blz 92)
Brand kan zich op een paar manieren uitbreiden:
-Straling: de hitte is zo groot dat materiaal op enige afstand van de vlammen ontbrandt door zelfontbranding.
Je kleding vliegt bijvoorbeeld in brand omdat je te dicht bij de haard zit.
-Geleiding: staal wordt zo heet dat het materiaal aan de andere kant van de plaat begint te branden.
-Convectie (Stroming):
Samenvattend:
Dit is wel de gevaarlijkste aan boord.
Er is altijd wel een gedeelte van het schip dat kouder is dan een ander gedeelte.
En de rest van het schip is zeker kouder dan het gedeelte waar de brand woedt.
Als er dan ook nog "schoorsteeneffect" in de accomodatie heerst is de ramp compleet.
Scandinavian Star, April 1990.
Scandinavian Star. Fire Investigation
Om dit soort siatuaties te voorkomen moet men denken in de "Kubusgedachte".
"Een brand kan zich naar alle zijden van de kubus uitbreiden."
Zorg dat de brand blijft in het compartiment waar het is.
Dat kan je bereiken door:
-Branddeuren gesloten te houden of deze te voorzien van een magneet die loslaat als het brandalarm gaat.
Vooral deuren van het omkleedhok naar de accomodatie zijn berucht.
9 van de 10 keer hangt de deurkruk in een touwtje of ty-wrap.
-Afhankelijk van de rookontwikkeling buiten het brandende compartiment kan men de ventilatie afzetten.
-Koel de andere zijden van de kubus, indien mogelijk, aan de buitenzijde met water.
Vooral als de brand onder controle, danwel geblust, vergeet men de kubus nog wel eens.
Dan laait de brand in (vaak) de verdieping er boven weer op.
Ook heeft men de neiging te denken dat er geen slachtoffers meer zijn als de slachtoffers die zich in het compartiment bevonden gered zijn.
Terwijl in een van de vertrekken rondom het compartiment best iemand bedwelmd kan zijn geraakt door ontwikkelende gassen!
Daarom is musteren en koppen tellen ONONTBEERLIJK.
Dag 2
Brandgevaren aan dek. (Blz 101)
Ook aan dek kan er brand uitbreken.
Hier moeten we in de eerste plaats denken aan lading.
Bijvoorbeeld lading die niet met andere lading in contact mag komen maar wat wel gebeurd is.
Ook bestaan er stoffen die door hard schudden of wrijving kunnen ontbranden.
Uit veiligheidsoverwegingen worden containers met dat soort stoffen altijd zo hoog mogelijk aan dek gezet. (blz 101)
Dit zorgt gelijk voor een probleem.
Als zo'n container in brand vliegt, hoe blus je die dan?
In Hamburg brak onlangs brand uit op de CCNI Auroco. (1 sept 2016)
Laswerkzaamheden zorgden voor brand in 1 van de containers.
De (stralings) hitte zorgde ervoor dat andere containers ook vlam vatten.
Op 2 sept was de brand onder controle, maar pas op 5 sept was het geheel geblust. Bron: http://www.maritimeherald.com/2016/major-fire-on-container-ship-ccni-arauco-in-hamburg/
Alle branden, maar zeker dit soort branden, moeten in de kiem gesmoord worden! Anders kan het leed niet te overzien zijn.
2016-09-01 Großbrand auf containershiff
Een handig hulpmiddel daarbij kan dan een Ultra Hoge Druk Lans (UHD lans) zijn.
Bekend onder merknamen als Fognail en PyroLance.
Pyrolance Video update
Lang niet alle (container)schepen hebben zo'n lans.
Maar bij containerschepen vanaf 1 juli 2016 is zo'n lans verplicht aan boord.
Wat als er geen lans aan boord is?
Boor dan op de heetste plek, liefst op meerder plekken een gat in de container.
Zet het suitstuk op het gat en vul de container met water.
Een spuitsuk levert 100-200 liter water (afhankelijk van de opbrenst van de pomp) per minuut => container snel vol met water.
Natuurlijk zal niet al het water door het gat gaan, maar daarmee koel je gelijk de buitenkant en creëer je een veiliger werkomgeving voor jezelf.
In 2022 is het bedrijf Viking Lifesaving Equipment® op de markt gekomen met The HydroPen system.
Een lans die ook hoger gelegen containers kan bereiken.
Bron: YouTube Zeevaartschooldocent/Viking
(Rederij Mærsk heeft dit systeem op al haar schepen aangeschaft.)
Uiteraard kan er ook brand uitbreken in het ruim. (blz 99)
-Broei.
-Laswerkzaamheden aan de andere kant van het ruimschot.
-Roken.
-Kortsluiting in elektrische installaties.
Te nemen stappen:
Ventilatie stoppen, kleppen sluiten.
CO2 toelaten.
Pas op voor lekkages naar dek toe! Je zou CO2 kunnen inademen.
Buitenom koelen (kubusgedachte)> Tip: meet de temperatuur van het schot/luik regelmatig met bv een Ray- Tec => kijken of het koeler wordt.
(Een gewone thermometer met het "bolletje" tegen de buitenkant van het brandende compartiment houden en aflezen / bijhouden kan ook. Nadeel kan dan zijn dat de thermometer niet heet genoeg kan.)
Afsluitende maatregelen treffen.
-Naar haven varen voor alle formaliteiten.
-Schade herstellen
-Autoriteiten waarschuwen
-Blusmiddelen weer in orde (laten) maken.
Droge ladingen
Bij droge ladingen ligt het gevaar soms op andere plekken dan je zou vermoeden.
Dat een lading hout of papier kan gaan branden begrijpt iedereen.
Maar een beruchte lading is bijvoorbeeld schroot.
Schroot is vaak vettig en vochtig.
Het roestproces genereert warmte hetgeen broei op gang kan brengen.
Als je een ruim hebt met een blussysteem als CO2 of schuimsprinklers is dat eigenlijk de enige manier om dit soort branden veilig te blussen.
Een andere manier is om via de ventilatiekokers/ruimingangen brandslangen in het ruim te hangen en zo water in het ruim te pompen.
DENK DAARBIJ OM DE STABILITEIT!!
Door de toename van het gewicht en het vrije vloeistofoppervlakeffect* kan de stabiliteit zeer snel afnemen, en je weet niet precies wanneer dat punt bereikt wordt.
Het is dus zaak tegelijkertijd de lensputten leeg te trekken.
* Het vrijevloeistofoppervlakeffect wordt wel enigszins gedempt door het schroot, maar het water kan daar toch vrijelijk genoeg tussendoor stromen om problemen te veroorzaken.
Norman Atlantic on fire and listing after the attack by Iranian gunboats (source: http://www.mintpressnews.com).
Kunstmest:
Kunstmest is er in vele soorten en maten.
Vele zijn brandgevaarlijk.
Sommige kunnen als ze eenmaal branden zelfs reageren met water waardoor het nog feller gaat branden.
Het grootste brandgevaar van graan is niet de graankorrel zelf.
Het is de kurkdroge stofwolk.
Wanneer men tijdens het laden of lossen van graan met open vuur door zo'n wolk heen loopt is de kans op een stofexplosie niet denkbeeldig.
Firefighters escape injury after dust explosion
Het graan wordt vaak geladen met een lopende band waaraan een "shute" zit.
Door de hoge snelheid kan de wrijving van het graan met de shute statische electriciteit opwekken.
Normaal wordt dat afgevoerd via de staaldraden waaraan de shute hangt.
Het kan gebeuren dat (door bijv gebrekkig onderhoud) de staaldraden ontbreken.
De kans dat een statische ontlading een vonk veroorzaakt en een stofexplosie veroorzaakt is dan niet denkbeeldig.
Why loading 30.000 tons of gran on
Elke fijn verdeelde stof kan een stofexplosie veroorzaken.
Van graanstof tot houtstof (vervoer van houtsnippers) en zelfs staalstof (vervoer van schroot).
Gevaarlijke stoffen en IMDG code (blz 108)
Hoe een stof het best te blussen is, is natuurlijk onmogelijk om allemaal uit het hoofd te weten. (Hoewel de professionele brandweer dat van veel voorkomende stoffen wel moet weten.)
Wij hebben aan boord de IMDG code.
Als we weten hoe de stof heet kunnen we die opzoeken en de eigenschappen bekijken.
Zo kan je beslissen heo de brand aan te vallen.
Het is bijvoorbeeld best fijn te weten dat een te blussen brand magnesium bevat:
Opdracht: Zoek uit wat de gevaren zijn van potassium sulphide (kunstmest) en bedenk hoe je dit zou blussen.
Bleve
een heel gevaarlijk verschijnsel, en daarom ondergebracht in het hoofdstuk gevaarlijke stoffen, is de Bleve: Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion (kokendevloeistof-gasexpansie-explosie)
Een tank is ontworpen voor een bepaalde werkdruk en getest op een x-aantal % extra druk.
Tijdens een brand kan een vloeistof in een tank zo heet worden dat het gaat koken.
De damp die van de kokende vloeistof afkomt zorgt voor extra druk.
