Bespreek met je klasgenoten of jij ook van deze superzintuigen zou willen hebben.
Wat ga je doen
In deze lessen cyclus ga je ontdekken hoe onze zintuigen werken.
Bij elk zintuig zijn er een aantal practica die je gaat uitvoeren .
Per zintuig maak je een eindtoets , als deze toets voldoende is gemaakt ga je verder met een ander zintuig.
Je sluit dit thema af met het maken van een kwartetspel
DE OGEN
Leerdoelen
Na deze opdracht:
Kun je de volgende onderdelen van het oog aanwijzen en weet je waarvoor deze onderdelen dienen: iris, pupil, lens, oogwit (harde oogvlies), hoornvlies, netvlies, vaatvlies, gele vlek, blinde vlek, oogzenuw en glasachtig lichaam.
Kun je uitleggen dat je ogen worden beschermd door wenkbrauwen, oogleden en wimpers.
Kun je beschrijven dat traanvocht wordt gemaakt in de traanklier en dat het traanvocht over het oog wordt verspreid door de oogleden.
Werkwijze
Groepsgrootte
De meeste oefeningen in deze opdracht doe je alleen. Soms heb je hulp van een klasgenoot nodig.
Benodigdheden
- Boekje met de practicumopdrachten
- Papier en (kleur)potloden.
- Liniaal.
- Practicum kar.
Tijd
Voor de oefeningen en het maken van de eindtoets heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Voor het practicum heb je ongeveer 30 minuten nodig
Extra
Overleg met je docent of je de extra opdracht over kleurenblindheid ook maakt
Eindproduct-Beoordeling
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Ogen bekeken'.
De toets bestaat uit een aantal meerkeuzevragen.
Je hebt een voldoende voor de toets als 80% van de vragen goed hebt beantwoord.
Als bewijs kun je dan het certificaat 'Ogen bekeken' printen.
Na het voldoende maken van de toets kun je aan het practicum beginnen. Als het practicum is gedaan en je hebt alle opdrachten ingevuld dan laat je het boekje aftekenen bij de docent.
Stap 1
Kijk elkaar in de ogen
Je begint deze opdracht met het kijken en tekenen van een oog van een klasgenoot.
Je maakt een zo natuurgetrouwe tekening van de uitwendige bouw van zijn/haar oog.
Je benoemt alle onderdelen die je kent . Gebruik zoveel mogelijk van deze onderdelen: wenkbrauw,ooglid,wimpers, pupil,iris , harde oogvlies en hoornvlies
Ben je klaar? Laat de tekening dan zien aan je klasgenoot.
Bekijk ook zijn/haar tekening. Wie wist de meeste onderdelen te benoemen?
Zijn er verder nog opvallende verschillen? Bespreek die verschillen.
Bekijk de tekeningen aan het eind van dit thema onderdeel nog eens en kijk of je dan alle onderdelen kunt benoemen.
Stap 2
Rondom het oog
Bestudeer als dat nodig is pagina 2 van het onderdeel het oog nog eens.
Probeer ook op het oogmodel de onderdelen aan te wijzen
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat nog eens in de ogen van een klasgenoot kijken.
Je klasgenoot kijkt naar het licht, bijvoorbeeld het raam.
Hij of zij dekt met een hand één oog af, maar doet het oog niet dicht!
Na enige tijd haalt hij of zij de hand weer weg.
Kijk nu goed naar de pupil. Wat valt je op?
Maak de tekst in de oefening compleet door de zes woorden naar de juiste zin te slepen.
De blinde vlek is dus een plek op het netvlies waar geen zintuigcellen aanwezig zijn. Met behulp van een experimentje kan je zelf je blinde vlek bepalen.
Sluit je rechteroog en ga met je gezicht op ongeveer 50 cm van het beeldscherm af zitten.
Kijk nu recht met je linkeroog naar de ogen van het meisje.
Kom nu langzaam dichterbij, blijf recht naar de ogen kijken.
