Het komende blok gaan jullie werken aan het thema informeren en adviseren.
Dit is iets dat je regelmatig doet in de praktijk. Je geeft een ouder informatie rondom jullie werkwijze op het kinderdagverblijf, maar het kan ook voorkomen dat een ouder je advies vraagt over opvoedzaken.
In de komende weken gaan jullie leren wat het verschil is tussen informeren, voorlichting en advies geven. Ook gaan jullie zelf in groepjes een voorlichting organiseren rondom een thema.
In deze Wiki vind je de theorie uit thema 7 van het boek 'Methodisch Begeleiden' met daarbij opdrachten. Over dit thema krijg je een toets. Wanneer je de Wiki hebt doorgewerkt en de opdrachten hebt gemaakt, ben je voldoende voorbereid op deze toets.
Af en toe zul je bij deze Wiki ook je boek nodig hebben: 'Methodisch Begeleiden' thema 7.
In totaal staan er in deze Wiki 6 verschillende opdrachten die je moet maken. Je kan de antwoorden niet digitaal invullen maar je moet dat in een schrift of in Word doen. Bewaar het goed, na de vakantie gaan we het met elkaar nabespreken.
Veel plezier en succes.
Groet Eva
Informeren, voorlichting geven of advies geven?
Tussen informeren, voorlichting geven en advies geven zit verschil, ook al worden deze termen vaak door elkaar gebruikt.
Lees eerst de onderstaande casus, daarna wordt het verschil uitgelegd.
Een ouder is op zoek naar een goed kinderdagverblij voor haar zoon. Op internet ziet ze allerlei verschillende kinderdagverblijven. Groot en klein, dicht bij haar huis en ook een stukje rijden en ze hebben ook allemaal verschillende visies.
De ouder gaat eerst op zoek naar meer informatie: wat is precies de visie van het kinderdagverblijf, wat zijn de kosten en is het mogelijk om ook in de vakantie opvang af te nemen? Ook heeft ze gehoord van een gastouder. Als ze een paar kinderdagverblijven heeft gevonden gaat ze langs voor een rondleiding en krijgt daar voorlichting: de medewerkers van het kinderdagverblijf vertellen van alles over hun werkwijze en laten de groepen zien.
De ouder weet nog steeds niet goed wat ze moet kiezen en laat zich door iemand adviseren van een overkoepelende organisatie. Ze geeft aan dat ze buitenspelen heel belangrijk vindt en dat ze rust op de groep ook belangrijk vindt. Daarnaast wil ze graag dat haar kind met kinderen van verschillende leeftijden kan spelen. Het is voor haar het makkelijkste als het dicht bij huis is of op de route naar haar werk ligt. Ze krijgt advies over 2 verschillende opties: een kinderdagverblijf dat als speerpunt buitenspelen heeft en een gastouder. Ze gaat nog eens kijken en maakt dan een keuze.
Informeren
Informatie:
kan bestaan uit 1 gegeven, een paar gegevens of veel gegevens
heeft alleen een kennisdoel: de ander van iets op de hoogte brengen
Voorbeelden:
Een ouder vraagt aan het einde van de dag wat het kind die dag gegeten heeft
Je stelt de ouders op de hoogte van de activiteiten in de komende vakantie
Je geeft aan je nieuwe collega door waar ze haar fiets neer kan zetten en waar en hoe laat ze zich moet melden op haar eerste werkdag
Voorlichting geven
Voorlichting:
is uitgebreider dan informatie: bestaat altijd uit meerdere gegevens
geordende en gestructureerde gegevens
Eisen aan voorlichting:
het moet toepasselijk zijn: je vertelt wat de ander wil weten.
het moet volledig zijn: zorg dat je alle informatie over brengt zodat de ontvanger geen informatie mist.
het moet betrouwbaar zijn: controleer je informatie. Soms is informatie achterhaald. Verzin ook niet dingen wanneer je het niet zeker weet. Dan kun je beter aangeven dat je het gaat opzoeken of navragen.
