De Koude Oorlog
opdracht voor Havo 3
gemaakt door C.Ruffin
Jullie gaan onderzoek doen naar een interessante periode uit de 20e eeuw: de Koude Oorlog.
Het is een verhaal over democratie en dictatuur, over wantrouwen en hoop, over onderdrukking en vrijheid. Een verhaal over een oorlog, waarin de hoofdrolspelers niet met elkaar vochten.
Jullie werken tijdens deze opdracht in groepjes. Ieder groepje onderzoekt een deel van dit verhaal. De resultaten van jullie onderzoek gaan jullie verfilmen. Omdat ieder groepje een eigen onderwerp gaat verfilmen, maken jullie met de hele klas één lange film: het Journaal van de Koude Oorlog!
Veel succes!
Stap 1: inleiding
Wat gaan jullie doen?
Jullie gaan een film opnemen: Het journaal van de Koude Oorlog.
Waarom gaan jullie dat doen?
Aan het einde van deze opdracht kennen jullie:
- Belangrijke kenmerken van de tijd van televisie en computer
- Belangrijke gebeurtenissen en hoofdrolspelers van de Koude Oorlog
- De oorzaken van de gebeurtenissen van de Koude Oorlog
- De chronologische volgorde van de gebeurtenissen van de Koude Oorlog
- De verbanden tussen de kenmerken en de gebeurtenissen van de Koude Oorlog
Aan het einde van deze opdracht kunnen jullie:
- Samenwerken, plannen, taken uitvoeren
- Een film opnemen en monteren
- Jezelf inleven in een historisch persoon
Hoe gaan jullie dat doen?
Jullie gaan in 6 groepen van 4 of 5 leerlingen aan de slag. Ieder groepje neemt een journaalitem van minimaal 6 en maximaal 8 minuten op voor het Journaal. Deze items worden samengevoegd tot één journaaluitzending. Die gaan we na afloop ook met de klas bekijken
Ieder groepje krijgt 1 cijfer dat 2x meetelt (praktische opdracht). Het cijfer is voor alle groepsleden.
Ook houden jullie per persoon een logboekbij. Hierin noteren jullie precies jullie planning, wat je wanneer hebt gedaan, wat er goed ging en wat er beter moet gaan. Dit formulier leveren jullie na afloop in. Het formulier kun je op Magister vinden.
Stap 2: informatie verzamelen
Stap 2A: Bronnen over jullie onderwerp verzamelen
Jullie gaan eerst bronnen over je onderwerp verzamelen. Dit kunnen geschreven bronnen zijn, maar ook filmmateriaal. Jullie selecteren een aantal bronnen die je wilt gaan gebruiken. Hiervan maken jullie een lijst, die jullie bij mij inleveren. Pas als de lijst is goedgekeurd, mag je verder gaan met de opdracht.
Stap 2B: de groepsindeling
groep 1: De Cubacrisis
groep 2: De Berlijnse Muur
groep 3: De Vietnamoorlog
groep 4: De Korea-oorlog
groep 5: De Praagse Lente
groep 6: De Hongaarse Opstand
Stap 3: informatie verwerken
Stap 3A: Schrijf een verhaal
Verhaal schrijven
Jullie hebben veel informatie over je onderwerp: uit de film en de historische bronnen. Jullie gaan met deze informatie nu een kort verhaal schrijven. Het is een samenvatting van de belangrijke gebeurtenissen. Maar je vult het aan met jullie eigen ideeën.
Let hierbij op de volgende punten:
- Wat voor film willen jullie maken?
- Een echt nieuwsbericht?
- Een detectiveverhaal?
- Een spannende jeugdfilm?
- Een komisch verhaal?
- Wie is de hoofdpersoon?
- Een jongens of meisje die het heeft meegemaakt?
- Een burger of een politiek leider?
- Een communist of een kapitalist?
- Waar speelt het zich af?
- Op het slagveld?
- In een stad?
- In een huis?
- Hoe vertel je de informatie?
- Door gesprekken van de acteurs?
- Door interviews?
- Door een verteller?
- Door een journalist?
- Door een voice-over?