En die druk kan zo hoog worden dat het (veel) hoger wordt dan de druk die het vat kan hebben.
De tank barst op de zwakste plek en de gevolgen kunnen desastreus zijn.
Bleve uitleg. YouTube Zeevaartschooldocent
Wanneer de tank een beveiliging heeft middels een overdrukventiel (ook wel een "snuiver" genoemd) zijn de gevolgen nog min of meer te overzien.
Wanneer het een vat betreft dat niet bijzonder brandgevaarlijke inhoud bevat zal die beveiliging er over het algemeen niet op zitten.
Zoals tijdens een brand op een bedrijventerrein in Roden (Dr) waar het een opslagtank met smeerolie betrof.
RoRo schepen. (blz 103)
Hoe handig deze schepen ook zijn in het vervoer, ze hebben 1 groot nadeel.
Hun ruim is veelal van voor tot achter en van boven naar beneden 1 grote ruimte.
De tussendekken zijn meestal nog wel te sluiten door de ramp dicht te doen, maar langsscheeps is het vaak niet mogelijk om te compartimenteren, simpelweg omdat de lading dat niet toestaat. (auto's.)
Dit levert 2 gevaren op:
-
De brand kan zich snel verspreiden over een groot oppervlak.
De stabiliteit wordt al snel een probleem door het vrije vloeistofoppervlak
Brittania Seaways (RoRo ship fire off Floro)
Branden op RoRO's zijn eigenlijk alleen maar te blussen met handbrandblussers in de beginfase, of met de vaste brandblusinstallatie van het ruim, bijvoorbeeld CO2 of Hi-Fog.
Strenge brandpreventiemaatregelen zijn op dit soort schepen, net als op tankers, van groot belang zo niet een noodzaak.
Rapportage
Na elk incident, als training of echt, is het van het grootste belang dat er een rapportage gemaakt wordt over het incident waarin de "lessons learned" benadrukt worden.
Daarvoor kan het formulier dat de maatschappij gebruikt worden of men kan er eentje opstellen.
Een rapportage bevat, maar wordt niet beperkt tot, de volgende zaken.
-Datum en tijd.
-Scheepsnaam
-Lijst van betrokkenen. -Korte omschrijving van de drill of het incident. (Situatieomschrijving, b.v. "Brand in generatorkamer". -Omschrijving van de gebeurtenissen tijden de drill of het incident.
("Brand gemeld om xx:xx uur.
xx:xx uur musteren gereed.
xx:xx uur brandploegen gereed"
-Etc.
-Wat ging goed.
-Verbeterpunten voor de volgende keer.
Tankers (blz 101, 102)
Tankers zijn natuurlijk het meest gevoelig voor brand.
Uiteraard olie- en olieproductentankers, maar chemicaliëntankers vervoeren meesttijds ook brandgevaarlijke stoffen.
De kans dat een brand op een tanker oncontroleerbaar wordt is ook erg groot.
Oil tanker explosion Bron: Distroyed in Seconds Discovery Channel, via YouTube.
Hier is "voorkomen is beter dan genezen" volledig van toepassing:
-Statische electriciteit is ook een groot gevaar op (chemicalien)tankers.
Daarom is het op dit soort schepen niet toegestaan om kunsstof kleding te dragen of schoenen met kunsstof zolen. -Vonkvrij gereedschap, gemaakt van BeFe (Berilium/IJzer)
Voor het blussen van branden op tankers zijn bluskanonnen aan dek gemonteerd: "Monitors".
Behalve met schuim kunnen deze monitoren ook uitgerust zijn met poeder of gewoon met water. Unitor dry chemical powder installation
Smoke extractor
Het kan zijn dat een ruimte gevuld is met rook maar dat het niet verstandig is om te ventileren.
Ventilatie is de zwakste schakel in het beheersen van een brand, zeker op passagiersschepen, waar de ventilatie zeer belangrijk is voor het comfort van de passagiers en dus altijd bij zal staan.
Rookgassen en hitte zullen zo heel gemakkelijk van het ene compartiment naar het andere over kunnen gaan via de ventilatiekanalen. (Scandinavian Star)
Om dit te voorkomen moeten eerst alle ventilatiekleppen (aanzuig en afvoer) van de accomodatie gesloten worden en de fans moeten uitgezet worden.
Is de brand in het ruim of MK dan moeten daarvan alle brandkleppen ook gesloten worden.
Nu kan de smoke extractor ingezet worden.
Feitelijk niet meer dan een hele grote ventilator die zuigt ipv blaast.
(In tunnels zie je ze ook hangen)
Op deze manier wordt de rook wel verwijderd, maar weinig zuurstof aangezogen. (Uiteraard wel wat, anders zou je een vacuüm creëren.)
Dit is verplicht op grote RoRo's en op passagiersschepen met meer dan 36 passagiers.
De smoke extractor mag alleen gebruikt worden op bevel van de gezagvoerder en alleen voor het verwijderen van rook zodat er veilig geëvacueerd kan worden. Niet voor extra ventilatie o.i.d.
Het vast opgestelde smoke extractor systeem moet in 10 minuten tijd de volledige ruimte waar het hangt een keer ververst hebben.
Ze bestaan ook in mobiele versie zodat hij op meerdere plekken van het schip gebruikt kunnen worden.
Dit type kan ook gebruikt worden om hem voor je uit te duwen door, bijvoorbeeld, een gang in de accomodatie om de rook voor je uit te drijven zodat alle hutten gecontrolleerd kunnen worden.
In dat geval moet er aan het eind van de gang wel een opening naar buiten zijn.
(Brandklep of deur op een kier.)
Mocht je deze dingen niet aan boord hebben (en die kans is heel groot) dan kan je ook de brandslangnozzle op sproeischerm zetten, de rook in het scherm vangen en naar buiten duwen door naar een open deur of een andere opening te lopen.
Het scherm moet dan wel kunnen reiken van vloer tot onderdeks en van wand tot wand.
Dus goed bruikbaar in gangen en kleinere hutten.
Het filmpje hieronder is gemaakt in een parkeergarage, wat uiteraard geen schip is, maar het laat heel duidelijk zien hoe effectief een smoke extractor kan zijn.
Smoke extraction by SODECA. Bron: YouTube SODECA
Uiteraard is het wel zaak te weten of er wel geventileerd kan worden:
Beluchte als het kan.
Paintstore
Overbodig te zeggen dat een paintstore een zeer brandgevaarlijke plek is.
Hier is alles netjes in orde.
Het mag niet, maar in de praktijk blijven verf- en thinnerblikken vaak onafgedekt staan.
Emmers met resten verf.
Afgeknipte jerrycans met thinner waar rollers en kwasten in staan.
Dit is op sommige schepen de praktijk en bijna een garantie voor brand.
Zeker in gebieden waar het warm is zal de thinner en het oplosmiddel in de verf snel verdampen en een wolk vormen in de paintstore.
Dit is een brand die eigenlijk maar op 1 manier te blussen is:
-Deur van de store dicht.
-Ventilatiezwanenhals sluiten
-(Verplichte) sprinkler aanzetten en de paintstore "flooden".
Veel beter is om de gesloten blikken in de painstore te bewaren en de geopende in een brandvrije chemical locker.
Verfbranden zijn vaak zeer heftig en heet.
De schade van branden in de paint store zijn dan meestal ook aanzienlijk.
Chemical store
Chemicaliën worden aan boord soms opgeslagen in de droge store ruimte of in een vergeten hoekje van de (stuurmachine)kamer.
Vaak ook nog ongescheiden van elkaar.
Een recept voor een brand is daarmee geboren.
Het is van het grootste belang dat chemicaliën in chemical lockers bewaard worden en dat bekend is welke chemicaliën in welke kast staan.
In de store behoord een rekje aanwezig te zijn met de safety data sheets van elke stof die in de ruimte aanwezig is zodat bij brand snel besloten kan worden hoe de brand te bestrijden.
In de praktijk wordt dit rekje nogal eens vergeten of de sheets worden te weinig geupdated.
Deze z.g. Material Safety Data Sheets moeten overigens via de ISM geborgd zijn.
Boegschroefruimte
De boegschroefruimte is daarom zo gevaarlijk omdat men er op regelmatige tijden in gaat en er al die jaren nooit iets is gebeurd.
Dus gas meten of andere voorzorgsmaatregelen worden steeds minder en gebeuren uiteindelijk helemaal niet meer.
Toch is dit een ruimte die met respect betreden moet worden juist omdat men het niet al te vaak betreedt.
De ruimte wordt vaak voor meerdere doeleinden gebruikt.
-Hydrauliekruimte voor winches etc.
-Opslagruimte voor vetten / chemicaliën / etc. (onverstandig / mag niet, gebeurd wel)
De kans dat gassen zich hier ophopen is dus niet denkbeeldig.