Op een gegeven moment zul je de bloem niet meer kunnen zien. Deze valt dan precies op je blinde vlek.
Stap 7
De ooglens
Bestudeer pagina 3 t/m 6 van het onderdeel het oog .
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Kleurenblind
Bekijk het volgende filmpje van GezondheidspleinTV.
Zoals in het filmpje te zien en te horen is, weten veel mensen die kleurenblind zijn niet dat ze de kleuren anders waarnemen dan andere mensen. Ze komen hier pas achter na het doen van een test.
Welke getallen zie je in de rondjes?
De test is zo gemaakt dat als de getallen in de rondjes ziet, je niet kleurenblind bent.
Zie je geen getal of ze je een heel ander getal, dan is er een kans dat je kleurenblind bent.
Begrippenlijst
Het oog
Een zintuig; orgaan met zintuigcellen die licht registreren/waarnemen, waardoor je kunt zien.
Pupil
Opening in het midden van de iris, waardoor licht het oog binnenkomt.
Hoornvlies
Voorste deel van het harde oogvlies. Het is stevig en doorzichtig.
Lens
Deel van het oog (achter de pupil) dat ervoor zorgt dat lichtstralen naar elkaar toe gebogen worden en op het netvlies terecht komen.S
Netvlies
De binnenste laag van het oog dat bestaat uit zintuigcellen (staafjes en kegeltjes), die beelden omzetten in elektrische signalen. Deze signalen gaan via de oogzenuw naar de hersenen.
Glasachtig lichaam
Heldere, geleiachtige substantie in het midden van het oog.
Gele vlek
Deel van het netvlies waar het scherpste beeld gevormd wordt (veel kegeltjes).
Blinde vlek
Plaats van het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat en waar geen kegeltjes of staafjes voorkomen.
Oogzenuw
Zenuw die impulsen van de hersenen naar het oog doorgeeft.
Accomoderen
Het boller of holler maken van de ooglens met kleine spiertjes.
Bijziend
Bij een bijziend oog ligt het brandpunt voor het netvlies.
Verziend
Bij een verziend ook ligt het brandpunt achter het netvlies.
Reflex
Een zeer snelle reactie van het zenuwstelsel, waarbij het signaal in eerste instantie niet via de hersenen verloopt, maar alleen via het ruggenmerg.
Staafjes
Zintuigcellen op het netvlies (vooral rondom de gele vlek), die zwart-grijs-wit en contrasten kunnen waarnemen; ze worden vooral gebruikt in schemer en donker en nemen geen kleuren en details waar.
Kegeltjes
Zintuigcellen op het netvlies die kleuren, licht en details kunnen waarnemen; ze liggen vooral in, maar ook rondom de gele vlek.
Brandpunt
Het punt waarop de lichtstralen gebundeld door de lens gaan.
Zien
Het waarnemen van licht (kleuren, diepte, licht/donker) met de ogen (gezichtszintuig).
PRACTICUM OOG
De materialen en de opdrachten vind je in de practicum kar.
Als je de opdrachten hebt uitgevoerd en gemaakt dan laat je het door je docent controleren
Je kunt de namen van de onderdelen van het oor en de volgorde waarin ze informatie over geluid doorgeven.
Je kunt uitleggen hoe het oor de trillingen van geluid omzet tot impulsen en hoe die bij de hersenen komen.
Je kunt het begrip decibel beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe onze gehoorgrenzen worden bepaald.
Werkwijze
Groepsgrootte
De meeste oefeningen in deze opdracht doe je alleen. Soms heb je hulp van een klasgenoot nodig.
Benodigdheden
- Boekje met de practicumopdrachten
- Papier en (kleur)potloden.
- Liniaal.
- Practicum kar.
Tijd
Voor de oefeningen en het maken van de eindtoets heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Voor het practicum heb je ongeveer 30 minuten nodig
Extra
Overleg met je docent of je de extra opdracht over gehoorbeschadiging ook maakt
Eindproduct-Beoordeling
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Ogen bekeken'.