Natuurlijk mag je veel zelf verzinnen om jullie film spannender, leuker of grappiger te maken, maar je moet wel goed het verhaal van jullie gebeurtenis vertellen.
Dit verhaal is minimaal 500 woorden en maximaal 750 woorden. Per groepje laat je mij het verhaal lezen. Je levert het dus in via Magister. Pas als het is goedgekeurd, mogen jullie verder.
Stap 3B: Schrijf een scenario
Het schrijven van een scenario
Wat is een scenario?
Een scenario is een chronologische weergave (= de volgorde in de film) van de gebeurtenissen in een film. Deze gebeurtenissen zijn opgedeeld in scènes (vandaar het woord scenario). Een scène is een afgerond gedeelte van het verhaal. Zodra het verhaal zich verplaatst naar een andere plaats of een andere tijd, begint een nieuwe scène. Een scenario wordt ook wel een script genoemd.
Regels met betrekking tot scenario’s
Voor scenario’s gelden strakke regels. Voor films geldt bijvoorbeeld: 1 pagina scenario = 1 minuut film. Een scenario voor een speelfilm van anderhalf uur bevat dus 120 pagina’s. Iedere scène begint met de aanduiding van plaats en tijd.
Je begint met: plaats.
Dan INT of EXT, dat is interieur = binnen of exterieur = buiten
En tijd: ochtend, middag, avond of nacht
Bijvoorbeeld: Hal Centraal Station Amsterdam, INT, nacht.
Dialoog en regieaanwijzingen
De twee belangrijkste ingrediënten van een scène zijn: dialoog en regieaanwijzingen. De dialoog bevat gesproken woord. Omdat je in een film alleen maar kunt laten zien wat de personages zeggen en doen, kun je gedachten niet weergeven. In de dialoog wisselen de personages elkaar af. Zodra een personage opnieuw aan het woord komt, begint er een nieuwe regel.
In de regieaanwijzingen staan handelingen. “Loopt boos weg”, bijvoorbeeld. Of : “A. en B. staan te praten. C. komt aangerend en pakt B. bij de schouder.” Soms wordt er iets over de locatie (plaats van handeling) gezegd: “De hal van het CS is donker en verlaten. Achter het gordijntje van het pasfotohokje flitst plotseling licht.”
Nummers van de scenes
Iedere scene krijgt een nummer. Dat is uiteraard oplopend.
Het scenario leveren jullie in via Magister. Pas als het is goedgekeurd mag je verder gaan met de film.
Voorbeeld van scenes uit een scenario:
SCENE 7
Huis Peter, EXT, ochtend
Peter staat met zijn fiets te wachten. Guus komt aangefietst.
GUUS:
Hoi, woon jij nu hier?
PETER:
Ja ik ben Peter. Wij zijn hier gisteren komen wonen.
GUUS:
Ga jij nu ook naar school?
PETER:
Ik begin vandaag op een nieuwe school, het Willem de Zwijgercollege.
GUUS:
Man, ik ook….welke klas zit je?
Guus en Peter fietsen samen weg.
SCENE 8
Natuurkundelokaal, INT, middag
Guus en Peter zitten samen een proef te doen. Je kunt zien dat ze het goed met elkaar kunnen vinden. Ze hebben duidelijk plezier samen.
Suzanne komt bij hun tafeltje staan.
SUZANNE:
Ik snap helemaal niets van deze proef. Jullie wel?
PETER:
Ons lukt het wel. Moet ik je helpen?
SUZANNE:
Graag! Kom je zo even naar ons tafeltje?
Suzanne geeft Peter een dikke knipoog en loopt weg.
Stap 4: maak een film
Jullie hebben een scenario geschreven. Hierin is precies opgeschreven wat er in de film gebeurt, wat er wordt gezegd en hoe alles wordt gefilmd. Nu gaan jullie aan de slag!
Eerst bedenk je waar je gaat filmen: de lokaties. Speelt jouw film zich af in het bos? Film dan in een parkje, daar staan ook bomen. Speelt jouw film zich af in de woestijn? Film dan in een zandbak, daar ligt ook zand. Speelt jouw film zich af voor de muren van een kasteel? Film dan bij een oude tuinmuur. Vaak is de oplossing erg eenvoudig.
