§3 Lettervariabelen

Verband en grafiek

Uitleg

1H09.3 Uitleg ..........................................................................................

Bestudeer uit de Kennisbank wiskunde het onderdeel:

Lettervariabelen


Maak daarna de opgaven.

Opgaven

1H09.3 opgaven ..............................................................................................................

  Kaars

 

Bekijk de formule

          lengte = 24 – 4 x aantal branduren

Voor lengte kun je ook alleen de letter l gebruiken.
Voor aantal branduren gebruik je dan de letter b.
De formule wordt dan:

        l = 24 – 4 x b         of, korter:  l = 24 - 4b

Vul in:
De letters ……… en ……… noem je lettervariabelen.

 

  Letterformule

 

De formule lengte = 35 – 3,5 x aantal branduren kun je korter schrijven als:

                         l = 35 – 3,5b

Voor de lettervariabelen kun je een getal invullen.

  1. Vul in: b = 4. Wat krijg je dan als uitkomst voor l ?
  2. Vul in: b = 6. Wat krijg je dan als uitkomst voor l ?
  3. Neem de volgende tabel over in je schrift en vul de tabel verder in:

        

  1. Kun je in de tabel aflezen na hoeveel branduren de kaars is opgebrand?
  2. Hoe kun je bepalen na hoeveel uren de kaars is opgebrand?

 

  Stippenfiguren

 

Je ziet een rij stippenfiguren.
         

  1. Neem de tabel over en vul de tabel verder in:

        

  1. Welke formule hoort bij verband tussen het figuurnummer n en het aantal stippen a?
    1. a = 2 x n
    2. a = n x n + n
    3. a = n x n + 2
  1. Bereken het aantal stippen van de 10-de figuur.

 

  Licifers

 

Met lucifers kun je vierkanten leggen.
Kijk maar naar de figuur hiernaast.
Met 13 lucifers zijn er 4 vierkanten gelegd.

  1. Neem de tabel over en vul de tabel verder in:

         

  1. Welke formule hoort bij het verband tussen het aantal vierkanten en het aantal lucifers?
    1. l = 3v + 1
    2. l = 3v – 1
    3. l = 4v
  2. Vul in: v = 10. Breken l.

 

  Kaars

 

Meneer Van Driel wil parket kopen.
In de krant ziet hij de advertentie hiernaast.

Meneer Van Driel gaat met de bon naar de winkel.

  1. Met welke formule kun de prijs p uitrekenen als je de oppervlakte O weet?
    1. p = 75 x O – 50
    2. p = 50 x O – 75           
  2. Neem de tabel over en vul die verder in:

         

  1. Meneer Van Driel koopt parket. Hij moet € 1825,- betalen.
    Hoeveel vierkante meter parket heeft meneer Van Driel gekocht?
    Laat zien hoe je aan je antwoord komt!

 

  Kaars

 

Een leraar gebruikt de volgende formule om de cijfers voor een proefwerk uit te rekenen:

                 c = (p + 4) : 4

In de formule staat p voor het aantal punten dat een leerling heeft gehaald  en c voor het cijfer dat hoort bij dat aantal punten.

  1. Neem de tabel over en vul die verder in:

         

  1. Hoeveel punten moet je halen voor een 8?
    Laat zien hoe je aan je antwoord komt!

Uitwerkingen

1H09.3 Uitwerkingen ..............................................................................................................

   

 

De letters  l  en  b  noem je lettervariabelen.

 

   

 

  1. 21 = 35 - 4 × 3,5 = 35 - 14 =l = 4, dan wordt bAls 
  2. Als  b = 6, dan wordt l = 35 - 6 × 3,5 = 35 0 21 = 14


 

  1. In de tabel kun je niet aflezen na hoeveel branduren de kaars is opgebrand.
  2. I  je kunt de tabel uitbreiden naar rechts totdat je bij l een waarde 0 krijgt
    II  je kunt de getallen groter dan 8 (9, 10, ... ) invullen in de formule totdat er voor l 0 uitkomt.

 

   

 

 

  1.   B   a = n x n + n
  2. 10 × 10 + 10 = 100 + 10 = 110, dus de tiende figuur bestaat uit 110 stippen

 

   

 

 

  1.   A   l = 3v + 1
  2. Als v = 10, dan is l = 3 × 10 +1 = 31

 

   

 

  1.  A   p = 75 x O – 50
  2. aanpak 1:  1825 – 1450 = 375
    € 375 : € 75 = 5, dus voor € 1825 koop je 5 m² meer dan 25 m² voor € 1450. Van Driel koopt dan dus 20 + 5 = 25 m²

           aanpak 2: 1825 zit ergens tussen 1450 en 2200.
                            Als je dan gewoon gaat proberen (22, 23, enz. invullen bij de formule), dan vind je ook dat het klopt bij 25 m²
           aanpak 3: tabel uitbreiden vanaf 20 m², in stapjes van 1.
                            Ook dan vind je dat het past bij 25 m²

 

   

 

  1.  
  2. aanpak 1: proberen door verschillende getallen in te vullen in de formule:
                     Je vindt dan dat je bij 28 punten een 8,0 krijgt
    aanpak 2: In de tabel zie je dat er per twee punten een halve punt bij het cijfer komt.
                     Een hele punt van je cijfer heeft hoort dus bij 4 punten van het proefwerk.
                     Bij 32 punten haal je een 9,0; bij 4 punten minder dus een 8,0.
                     Dat is bij 28 punten.
    aanpak 3: Tabel uitbreiden vóór de 32 punten en cijfers uitrekenen.
                      Ook dan kom je uit bij een 8,0 bij 28 punten

Test jezelf

1H09.3 Test jezelf ...........................................................................................................
Je sluit de paragraaf Lettervariabelen af met een toets.

Na het maken van de vragen krijg je een score en kun je de gegeven antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.


Succes!

Toets:Lettervariabelen