De toets bestaat uit een aantal meerkeuzevragen.
Je hebt een voldoende voor de toets als 80% van de vragen goed hebt beantwoord.
Als bewijs kun je dan het certificaat 'Ogen bekeken' printen.
Na het voldoende maken van de toets kun je aan het practicum beginnen. Als het practicum is gedaan en je hebt alle opdrachten ingevuld dan laat je het boekje aftekenen bij de docent.
Stap 1
Horen
Ga naar de kennisbank en bestudeer het item.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De weg van het geluid
Dankzij je oren kun je van alles horen.
Voordat je ook daadwerkelijk het geluid hoort, is er veel gebeurd met de geluidsgolf die het oor binnenkomt.
In het filmpje in het Kennisbankitem heb je gezien welke weg het geluid aflegt.
Doe nu de toepassing "Weg van het geluid".
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Oorsmeer
In de oorschelp zit een opening met de gehoorgang. Door de gehoorgang gaat het geluid het oor in. Achterin de gehoorgang zit het trommelvlies en aan de zijkant zitten de oorsmeerkliertjes.
De oorsmeerkliertjes maken oorsmeer. Oorsmeer dient om het trommelvlies soepel te houden.
Zo kan het trommelvlies snel meebewegen met de geluidstrillingen. Geluidstrillingen laten het trommelvlies afhankelijk van de sterkte van het geluid tussen tussen de 20 en 20.000 keer per seconde trillen.
Soms droogt oorsmeer te veel in en wordt het een hard klontje.
Daardoor kan het trommelvlies minder goed bewegen en hoor je minder goed.
Door de oren uit te spuiten krijgt een dokter de gehoorgang weer schoon.
Waar of niet waar?
Dankzij oorsmeer blijft het trommelvlies soepel.
Ingedroogd oorsmeer kan er voor zorgen, dat je minder goed hoort, omdat het trommelvlies niet goed kan bewegen.
Een ander probleem is middenoorontsteking.
Bekijk dit filmpje:
Het middenoor is het deel van het oor achter het trommelvlies, waar de gehoorbeentjes zitten.
De buis van Eustachius verbindt dit deel van het oor met de keelholte. Gewoonlijk is de buis van Eustachius dicht. Maar...hij gaat bij slikken of je neus snuiten open. Als je zwaar verkouden bent kan vanuit de keelholte gemakkelijk slijm met daarin ziektekiemen via deze buis in het middenoor komen en daar voor een ontsteking zorgen.
Bij jonge kinderen plaatst men bij middenoorontsteking soms buisjes door het trommelvlies heen. Zo kunnen vocht en pus doorgegeven worden aan de gehoorgang, waardoor het middenoor sneller geneest.
Waar of niet waar?
Ziektekiemen vanuit de keelholte kunnen in het middenoor voor een ontsteking zorgen.
Door buisjes in het trommelvlies te plaatsen, neemt kunnen pus en vocht niet meer in het middenoor tercht komen.
Stap 4
Druk
Het trommelvlies grenst dus aan de buitenlucht via de gehoorgang.
Ook aan de binnenkant in het middenoor hoort lucht te zitten.
Als de luchtdruk aan beide kanten niet gelijk is, staat het trommelvlies hol of bol.
Kijk eens naar een situatie in het filmpje waarin dit gebeurt:
Ook bij het op- en afrijden van bergen of bij het vliegen met een vliegtuig zijn er drukverschillen tussen het middenoor en de buitenlucht.
Door te slikken of te gapen kan via de buis van Eustachius lucht van het middenoor naar de keelholte of omgekeerd. Daardoor wordt de luchtdruk aan beide kanten gelijk.
Dan beweegt het trommelvlies weer gemakkelijker en worden ook de gehoorbeentjes niet in een verkeerde stand geduwd.
Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit een gesloten vragen.
