Er bestaan drie soorten werkwoorden: hulpwerkwoorden, koppelwerkwoorden en zelfstandige naamwoorden. Werkwoorden zeggen wat iets of iemand doet of overkomt. Hieronder wordt per werkwoord beschreven wat het inhoudt.
Zelfstandig werkwoord
Zelfstandige werkwoorden zijn de belangrijkste werkwoorden (doe-woorden) uit de zin. Deze kun je niet weglaten. Wanneer er meerdere werkwoorden in de zin staan, staat het zelfstandige werkwoord vaak ergens achterin de zin en zijn de overige werkwoorden (waaronder de persoonsvorm) hulpwerkwoorden. Als er een zelfstandig naamwoord in de zin staat, heb je te maken met een werkwoordelijk gezegde.
Hulpwerkwoord
Wanneer er meerdere werkwoorden (doe-woorden) in de zin staan, is de persoonsvorm altijd het hulpwerkwoord. Hulpwerkwoorden kun je over het algemeen weglaten.
Koppelwerkwoord
Wanneer er geen zelfstandig naamwoord in de zin staat, heb je te maken met een koppelwerkwoord. Koppelwerkwoorden koppelen twee dingen aan elkaar. Wanneer er een koppelwerkwoord in de zin staat, heb je te maken met een naamwoordelijk gezegde. LET OP! WANNEER ER MEER WERKWOORDEN IN DE ZIN STAAN, IS DE PV ALTIJD HULP, OOK AL IS HET EEN VAN DE NEGEN KOPPELWERKWOORDEN.
Oefening:Zoek de werkwoorden en koppel het juiste soort werkwoord er aan.
Soorten hulpwerkwoorden
Hulpwerkwoorden worden onderverdeeld in zes verschillende soorten.
Hulpwerkwoord van voltooide tijd: hebben en zijn. -> hij is op tijd van huis vertrokken.
Hulpwerkwoord van toekomende tijd: zullen + infinitief (heel werkwoord). -> volgende maand zal de school het lesrooster veranderen.
Hulpwerkwoord van lijdende vorm: een zin in de lijdende vorm met het werkwoord ‘worden’. -> ik werd door mijn vader geslagen.
Hulpwerkwoord van causaliteit: doen en laten. -> een luide gil deed haar verstijven van angst.
Hulpwerkwoord van modaliteit: geeft een (on)zekerheid, (on)waarschijnlijkheid of (on)mogelijkheid aan. Kunnen, mogen, willen, zullen, hoeven, moeten. -> het kon wel eens gaan sneeuwen (mogelijkheid).
Hulpwerkwoord van aspect: gaan, komen, zijn, blijven.
Ook: zitten, staan, liggen, lopen, hangen ALS ze gevolgd worden door te + infinitief. -> mijn vrienden komen morgen logeren. -> de beeldhouwer stond een stuk hout te bewerken.
In deze theorie gaan wij in op vijf verschillende soorten voornaamwoorden.
Zelfstandig naamwoord
Je kunt er een lidwoord (de, het, een) voorzetten, dingen die je ziet. Bijna alle zelfstandige naamwoorden hebben een meervoudsvorm (tafel-tafels). Het is een woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel. Ook namen (Laura, Amsterdam) zijn zelfstandige naamwoorden. Het boek ligt op de tafel in de gang. -> boek, tafel, gang = zn
Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijke naamwoorden zeggen iets over zelfstandige naamwoorden. De bruine tafel -> bruine zegt iets over het zelfstandig naamwoord ‘tafel’. Bruine is dus het bn.
Persoonlijk voornaamwoord
Hulpmiddel: verander het woord in ‘Jaap’. Deze woorden verwijzen vaak naar levende wezens. Ik geef mijn moeder een cadeau. -> Jaap geeft mijn moeder een cadeau. -> ik = pers.vnw.
Bezittelijk voornaamwoord
Hulpmiddel: verander het woord in ‘Jaaps’. Het is iemands bezit, het is van hem. Ik geef mijn moeder een cadeau. -> Ik geef Jaaps moeder een cadeau. -> mijn = bez.vnw
Aanwijzend voornaamwoord
Je kunt er echt naartoe wijzen. Die jongen die daar loopt. -> DIE jongen. -> die = aanw.vnw
Oefenen
Oefening: Welk van de (voor)naamwoorden herken jij?
Oefening: Welk van de (voor)naamwoorden herken jij?
0%
In deze oefening is het de bedoeling dat jij de juiste voornaamwoorden herkent én het is de bedoeling dat jij weet welke woorden er bij het juiste voornaamwoord passen.
Oefening:Welk van de (voor)naamwoorden herken jij?
Toets
Heb je de opdrachten goed gemaakt en ben je toe aan de toets? Lees nogmaals de theorie over werkwoorden en (voor)naamwoorden goed door en maak daarna de toets.
Toets: Toets over werkwoorden en (voor)naamwoorden
Toets: Toets over werkwoorden en (voor)naamwoorden
0%
Voordat je deze toets maakt, is het de bedoeling dat je alle kennis in deze module hebt verzameld en opgeslagen en dat je je - door middel van oefenen - de stof eigen hebt gemaakt. Ben je toe aan de toets? Succes!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Werkwoorden en (voor)naamwoorden is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
D.A. van der Velde
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-03-09 14:09:59
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
In deze module krijg je te maken met verschillende soorten werkwoorden en voornaamwoorden. Je krijgt hierover de juiste theorie om vervolgens zelf aan de slag te gaan.
In deze module krijg je te maken met verschillende soorten werkwoorden en voornaamwoorden. Je krijgt hierover de juiste theorie om vervolgens zelf aan de slag te gaan.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefenen: hww, kww of zww?
Zoek de werkwoorden en koppel het juiste soort werkwoord er aan.
Soorten hulpwerkwoorden
Welk van de (voor)naamwoorden herken jij?
Toets over werkwoorden en (voor)naamwoorden
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.