Uitwerkingen

1H09.3 Uitwerkingen ..............................................................................................................

   

 

De letters  l  en  b  noem je lettervariabelen.

 

   

 

  1. 21 = 35 - 4 × 3,5 = 35 - 14 =l = 4, dan wordt bAls 
  2. Als  b = 6, dan wordt l = 35 - 6 × 3,5 = 35 0 21 = 14


 

  1. In de tabel kun je niet aflezen na hoeveel branduren de kaars is opgebrand.
  2. I  je kunt de tabel uitbreiden naar rechts totdat je bij l een waarde 0 krijgt
    II  je kunt de getallen groter dan 8 (9, 10, ... ) invullen in de formule totdat er voor l 0 uitkomt.

 

   

 

 

  1.   B   a = n x n + n
  2. 10 × 10 + 10 = 100 + 10 = 110, dus de tiende figuur bestaat uit 110 stippen

 

   

 

 

  1.   A   l = 3v + 1
  2. Als v = 10, dan is l = 3 × 10 +1 = 31

 

   

 

  1.  A   p = 75 x O – 50
  2. aanpak 1:  1825 – 1450 = 375
    € 375 : € 75 = 5, dus voor € 1825 koop je 5 m² meer dan 25 m² voor € 1450. Van Driel koopt dan dus 20 + 5 = 25 m²

           aanpak 2: 1825 zit ergens tussen 1450 en 2200.
                            Als je dan gewoon gaat proberen (22, 23, enz. invullen bij de formule), dan vind je ook dat het klopt bij 25 m²
           aanpak 3: tabel uitbreiden vanaf 20 m², in stapjes van 1.
                            Ook dan vind je dat het past bij 25 m²

 

   

 

  1.  
  2. aanpak 1: proberen door verschillende getallen in te vullen in de formule:
                     Je vindt dan dat je bij 28 punten een 8,0 krijgt
    aanpak 2: In de tabel zie je dat er per twee punten een halve punt bij het cijfer komt.
                     Een hele punt van je cijfer heeft hoort dus bij 4 punten van het proefwerk.
                     Bij 32 punten haal je een 9,0; bij 4 punten minder dus een 8,0.
                     Dat is bij 28 punten.
    aanpak 3: Tabel uitbreiden vóór de 32 punten en cijfers uitrekenen.
                      Ook dan kom je uit bij een 8,0 bij 28 punten