Na afloop van de toets zie je welke vragen je goed had en zie je van de vragen die je fout had het goede antwoord.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Slakkenhuis
Deel van het binnenoor, gevuld met vloeistof. Het ontvangt geluidstrillingen van de gehoorbeentjes en zet deze om in elektrische signalen. Zintuigcellen in het slakkenhuis geven de signaaltjes door aan de gehoorzenuw.
Impulsen
Elektrische stroompjes die door zintuigcellen worden doorgegeven aan zenuwcellen.
Gehoorzenuw
Geeft impulsen door aan de grote hersenen.
Gehoorcentrum
Deel van de hersenen dat impulsen van de gehoorzenuw verwerkt.
Hersenen
Een buitengewoon ontwikkeld orgaan, dat alle gevoelenns, het bewustzijn en alle mogelijkheden om iets te doen bevat.
Decibel
De eenheid waarin geluidssterkte wordt uitgedrukt.
Buis van Eustachius
Buis die het binnenoor verbindt met de keelholte. Door slikken of geeuwen kun je je oren 'klaren': lucht wordt dan aan- of afgevoerd en daarbij wordt de luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk.
Evenwichtszintuig
Met vloeistof gevulde kanalen vlakbij het slakkenhuis; het verzamelt informatie over bewegingen van het lichaam en houdt het lichaam in evenwicht.
Trilharen
'Haartjes' op slijmvliescellen, o.a. neusslijmvlies, die ervoor zorgen dat vuil, slijm en ziekteverwekkers naar buiten worden gewerkt. Bijvoorbeeld in de luchtpijp: ziekteverwekkers komen via de trilharen in de mondholte, waar je ze inslikt. In de maag worden de ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt.
Horen
Het waarnemen van geluid (hoog/laag, hard/zacht) met de oren (gehoorzintuig).
PRACTICUM OOR
NEUS en TONG
Intro
Lekker eten, dat doen we allemaal graag.
Bekijk de vier kommen soep. Welke zou jij kiezen?
Heb je gekozen voor kom 1 of kom 4, dan heb je de soep gekozen die de meeste mensen kiezen.
Blauwe of paarse soep lusten we niet, want dat zijn we niet gewend en krijgen we niet door de keel.
Leerdoelen
Na deze opdracht:
Kun je onderdelen van de neus en tong beschrijven.
Kun je beschrijven welke smaken je proeft en welke je ruikt.
Kun je benoemen dat je al je zintuigen gebruikt bij het herkennen van voedsel.
Kun je de werking van reukzintuig en smaakzintuig beschrijven.
Werkwijze
Groepsgrootte
Je werkt de meeste stappen alleen door.
Bij het practicum (stap 6)werk je samen met een klasgenoot.
Tijd
Voor het doorwerken van de oefeningen, het doen van het practicum en het schrijven van het verslag heb je in het totaal ongeveer 2 lesuren nodig.
Extra
Overleg met je docent of jullie de extra oefeningen over speurhonden en geurstoffen doen.
Eindproduct-Beoordeling
Eindproduct
Je sluit deze opdracht af met een practicum. Je kunt kiezen uit twee practica: het practicum 'Smaakgebieden' of het practicum 'Smakeloos'. Van het practicum dat je kiest maak je een onderzoeksverslag.
Beoordeling
Je verslag beoordelen jullie eerst zelf. Daarna laten jullie het verslag beoordelen door jullie docent.
De docent beoordeelt de correctheid van het verslag en kijkt naar de verzorging/netheid.
Stap1
Ruiken en proeven
Ga naar de kennisbank en bestudeer het item.
Kijk of je na het bestuderen van het item, samen met een klasgenoot, deze vijf vragen kunt beantwoorden.
Waar of niet waar?
Proeven doe je alleen met je tong.
Waar
Niet waar
Hoe heet het vlies van slijm dat de neusholten bedekt en waarin de geurstoffen oplossen die via het neusgat de neusholten binnenkomen?
reukslijmvlies
neusslijmvlies
holteslijmvlies
Hoeveel verschillende smaakstoffen kun je met je tong waarnemen?
