Portugal ligt in Europa, Angola in Afrika en Brazilië in Zuid-Amerika. We vergelijken ze met elkaar vanwege hun gezamenlijke geschiedenis.
Angola en Brazilië zijn kolonies van Portugal geweest. In beide landen wordt Portugees gesproken, net als - uiteraard - in Portugal zelf.
Maar ze verschillen nogal van elkaar qua welvaart en de aard van hun economie.
Jullie vergelijken de drie landen met statistische gegevens, landkaarten en andere bronnen.
Wat ga je leren?
Hoofdvraag
Welk ontwikkelingspeil hebben Angola, Brazilië en Portugal?
Deelvragen
Hoe meet je ontwikkelingspeil?
Hoe scoren Angola, Brazilië en Portugal op deze meetlat?
Welke binnenlandse factoren zijn van invloed op hun onderlinge rangschikking?
Welke factoren van buitenaf zijn van invloed op hun onderlinge rangschikking?
Zullen Angola en Brazilië op den duur hetzelfde ontwikkelingspeil bereiken als Portugal?
Begrippen
Economisch:
BBP/BRP
inkomen (per capita)
koopkracht
beroepsbevolking
HDI (Index van Menselijke Ontwikkeling)
Wat ga je doen?
Activiteiten
Vooraf
Wat kun je al?
Bestudeer de Kennisbank en maak de instaptoets.
Aan de slag
Stap 1
Je bestudeert de indicatoren die nodig zijn om het ontwikkelingspeil In Angola, Brazilië en Portugal te meten. Je maakt twee onderzoeksvragen om dat uit te zoeken.
Stap 2
Je kijkt naar eigen mogelijkheden en beperkingen in deze drie landen. Je leest een tekst over de Benguela spoorlijn, je zoekt het Gini-coefficiënt op van de drie landen en leest over de extreme armoede in Angola en Brazilië. Je maakt oefeningen.
Stap 3
Je onderzoekt de rol van de drie landen in de wereldeconomie. Je leest over de rol die buitenlandse multinationals spelen in de economie van Angola en Brazilië. Je maakt vier oefeningen.
Afronding
Samenvattend
Omschrijf de begrippen. Vergelijk ze met een klasgenoot.
Eindopdracht A
Maak de eindtoets.
Eindopdracht B
Maak in groepen een presentatie over de ontwikkeling van Angola en Brazilië in vergelijking met Portugal.
Examenvragen
Oefen met de eindexamenvragen.
Terugkijken
Kijk terug op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht is de studiebelasting ongeveer 3 SLU.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Ontwikkelingspeil Angola, Brazilië en Portugal in cijfers
Je kunt een globale indruk krijgen van hoe hoog of laag het ontwikkelingspeil van een land is aan de hand van de volgende maatstaven, ook wel indicatoren genoemd:
Het Bruto Binnenlands Product of BBPper hoofd van de bevolking (BBP is de totale waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten in een bepaalde periode, meestal een jaar);
Het Bruto Nationaal Inkomen of BNIper hoofd van de bevolking (BNI is het totaal van diensten en goederen verdiend/geproduceerd door de staatsburgers van een land, binnen én buiten de landsgrenzen);
de HDI (Human Development Index of index van de menselijke ontwikkeling). De HDI is een samengesteld cijfer waarin de levensverwachting bij geboorte, onderwijs en inkomen in een bepaald gebied tot uitdrukking komt.
Stap 2: Eigen mogelijkheden
Eigen mogelijkheden en beperkingen
Het BBP per hoofd van de bevolking en het BNI per hoofd van de bevolking zijn gemiddelden. Dat kan ook heel goed regionaal verdeeld zijn, er zijn rijkere streken in een land en regio’s waarmee het wat minder gaat. Dat wordt uitgedrukt in het BRP, het Bruto Regionaal Product, de waarde van de goederen en diensten die de stad of de streek per jaar voortbrengt.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Legendarische Benguela-spoorlijn volgt de route van de slavenhandel
Bekijk de twee kaarten en lees de tekst over de legendarische Benguela-spoorlijn.