Een dode hwtk in de boegschroefruimte. Een eerste stuurman die poolshoogte neemt en ook bevangen raakt, een gezel idem en een kok die zich opgewonden gaat gedragen, eveneens als gevolg van blootstelling aan koolmonoxide in de boegschroefruimte. Dit was de situatie aan boord van het vrachtschip Lady Irina, in de avond van
zondag 13 juli 2014 voor de kust van Denemarken. Bron: Schuttevaer, schuttevaer.nl/nieuws/zeevaart/nid23390-boegschroefruimte-blijkt-dodelijke-val-koolmonoxide.html
Conclusie uit het onderzoeksrapport:
- 20 -
CONCLUSIES
De lading aan boord van de Lady Irina produceerde koolmonoxide die via meerdere
routes vanuit het laadruim naar het voorschip kan zijn gelekt. Waarschijnlijk is het grootste deel van het koolmonoxide via een lek in een inspectieluik van een laadruimventilatiekokerin de bak en vervolgens in de boegschroefruimte terecht gekomen. Doordat de boegschroefruimte en de bak langer dan 24 uur niet geventileerd werden, vond er ophoping
van koolmonoxide plaats. In die ruimtes is de HWTK aan de hoge concentratie koolmonoxide blootgesteld wat leidde tot koolmonoxidevergiftiging.
Bij schepen waarbij de boegschroef aangedreven wordt door een verbrandingsmotor bestaat ook nog eens de kans dat er zich op één of andere manier uitlaatgassen verzameld hebben in de ruimte.
Voor de volledigheid hierbij nogmaals de omschrijving van een besloten ruimt (zoals reeds gemeld bij betreffend hoofdstuk) genomen uit de IMO resolutie:
2.1
Enclosed space
means a space which has any of the following characteristics:
.1
limited openings for entry and exit; Dus beperkte ingangs- en uitgangsopeningen.
.2
inadequate ventilation; and Dus onvoldoende ventialtie
.3
is not designed for continuous worker occupancy, Dus niet bedoeld voor permanent verblijf.
Een van de moelijkste onderdelen van een brandblusactie inzetten is leiding geven en de boel goed onder controle houden.
-Overzicht houden.
-Organiseren.
Leidinggeven is niet makkelijk.
Het team moet constant het gevoel hebben dat jij de boel onder controle hebt.
Wanneer het team dat gevoel niet heeft wordt het onzeker en gaat fouten maken.
Leiderschapstaken (zie ook blz 216)
Initiatieven nemen
Regelend optreden
Informeren
Steunen
Evalueren
Tijdens de uitvoering:
Informeren
Delegeren
MOTIVEREN
Coördineren
Controleren
Na de inzet moet er geëvalueerd worden.
Zonder evaluatie heeft een oefening geen nut.
De eventuele gemaakte fouten moeten onderkend worden.
Bij de evaluatie moet de leider:
Belonen
(Eventueel) bestraffen. (Geen voorkeur.)Eigenschappen van de leider die van belang zijn:
Als eerste moet hij de musterlist oplezen.
Dit is eigenlijk niet veel meer dan de bemanningslijst, de lijst met alle namen van de crewleden aan boord, met daarachter hun taak bij (in dit geval) brand.
NO.
NAME
RANK
SUBSTITUTE FOR KEY PERSON
FIRE STATION DUTIES
MAN OVERBOARD DUTIES
ABANDON SHIP DUTIES
1
As per crewlist
MASTER
CH. OFFICER
Bridge. Overall in Command. Start FF pumps, stop ventilations.
Bridge. Overall in Command.
Bridge. Overall in Command,
2
As per crewlist
CH. OFF
CH. ENGINEER
On scene Commander. Emergency Team Leader. Report Master.
Leader of Resque Boat team. Comunication with bridge by VHF.
On scene Commander. In-charge of life raft launching, provide GMDSS VHF
3
As per crewlist
CH. ENG
CH.OFFICER
Engine room attended. Release CO2 on request. Report to bridge.
Stand-by Engine room prior ship's maneuvering.
Provide Engine Log. Assistant/ Back-up Ch. Officer
4
As per crewlist
TH.OFF.J
A/B
Emergency Team. Fireman #2 BA wearer. Provide fire outfit.
Unlashing. R/B team. In Charge of rescue boat motor.
Provide EPIRB, SART, ship's pyrotechnics.
5
As per crewlist
A/B
A/B - Cook
Emergency Team. Fireman #1 BA wearer. Provide fire outfit.
in-charge of launching R/B, davit operator
Prepare PS life raft & in-charge embarcation ladder.
6
As per crewlist
A/B - Cook
OSWI
Assist fireman #2 Closing fire flaps; Eng.Room, Main, Poop & Boat decks. Stop vent. in galley.
Made fast FWD painter. Main deck look out. Provide Stretcher.
Provide First Aid kit, additional provisions, water & blankets.
7
As per crewlist
OSWI
A/B
Assist fireman # 1 Fire Hose operator, prepare portable fire extinguishers & spare air bottles.
Made fast AFT painter. Bridge look out. Provide strether.
Prepare SB life raft & in-charge embarkation ladder.
8
As per crewlist
Cadet
Assistant / Helping hand
Assistant / Helping hand
Assistant / Helping hand
Het kan een overweging zijn om mensen die een taak hebben die meer tijd vergt zich te laten melden via de kapitein, bijvoorbeeld.
Ze melden zich op de brug, zeggen dat ze (bijvoorbeeld) het pak en de BA set gaan aan doen en gaan dan weg om dat te doen.
De kapitein meldt dan per portofoon tijdens het musteren dat de persoon aanwezig is.
Het is aan de kapitein of hij het zo wil doen of niet.
-Na het "koppentellen" verdeelt hij de taken.
Hoewel een ieder zou moeten wat hij moet doen, wil dat in de praktijk nog wel eens tegenvallen.
Zeker in het "echie".
-Laat de persoon ook melden dat hij de taak uitgevoerd heefd.
Geef hem daarna een nieuwe taak (assisteren oid) of houd hem stand-by in afwachting hoe de zaken zich ontwikkelen.
-Als het eerste team naar binnen gaat meldt hij dat aan de kapitein, met vermelding van de tijd en de druk van de BA set.
De kapitein houdt dit bij en houdt in de gaten hoe lang een team binnen is.
-Vraag met enige regelmaat om de restantdrukken.
Maar ook weer niet te vaak.
Het team heeft het druk en heeft niet aldoor gelegenheid om te communiceren.
- De OSC is zich te allen tijde bewust van de positie van de teams.
Indien niet => verifiëren . (Evt terug laten trekken).
Over communicatie later meer.
Dag 3
Onderhoud
Onderhoud aan veiligheidsmiddelen.
Het is verplicht om aan boord een onderhoudssysteem te hebben (ISM, International Safety Management, voluit: (International Management Code for the Safe Operation of Ships and for Pollution Prevention, )
Dit systeem vereist (ondermeer) dat alle middelen periodiek geinspecteerd worden en dat het ook geborgd wordt dat het geinspecteerd is. (En waar nodig gerepareerd/vervangen).
Dit alles in samenwerking met kantoor aan de wal.
Het is dus de bedoeling dat de safetymanagementafdeling van kantoor maandelijks een overzicht krijgt hiervan.
Dat mag op papier, in een ordner. Dat kan dan een eenvoudig afvinklijstje zijn met een overzicht van wat er in welke maand moet gebeuren.
Beter is een computerprogramma die automatisch vrijgeeft wat er die maand moet gebeuren en die je ook met je eigen inlogcode moet bijwerken zodat gelijk duidelijk is dát en wát er gecontroleerd is en door wie.
Wat er precies gecontroleerd moet worden is behandeld bij het betreffende veiligheidsmiddel, maar wordt hier verderop waar nodig verder toegelicht.
Er bestaan diverse tijdsbestekken voor inspecties:
-Wekelijks (bijv SART's)
-Maandelijks (bijv brandblussers)
-Jaarlijks (bijv vlotten)
-5 jaarlijks (bijv CO2 batterij)
Het onderhoud aan kleine blusmiddelen bestaat uit ondermeer het volgende:
-Maandelijks alle blussers langslopen en checken op:
Aanwezigheid apparaat op de plek volgens het safetyplan.
Staat van het brandblusmiddel: zit het zegel op de safetypin?, (Is de pin aanwezig?)
Is de pin niet aanwezig, is de blusser dan gebruikt? => knijp in handvat (indien die aan de slang zit. Indien niet, dan niet in handvat knijpen want dan activeer je de blusser alsnog.)
Blusser moet vervangen worden of nagekeken om juiste werking te garanderen.
Uiterlijke staat van het middel: Roest? Rubber onderdelen OK? Poederblussers even schudden.
- Check of alle informatie op de blusser nog goed leesbaar is. Zo niet => blusser vervangen.
-Check de onderhoudssticker.
De keuringen van blussers ziet er uit als volgt:
Onderhoud draagbare blustoestellen
jaarlijks onderhoud (keuren) door een deskundig persoon. (Walbedrijf)
vijfjaarlijks uitgebreid onderhoud en vervanging van de vulling van nat- en schuimblussers;
revisie na tien jaar: de brandblusser wordt volledig gedemonteerd en waar nodig worden onderdelen en de vulling vernieuwd; slang, pistool en patroon moeten worden afgeperst; CO2-blussers worden afgeperst en geijkt;
na vijftien jaar vindt het uitgebreide onderhoud opnieuw plaats;
na twintig jaar moet de brandblusser worden vervangen en buiten gebruik worden gesteld.
