Inmiddels voor alle leerlingen van het Grotiuscollege te Delft een bekend begrip.
Elke dag leer je op school een nieuw woord. Soms kende je het woord al, soms had je er nog nooit van gehoord. In de les Nederlands schrijf je het woord en de betekenis in je schrift, maar van alleen opschrijven leer je het woord nog niet écht kennen. Soms worden de woorden ook in andere lessen gebruikt, maar dat kan helaas niet altijd.
Daarom gaan we in deze lessenserie op verschillende manieren aan de slag met de Woorden van de Dag die je geleerd hebt.
Veel plezier en succes!
Werkwijze
Stap 1:
Weet je nog welke woorden we afgelopen periode behandeld hebben bij het Woord van de Dag? Het zijn er 75, dus wel erg veel om te onthouden. Lees daarom voordat je begint aan de oefeningen eerst de woordenlijst op deze pagina nog eens door, om zo je geheugen wat op te frissen.
Als je de lijst hebt doorgenomen mag je starten met de oefeningen.
Stap 2:
Je kunt de oefeningen en opdrachten op deze pagina op volgorde maken, maar je kunt ook zelf je volgorde bepalen.
Bij de basisoefeningen en verdiepingsopdrachten komen verschillende onderdelen aan bod.
Bij de basisoefeningen oefen en leer je via verschillende opdrachtjes de Woorden van de Dag en hun betekenissen.
Bij de verdiepingsopdrachten ga je verdiepend en verbredend aan de slag met de Woorden van de Dag.
Ben je klaar met oefenen? Dan kun je de zelftoets maken en Woord van de Dag-miljonair worden!
Stap 3:
Aan het einde van de lessen vul je een evaluatie in, waarin je terugblikt op de oefeningen, hoe je de opdrachten hebt aangepakt en wat je ervan hebt geleerd.
Woordenlijst
Hieronder vind je alle Woorden van de Dag waar je in deze WikiWijs mee gaat werken.
Lees ze voordat je begint aan de oefeningen nog een keer door. Tijdens het oefenen kun je hier ook weer terugvinden wat een woord betekent, wanneer je er even niet meer uit komt.
De woorden zijn op alfabetische volgorde gerangschikt.
Woord
Betekenis
1.
de aanleiding
de gebeurtenis die iets anders tot gevolg heeft
2.
aanzwengelen
op gang brengen, stimuleren
3.
in acht nemen
aandacht hebben voor, iets respecteren
4.
de adoptie
het aannemen van een persoon als kind
5.
afschaffen
buiten gebruik stellen, tot een einde brengen, beëindigen
6.
het alternatief
1. de keus latend tussen twee zaken of mogelijkheden, 2. anders dan de massa
7.
de analyse
de ontleding van iets: een situatie, tekst, toespraak, etc.
8.
anoniem
1. naamloos, ongetekend; 2. waaraan je geen naam kunt toekennen
9.
associëren (met)
verbinden (met), in verband brengen (met)
10.
de attitude
de houding, het gedrag
11.
het attribuut, de attributen
1. Het symbolische kenmerk (ev), 2. de benodigdheden, de gereedschappen (mv)
12.
baat hebben bij
voordeel hebben van
13.
begeren
sterk verlangen, sterk wensen
14.
beheersen
1. Je bedwingt je, je laat je gevoelens niet merken; 2. Je kent iets
15.
beïnvloeden
op iets of iemand inwerken, invloed uitoefenen op
16.
beleven
1. ondervinden, ervaren; 2. getuige zijn van
17.
bestuderen
iets nauwkeurig onderzoeken
18.
bevatten
1. inhouden; 2. begrijpen
19.
de bezegeling
de bevestiging, de bekrachtiging
20.
bovendien
behalve dat, ook nog
21.
de commotie
de drukte, de opwinding bij een grote groep mensen
22.
constateren
vaststellen
23.
content
tevreden
24.
continu
voortdurend, de hele tijd
25.
creëren
iets nieuws maken, iets doen ontstaan
26.
cruciaal
van groot belang, doorslaggevend, beslissend
27.
