Inleiding
Hè aardappel!
Ja jij! Diegene die dit leest.
Wist je dat er van een aardappel verschillende soorten etenswaren gemaakt worden?
Ja?
Even een kleine quiz om te kijken of je dit ook écht weet...
Weet jij het? : Meneer Aardappel
Start
Maak de opdrachten samen met meneer Aardappel.
Hij wil je graag wat leren!
Klik op start hierboven en maak de vragen!
Kern
Nu heb je een aantal vragen gehad.
Wat vond jij ervan?
Had je de vragen goed?
Nu gaan we iets meer ontdekken over de aardappel.
Weet jij nu hoe en waar een aardappel groeit?
Lees de teksten en maak de opdracht!
Veel plezier!
Waar komt een aardappel vandaan?
Een aardappel wordt verbouwd op de boederij.
Dit noem je akkerbouw.
Op een akkerbouw worden meerdere producten verbouwd.
Bijvoorbeeld tarwe. Hier wordt brood van gemaakt.
De aardappels groeien een heel jaar lang.
4 seizoenen lang.
Lente
In de lente worden de aardappelen gepoot. Dit betekent dat de aardappel in de grond gelegd wordt.
Dit wordt gedaan met de tractor.
Op de grond wordt mest gestrooid. Zo groeit de aardappel beter.
Dan wordt er een grote hark achter de tractor geplaatst. Er wordt ruimte gemaakt voor de aardappel.
Als laatst worden de aardappelen in de grond gepoot.
Bekijk de afbeelding hieronder.
LENTE
Zomer
Tijdens de zomer krijgen de aardappelen water. Dit hebben zij nodig om te groeien.
Bekijk afbeelding hieronder.
Zomer
Herfst
In de herfst zijn de aardappelplanten uitgegroeit.
Met een tractor worden de aardappels uit de grond gehaald.
Dit noemen wij ook wel het rooien van aardappels.
Bekijk de afbeelding hieronder.
Herfst
Winter
In de winter wordt de grond geploegd.
Het ploegen van de grond betekend dat de grond omgedraaid wordt.
Door het spitten van de grond wordt de grond vruchtbaarder om in de lente weer opnieuw te beginnen met het oogsten van aardappelen.
Bekijk de afbeelding hieronder.
Winter
Opdracht 1
Klik op start en maak de toets!
Denk aan wat je net gelezen hebt.
Hoe groeit een aardappel?
http://www.akkerbouwvoorjou.nl/frame_aardappel.html
Zet de koptelefoon op.
Als je met zijn twee bent doen jullie dit om de beurt.
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.
Opdracht 2
Klik op start en maak de toets!
Denk aan wat je net gezien hebt in het filmpje.
Slot
Wauw wat een informatie vind je ook niet?
Je hebt nu de opdrachten gemaakt en wat informatie over hoe en waar een aardappel groeit.
Heb je nu ook zo'n trek in patatjes?
Steek je vinger op als je klaar bent.
De leerkracht gaat vertellen wat je nu mag doen.
Opdracht 3
Bekijk opdracht 3 en lees goed wat er staat.
Nu heb je al heel wat geleerd en ontdekt over de aardappel.
Maar er is nog meer te leren.
Jij gaat straks één onderzoek doen.
Dit doen jullie in groepjes.
Lees de onderzoekjes goed door.
Als jij de onderzoekjes hebt doorgelezen mag je een werkblad bij de Juf halen.
De Juf zet je dan bij een onderzoek neer.
Onderzoek 1
Zonlicht
Wat gebeurd er met een aardappel als die boven de grond ligt?
Vul eerst het werkblad in.
Jullie gaan één aardappel op een donkere plek leggen.
Eén aardappel op een lichte plek leggen.
Eén aardappel op een warme plek leggen.
Eén aardappel op een koude plek leggen.
Samen overleggen jullie wat een juiste plek is.
Vul het werkblad verder in.
Over één week kijken wij wat er met de aardappels is gebeurd.
Onderzoek 2
Akkerbouw
Er wordt meer verbouwd op een boerderij dan alleen aardappelen.
Producten die boven de grond groeien.
Bekijk de opdracht.
Vul het werkblad in.
1. bekijk de graansoorten.
2. wat is het?
3. Ken jij het?
4. Hoe voelt het?
5. Lijkt het op elkaar?
6. Hoe ruikt het?
7. Vul het werkblad in.
Nu gaan jullie zoeken opo internet.
Waar worden deze graansoorten voor gebruikt?
Wat wordt ervan gemaakt?
Dat ga jij uitzoeken!
Onderzoek 3
Groeien
Vul eerst het werkblad in.
Jullie gaan een aardappel poten in een schoenendoos.
Je hebt nodig:
- Schoenendoos
- Lijm
- Twee stukken karton
- Schaar
- Aardappel
1. Maak in een schoenendoos aan de bovenkant een flink gat.
2. Maak ook in elk stuk karton een gat. (Mag op elke plek in het karton)
3. Lijm de stukken karton in de doos.
4. Zet de doos rechtop en leg de aardappel op de bodem van de doos. Doe de deksel op de doos.
Vul de rest van het werkblad in.
Aan het einde van de week kijken wij wat er gebeurd is.
Onderzoek 4
Zetmeel
In veel eten zit de stof Zetmeel. Jullie gaan kijken in welk eten zetmeel zit.
bekijk de opdracht.
Vul het werkblad in.
1. Doe een klein beetje jodium in het bakje.
2. Houdt de pipet aan de boven kant ingedrukt.
3.Houdt de pipet boven het jodium.
4. Laat de pipet aan de boven kant langzaam los.
5. Nu zit er jodium in de pipet.
6. Pak per keer één van de producten.
7. Als je zachtjes knijpt in de boven kant van de pipet komt er een druppel jodium uit.
8. Laat de jodium vallen op het product.
9. Als het blauw/zwart wordt zit er zetmeel in.
Vul het werkblad in.
Onderzoek 5
Groeien
Hoe groeit een boon?
Vul eerst het werkblad in.
1. Prop wat papier in de glazen pot.
2. Maak het papier een klein beetje nat.
3. Stop de boon tussen het papier. Zorg dat je de boon via de buitenkant nog kan zien.
4. Zoek een plek in de klas waar veel licht komt.
5. Laat de pot hier staan. Kijk elke dag wat er gebeurd.
Vul de rest van het werkblad in.
Na één week kijken wij wat er gebeurd is.