De route van de Benguela-spoorlijn
Het wegennet van Angola
De Schot Sir Robert Williams ontdekte in 1902 grote hoeveelheden koper in wat toen de provincie Katanga was van Belgisch Congo, tegenwoordig Congo-Kinshasa, en in het toenmalige Britse Noord-Rhodesië, tegenwoordig Zambia. Dat koper moest naar de kust om het vandaar naar Europa te kunnen transporteren. Kort daarna begon de aanleg van de 1344 kilometer lange spoorlijn van de Angolese kustplaats Lobito via Benguela en Huambo naar de Angolese grensplaats Luau. De verbinding, die de naam Benguelaspoorlijn kreeg, volgde grotendeels een oude route van de slavenhandel.
In 1929 kwam de spoorlijn gereed. Op 6 juni van dat jaar vierde men met een grootse receptie in Luau de officiële opening. Vertegenwoordigers van de Britse, Portugese en Belgische regeringen werden in de meest moderne treinrijtuigen aangevoerd. In 1932 kwam er een spooraansluiting met de kopergebieden in Lubumbashi en Ndola. Dat bekortte het transport van koper naar Europa met 480 kilometer over land en 4.800 kilometer over zee.
De spoorlijn bood toegang tot het achterland van Angola. Naast koper bracht de trein ook maïs, katoen, koffie, suiker en vee van het binnenland naar de kust. De trein reed een deel van de route op hout. Voor de brandstofvoorziening werden uitgestrekte bossen met snelgroeiende eucalyptusbomen aangelegd.
Door de burgeroorlog die na de onafhankelijkheid in 1975 uitbrak, werd ’s lands infrastructuur zwaar beschadigd. Ook de spoorlijn liep grote schade op. Na het einde van de oorlog, in 2002, moest een groot deel van die infrastructuur worden hersteld, ook de Benguelaspoorlijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Omdat binnen een land sommige inwoners meer verdienen dan het BNI en andere inwoners minder, wordt niet alleen de hoogte van het gemiddelde inkomen gemeten, maar ook de spreiding ervan. Die spreiding wordt uitgedrukt in de Gini-coëfficiēnt.
Toelichting:
Het oppervlak A in deze grafiek geeft de scheefheid van de inkomensongelijkheid weer. Als het rode gebied (A) gelijk is aan 0 en het blauwe gebied (B) de hele driehoek vult, dan is het BNI gelijkelijk over alle inwoners van het land verdeeld.
Als het rode gebied (A) de hele driehoek onder de lijn vult (A=1) dan is de ongelijkheid maximaal, dan verdient één inwoner het hele BNI en de andere inwoners van het land niets. Hoe groter A is, hoe groter de inkomensongelijkheid.
Zoek in de tabel: nl.wikipedia.org - Inkomensverschillen de Gini-coëfficiēnt op van Angola, Brazilië en Portugal volgens de Wereldbank. Deel de gevonden waarden door 100 om de correcte notatie te krijgen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De extreme armoede in beide landen heeft meer oorzaken:
In Angola en Brazilië zijn er relatief veel bewoners zonder of met weinig opleiding. Daardoor hebben ze meer moeite om aan een (goedbetaalde) baan te komen.
In Brazilië is het grondbezit onder plattelandsbewoners ongelijk verdeeld. Een klein deel van de Brazilianen heeft het grootste deel van de grond in bezit. Dat is een erfenis uit de tijd dat Brazilië een kolonie was van Portugal (tot 1822) en rijke families grote plantages aanlegden. Vele miljoenen plattelandsbewoners hebben maar een klein stukje grond om er gewassen op te telen. En dat kleine bezit wordt voortdurend bedreigd door grootgrondbezitters of grote landbouwbedrijven die hun areaal willen vergroten.
In Angola gaat de opbrengst van de export, vooral aardolie, merendeels naar medewerkers van de regering en een kleine elite. Het overgrote deel van de bevolking heeft er nauwelijks profijt van.
Op de Braziliaanse arbeidsmarkt is sprake van achterstelling van vrouwen, zwarten en oorspronkelijke bewoners van het land, de indianen. Mannen krijgen makkelijker een baan en worden beter betaald voor hetzelfde werk dan vrouwen. Blanken vinden makkelijker een baan dan zwarten en indianen en als ze hetzelfde werk doen, dan krijgen zij daarvoor meer betaald.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Dat Portugal al geruime tijd een hoog ontwikkelingspeil heeft en het ontwikkelingspeil van Angola en Brazilië stijgt, is te danken aan twee invloeden van buitenaf, hieronder aangeduid als A en B.