Bron:vanrijnbrandbeveiliging.nl
Brandslangen.
-Brandslangkastje gevuld met wat er in moet zitten?
-Slang
-Nozzle
-2 slangkoppelingsleutels.
-Slang en rubbers in goede staat?
-Nozzle goed gangbaar?
1 keer per half jaar moeten alle slangen aangesloten worden en onder druk worden gezet.
-Nozzle dicht => lekkages?
-Nozzle open => goede vaste straal, goede sproeischermstraal?
BA set:
- Flessen op druk? (+/- 10%)
- Banden lang?
- "Rode knop" indrukken, aansluiten op masker, masker tegen gezicht
houden, activeren, 10 sec adem inhouden => check of druk gelijk blijft. (Lekkage controle)
- Alle onderdelen nog in goede staat?
Eventueel rubber ringetje vervangen.
Vizier masker nog genoeg krasvrij?
Geef even beste ruk aan de spin (hoofdstel) => OK?
- Banden masker lang?
Brandweermanuitrusting:
-Pak aanwezig en goede staat? (Schimmel? Reflectiestrepen OK?)
-Laarzen aanwezig?
-Check felheid zaklamp. Batterijen nog binnen datum?
-Brandbijl aanwezig?
-Gordel + life line aanwezig? Check buitenmantel, even rukken en
buigen om staalkabel te testen.
- Handschoenen aanwezig?
- Helm aanwezig en OK?
- Test portofoons.
Checkronde aantekenen in Journaal en in de ISM registratie aftekenen.
Brandmelders:
-De detectoren worden getest zoals besproken bij de betreffende sectie.
-Handdrukknoppen kunnen getest worden met een speciaal sleuteltje.
Aan de onderkant van de handbrandmelder zit een gleufje.
Daar steek je de sleutel in.
De sleutel drukt het palletje in dat je anders indrukt als je het glaasje breekt, zonder het glas te breken.
Test weer aantekenen in journaal en ISM checklist.
Gasmeters
Een keer per maand moeten we de gasmeters testen.
-Zet de meter aan.
-Doorloopt hij de opstartfase goed?
-Geeft het scherm 20.9% O2 aan?
-Adem in de sensor => alarm bij 19% (Bij 17% probleem gezondh.)
- H2S 5 ppm (Piekwaarde) (Ongepoetste ochtendmond werkt goed)
- CO bij 25 ppm (Piekwaarde).
Bron: Inven.nl
Per 1 juli 2016 is het verplicht een gasmeter aan boord te hebben.
Maak er dus gebruik van! Zie voor extra info:
Certificaten
Alle veiligheids middelen aan boord hebben een eigen certificaat.
De blussers, de slangen de ba set, de BA flessen.
Er is dus niet een inspectiecertificaat dat vermeldt: "Alle apparaten zijn in orde".
De vaste CO2 blusinstallatie kan je zelf niet heel veel meer aan doen dan de flessen checken of ze in goede staat zijn,
Of de toegang goed gangbaar is en vrij van opstakels.
Of de sleutel van de bediengskast op zijn plek hangt.
Of de uitstromers in de ruimte die het beschermd goed open zijn. (zijn soms dichtgeknepen of kapot door stoten met iets zwaars).
Testen kan eigenlijk niet zelf gedaan worden.
Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat de servicemonteur met een ultrasoonsonde de wanden van alle cilinders op dikte gaat meten.
Veel schepen hebben zo'n meter niet aan boord.
Ook moet de installatie daadwerkelijkgetest worden.
Natuurlijk is de uiteindelijke uitvoering van de brandbestrijding niet in een theoretisch verhaal te vatten.
Er is wel een aantal vuistregels te geven.
De belangrijkste is de volgorde van bestrijding:
Denk aan je eigen veiligheid!*)
Als jou wat overkomt is het probleem alleen maar groter geworden ipv kleiner.
Redden van mensen (en dieren).
Grootste gevaar elimineren.
Wellicht kan je een afsluiter dicht zetten, de deur goed afsluiten (compartimenteren) of de hoofdzekering van een apparaat omklappen, bijvoorbeeld.
Bluswerkzaamheden in gang zetten.
*) Een ezelsbruggetje bij betreden van een ruimte is BLUB. Bevelvoerder informeren: welke ruimte, welke kant op etc. Luchtdruk aflezen en doorgeven. Uitgang bepalen. Waar is mijn dichtsbijzijnde uitgang? Brandhaard bepalen.
2- Informeer gezag: lokatie, omvang, wat zie je etc.
3- Onderneem een bluspoging met kleine blusmiddelen.
Lukt het met 1 blusser niet dan is het al twijfelachtig dat het je gaat Lukken de brand te blussen.
Lukt het met de 2e ook niet => gelijk opschalen.
Hoe langer je hiermee wacht hoe moeilijker het wordt te blussen.
Bekijk de mogelijkheden tot bestrijding:
Hoe goed is de lokatie te betreden?
Van meerdere kanten benaderen mogelijk of maar 1 ingang?
Welk personeel heb ik beschikbaar?
Iedereen heeft zijn BT certificaat, maar is de persoon er (mentaal/fysiek) ook toe in staat als het echt is?
Is de persoon op dat moment wel fit? (Verzwikte enkel, bijvoorbeeld).
Wat gebeurt er met de omgeving in de buurt van de brand?
Overwegingen:
-Kan het bij de (brandbare) lading komen?
-Is de directe omgeving brandgevaarlijk? (Brand in de buurt van de brandstoftanks bijvoorbeeld.)
-Hoe gemakkelijk kan de brand zich uitbreiden vanuit de lokatie?
Wat voor bestrijdingsmateriaal kan/mag ik inzetten bij deze brand?
- Ga ik eerst bestrijden of laat ik bijvoorbeeld meteen CO2 toe?
Welk bestrijdingsmiddel ga ik gebruiken en hoe?
-Water: vaste straal of sproeischerm of misschien wel schuim?
- Is de HiFog installatie een optie? (indien aanwezig).
4- Na alarm: musteren zoals voorheen uitgelegd.
5- Brandbestrijdingsteams maken zich klaar en beginnen onder jouw
leiding en aanwijzingen die van de kapitein aan hun taken: brand in-
sluiten en blussen. Noot: Jij bent OSC, maar kapitein blijft te allen tijde gezagvoerder!
Hij is ook degene die uiteindelijk bepaald hoe de brand bestreden gaat worden.
Dit geldt ook bij een brand in de haven.
De walbrandweer komt de brand bestrijden, maar de kapitein blijft de
gezaghebbende.
Uiteraard overlegd hij dan met de bevelvoerder van de walbrandweer.
6- Pompen worden gestart. 7- Als de brand geblust is: brandwacht houden.
De lokatie en de omgeving er van moeten geruime tijd in de gaten
gehouden worden om te voorkomen dat de brand opnieuw oplaait.
Hoe lang hangt af van de grootte van de brand.
8- Evaluatie:
Bespreek met elkaar de situatie.
Hoe is de brand ontstaan.
Wat ging goed / fout in de bestrijding
Wat gaan we doen om het in de toekomst te voorkomen?
(Moeten er bijvoorbeeld veiligheidsprocedures aangepast worden?)
Communicatie (Blz 242 en verder)
Communicatie
Tijdens een noodsituatie is communicatie het allerbelangrijkste.
Rechtstreeks tegen een persoon praten zal zelden kunnen, op de persoon waar je naast staat na.
We zullen dus gebruik moeten maken van draadloze verbindingen: portofoons.
Een hele bekende aan boord is de Motorola CP 200.
Dit is een z.g. "one way" analoge portofoon.
De normale maritieme kanalen worden er op geprogrameerd, alsmede 1 of 2 z.g. "P" (Private) kanalen, met een eigen frequentie.
Het is dus eigenlijk een mini-VHF waarvoor ook een machtiging en Marcom certificaat nodig is.
Vanaf 1 juli 2018 is er een uitsterfbeleid ingesteld voor dit type portofoons.
Je mag ze dus nog aan boord hebben, maar bij een afkeur, of vervallen certificaat moet je een zogenaamde two-way set aanschaffen. (zie verderop).
Bij het one-way type is etheretiquette heel belangrijk.
-Spreek in een taal die iedereen aan boord verstaat. (Engels).
-Wees duidelijk.
Roep degene die je wilt spreken op en zeg je eigen naam (of functie).
-Zeg aan het eind van wat je wilt zeggen "Over".
De ander weet dan dat hij kan gaan spreken.
-Praat voor je gevoel te langzaam.
De ander kan jou dan goed verstaan, maar zal het niet ervaren als te langzaam.
-Staat er wind, zorg dan dat die tegen de achterkant van het apparaat blaast.
Blaast de wind tegen de voorkant dan blaast hij in de microfoon en is hetgeen je zegt onverstaanbaar voor de ontvanger.
Voor dit type portofoon is ook een schedelmicrofoon met pushschakelaar verkrijgbaar.
