Opdracht 5

Lees onderstaande situatie en beantwoord de vragen die er onder staan

Jasmijn werkt in een servicepunt voor ouderen. Ouderen kunnen daar activiteiten doen, elkaar ontmoeten, informatie krijgen en ondersteuning. Jasmijn werkt daar als activiteitenbegeleidster. Meneer Jansen komt iedere dinsdagmiddag om een potje te biljarten met een aantal andere heren. Op een van de middagen zit meneer Jansen wat somber voor zich uit te kijken en doet niet actief mee. Op Jasmijns vraag hoe het met hem gaat, zucht meneer Jansen en zegt: ‘Ja, Jasmijn, het valt niet altijd mee als je ouder wordt. Je denkt dat je klaar bent met je kinderen, maar ze blijven je leven lang je kinderen. Nu wil er een gaan scheiden en ik kan hem maar niet aan zijn verstand gebracht krijgen dat dat een heel stomme zet is van hem. Ik lig er elke nacht van wakker en heb zelfs al ruzie met hem gemaakt. Ik kom er niet uit.’ Jasmijn praat kort met hem door en vraagt hem uiteindelijk of hij er eens wat verder met iemand op door zou willen praten; met iemand die meer verstand van dit soort zaken heeft. Meneer Jansen zegt echter dat hij het liefst met haar zou praten; haar kent hij immers en hij vindt het heel prettig om met haar te praten en Jasmijn is zo wijs. Aan een vreemde zal hij weer moeten wennen en misschien klikt het niet… Maar uiteindelijk stemt hij ermee in. Jasmijn vraagt of zij een afspraak voor hem zal maken of dat hij dat zelf doet. Meneer Jansen zegt dat hij dat zelf wel zal doen en bedankt haar.

 

  1. Waarom doet Jasmijn er goed aan meneer Jansen door te verwijzen?
  2. Welke valkuil dreigde even? Leg uit waarom.