2
5
12
Als je eet en drinkt lossen de smaakstoffen op in het speeksel.
Waarom is dat belangrijk?
Doordat ze zijn opgelost kunnen de smaakstoffen in contact komen met de smaakknopjes.
Doordat ze zijn opgelost kunnen de smaakstoffen makkelijker doorgeslikt worden.
Doordat ze zijn opgelost kunnen ze via de buis van Eustachius in de neusholte komen.
Welke zintuigen gebruik je allemaal bij het herkennen van verschillende smaken?
Je gehoor-, reuk- en smaakzintuigen.
Je gehoor-, gevoels-, smaak- en gezichtszintuigen.
Je gevoels-, reuk-, smaak-, gehoor- en gezichtszintuigen.
Stap2
Watertanden
Heb jij dat nou ook? Zie je of ruik je iets lekkers.. en je gaat watertanden.
En bij iets wat je niet lekker vindt? Loop je er ook voor weg?
Op grote stations maakt men gebruik van dit watertanden om de eetlust bij hongerige reizigers op te wekken: geurende croissants, reclameborden met grote aantrekkelijke broodjes hamburger en ga zo maar door.
Test jezelf
Test eens of je er ook gevoelig voor bent:
Bekijk het filmpje watertanden. Elke afbeelding blijft 10 seconden lang in beeld.
Onthoud tijdens het kijken bij welke afbeeldingen je een hongergevoel krijgt of bij welke afbeeldingen er speeksel door je mond begint te lopen.
Stap3
Reuk
De volgende tekst gaat over je reukorgaan.
Je herhaalt meteen ook even hoe het zenuwstelsel werkt.
Maak de tekst compleet door de woorden in de tekst te slepen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Gevaarlijke stoffen
In het keukenkastje staan flessen met allerlei stoffen om schoon te maken.
Wat er in zit kun je herkennen aan de geur? Doe dit nooit met je neus vlak boven de fles!
Sommige stoffen zoals ammoniak kunnen iemand een soort astmatische aanval bezorgen.
De concentratie van die stof vlak boven de fles is veel te hoog om in te ademen.
Lees dus liever even wat er op het etiket staat.
Beantwoord de volgende vraag:
Stel het etiket is onleesbaar geworden en je wilt toch weten wat er in de fles zit. Welke manier is veilig om dit te weten te komen?
De fles open schroeven en een klein druppeltje op je vinger doen en dan ruiken.
De fles open schroeven en de lucht uit de fles naar je toewuiven.
De fles open schroeven en een klein druppeltje op je vinger doen en dan proeven.
Stap5
Functies van proeven en ruiken
Bij proeven en ruiken gaat het om het kunnen waarnemen van stoffen.
Dit dient verschillende functies.
Bijvoorbeeld:
Waarschuwing bij gevaar.
Vinden van een partner.
Vinden van voedsel.
Herkennen van familieleden en/of soortgenoten.
Herkennen van vijanden.
Communiceren met soortgenoten.
Ook bij de mens spelen deze functies een rol, soms onder de oppervlakte.
Functies van proeven en ruiken
Combineer nu de volgende zes situaties met de juiste functie.
Situatie
functie
1 Jonge katjes snuffelen in de eerste weken van hun leven heel veel aan hun broertjes en zusjes en moeder.
a Vinden van een partner.
2 Bij het ruiken van rook worden veel mensen wakker.
b Herkennen van soortgenoten.
3 Naar een feest gaan, gebruiken veel mensen parfum.
c Vinden van voedsel.
4 Bij naderend gevaar scheiden bijen een alarmgeur uit.
Alle bijen die ten strijde trekken verzamelen zich.
d Waarschuwing tegen gevaar.
5 Hazen hebben een klein kuiltje als nest.
Gewoonlijk liggen ze met hun neus tegen de windrichting in.
Kies voor het practicum Smaakgebieden (stap 6A) of voor het practicum Smakeloos (stap 6B).
