Inleiding:
Volgens Wikipedia is de definitie van een toonladder:
“Een toonladder kan ook gedefinieerd worden als een opeenvolging van bepaalde intervallen ofwel toonafstanden.”
Je kan je voorstellen dat er heel veel bestaan. Dat is ook zo. We gaan er een aantal leren. Je hoeft ze niet allemaal te herkennen als je ze hoort. Je moet ze wel allemaal kunnen construeren. Als je ze moet kunnen herkennen als je ze hoort staat er een sterretje bij.
Voordat we het kunnen hebben over toonladders is het slim om even af te spreken wat we bedoelen met een halve en een hele toonsprong.
De Majeur-toonladder*
Dit is voor ons westerse oren de “normale” toonladder. De meeste kinderliedjes gebruiken deze toonladder.
Deze majeurtoonladder van C bestaat uit alle witte toetsen van de piano, begonnen op c en eindigend op c.
We kijken nog eens naar deze toonladder op de piano bovenaan de bladzijde.
Je ziet dat tussen sommige witte toetsen een zwarte toets zit. Maar niet overal. Van C naar D wel, van D naar E ook, maar van E naar F niet. De afstand tussen de ene en de volgende toets (wit of zwart) noemen we een halve toonsprong.
In dat geval kun je een toonladder dan in toonsprongen noemen:
heel heel half heel heel heel half
Je zou dit het recept van een Majeurtoonladder kunnen noemen.
Maak opdracht 1 en 2
Enharmonie:
Je mag iedere toonletter maar 1 keer gebruiken. Je ziet dat een zwarte toets 2 namen heeft. Dat is een beetje raar, maar niet als je de regels van de enharmonie toepast:
- Je moet iedere toonletter 1 keer gebruiken in de volgorde van de toonladder.
- Je mag de toevoeging -is en -es niet door elkaar gebruiken.
Voorbeeld: fout
toonladder van E: E fis As A B Des Dis E. Dit is fout want sommige stamnoten komen dubbel en andere niet voor. De toevoegingen -is en -es worden door elkaar gebruikt.
goed
toonladder van E: E Fis Gis A B Cis Dis E.
Iedere letter komt maar 1 keer voor en alle verhogingen rijmen op -is.
Maak opdracht 3 en 4
Mineurtoonladder*
Naast de majeurtoonladder kom je ook een mineurtoonladder tegen. Er bestaan 3 soorten mineurtoonladders:
- Natuurlijke mineurtoonladder,
- Harmonisch mineurtoonladder.
- Melodisch mineurtoonladder.
De Natuurlijke mineurtoonladder. (de kleine ladder)*
De formule voor deze toonladder is:
1 1/2 1 1 1/2 1 1
De volgorde van de toonsprongen is hetzelfde als bij de majeurtoonladder, alleen begint die op een andere plaats.
De natuurlijk-mineurtoonladder van A:
Alle witte toetsen van de piano startend op de a:
A => a b c d e f g a
Je ziet dat deze toonladder dezelfde tonen heeft als de majeurladder van C. De toonladder van a-klein is de paralleltoonladder van C.
Maak opdracht 5 en 6
Harmonisch mineur*
De natuurlijke ladder heeft als laatste sprong een hele toonafstand. Dat klinkt niet fijn in liedjes. Het klinkt ons fijn in de oren als de overgang tussen de septiem en het oktaaf een halve toonsprong is. De halve toonsprong voor de oktaaftoon noemen we de leidtoon. Zo is de Harmonisch mineur ontstaan:
De formule is:
1 - 1/2 - 1 - 1 - 1/2 - 11/2 - 1/2
Voor a wordt dat dan:
a b c d e f gis a
De een na laatste toonsprong is nu 1.1/2 en dat is wennen voor onze oren. De toonladder klinkt een beetje oosters. Deze toonladder wordt heel veel gebruikt in Latin-muziek en jazz. Ook kom je hem vaak tegen in Balkanmuziek.
Maak opdracht 7
Melodisch mineur toonladder
De melodisch mineurladder is stijgend anders dan dalend. Dat is wat verwarrend, maar daardoor is deze ladder wel goed te herkennen als je hem hoort. De reden is dat er wel de behoefte was aan een leidtoon, maar een toonsprong van 1,5 onaanvaardbaar was.
Het recept is stijgend:
1 - 1/2 - 1 - 1 - 1 - 1 - 1/2
en dalend:
1 - 1 - 1/2 - 1 - 1 - 1/2 - 1
beginnend op a krijg je dan: a b c d e fis gis a a g f e d c b a.
Dalend is deze toonladder gelijk aan natuurlijk mineur.
Maak opdracht 8