Als je praat gaan de trillingen via je schedel naar de microfoon.
De contactmicrofoon vangt deze op en brengt het naar de portofoon.
De pushschakelaar zit op je borst.
Voordeel: Je hoeft niet meer naar je portofoon, zijn microfoon en spreeksleutel te zoeken.
Tevens kan de wind niet meer in je microfoon blazen en omdat je hem onder je helm kan dragen heb je een stuk minder last van omgevingsgeluid.
Een betere optie is een two-way portofoon, bijvoorbeeld de Motorola XT-180.
Deze portofoon zendt en ontvangt tegelijkertijd.
Je hebt dus constant contact: geen risico meer dat de een nog praat en de ander al gaat praten en je dus een gedeelte van het bericht mist.
Ook kunnen alle 8 voorkeuzekanalen als 8 verschillende privekanalen ingesteld worden.
Het risico dat er een ander schip jouw kanaal zit wordt zo geminimaliseerd.
Wijze van communiceren
Voor theorie achter communicatie in het algemeen zie vanaf blz 142
Tijdens oefeningen zul je merken dat alles staat of valt met communicatie.
Als die niet klopt loopt het niet.
Er is één belangrijke vuistregel voor goede communicatie: wees duidelijk.
Dat is natuurlijk een beetje flauw, maar wel waar.
Hoe kunnen we dat bereiken?
- Verplaats je in degene die ontvangt: zou ik nu 100% snappen wat er verteld wordt?
- Wees duidelijk tegen wie je spreekt.
Vooral tegenwoordig met internationale bemanningen is het belangrijk dat je zeker weet met wie je spreekt.
Lig je op de anchorage van Singapore en je roept in een oefening "Miguel" op, dan is de kans groot dat er op een ander schip ook een Miguel loopt en dan antwoordt.
Beter is om op te roepen met de functie van Miguel en de scheepsnaam; "Bosun "Abel Tasman, Bridge".
-Spreek voor je gevoel te langzaam.
Je bent toch een beetje gespannen waardoor je sowieso al sneller gaat praten.
Door voor je gevoel langzaam te praten praat je feitelijk op een normale snelheid en verstaat de ander je goed.
-Spreek in korte zinnen. Een heel verhaal komt niet over.
Hak je verhaal desnoods in stukjes.
-Zeg aan het einde van de zin "over".
De ontvanger weet dan dat hij kan gaan spreken.
Zo voorkom je dat je doorelkaar praat en alles moet gaan herhalen.
-Ben je de ontvanger herhaal dan kort wat je gehoord hebt.
"OK, dat is begrepen" voldoet niet, want hoe weet de spreker dan
wát je ervan begrepen hebt.
Vooral met achtergrondgeluid erbij kan iets heel anders doorkomen.
-Spreek getallen uit in aparte cijfers.
17 wordt dus "één zeven" en niet "zeventien".
Want: stel er is veel lawaai, zei de spreker hier dan zeventien, negentien, of misschien wel "even zien"?
-Zeker in het begin van de oefening is het verstandig om elke zin te beginnen met het woord "Simulation".
Eventuele meeluisterende schepen weten dan dat er niets aan de hand is.
(Naarmate de oefening vordert kan je dat wat vaker weglaten. Maar doe het af en toe nog wel.)
Er zijn twee soorten van gesprekken:
-Het Cirkelgesprek.
-Het Centrumgesprek.
Je moet het plaatsvinden van gesprek zien als het maken van verbindingen.
De verbindingen vormen een soort spinnenweb.
Elke lijn en cirkel is hierbij een mogelijke verbinding van de ene portofoon naar de andere.
Bij een centrumgesprek zit de OSC in het midden en alle andere portofoons communiceren met de OSC die de berichten vervolgens weer doorgeeft aan de anderen.
Het voordeel van dit systeem is dat de OSC heel goed overzicht houdt over de communicatie.
Hij ontvangt en geeft alle berichten zodat hij precies weet wat welke ploeg weet en gezegd heeft.
Nadeel is dat de berichtgeving langer kan duren, wat een nadeel kan zijn bij behoefte aan snelle actie.
Bij een cirkelgesprek gaat het bericht in 1 keer van Ploeg A naar Ploeg B zonder tussenkomst van de OSC.
Het voordeel van dit systeem is dat het bericht in 1 keer bij de betreffende persoon aankomt, dus tijdswinst.
Het nadeel is dat men niet zeker weet of de OSC, die toch de leiding heeft en dus het overzicht moet houden, het ook gehoord heeft.
Dat zal dus apart bevestigd moeten worden, wat weer ruis op de lijn geeft.
verbindingsprocedure
(Blz 262)
Recapitulerend: -Korte zinnen.
-Langzaam praten.
-Duidelijk laten weten wie je wil spreken en wie er spreekt.
-Niet te hard (vervorming) maar ook niet te zacht praten. (onverstaanbaar)
-Duidelijk laten weten dat je klaar bent met je zin => "Over".
Een voorbeeld van een converstatie zou kunnen zijn.
Bosun Abel Tasman, this is bridge, over.
Bridge, bosun. Go ahead, over.
Bosun, bridge. Smoke detected in paint store. Please inspect.
Bridge, bosun. Roger. Smoke in paint store. I will inspect.
Bosun, bridge. Roger. You will inspect.
Inspection only, no FF.
Report immediately after inspection.
Bridge, bosun. Roger. Inspection only. Immediate report.
Stand by.
Bosun, bridge. Roger. Standing by for your report.
In deze conversatie is elke zin duidelijk en is na elke zin duidelijk dat de ander het begrepen heeft.
Een handige tip is om standaard afkortingen te gebruiken voor standaard informatie.
Deze begrippen kunnen zijn:
-Sitrep (Situation report: wat zie je, waar is de brand, veel rook, veel hitte?)
-Posrep (Position report: waar bevind je je?)
-Presrep (Pressure report, wat is je druk?)
Vergelijk de volgende conversaties: Ploeg A, On Scene Comander, over. OSC, Ploeg A, geef bericht, over PLoeg A OSC, wat is de situatie bij jullie? Is er veel rook? Is er vuur te zien? Waar is de brand?, over OSC, Ploeg A, We zijn aangekomen op de plaats van de brand. Er is veel rook. De brand bevindt zich in container XXX, we voelen wel hitte, over. Ploeg A, OSC, jullie zijn aangekomen bij de brand, jullie zien veel rook en de brand is in container XXX. Begrepen, over en uit.
Of: Ploeg A, OSC, over. OSC, Ploeg A, geef bericht over. PloegA, OSC, SITREP alstublieft, over. OSC, Ploeg A, Sitrep: Veel rook, hitte waarneembaar, locatie container XXX, over. Ploeg A, OSC, Sitrep ontvangen. Veel rook, hitte waarneembaar, container XXX. Over en uit.
Welke van de twee conversaties is duidelijker?
Oefening:
- 1 Persoon gaat met portofoon naar ander lokaal en beschrijft zijn kamer.
- Anderen pakken een stuk papier en gaan de kamer natekenen.
- Anderen mogen niets terug zeggen, alleen "OK".
Er is voor de spreker dus maar 1 kans om een de kamer (evt in fases) te beschrijven.
Alternatief: proef met Legoblokjes.
De deurprocedure
Lopen en deurprocedure. (Blz 180, 181)
Men kan niet zomaar een met rookgevulde ruimte binnenlopen.
Eerst zal men op de juiste wijze naar binnen moeten gaan.
NOOT: De hieronder beschreven procedure wordt sinds 1 januari 2019 niet meer ondersteund.
De achterligende gedachte is dat men bij het voelen bandwonden zou kunnen oplopen bij het voelen.
Bepaal eerst of de deur naar je toe open gaat of van je af.
-Voel of je scharnieren ziet/voelt. Ja? => deur komt naar je toe.
- Tast de deur eerst af met de rug van je handen.
Van beneden naar boven linkerhand linkerdeurpost, rechterhand rechter deurpost. Voel je warmte? Beschadigingen? Iets anders geks?
Tip: Een goede methode om te zien of de ruimte gevuld is met rook is een zaklamp van beneden naar boven langs een kier van de deur laten schijnen.
Rook (en eventuele ventilatie binnen in het vertrek) zorgen voor lichte overdruk in het vertrek.
De rook zal door de kier naar buiten geperst worden en in het licht direkt zichtbaar woorden.
-Ga met de zijkant van je lichaam op een been (gehurkt) tegen de deur zitten. Eventuele druk van vuur zal je zo op kunnen vangen.
-Doe de deur een klein stukje open.
-Het zou kunnen dat er vuur naar buiten komt. Doordat je laag zit.
- Zie je vuur of is de deur waarneembaar warm?
Geef dan 3 "shotjes" water bovenaan de bovenkant van de deur.
Dit zal de naar buiten tredende rookgassen afkoelen.
- De man die de deur opent (Pers. 1) gaat achter de deur zitten (bij naar buiten openende deur) en de man met de slang (Pers 2) laag, achter de muur.
Je kijkt elkaar dus aan.
- Pers 1 telt af van 1 tot 6
1..., 2..., 3..., opent de deur een klein stukje, net genoeg om het spuitstuk naar binnen te kunnen doen.