Practicum Smaakgebieden
Op de tong zijn er verschillende plaatsen waar je het beste een bepaalde smaak proeft.
Die plekken zijn niet bij iedereen op precies dezelfde plek. Hoe zit het bij jou? En bij je klasgenoot? Jullie gaan dat samen onderzoeken.
Laat het verslag vervolgens beoordelen door jullie docent.
Succes.
Stap6 Keuzeopdracht B
Extra
Speurhonden
Bij honden is de reuk het meest ontwikkelde zintuig.
Honden gebruiken de neus bij het volgen van een spoor of het opsporen van bepaalde voorwerpen.
Dit filmpje gaat over het werk van speurhonden van de politie.
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen in de toepassing:
Geurstoffen
Dieren gebruiken vaak geurstoffen om met elkaar te communiceren.
Maak de sleepoefening in de volgende toepassing:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Neusslijmvlies
Laagje slijm dat de neusholte bedekt en waarin de geurstoffen oplossen die via het neusgat de holte binnenkomen.
Smaakzintuig
Een zintuig; orgaan met smaakzintuigcellen die smaken kunnen waarnemen, waardoor je kunt proeven.
Proeven
Het waarnemen van smaken met een tong (smaakzintuig)
Smaakstoffen
Er zijn vijf soorten smaakstoffen; zoet, zuur, zout, bitter en umami.
Speeksel
Verteringssap, aangemaakt in speekselklieren; bestaat uit water, slijm en enzymen voor de vertering.
Ruiken
Het waarnemen van geur met een neus (reukzintuig).
Afsluiting
Eindproduct
Eindproduct
Je sluit dit thema af door samen met een klasgenoot een kwartetspel over de verschillende zintuigen en de werking van hormonen te maken.
Beoordeling
Jullie laten het kwartetspel beoordelen door de docent.
Bij de beoordeling van het kwartetspel gebruikt de docent de volgende vragen:
- Bestaat het spel uit minimaal 16 kaarten:
4 over het oor,
4 over het oog,
4 over de huid en
4 over smaak en geur.
- Is het spel origineel?
- Ziet het spel er verzorgd uit?
- Komt de informatie overeen met de werkelijkheid?
- Is het duidelijk hoe het spel gespeeld moet worden?
Werkwijze
Groepsgrootte
Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.
Benodigdheden
Een computer met internet
Papier en (kleur)potloden, stiften, schaar, lijm, karton, plakband, ... voor het maken van het kwartet.
Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie twee uur de tijd.
Stap1
Kwartet maken
Kies vier onderdelen van het oor uit en maak met die vier onderdelen het eerste kwartet (= 4 kaarten) van het kwartetspel.
Maak een tweede kwartet over onderdelen van het oog.
Het derde kwartet gaat over de smaak- en geurzintuigen.
Maak een vierde kwartet over de huid.
Heb je nog tijd over?
Maak dan een vijfde kwartet over bijvoorbeeld het zenuwstelsel en een zesde kwartet over ...........
Stap2
Het kwartet spelen en inleveren
Speel het spel samen met een aantal klasgenoten.
Vraag om feedback op het spel.
Jullie spelen natuurlijk ook het spel dat door jullie klasgenoten is gemaakt. Geef goed commentaar.
Verwerk het commentaar dat jullie op het spel hebben gekregen.
Kijk ook nog even naar de vragen onder het kopje 'Beoordeling'.
Tevreden?
Laat het verslag beoordelen door jullie docent.
Terugkijken
Hoe is het gegaan?
Schrijf samen op wat jullie hebben geleerd van het maken van het kwartet over zintuigen.
Het arrangement Thema Zintuigen is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Annemiek van Horssen-Verschoor
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-11-01 13:03:20
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
rondom het oog
Bouw van het oog
onderdelen en functies
Pupilwerking
ooglens
Ogen bekeken
Bouw van het oor
Weg van geluid
Druk
Horen
Reuk
Speurhonden
Geurstoffen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.