desondanks
ondanks dat, afgezien daarvan
28.
dicteren
1. voorzeggen om te laten opschrijven; 2. zonder onderhandeling opleggen (je legt op wat anderen uit moeten voeren)
29.
dientengevolge
als gevolg van
30.
eventueel
mogelijk
31.
de expert
de deskundige
32.
het fenomeen
een waarneembaar (natuur)verschijnsel
33.
formuleren
onder woorden brengen, iets verwoorden
34.
halveren
1. middendoor snijden, 2. iets tot de helft (laten) teruglopen
35.
humaan
menselijk, menslievend
36.
illustreren
1. met afbeeldingen versieren, 2. toelichten
37.
immers
want, namelijk
38.
intensief
1. krachtig; 2. diepgaand
39.
interpreteren
uitleggen, verklaren wat de betekenis of bedoeling is
40.
de kandidaat
1. Iemand die in aanmerking wil komen voor een functie, baan enz.; gegadigde 2. iemand die zich aanmeldt voor een examen
41.
de kwestie
1. het vraagstuk, het probleem; 2. de aangelegenheid, de zaak
42.
ludiek
speels, met het karakter van een spel
43.
metamorfose
1. algehele verandering van uiterlijk, 2. gedaanteverwisseling (dierkunde)
44.
mettertijd
in de loop van de tijd
45.
nationaal
1. een heel volk betreffend, landelijk; 2. van alle inwoners van een bepaald land; 3. blijk gevend van liefde voor het eigen volk.
46.
nauwelijks
1. bijna niet, amper 2. nog maar pas
47.
nuttig
bruikbaar, voordelig
48.
officieel
1. echt, wettig; 2. wat goedgekeurd is door een organisatie of de overheid
49.
het onderscheid
het verschil
50.
ontleden
iets in kleine stukjes verdelen om het nauwkeuriger te kunnen bestuderen
51.
in het oog springen
opvallen
52.
opheffen
1. het bestaan beëindigen van, afschaffen; 2. optillen
53.
opzienbarend
verbazingwekkend
54.
de peiling
de meting (van wat iemand ergens van vindt)
55.
plausibel
geloofwaardig
56.
de poëzie
1. de dichtkunst; 2. de gedichten, de verzen
57.
de potentie
de kracht om iets te doen, het vermogen
58.
de prognose
de voorspelling, de verwachting
59.
de ravage
de vernieling, het resultaat van een verwoesting
60.
relatief
betrekkelijk, in vergelijking met iets anders
61.
de scepsis
de twijfel
62.
secuur
zorgvuldig, precies
63.
sinds
vanaf het tijdstip dat
64.
slechts
1. alleen maar; 2. niet meer dan
65.
speculeren
1. dingen bedenken die misschien waar kunnen zijn, zouden kunnen zijn gebeurd of kunnen gebeuren, 2. kopen en verkopen waarbij er winst wordt gemaakt
66.
sporadisch
zelden, zeldzaam
67.
tevergeefs
zonder succes
68.
tonen
laten zien
69.
de trend
1. de ontwikkelingslijn, de richting; 2. de mode
70.
verantwoord
te rechtvaardigen, eerlijk en correct
71.
verrichten
doen, uitvoeren
72.
vervolgens
nadien, daarna
73.
onder vuur liggen
flinke kritiek krijgen
74.
zodat
met het gevolg dat
75.
iemand de zwartepiet toespelen
iemand als schuldige aanwijzen
Leerdoelen
Hoofddoel:
Door te oefenen op deze pagina zul je veel verschillende woorden beter begrijpen en zo vergroot je je woordenschat.
Als je woordenschat vergroot wordt, kun je...
...verschillende geschreven teksten beter en sneller begrijpen
...verschillende gesproken teksten beter en sneller begrijpen
...meer en moeilijkere woorden gebruiken bij het schrijven van teksten. Hierdoor worden je teksten interessanter om te lezen en krijgen zij meer inhoud
...meer en moeilijkere woorden gebruiken bij het spreken, bijvoorbeeld voor de klas. Hierdoor worden presentaties en spreekbeurten interessanter om naar te luisteren en krijgen zij meer inhoud.
en dan kom je dus steeds slimmer over, hoe leuk is dat!