Bij 4..., 5..., 6.... geeft pers 2 op elke tel een shot water, schuin omhoog de ruimte in.
-Daarna gelijk de deur weer sluiten en de stoom het werk laten doen.
Stoom:
- Kleine druppeltjes nemen veel warmte op.
- Waar druppeltjes zitten kan geen zuurstof meer zitten. (Ademlucht!!!)
=> vuur zal in veel gevallen nu al doven.
- Onder sproeischerm nu eventueel de ruimte betreden om te blussen.
-Geen vuur? (De z.g back draft, zie aldaar.) Langzaam de deur verder openen.
- Pers 2 zit nu met een extincteur achter pers 1.
- Gebruik de deur als schild tegen evt vuur.
-Als de deur van je af open gaat ga dan aan de kant van de deurknop achter de muur zitten en doe de deur open terwijl je de deurknop vast blijft houden.
Als je de deur helemaal open zou gooien en er komt vuur naar buiten heb je een probleem.
Deze methode wordt door de professionele brandweer toegepast, maar blijkt moeilijk te onthouden te zijn.
Hij is natuurlijk helemaal prima, maar de simpele methode volstaat ook:
-Kijk of de deur er een beetje normaal uit ziet.
Bladderende verf?
Roodheet?
Veel warmte te voelen?
Niet eens openen. => boundary koeling
- Deur nog OK, maar wel warm?
Voer de deurprocedure uit het eerste filmpje uit.
Eenmaal binnen zijn we ons belangrijkste zintuig, de ogen, kwijt.
Toch kunnen we ons veilig door de ruimte bewegen.
Hiervoor kunnen we een aantal regels als handvat hanteren:
Houdt met de hand (tastarm) bij de muur te allen tijde contact met die muur.
Houdt de rug van de hand tegen de muur, niet de handpalm.
Bij het grijpen van een blootliggende stroomdraad zullen de spieren van de vingers samentrekken en elektrocuteer je jezelf.
Het gevaar van electrocutie Contact verliezen = de weg verliezen = dodelijk.
- Buig het hoofd iets naar voren. Je weet niet hoe hoog de ruimte is. Dit moet je eerst verkennen.
- Breng je gewicht op je standbeen. Dit is het been bij de muur. (Bij de muur is de vloer het sterkst, minder kans erdoorheen te zakken.
- Maak met het andere been, het tastbeen, een zwaaiende beweging voor je uit om te voelen of er iets op de vloer ligt waar je over kunt struikelen.
Ook kan er een (trap)gat in de vloer zitten die je niet verwachtte.
Doe dit met enige voorzichtigheid om een eventueel slachtoffer niet te verwonden.
Als geconstateerd is dat er niets voor je ligt klap dan met de voet voor je uit op de vloer om te controleren of de vloer stevig genoeg is.
-Sluit het tastbeen naast het standbeen en zet met het standbeen de volgende stap.
- Herhaal vanaf de eerste stap.
-Omdat je niet weet hoe hoog de ruimte is of dat er iets vanaf het plafond naar beneden hangt is het van belang de vrije arm (de beschermarm) gebogen voor je te houden.
De rug van de hand naar voren.
-Zwaai met de arm langzaam tussen buik- en helmhoogte heen en weer.
-Zwaai met de tastarm van boven naar beneden langs de muur om objecten, beschadigingen, hittebronnen etc te detecteren.
Alleen als je stilstaat kun je beide armen gebruiken.
Betreed een ruimte NOOIT alleen.
De tweede man hoeft niet met de vrije hand te zwaaien.
Dat doet de eerste man al.
De 2e man houdt met zijn tastarm de handgreep van het rugschild van de eerste man vast.
Pers 1 loopt langs de muur en voelt alles af.
Geef alles wat je tegenkomt een naam.
Stopcontact
Kastje.
Plank.
Hoekje.
Of misschien wel een deur naar een andere ruimte => doorgeven aan OSC.
Als je niet weet wat het is noem je het bijvoorbeeld dingetje.
Zeg dit hardop.
De tweede man herhaalt dit.
Op de terugweg, langs dezelfde route, worden alle dingen weer opgenoemd.
Wijkt dit af van de heenweg dan weet je dat je verkeerd zit en ga je terug naar het laatst herkende punt. (Bron: lesboek Manschap A Brandweeracademie NIFV)
Slachtoffer zoeken
Blz 182
Bij verkennen en slachtoffer zoeken kunnen we achter elkaar of naast elkaar lopen.
Achter elkaar:
-Pers 1 verkent, pers 2 loopt dus in principe veilig.
-Pers 1 concentreert op de route terwijl pers 2 can concentreren op
de omgeving (luisteren).
-Pers 2 houdt Pers 1 vast aan de fles of aan het handvat van het rugschild.
Nadeel: je verkent alleen de rand (+/- 1 meter) van het vertrek.
Naast elkaar.
-Pers 1 verkent de muur en de rand van vertrek.
-Persoon 2 de wat meer naar binnen gelegen ruimte.
-Men houdt elkaar aan de hand vast.
Dus pers 1 doet tasthand muur en pers 2 tasthand ruimte.
Betreedt men een ruimte waar een slachtoffer kan liggen spreek dan met je maat af om even te luisteren.
De ademautomaat maakt nogal lawaai en zacht gekreun zou je zo kunnen missen.
-Tel hardop af: "1... 2... 3..."
- Adem inhouden
- Luisteren.
Bij het verkennen is er een methode om het bereik te vergroten.
Cirkelen:
Op deze manier krijgt men al een aardig idee van de grootte van de ruimte en of men veel obstakels kan verwachten.
Tevens kan het eventuele slachtoffer daar misschien al liggen.
Noot: Zorg dat je bij alle handelingen je als eerste afvraagt: "Hoe kan ik hier weer uit komen, als dat nodig mocht zijn."
Dus niet zomaar een ruimte binnen gaan.
Altijd kijken waar de dichtsbijzijnde mogelijkheid is om er weer uit te komen.
De OSC, met het safetyplan voor de neus, kan / moet, hierbij behulpzaam zijn.
En als je het slachtoffer vindt, pas dan EHBO toe:
EHBO is niet moeilijk, zelfs kiinderen kunnen het.
Vervoeren van een slachtoffer
Het liefst vervoeren we een slachtoffer NIET.
Indien het slachtoffer niet in onmiddelijk levensgevaar t.g.v. de brand verkeert kan de EHBO ploeg ter plekke hulp uitoefenen.
Zodoende heeft het slachtoffer de minste kans op extra letsel.
Is het wel noodzakelijk het slachtoffer te vervoeren dan kan dit met de Rautek greep.
Bron: Human Drive.
Korte herhaling belangrijkste EHBO
In dit gedeelte van EHBO beperken we ons tot de te verwachten problemen die we kunnen aantreffen bij een slachtoffer in een brand.
=> Verbrandingen,
=> Rookvergiftiging,
=> Bewusteloosheid / geen levenstekenen.
Andere verwondingen zoals bijvoorbeeld botbreuken laten we hier even buiten beschouwing en krijg je bij de Medical Care cursus.
Rookvergiftiging
De kans dat een slachtoffer rookvergiftiging heeft opgelopen is natuurlijk erg groot.
Dat hoeft niet perse te betekenen dat het slachtoffer bewusteloos is.
Hij kan best nog bij kennis zijn, maar toch teveel giftige stoffen in zijn bloed hebben.
De bekendste daarvan is CO, koolmonoxide, of ook wel kolendamp genoemd.
Je proeft, ruikt of ziet CO niet.
Je bloedplaatjes nemen liever CO op dan zuurstof => verstikking.
Verschijnselen:
Slaperigheid en duizeligheid.
Misselijkheid, braken en verwardheid.
Hartkloppingen, hyperventilatie en hoofdpijn.
De voornaamste verschijnselen van rookvergiftiging zijn gewoonlijk aan de ogen en het ademhalingspatroon van het slachtoffer te zien (het slachtoffer snakt naar adem).
Waarschijnlijk zijn zijn ogen geïrriteerd.
Behandel de ogen dan op dezelfde manier als wanneer zich daarin een vreemd voorwerp bevindt.
Spoel ze uit met grote hoeveelheden schoon water.
Een snelle manier om te zien of het slachtoffer zuurstoftekort heeft is door op de nagel te drukken.
Deze wordt dan wit en moet na loslaten weer snel roze worden.
Gebeurt dat niet dan is er een zuurstoftekort.
Haal dan de zuurstofkoffer en geef het slachtoffer extra zuurstof.
Spoedbehandeling. Breng het slachtoffer in een rookvrije ruimte op veilige afstand van de brand of de oorzaak van de rook.
Let daarbij op dat u vlammen en rook uit de weg gaat.
Blijf zo laag mogelijk bij de vloer (hete rook stijgt op, de lucht vlak boven de vloer is dus minder giftig).
Ga bij bijzonder dichte rook de ruimte niet binnen zonder geschikte ademhalingsapparatuur.
Als de persoon uit de rook is gehaald, controleer zijn ademhaling en hartslag.