Soorten voorlichting:
voorbereid of onvoorbereid: simpele dingen kun je onvoorbereid doen. Ook zaken die je zelf heel goed weet kun je onvoorbereid over voorlichten. Is de vraag ingewikkelder, kan kun je je beter eerst zelf ook voorbereiden. Stel jullie geven een voorlichtingsavond over gezonde voeding. Dan ga je zelf eerst informatie inwinnen en folders opzoeken.
mondeling of schriftelijk: meestal geef je de voorlichting mondeling. Je vertelt over de gezonde voeding tijdens de avond. Misschien wil je dit ondersteunen door de ouders na de voorlichting op papier de belangrijkste punten mee te geven. Ze kunnen het dan nog eens nalezen.
individueel of groepsgewijs: door voorlichting aan een hele groep ben je minder tijd kwijt. Ook kan het leuk zijn dat ouders met elkaar in gesprek kunnen raken. Toch kan soms een individueel gesprek ook handig zijn. Wanneer de informatie vertrouwelijk is of er veel emoties bij komen kijken.
Advies geven
Advies:
wordt vaak gegeven bij een ingewikkelde situatie of probleem
de gevolgen van een keuze wegen zwaar
iemand kan zelf geen besluit nemen
Het grote verschil tussen voorlichting en advies is dat mensen bij voorlichting zelf een beslissing kunnen nemen wat ze met de informatie doen. Bij een advies hebben mensen de behoefte van jou te horen wat ze het beste kunnen doen. Ze komen er vaak zelf niet uit.
Sommige mensen durven zelf niet goed keuzes te maken en vragen daarom maar advies. Wanneer de keuze niet goed blijkt te zijn, kunnen ze de schuld bij de adviesgever neerleggen.
Let op: advies vragen houdt niet in dat de ander het voor je kan oplossen. Verwacht ook niet dat wanneer je advies geeft dat de ander precies zal doen wat je zegt. Je kan iemand in de goede richting helpen, maar de adviesvrager moet altijd zelf een beslissing maken.
Weestand tegen advies.
Wanneer je advies geeft aan iemand, kan het zijn dat hij niets met dat advies doet of zelfs in de weerstand raakt. Hieronder volgen een aantal voorbeelden van weerstand tegen adviezen:
verdringingsweerstand: door jou oplossing komt naar boven wat diegene niet goed heeft gedaan. Bijvoorbeeld door jou advies blijkt dat diegene helemaal niet goed met zijn geld is omgegaan. Hij heeft liever geen advies omdat hij dat eigenlijk wel weet.
overdrachtsweerstand: diegene erkent jou niet als autoriteit. Hij wil van jou niets aannemen, van je collega misschien wel.
ziektewinstweerstand: door jou advies moet diegene in actie komen, wat gaan doen. Zonder dat advies kan hij in de 'slachtofferrol' blijven.
weerstand vanuit een gewetensfunctie: diegene vindt dat hij gefaald heeft en daarvoor gestraft moet worden. Hier speelt schuldgevoel een rol.
Opdracht 1
Je hebt nu het verschil kunnen lezen tussen informeren, voorlichting geven en advies geven.
Bedenk zelf bij elke vorm 3 nieuwe voorbeelden. Dus:
Informeren:
Voorlichting geven:
Adviseren:
Opdracht 2
Lees het paarse tintvlak op blz 216 en beantwoord onserstaande vraag:
Waarom gaat Esther in het eerste tintvlak in 7.3 haar collega’s informeren en niet voorlichten?
Lees het paarse tintvlak op blz 217 en beantwoord onderstaande vragen:
Wat doet de medewerker kinderopvang verkeerd in het voorbeeld over de vraag van Ahmid?
Wat had zij beter kunnen doen?
Opdracht 3
Deel I:
Bekijk onserstaande video en beschrijf welke vormen van weerstand je terug ziet en hoe je dit terug ziet.
Deel II:
Kies een vorm van weerstand tegen advies uit en schrijf zelf een korte casus waarin deze vorm van weerstand duidelijk naar voren komt. Het mag een casus zijn die gaat over jezelf, iemand die je kent of een situatie van stage. Je mag natuurlijk ook zelf iets verzinnen.
Doorverwijzen
Soms is het niet mogelijk een ouder goed genoeg te informeren, voor te lichten of advies te geven. Je zult deze ouders dan moeten doorverwijzen. Denk aan een kind dat een taalachterstand heeft, nog niet zindelijke is terwijl dit wel normaal is voor de leeftijd of een kind dat lichamelijke achterstand heeft.