Oefeningen en opdrachten
Basisoefening 1: Woorden en betekenissen koppelen 1
Sleep de juiste woorden en betekenissen naar elkaar.
Hulp nodig? Klik dan op het lampje links bovenin voor tips en om de woordenlijst te openen. Wil je de opdracht nog eens teruglezen? Klik dan op het vraagteken.
Basisoefening 2: woorden en betekenissen koppelen 2
Sleep de juiste woorden en betekenissen naar elkaar.
Hulp nodig? Klik dan op het lampje links bovenin voor tips en om de woordenlijst te openen. Wil je de opdracht nog eens teruglezen? Klik dan op het vraagteken.
Basisoefening 3: puzzelen met woorden en betekenissen
Maak onderstaand kruiswoordraadsel om te oefenen met woorden en hun betekenissen.
Hulp nodig? Klik dan op het lampje links bovenin voor tips en om de woordenlijst te openen. Wil je de opdracht nog eens teruglezen? Klik dan op het vraagteken.
Speel dit spel tegen de computer of tegen je vrienden! Weet jij het snelste de juiste betekenissen aan de woorden te koppelen en zo de race te winnen?
Hulp nodig? Klik dan op het lampje links bovenin voor tips en om de woordenlijst te openen. Wil je de opdracht nog eens teruglezen? Klik dan op het vraagteken.
Noteer de juiste woorden bij de beschreven betekenis. Als je klaar bent klik je op het vinkje rechts onderaan, dan zie je meteen welke woorden je goed hebt ingevuld.
Hulp nodig? Klik dan op het lampje links bovenin voor tips en om de woordenlijst te openen. Wil je de opdracht nog eens teruglezen? Klik dan op het vraagteken.
Deel de woorden in bij de juiste categorie. Je kunt kiezen uit 'zelfstandig naamwoord', 'bijvoeglijk naamwoord' en 'werkwoord'.Als je goed weet bij welke woordsoort een woord hoort, dan begrijp je het woord beter en kun je het op de juiste manier gebruiken in zelfgemaakte zinnen.
Hulp nodig? Klik dan op het lampje links bovenin voor tips. Wil je de opdracht nog eens teruglezen? Klik dan op het vraagteken.
Zet het juiste woord in de zin. Door hiermee te oefenen, zorg je dat je de betekenis van een woord nog beter begrijpt en onthoudt. Deze oefening is nuttig voor je leesvaardigheid én je schrijfvaardigheid.
Hulp nodig? Klik dan op het lampje links bovenin voor tips. Wil je de opdracht nog eens teruglezen? Klik dan op het vraagteken.
1. Kies minimaal 5 en maximaal 10 moeilijke woorden uit de woordenlijst.
2. Schrijf een tekst van 100-150 woorden, waarin je de moeilijke woorden op de juiste manier gebruikt. Je mag zelf verzinnen wat voor tekst het wordt. Kies bijvoorbeeld voor een krantenbericht, een fictief verhaal, een gedicht, een blog, enz.
Heb je voldoende geoefend? Speel dan nu het Woord-van-de-Dag Miljonairsspel! Beantwoord de vragen goed en wordt de Woord-van-de-Dag miljonair. Is het gelukt? Dan heb jij je woordenschat behoorlijk uitgebreid, goed gedaan!
Hulp nodig? Klik dan op het lampje links bovenin voor tips. Wil je de opdracht nog eens teruglezen? Klik dan op het vraagteken.
We blikken terug op het lespakket. Beantwoord de volgende vier reflectievragen en neem je antwoorden mee naar de les, want daar zullen we ze met elkaar bespreken.
Het arrangement Woordenschat 'Woord van de Dag' is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Samantha Braat
Laatst gewijzigd
2018-03-01 12:35:27
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0
Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Schrijfopdracht - schrijf een tekst
Terugblik op de opdrachten
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.