Begin met reanimatie als je ze niet kunt waarnemen.
Als het slachtoffer ademt, maak dan strak zittende kledingstukken los en maak het hem zo gemakkelijk mogelijk.
Laat medische spoedhulp komen ook al lijkt het slachtoffer hersteld te zijn. Bron: http://www.menselijk-lichaam.com/eerste-hulp-ehbo/wat-te-doen-bij-rookvergiftiging/
Verbrandingen
Verbrandingen:
2 soorten.
Ten gevolge van vloeistoffen: gekookt.
Bemerk hoe de warmtecamera de hitte in de wond ziet.
De huid ziet rood, vaak witte randen van de wond, blaarvorming (kan).
Ten gevolge van vlammen: gebakken.
Wond ziet roze (vlees), met zwarte plekken.
De wondranden zijn hard en zwart.
De patient kan weinig pijn ervaren als de zenuwen ook verbrand zijn.
In beide gevallen: EERST WATER, DE REST KOMT LATER!
Hierbij maakt het bijna niet uit wat voor water het is.
Natuurlijk kan van vies buitenwater de wond gaan infecteren, maar dat is van later zorg.
=>Het beste is de patient minimaal 20 minuten onder een zachte douchestraal met lauwwarm water te zetten.
(Doet de douchestraal pijn leg dan voorzichtig een zachte handdoek op de wond en laat daar het water over stromen.)
Geen koud water gebruiken, aangezien er dan weer onderkoeling kan gaan optreden.
=>Vervolgens de wond steriel afdekken met parafinnegaas.
Nog beter is de wond af te dekken met Watergel.
Dit is niet verplicht aan boord, overigens.
De huid is meestal weg, waardoor uitdroging van de wond op de loer ligt, en deze gel-doeken vullen het vochttekort weer aan.
Tevens zijn ze steriel.
Geen zalfjes e.d. erop smeren.
Is er geen haven in de buurt dan Radio Medisch Advies aanvragen.
De arts kan dan adviseren Flamazinezalf aan te brengen.
Flamazine is een merknaam voor de stof Zilversulfadiazine.
Het internationale nummer is 9.1.13.
Elk medicijn in de scheepsapotheek heeft een nummer.
Dit is ingevoerd omdat een medicijn op een Nederlands schip wel een heel andere naam kan hebben dan op een buitenlands schip.
De RMD geeft dan dat nummer op zodat je altijd het goede medicijn pakt.
Het eerste cijfer geeft dat aan wat voor soort medicijn het is, waar het onder valt (de 9 staat in dit geval voor middelen voor dermatologisch (voor de huid) gebruik)
En de volgende twee cijfers zegt iets over de werkzame stoffen.
Ben je in de buurt van de haven zorg dan dat de patiënt zo snel mogelijk in een ziekenhuis komt.
Helikopterinzet is hierbij een goede optie.
=> Aanklevende kleding NIET verwijderen.
Je trekt daarmee de onderliggende huid ook stuk.
=> Eventuele blaren niet kapotprikken.
Het vocht in de blaar is steriel, en voorkomt uitdroging.
De huid om de blaar houdt infecties tegen.
Zit de blaar op een ongelukkige plek, dan wel leegprikken en steriel afdekken.
Reanimatie
Volg deze 6 stappen bij een hartstilstand:
1. Controleer het bewustzijn
Schud voorzichtig aan de schouders en vraag: ‘Gaat het?’
Geen reactie? Het slachtoffer is bewusteloos. Blijf bij het slachtoffer. Roep om hulp.
2. Bel direct het alarmnummer of, op zee, de Radio Medische Dienst (RMD) (of laat iemand bellen)
Meerdere mensen aanwezig? Laat een persoon bellen en een ander direct een AED halen.
Instructies voor bellen: vraag om een RMD arts en zeg dat het slachtoffer niet reageert.
Zet de telefoon op de speaker, zodat de medewerker van de meldkamer/ RMD je kan helpen terwijl je bezig bent.
3. Controleer ademhaling
Leg een hand op het voorhoofd en kantel het hoofd voorzichtig naar achteren om de luchtweg te openen.
Til de kin op met 2 vingertoppen van de andere hand (kinlift).
Kijk, luister en voel maximaal 10 seconden of er ademhaling is.
Geen normale ademhaling en bent u alleen?
Haal een AED indien deze direct beschikbaar is.
4. Start direct met 30 borstcompressies
Zet uw handen midden op de borstkas.
Duw het borstbeen 5 à 6 cm in.
Doe dit 30 keer in een tempo van tenminste 100 keer per minuut (maximaal 120 per minuut).
Tip: Er wordt wel eens gezegd dat je in je hoofd "Staying alive" van The Bee Gees moet zingen.
Voor het massageritme is dit helemaal waar.
Maar dan moet je ook nog 30 massages tellen.
Beter is om "Hoedje van papier" helemaal te zingen.
Dat is precies 30 contracties.
Duw niet met de vingers op de ribben, om te voorkomen dat er ribben breken.
5. Beadem 2 keer
Doe de kinlift (zie stap 3).
Kantel het hoofd naar achteren.
Knijp de neus dicht.
Pas mond-op-mondbeademing toe.
Beadem 1 seconde zó dat de borstkas omhoog komt (kijk naar de borstkas).
Laat het slachtoffer uitademen.
Beadem in totaal 2 keer.
Ga door met reanimatie en wissel 30 borstcompressies af met 2 beademingen.
Als er een 2e hulpverlener is: wissel elke 2 minuten.
Onderbreek de reanimatie altijd zo kort mogelijk.
6. Als de AED er is
Onderbreek de borstcompressies zo kort mogelijk.
Ontbloot de borstkas.
Zet de AED aan en doe altijd wat de AED zegt.
Bevestig de elektroden.
Volg de opdrachten van de AED op, totdat de meldkamer ? RMD-arts zegt dat je mag stoppen.
Deze stof hoort niet officieel bij de cursus, maar wordt als extra gegeven.
Aan boord van schepen is het verplicht om 1 fles op de BA set te hebben met 1 fles reserve per set erbij.
Veel schepen hebben ook een BA-set compressor aan boord.
In dit hoofdstuk leggen we uit hoe een fles opgevuld dient te worden.
Het vullen van de BA flessen met een compressor is geen hogere wiskunde zolang je een paar stappen volgt:
-Zorg dat de compressor in een ruimte staat waar schone lucht heerst.
Dus niet in de machinekamer of werkplaats of iets dergelijks.
Ideaal is in de buitenlucht, maar dat is niet altijd praktisch uivoerbaar.
-Rook niet in de buurt van de compressor tijdens het vullen.
1) De wartel (met zeer fijne schroefdraad ivm de hoge drukken waarmee gewerkt wordt) aan de HD slang draai je op de fles.
Vast is vast.
Wanneer de wartel lekt betekent dat dat het afsluitrubbertje vervangen moet worden.
Vaster draaien met de vuist of een tang zal resulteren in schade aan de afsluiter of aan de wartel.
Check of de afwateringsafsluiter en de onluchtingsafsluiter dicht zijn.
De afwateringsafluiter (links op voorgrond) is om condens dat ontstaat tijdens het vullen af te kunnen tappen.
De ontluchtingsafsluiter (nog net rechts in beeld) is er voor om de compressor drukloos te maken.
Dit gebeurt overigens tijdens het condens aftappen ook.
Laat de afsluiter van de fles nog even dicht en start de compressor door op het groene knopje te drukken.
De compressor is voorzien van een veiligheidsventiel die tussen de 295 en 305 bar af dient te blazen.
(Niet schrikken van wat voor lawaai dat maakt)
Wanneer de compressor voor het eerst sinds enige tijd weer gebruikt wordt dient dat ventiel eerst weer getest te worden door met een gesloten afsluiter op de fles de compressor te starten en de druk op te laten lopen.
Deze dient dus tussen bovengenoemde waarden af te blazen.
BA compressor safetyvalve test (Bron mm.jacobs, YouTube)
3)
Draai de afluiter op de fles open.
De fles wordt nu gevuld.
* Met de meeste compressors duurt het ongeveer 20-25 minuten om een 6 liter fles op te vullen tot 300 bar. Men heeft dan al gauw de neiging om erbij weg te lopen om ondertussen iets anders te doen.
Doe dit niet!
Je werkt met uitzonderlijk hoge drukken en mócht er wat gebeuren dan moet je direkt in kunnen grijpen.
De fles zal (behoorlijk) warm worden.
Dit is normaal omdat de lucht samengeperst wordt.
4) Wanneer de veiligheidsklep afblaast is de fles vol.
-Draai de afluiter op de fles dicht.
-Zet de compressor uit met de rode off knop.
5) Tap het water af door het kraantje van het filterhuis (de pot waar de HD slang aan zit) open te draaien.
BA compressor draining condens Indien er geen aftapslangetje aan zit kan je een doekje voor de aftap houden.
* Het is verbazend hoeveel vocht en troep hier uit komt.
Allemaal troep dat nu niet in de ademlucht zit.
Door de snelle decompressie tijdens het aftappen kunnen er ook stukjes ijs uit de aftap komen. Pas op met de ogen.