A - Samenwerking met andere landen op gebied van handel
Vooral vanaf 1990 werken landen wereldwijd steeds meer met elkaar samen om hun onderlinge handel vrijer te maken. Daardoor zou hun BBP stijgen en de welvaart onder hun inwoners toenemen. Dat is in de praktijk ook het geval. Om hun handel vrijer te maken, verlaagden landen invoerheffingen of schaften deze helemaal af en sloten ze zich aan bij vrijhandelszones.
Raadpleeg de volgende bronnen en beantwoord de vragen:
Landenweb Angola, hoofdstuk Samenleving, hiervan de paragraaf Economie.
Landenweb Portugal, hoofdstuk Economie, de paragraaf Handel
Omdat Landenweb Angola te weinig gegevens bevat om de vragen volledig te kunnen beantwoorden, ook de bron: CIA – The World Factbook, het dossier Angola, hoofdstuk Economy.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Multinationale bedrijven uit vooral Europa en de Verenigde Staten, zien door vrije handel kansen om zaken te doen in steeds meer landen. Voor het bouwen van nieuwe vestigingen kiezen ze landen uit waar de belastingen en lonen laag zijn, waar veel mensen hoog zijn opgeleid, waar de infrastructuur van goede kwaliteit is en veel vruchtbare grond en/of grondstoffen te vinden zijn.
Ook in Angola, Brazilië en Portugal vestigen zich veel multinationale bedrijven, waaronder Chinese bedrijven. Eerst zijn dat alleen staatsbedrijven, maar gaandeweg zijn er ook Chinese bedrijven bij in handen van particulieren, die winst willen maken.
Dat is goed voor het ontwikkelingspeil van Angola en Brazilië, zou je zeggen. Meer mensen vinden dankzij buitenlandse bedrijven (goedbetaald) werk en de staat krijgt extra inkomsten omdat deze bedrijven belasting moeten betalen. Maar zo eenvoudig ligt het niet.
Om te beginnen sluizen buitenlandse bedrijven, die in landen als Angola en Brazilië zaken doen, het geld dat ze ermee verdienen, door naar hun land van herkomst.
Ten tweede nemen niet alle buitenlandse bedrijven die zich in Angola en Brazilië vestigen personeel uit de landen zelf aan. Bedrijven uit de Verenigde Staten, Europese landen en andere westerse landen doen dat in de regel wel, al laten ze een klein aantal topfunctionarissen naar Angola of Brazilië overkomen. Chinese bedrijven daarentegen brengen een groot deel van de arbeiders die ze voor hun werk in het gastland nodig hebben, uit China mee naar Angola of Brazilië.
Voor Angola komt er nog iets bij dat met de Engelse termen ‘Angola Mode’ en ‘Oil (of Resources) for infrastructure’ wordt aangeduid. Het werkt als volgt:
Angola krijgt leningen (van inmiddels vele miljarden dollars) van China, die betaald worden met aardolie als onderpand.
Angola gebruikt een groot deel van die leningen voor het verbeteren van de infrastructuur.
Van de werkzaamheden die hiervoor moeten worden uitgevoerd moet 70% worden uitbesteed aan Chinese bedrijven.
Naar: Rianne van Zweeden: 'Angolese politici, Chinese handelaren en nieuwe spoorwegen', p. 14-26 op www.dspace.library.uu.nl
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je hebt je verdiept in het ontwikkelingspeil van Angola, Brazilië en Portugal en in de vraag waarom deze landen wat dat betreft van elkaar verschillen. Misschien heb je je al afgevraagd of Angola en Brazilië in hun ontwikkeling steeds meer op Portugal gaan lijken.
Dat is de vraag die je nu gaat beantwoorden door een PowerPointpresentatie te maken met behulp van het bronnenmateriaal dat je in deze les hebt gebruikt. Je mag er ook andere bronnen bij gebruiken maar geef dat wel aan. Als je ooit zelf in een van die landen bent geweest, is het al helemaal handig voor het maken van de presentatie.
Jullie maken de presentatie in twee (of vier) groepen. De helft van de klas gaat aan de slag met Angola, de andere helft met Brazilië. Hoe je zo'n presentatie voorbereidt, kun je zien in de Gereedschapskist.
