Grammatica zinsdelen

Vooraf

Voor de leerling

Beste leerlingen,

 

In deze leerlijn leren jullie alles wat je moet weten over zinsontleding.

De volgende onderdelen worden in deze leerlijn behandeld:

-      Persoonsvorm

-      Onderwerp

-      Gezegde

-      Lijdend voorwerp

-      Meewerkend voorwerp

-      Bijwoordelijke bepaling

 

Werk op je eigen tempo aan alle onderdelen en sluit de leerlijn af met de toets.

Je krijgt drie lesuren de tijd om deze leerlijn af te ronden.

 

Succes!

Afbeeldingsresultaat voor succes

Voor de leraar

Achtergrondinformatie.

Naam leerlijn: Grammatica redekundig ontleden.


Voor wie: Deze leerlijn is bedoeld voor 3K en biedt theorie en ondersteunende opdrachten aan.


Visie: Uit ervaring blijkt dat veel leerlingen moeite hebben met redekundig ontleden. Om de stof interessanter te maken, is dit arrangement ontwikkeld. Naast de uitleg van de docent geeft dit arrangement mogelijkheid om de theorie te beheersen door extra uitleg d.m.v. filmfragmenten en door oefeningen op verschillende websites. 


Doelen: Aan het eind van deze leerlijn kennen de leerlingen de begrippen, herkennen ze de begrippen in zinnen en kunnen ze de theorie toepassen.


Inhoud

In deze leerlijn worden de volgende onderdelen behandeld:

-      Persoonsvorm

-      Onderwerp

-      Gezegde

-      Lijdend voorwerp

-      Meewerkend voorwerp

-      Bijwoordelijke bepaling

De leerlijn wordt afgesloten met een eindtoets waarin alle begrippen terugkeren.


Leeractiviteiten

Leerlingen werken individueel aan deze leerlijn.


Rol leraar

De leraar heeft de theorie aan de leerling uitgelegd. De oefeningen kunnen gebruikt worden door leerlingen om de theorie beter te beheersen. Binnen dit arrangement kunnen leerlingen zelfstandig aan de slag.


Tijd

De benodigde tijd zal per leerling verschillen.


Toetsing

Aan het eind van dit arrangement is er een afsluitende toets.

Afbeeldingsresultaat voor grammatica

Persoonsvorm

Uitleg persoonsvorm

Hoe vind ik de persoonsvorm (pv)?

 

De persoonsvorm (pv) is altijd een werkwoord.

Je kunt de persoonsvorm op 2 manieren vinden:

 

1. Zet de zin in een andere tijd. De persoonsvorm verandert.

Vb. Christian zit op de fiets. -> Christian zat op de fiets.

Zit = persoonsvorm.

 

2. Verander het aantal. De persoonsvorm en het onderwerp veranderen.

Vb. Christian zit op de fiets. -> Christian en Rick zitten op de fiets.

Zit = persoonsvorm, Christian = onderwerp.

 

Je kunt ook nog een vraagzin maken.
Vb. Christian zit op de fiets -> Zit Christian op de fiets?
Het eerste woord is de persoonsvorm.

Let op: Bij een samengestelde zin vb. Christian zit op de fiets en Rick loopt op straat zitten twee persoonsvormen, maar je vindt er maar één als je de vraagzin toepast.

 

Wil je nog meer uitleg? Kijk dan naar het onderstaande filmpje.

 

 

 

Oefeningen persoonsvorm

Klik op de volgende links om de persoonsvorm te oefenen. Begin met een makkelijke oefening en ga dan over naar een moeilijke oefening. Vond je deze oefeningen makkelijk, klik dan op de link onder Extra uitdagend om te kijken of je die opdrachten kunt uitvoeren.

 

Makkelijk

http://www.jufmelis.nl/zinsontleding/persoonsvorm/persoonsvorm-1

http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-persoonsvorm/

Moeilijk

http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-persoonsvorm/

http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-3-persoonsvorm/

Extra uitdagend

http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-6-persoonsvorm/

 

Onderwerp

Uitleg onderwerp

Hoe vind ik het onderwerp (ow)?

Als je weet wat de persoonsvorm (pv) is, stel je de volgende vraag om het onderwerp (ow) te weten te komen.

Wie of wat + PV = OW

Vb: De jongens spelen op straat
PV = spelen
OW = wie spelen? De jongens
De jongens is het onderwerp.

Veranderingsproef

Je kunt ook kijken naar welk zinsdeel er mee moet veranderen als je persoonsvorm van het enkelvoud in het meervoud zet, of van het meervoud in het enkelvoud. Het zinsdeel dat ook moet veranderen is het onderwerp.