6) Schroef de slang los van de afsluiter, draai de stofdop op de afsluiter en doe een tapje op de stofdop/hals van de afsluiter.
* Mocht het niet lukken om de wartel los te draaien dan is de compressor nog enigszins op druk.
Heb je niet van die officiële tape tot je beschikking dan voldoet een stuk isolatie- of schilderstape ook.
Het gaat erom dat je in één oogopslag kunt zien dat de fles gebruikt is of niet. Tape weg = fles gebruikt = eerst opvullen.
Dag 4 (met toets)
08:30 Toetsing over alle stof.LAPTOP MEE!
Aansluitend oefening Groep 1 scenario op ponton.
12:30 Pauze
13:00 - 1500 Oefening Groep 2 scenario op ponton.
De groep wordt in twee groepen verdeeld: A en B.
Groep A bedenkt een scenario, uitvoerbaar in en op het (hoge) ponton en of op de Aquarius.
Het scenario is geheel aan jezelf.
Je zet deze op papier ter controle.
Voorbeeld:
Groepsindeling: On scene commander: 1
Team 1 : 2 pers.
Team 2: 2 pers
Etc.
Benodigdheden: Rookmachine.
Slachtofferpop.
Etc.
Lokatie: Ponton, pakkenhok
Slachtoffer onder stapel pakken.
Brandhaard daar en daar.
Etc.
Vervolgens gaat ploeg A de oefening klaar zetten, waarna ploeg B de oefening draait, zonder de bovenstaande info gehad te hebben.
Ploeg B maakt ook zo'n oefening die ploeg A dan moet uitvoeren.
De "bedenkende" ploeg zet de oefening klaar en kijkt hoe de uitvoerende ploeg de oefening draait.
Opmerkingen opschrijven voor de evaluatie.
Adres: Duitslanddreef 29
Oude Haske (bij Heerenveen)
De tijd van aanvang van de praktijkoefeningen is 08.45 en 12.45 uur.
In de ochtend ga je tot de koffie voornamelijk oefenen met ademlucht.
Tot de lunch worden er 2 scenario's met echt vuur gedraaid.
Na de lunch volgen er nog twee scenario's die ingewikkelder zullen zijn dan die van de ochtend.
Rond 16:00 is de dag ten einde. Het is een volle dag, dus wees op tijd.
Het is vanaf de dichtstbijzijnde bushalte nog een goed half uur lopen naar de lokatie.
Hou daar rekening mee.
Tips:
- NEEM JE MONSTERBOEKJE MEE VOOR DE STEMPEL!
Evenals je keuringspapieren. G4S laat je niet toe zonder geldige keuring
- Neem een droog T-shirt mee. Je gaat zweten.
- Je bent ingespannen bezig met warmte. Neem een klein waterflesje
mee die in de zak van je brandweerpak kan zodat je af en toe een slokje water kan nemen.
- Lunch wordt, zoals gezegd, voor gezorgd op de lokatie.
Noot: De praktijk leert dat men soms wat onder de indruk is van het echte vuur en de onbekendheid van de situatie.
Dit resulteert dan meestal in een afwachtende houding.
(Voorbeeld kijken hoe een slang aangesloten wordt).
Probeer produktief te blijven, geef aan dat je het spannend vindt en vraag gerust om advies bij de instructeurs.
Het is jullie praktijkdag, jullie zijn er om te leren dus vraag gerust en maak ten volle gebruik van de dag.
Mutatielijst
20-03-2017 Niet functionele links vervangen door de tekst waarheen ze verwijzen.
28-03-2017 Verwijzingen naar gebruikte bladzijden uit lesboek G4S daar waar nodig toegevoegd.
29-03-2017 Hoofdstukindeling gewijzigd in lesdagen 1 t/m 5.
Controle op IMO modelcourse uitgevoerd.
30-03-2017: Hiaten die gecorrigeerd moeten worden opgezocht.
Verwijzingen naar bladzijdenummers in G4S lesboek aangebracht.
Diverse foto's en filmpjes aangepast en/of toegevoegd.
23-12-2018: Filmpje toegevoegd aan slachtoffer zoeken.
25-06-2018: Voor- en nadelen water als blusmiddel toegevoegd.
24-04-2018: Diverse links naar externe sites toegevoegd zoals geadviseerd door IL&T.
04-02-2017: DIverse punten aangepast n.a.v rapportage van IL&T d.d. 20-12-2017 (APR# 651207)
Tekstveranderingen aangebracht.
02 t/m 03 - 04 2017 Vaste brandblusinstallaties aangevuld. (O.m. sprinklerinstallatie enfixed foam.)
Scenario's aangevuld.
Communicatie ingevoerd.
Smoke extractor aangevuld.
04-04-2017: Blusinstallaties aan dek van tankers aangevuld.
Werken met GMDSS code aangevuld.
Sectie boegschroefruimte aangevuld.
05-04-2017: B.L.U.B. - regel ingevoerd in sectie Procedures Brandbestrijding.
Samenstellen toets.
06-07-2017: Vragen toetsing aangevuld.
07-04-2017: Toetsvragen herzien en aangevuld.
EHBO gedeelte ingevoerd in dag3.
11-04-2017: Toets bijgewerkt.
10-10-2017: Rautekgreep toegevoegd aan hoofdstuk Slachtoffer zoeken.
16-10-2017: Mariko Leer toegevoegd als mogelijke praktijklocatie in hoofdstuk introductie dag 5.
30-11-2017: Filmpje toegevoegd: gevaar van elektrocutie in hoofdstuk betreden van ruimtes.
06-01-2018: Oefening communicatie toegevoegd aan hoofdstuk communicatie.
15-01-2018: Naar aanleiding van IL&T rapport van 20 dec 2017 punten 5, 8, 12,13, 16, 22, 24 aangepast.
04-02-2018: Overige punten uit het rapport aangepast.
04-03-2018: Filmpje toegevoegd in Smoke extractor.
17-04-2018: Diverse filmpjes opnieuw geplaatst omdat ze niet goed werkten.
23-04-2018: mailadres aan AFF toets toegevoegd.
05-05-2018: Colofon aangepast.
02-06-2018: Filmpje toegevoegd in hoofdstuk Reduceer en Omhangen v.d. set
19-01-2019: Verbruiksschema toegevoegd aan hoofdstuk Hoe lang doen we met lucht?
03-02-2019: Onvolkomendheden aan AFF toets aangepast.
03-03-2019: Filmpje toegevoegd aan hoofdstuk Blussen met water.
04-05-2019: Filmpje koelend vermogen toegevoegd aan hoofdstuk Water.
07-05-2019: Brand in Li-Ion toegevoegd in hoofdstuk brandklassen.
14-11-2019: Veranderde deurprocedure ingevoerd.
03-03-2002: gedetailleerd lessenplan ingevoerd bij Introductie
30-10 2020: Alle instructiefilmpjes gedownload ter back-up en filmpje bij reanimatie toegevoegd.
24-11-2020; Vernieuwde basisprincipes brandbestrijding 2020 toegevoegd aan dag 1 (Bron: Brandweeracademie)
07-01-2021: "beste, slechtste, meest realistische scenario" toegevoegd bij 6 stappen plan.
31-01-2021: Diverse "verdwenen" filmpjes herplaatst vanaf back-up.
03-02-2021: Extra hoofdstuk BA fles opvullen met compressor toegevoegd.
31-07-2021: Filmpje ontploffende magnesium toegevoegd aan hoofdstuk IMDG code.
26-11-2021: Noot toegevoegd aan "Dag 5".
17-08-2022: Filmpje HydroPen toegevoegd aan hoofdstuk Brandgevaren aan dek.
Het arrangement Advanced Fire Fighting is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Menno Jacobs
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-02-12 14:43:15
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Deze cursus is samengesteld met behulp van en in overleg met Inspectie Leefomgeving en Transport (IL&T) , Det Norske Veritas (DNV), IMO modelcourse en STCW '95, including Manilla Amendments. Tevens is gebruik gemaakt van het cursusboek Advanced Fire Fighting van G4S. De cursus moet dan ook in combinatie met dit boek gegeven worden.
Ook is gebruik gemaakt van het Lesboek Manschap A van de brandweeracademie van het NIFV
De cursus is in april 2018 geaccrediteerd door IL&T voor zeevaartopleidingen.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze Advanced Firefighting Cursus is te gebruiken in combinatie met het lesboek van G4S ed. nov 2016, alsmede het IMO modelcourse 2.03.
Leerniveau
MBO, Niveau 3: Vakopleiding;
MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
Praktijkonderwijs;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
27 uur en 30 minuten
Trefwoorden
advanced fire fighting, brandbestrijden op schepen, brandbestrijding, brandweer advanced fire fighting brandbestrijding, scheepsbrand
Advanced Fire Fighting
nl
Menno Jacobs
2023-02-12 14:43:15
Deze Advanced Firefighting Cursus is te gebruiken in combinatie met het lesboek van G4S ed. nov 2016, alsmede het IMO modelcourse 2.03.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Toetsing AFF
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.