De PowerPoint wordt beoordeeld door de docent en als er tijd is voor een klassikale presentatie, ook door je klasgenoten.
Voor het maken van je deel van de presentatie krijg je een lesuur de tijd.
Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.
Examenvragen
Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.
Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Terugkijken
Intro
Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
Geeft de introductie goed weer waar deze opdracht over gaat?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
Kun je na het maken van deze opdracht een indicatie geven van het ontwikkelingspeil in Angola, Brazilië en Portugal?
Hoe ging het?
Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 3 SLU.
Heb je de opdracht binnen dit aantal uren kunnen doen?
Inhoud
In de opdracht heb je een aantal aspecten van de ontwikkeling van Angola, Brazilië en Portugal vergeleken.
Waren er verschillen tussen deze landen, die je opmerkelijk vond?
Eindopdrachten
Heb je de eindtoets gemaakt? Wist je alle vragen te beantwoorden? Zo niet, kijk dan nog eens naar de theorie in de stappen.
Ben je tevreden met het resultaat van de presentatie? Verliep de samenwerking in de groep goed?
Examenvragen
Vond je het nuttig met oudere examenvragen te oefenen?
Het arrangement Angola, Brazilië en Portugal doorgelicht - v456 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Wereld" wordt het thema ''Angola, Brazilië en Portugal doorgelicht" besproken. Het ontwikkelingspeil van Angola, Brazilië en Portugal kan worden beoordeeld aan de hand van indicatoren zoals het Bruto Binnenlands Product (BBP) per hoofd van de bevolking, het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) per hoofd van de bevolking en de Human Development Index (HDI). Deze meten factoren zoals levensverwachting, onderwijs en inkomen omvat. Deze cijfers bieden inzicht in welvaart en menselijke ontwikkeling van de landen. De BRP (Bruto Regionaal Product) kan de regionale economische verschillen binnen een land laten zien. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Benguelaspoorlijn die koper en andere goederen vervoerde in Angola. Extreme armoede in Angola en Brazilië wordt veroorzaakt door dingen als gebrek aan onderwijs, ongelijke verdeling van grondbezit in Brazilië en oneerlijke verdeling van exportopbrengsten in Angola. Het ontwikkelingspeil is gestegen in Portugal, Brazilië en Angola en komt deels door de toenemende samenwerking met andere landen in handel, wat heeft geleid tot verlaging van invoerheffingen en deelname aan vrijhandelszones.
Leerniveau
VWO 6;
VWO 4;
VWO 5;
Leerinhoud en doelen
Arm en rijk;
Burgerschap;
Aardrijkskunde;
Bevolking en ruimte;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
6 uur en 0 minuten
Trefwoorden
aardrijkskunde, arrangeerbaar, bbp, brazilie, bruto nationaal inkomen, bruto regionaal product, human development index, portugal, stercollectie, vwo456
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Wereld" wordt het thema ''Angola, Brazilië en Portugal doorgelicht" besproken. Het ontwikkelingspeil van Angola, Brazilië en Portugal kan worden beoordeeld aan de hand van indicatoren zoals het Bruto Binnenlands Product (BBP) per hoofd van de bevolking, het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) per hoofd van de bevolking en de Human Development Index (HDI). Deze meten factoren zoals levensverwachting, onderwijs en inkomen omvat. Deze cijfers bieden inzicht in welvaart en menselijke ontwikkeling van de landen. De BRP (Bruto Regionaal Product) kan de regionale economische verschillen binnen een land laten zien. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Benguelaspoorlijn die koper en andere goederen vervoerde in Angola. Extreme armoede in Angola en Brazilië wordt veroorzaakt door dingen als gebrek aan onderwijs, ongelijke verdeling van grondbezit in Brazilië en oneerlijke verdeling van exportopbrengsten in Angola. Het ontwikkelingspeil is gestegen in Portugal, Brazilië en Angola en komt deels door de toenemende samenwerking met andere landen in handel, wat heeft geleid tot verlaging van invoerheffingen en deelname aan vrijhandelszones.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Angola, Brazilië en Portugal doorgelicht
Ontwikkelingspeil
Benguela-spoorlijn
Inkomensverschillen
Oorzaken extreme armoede
Uitvoer- en invoerproducten
De rol van buitenlandse bedrijven
Angola, Brazilië en Portugal doorgelicht
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.