Vb: De jongens spelen op straat
PV = spelen
Veranderingsproef: De jongen speelt op straat.
De jongens verandert in de jongen en is dus het onderwerp.

 

Wil je nog meer uitleg? Kijk dan naar het onderstaande filmpje

 

Oefeningen onderwerp

Klik op de volgende links om het onderwerp te oefenen. Begin met een makkelijke oefening en ga dan over naar een moeilijke oefening. Ga als laatste aan de slag met de persoonsvorm en het onderwerp.

 

Makkelijk

http://www.jufmelis.nl/zinsontleding/onderwerp/onderwerp-1

Moeilijk

http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-het-onderwerp/

http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-het-onderwerp/

Persoonsvorm + onderwerp oefenen

http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-onderwerp-en-persoonsvorm/

Gezegde

Uitleg gezegde

Hoe vind ik het gezegde (gez)?

Het gezegde bestaat altijd uit alle werkwoorden uit de zin. Het gezegde geeft aan dat iemand iets is, dat iemand iets doet of dat er iets gebeurt.  De persoonsvorm is dus ook een deel van het gezegde.

 

Vb. Wij gaan in het meer vissen.

Persoonsvorm = gaan

Alle andere werkwoorden = gaan vissen

Gezegde = gaan vissen

 

Let op: soms wordt een werkwoord gesplitst in twee delen.

 

Vb. Hij schrijft zich in voor de hardloopwedstrijd

Het werkwoord is inschrijven. Dit is ook het gezegde van deze zin.

 

Bekijk onderstaand filmpje om nogmaals de uitleg duidelijk te krijgen

 

 

Oefeningen gezegde

Lijdend voorwerp

Uitleg lijdend voorwerp

Hoe vind ik het lijdend voorwerp (lv)?


Stel de vraag: wie/wat +  gezegde + onderwerp?

Het antwoord op deze vraag is het lijdend voorwerp.

Let op! Niet in elke zin komt een lijdend voorwerp voor.

 

Vb. Dennis kocht gisteren een nieuwe motor

Persoonsvorm = kocht

Onderwerp = Dennis

Gezegde = kocht

Lijdend voorwerp: wie/wat kocht Dennis?

Antwoord: een nieuwe motor. Dit is dus het lijdend voorwerp.

 

Wil je nog meer uitleg? Kijk dan naar het onderstaande filmpje

 

Oefeningen lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Uitleg meewerkend voorwerp

Hoe vind ik het meewerkend voorwerp (mw)?

Zoek het meewerkend voorwerp door aan wie/ voor wie te vragen. Aan/voor wie + gezegde + onderwerp (+ lijdend voorwerp (als je die gevonden hebt)).

Let op: niet in iedere zin zit een meewerkend voorwerp.

Vb: Zij geeft een knikker aan Tim.
PV: geeft
Ow: Zij
Gez: geeft
Lv: een knikker
Mw: Aan wie geeft zij een knikker? Tim

Wil je meer uitleg over het meewerkend voorwerp, bekijk dan onderstaand filmpje.

 

.

Oefeningen meewerkend voorwerp

Klik op de volgende links om het meewerkend voorwerp te oefenen. Begin met een makkelijke oefening en ga dan over naar een moeilijke oefening.

 

Makkelijk

http://www.jufmelis.nl/zinsontleding/meewerkend-voorwerp/meewerkend-voorwerp-2

Moeilijk

http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-meewerkend-voorwerp/

http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-meewerkend-voorwerp/

Bijwoordelijke bepaling

Uitleg bijwoordelijke bepaling

Hoe vind ik de bijwoordelijke bepaling (bwb)?

De bijwoordelijke bepaling is alles in de zin wat je nog geen naam gegeven hebt. De bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als: wanneer, waar, hoe laat, met wie, waarom, enz. Bijwoordelijke bepaling is het enige zinsdeel wat vaker in een zin kan voorkomen.

 

Vb. Hij gaat altijd op donderdagavond met de auto naar de hockeytraining.

Persoonsvorm = gaat

Onderwerp = Hij

Bijwoordelijke bepaling = altijd

Bijwoordelijke bepaling = op donderdagavond ( wanneer )

Bijwoordelijke bepaling = met de auto ( hoe )

Bijwoordelijke bepaling = naar de hockeytraining ( waar )

Kijk voor extra uitleg het volgende filmfragment.

Oefeningen bijwoordelijke bepaling

Eindtoets

Toets: Eindtoets

Start

Evaluatie

  • Het arrangement Grammatica zinsdelen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Eva Hulshof Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-02-23 13:04:07
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Stap voor stap aan de slag met zinsdelen voor 3K.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Eindtoets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.