Gebruik verkleedkleren en gebruik voorwerpen. Een waterpistool, een hoedje, kettingen. Je kunt best John F. Kennedy naspelen in je Adidas-trainingspak, maar het is leuker om je formeler en ouderwetser te verkleden. Je mag ook enkele anachronistische grappen in je film verwerken (dus: Chroesjtsjov laten app-en), maar de film moet wel historisch juist zijn.
Pak je mobiel (of een echte filmcamera) en ga filmen. Het hoeft echt niet altijd in één keer goed te gaan. Soms is het beter om een scene meerdere keren te filmen. Jullie gaan ook nog monteren. Dan kun je de slechte opnames eruit knippen en alleen de beste stukken gebruiken. Tip als je een mobiel gebruikt: film alleen rechtop! En zorg natuurlijk voor een opgeladen telefoon...
Na afloop ga je de film monteren. Gebruik de goed gelukte opnames, zet er een muziekje bij, monteer een titel en een aftiteling. Dat kan heel makelijk met MovieMaker (gratis programma). Heb je daar hulp bij nodig? Kom het even aan mij vragen, dan help ik jullie op weg.
Jullie film duurt minimaal 6 minuten en maximaal 8 minuten. Dat is exclusief de aftiteling en eventuele bloopers.
Succes!
Stap 5: presenteren
Als de film klaar is, gaan we in de klas alle filmpjes bekijken. Jullie leveren de film in door het op YouTube te zetten. De link mailen jullie naar mij in Magister. Als je niet wilt dat iedereen je film kan zien, dan heet YouTube de mogenlijkheid je film niet openbaar te maken. Dat is je film alleen af te spelen met een code. Die code moet je dan natuurlijk ook naar mij mailen.
Ook leveren jullie per persoon een eigen logboek in. Een format kunnen jullie op de ELO vinden.
Beoordeling
Voor deze opdracht krijgen jullie een cijfer dat 2x meetelt (praktische opdracht).
BEOORDELING: |
|
Bronnenlijst (stap 2B) |
5 punten |
Verhaal (stap 3A) |
20 punten |
Scenario (stap 3B) |
20 punten |
Film: juiste lengte |
5 punten |
Film: goede lokaties, kleding en voorwerpen |
5 punten |
Film: goed gemonteerd |
5 punten |
Film: goede historische informatie |
10 punten |
Film: leuke en creatieve film |
10 punten |
Samenwerking tijdens de lessen |
10 punten |
Logboek |
10 punten |
TOTAAL |
100 punten |
Verantwoording
Deze opdracht sluit goed aan bij de volgende kerndoelen van het domein mens en maatschappij:
Kerndoel 37: Historische basiskennis
- tijd van televisie en computer (1950 – 2000);
- Blokvorming tussen Oost en West tijdens de Koude Oorlog
Kerndoel 39: Onderzoek leren doen
Het verrichten van een onderzoek in de vorm van een stappenplan
- informatie verzamelen: hierbij moeten verschillende bronnen gebruikt worden;
- informatie verwerken: het ordenen, selecteren, rubriceren, verwerken van informatie;
- beantwoording van de hoofdvraag, het trekken van conclusies;
- het presenteren van de bevindingen in de vorm van een zelf gemaakte film;
Kerndoel 40: Omgaan met historische bronnen
Leerlingen halen historische informatie uit verschillende bronnen: schriftelijke en visuele bronnen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van (bewerkte) primaire bronnen. Met deze bronnen kunnen zij:
- informatie uit bronnen halen;
- de bruikbaarheid van bronnen vaststellen;
- het verschil tussen feiten en meningen kennen en dit kunnen toepassen;
- een eigen mening vormen over de betrouwbaarheid van die bron.
Natuurlijk leren de leerlingen ook samenwerken, afspraken maken en nakomen. Daarnaast hebben ze voor een groot deel de regie over de voortgang van het proces. De opdracht is ICT-vaardig en spreekt meerdere leerstijlen aan.