De BA set (Breathing Apparatus) biedt ons de mogelijkheid om in een giftige omgeving (rookgassen) ons werk te kunnen doen.
Het grootste gevaar bij brand is namelijk niet de hitte maar de giftige gassen.
Pag 143:
De bekendste daarvan is CO, koolmonoxide, of ook wel kolendamp genoemd.
Je proeft, ruikt of ziet CO niet.
Je bloedplaatjes nemen liever CO op dan zuurstof => verstikking.
Verschijnselen:
Slaperigheid en duizeligheid
Misselijkheid, braken en verwardheid
Hartkloppingen, hyperventilatie en hoofdpijn
Het probleem is dat dit ook door andere zaken kan komen en je de symptomen dus negeert.
Afhankelijk van wat er verbrandt zijn er vele andere gassen die ons lichaam kunnen vergiftigen:
-Benzenen
-Alkayden.
-Roetdeeltjes.
-Stikstof
-Kooldioxide
-Zwaveldioxide
En eentje die in bijna alle scheepsbranden voorkomt omdat het vrijkomt bij het verbranden van vele plastics (PVC, isolatie elktr. kabels) : Blauwzuurgas (Cyanide, gaskamers WO2)
Is CO dan per definitie dodelijk/giftig?
Giftig: ja.
Het is altijd giftig.
Dodelijk?
Nee, niet altijd.
Alles hangt samen met de hoeveelheid die je in een bepaalde tijd binnenkrijgt.
Als ik in 24 uur, 1 keer CO inadem zal ik er niks van merken.
Blijf ik er de volle 24 uur in dan heb ik op zijn minst te maken met bovenstaande klachten, of zelfs de dood.
Pag 147
Dit heeft te maken met de zogenaamde MAC waarde.
De Maximum Allowable Concentration.
In het NL: de Maximaal Aanvaarde Concentratie.
Dit begint een nog veelgebruikt, maar wat verouderd, begrip te worden.
Tegenwoordig heeft men het over de Threshold Limit Value - TLV.
Elke stof heeft die.
Hij is echter niet voor elke stof en elk mens hetzelfde.
Het is daarom een handvat.
(Bron: FNV-Werkwacht)
Bij brand en de bijbehorende rook is een overschrijding van de MAC waarde realistisch.
Die zal er gewoon zijn.
Daarom maken we gebruik van adembescherming.
Adembescherming bestaat in twee varianten:
- Afhankelijke bescherming; je gebruikt nog steeds de buitenlucht om te ademen. (De bekende gasmaskers met filters)
- Onafhankelijke bescherming: je gebruikt lucht die niet uit de omgeving komt, maar uit bijvoorbeeld persluchtflessen: de ademluchtset of Breathing Apparatus (BA) set, zoals ze aan boord genoemd worden.
Een ademluchtset is dus al gauw onontbeerlijk.
Zet deze dus standaard op!
Aan boord zal die meestal van het merk Drager zijn, omdat dit een merk is dat wereldwijd verkrijgbaar is en daarmee de onderdelen dus ook, mocht er wat mis mee zijn.
Veel mensen noemen dit een zuurstoffles.
Dit is niet juist.
De fles bevat geen zuurstof, maar samengeperste buitenlucht.
Behalve zuurstof bevat het dus nog veel meer gassen.
De persluchtfles verdiend een apart hoofdstukje.
Hij kan gemaakt zijn van staal:
Of Kevlar
Ieder met zijn eigen voor- en nadelen.
Het lichter gewicht van Kevlar is een groot voordeel.
De stalen is weer een stuk goedkoper.
In de hals van de fles zijn allerlei letters en cijfers ingelsagen:
Zie ook illustratie op pag 157.
-De eerste datum van keuring gevolgd door het serienummer.
Dit serienummer moet uiteraard overeenkomen met het bijbehorend
certificaat.
Deze keuring, bij het stoomwezen, moet eens in de 5 jaar herhaald
worden.
- De inhoud in liters
- De normale werkdruk gevolgd door de testdruk.
- De inslagstempel van de keuringsinstantie.
Op oudere flessen kan dit nog een ankertje zijn (Scheepvaartinspectie), tegenwoordig zal dit een leeuwtje in een cirkel zijn (Stoomwezen.)
-Tevens moet het jaar van de herkeuring erin geslagen zijn: de letter R (Retest) gevolgd door een jaartal.
De uiteindelijke ingeslagen stempel zou dan kunnen zijn:
Leeuw/jaar/maand R jaar.
Oudere stempels:
maand/jaar leeuw jaar
Tevens moet de fles voorzien zijn van een sticker die aangeeft wat er voor gas in de fles zit.
Op de sticker moet de kleurcode voor dat gas staan (groen voor zuurstof) en de UN code uit het IMDG-code boek.
Aan boord moeten we natuurlijk voldoende perslucht voorradig hebben.
Daarom is het verplicht voor elke BA set een extra fles aan boord te hebben.
Veel schepen hebben een eigen compressor aan boord om de flessen tijdens de werkzaamheden op te vullen.
In de alarmrol staat dan aangegeven wiens taak het is om de flessen te vullen.
Hoewel de afsluiter gemaakt is om met zeer hoge drukken om te gaan is het een gevoelig instrument.
Men dient het voorzichtig te behandelen.
De afsluitende pen is een vrij dun bronzen pennetje.
Bij te hard aandraaien bij het afsluiten druk je de punt kapot in de zitting en is de afsluiter kapot.
Draai de afsluiter tussen vingers en duim dicht.
Nooit met de vuist.
(Bron: Lesboek Brandweeracademie NIFV Manschap a Persoonlijke bescherming)
Noot: In het boek wordt gezegd dat de afsluiter maar 4 slagen open hoeft omdat de doorlaat dan groter is geworden dan de slag van de spindel.
Waar als dit mag zijn, advies: geheel open draaien.
- Je weet tenminste of afsluiter open is of dicht door even te voelen.
- Bij wrijven langs bv een muur kan de afsluiter niet onbewust dichtgedraaid worden.
En niet een halve slag weer dicht.
Bij normaal open draaien (en niet met brute kracht) valt het gevaar van het beschadigen van de spindel alleszins mee, en de aflsuiter blijft tenminste goed open omdat de spindel een klein beetje klemt.