Doorverijzen doe je:
als je zelf onvoldoende kennis hebt
als je niet bevoegd bent informatie te geven
als het niet om jouw werkterrein gaan
Mensen vinden het niet altijd leuk om doorverwezen te worden. Ze verwachten dat jij het wel weet, vinden een arts echt niet nodig of vinden het spannend naar een instantie te gaan. Er kan dus flink aan je getrokken worden door ouders om toch bij jou de informatie te krijgen.
Valkuilen bij doorverwijzen:
werken op je gevoel: ouders denken dat jij wel weet hoe het opgelost kan worden, terwijl je niet beschikt over de juiste kennis. Ze geven aan dat ze je zo vertrouwen en je altijd zoveel weet.
dreigementen uiten: ouders worden boos als ze niet de informatie van je krijgen die ze willen.
paaien: je proberen over te halen de informatie te geven door er iets tegenover te stellen.
Laat je niet verleiden door aardige of juist boze woorden. Het is belangrijk dat je de ouders doorverwijst wanneer jij niet de juiste informatie kan geven.
Opdracht 4
Bedenk bij de volgende situatie naar wie jij zou kunnen doorverwijzen:
Een kindje van 3 jaar heeft een spraakachterstand.
Een kindje van 2 jaar heeft de afgelopen steeds eczeem en rare bultjes op zijn huid. Ouders hebben al geprobeerd of andere luiers helpen en smeren het kindje in met sudocreme. Dit helpt niet.
Een kindje van 1 jaar drinkt en eet slecht op de opvang en ook thuis. Ouders spreken hun zorg uit en vragen jou om hulp. Het kindje is wat afgevallen.
Ouders weten zich geen raad meer met hun kind van 4 jaar. Hij is zo druk, slaat steeds andere kinderen en luisteren lukt echt niet.
Opdracht 5
Lees onderstaande situatie en beantwoord de vragen die er onder staan
Jasmijn werkt in een servicepunt voor ouderen. Ouderen kunnen daar activiteiten doen, elkaar ontmoeten, informatie krijgen en ondersteuning. Jasmijn werkt daar als activiteitenbegeleidster. Meneer Jansen komt iedere dinsdagmiddag om een potje te biljarten met een aantal andere heren. Op een van de middagen zit meneer Jansen wat somber voor zich uit te kijken en doet niet actief mee. Op Jasmijns vraag hoe het met hem gaat, zucht meneer Jansen en zegt: ‘Ja, Jasmijn, het valt niet altijd mee als je ouder wordt. Je denkt dat je klaar bent met je kinderen, maar ze blijven je leven lang je kinderen. Nu wil er een gaan scheiden en ik kan hem maar niet aan zijn verstand gebracht krijgen dat dat een heel stomme zet is van hem. Ik lig er elke nacht van wakker en heb zelfs al ruzie met hem gemaakt. Ik kom er niet uit.’ Jasmijn praat kort met hem door en vraagt hem uiteindelijk of hij er eens wat verder met iemand op door zou willen praten; met iemand die meer verstand van dit soort zaken heeft. Meneer Jansen zegt echter dat hij het liefst met haar zou praten; haar kent hij immers en hij vindt het heel prettig om met haar te praten en Jasmijn is zo wijs. Aan een vreemde zal hij weer moeten wennen en misschien klikt het niet… Maar uiteindelijk stemt hij ermee in. Jasmijn vraagt of zij een afspraak voor hem zal maken of dat hij dat zelf doet. Meneer Jansen zegt dat hij dat zelf wel zal doen en bedankt haar.
Waarom doet Jasmijn er goed aan meneer Jansen door te verwijzen?
Welke valkuil dreigde even? Leg uit waarom.
Informatiebronnen
Natuurlijk hoef je ouders niet altijd door te verwijzen. In een heleboel gevallen kun jij ze heel goed informatie geven. Het is wel belangrijk dat deze informatie betrouwbaar en vooral niet verouderd is.
Hoe kom je aan informatie:
Protocollen en handboeken
Brochures
Gemeentegidsen
Internet
Uitleg over betrouwbaarheid van bronnen
Opdracht 6
Niet alle informatie is betrouwbaar. Geef van onderstaande voorbeelden aan of je deze informatie zou kunnen gebruiken om voorlichting of advies te geven en leg uit waarom.
Het arrangement Informeren en adviseren is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Eva Onnes
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-02-12 08:14:50
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
