Literatuur Havo 5

Literatuur Havo 5

Algemeen

Instructie

Hoe moet je leeslogboek eruit zien?

Je leest in havo 5 nog vier boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!

 

Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:

1. Geef op het tabblad  'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Neem allereerst de boeken uit havo 4 over. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is.
2. Voor elk boek gebruik je vervolgens een tabblad waar je een verwerkingsopdracht maakt bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'. Je mag hierbij natuurlijk werken met afbeeldingen als je wilt!
3. Aan het einde van het schooljaar ontvang je van je docent nog overige opdrachten die je bij het tabblad 'overige opdrachten' moet uitvoeren.


Word je beoordeeld?
Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken gaat bekijken. Als je ervoor zorgt dat je op dit moment 'helemaal bij bent' met updaten, kan je docent je feedback geven. Je krijgt geen tussentijdse beoordeling. Pas aan het einde van havo 5, net voor je mondeling literatuur, zal je van je docent een eindscore krijgen voor je leeslogboek. Hierbij wordt gelet op volledigheid, kwaliteit en ontwikkeling. Je krijgt een totaalscore over het leeslogboek havo 5 en over het leesdossier havo 4.

 

Verwerkingsopdrachten

In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.

Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.

 

Kies voor een eigen verslag, of kies één van de volgende opdrachten om op te nemen in je leeslogboek:

Recensieopdracht

Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen. 
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.

 

Opdracht van Lezen voor de Lijst

Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.

 

Juryrapport

Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!

 

Brief van de uitgever

Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.

 

Brief aan de uitgeverij

Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.

Afsluitende opdrachten havo 4

Onderstaande opdrachten moeten voorkomen in je leesdossier havo 4. Heb je deze opdrachten vorig jaar niet gemaakt? Zorg er dan voor dat je de opdrachten opneemt in je leeslogboek H5.

Leesautobiografie

Wat vind je van je boekkeuzes en de niveaus die je gelezen hebt in havo 4? Hoe heb je boeken gekozen? Hoe heb je gelezen? Wat viel mee wat viel tegen? Waarom? Waar wil je je volgend jaar op richten? Wat zijn de onderwerpen waar je over wilt lezen, op welke niveaus ga je je richten? Beschrijf de terugblik en de vooruitblik in minimaal 750 woorden.

 

Rode draad in de boeken

Kijk eens naar de boeken die je hebt gelezen in havo 4. Wat is volgens jou de rode draad in deze boeken? Is die er eigenlijk wel?
Je gaat informatie van de boeken aan elkaar koppelen om op zoek te gaan naar overeenkomsten of juist verschillen tussen de gelezen boeken.
Bijvoorbeeld: je hebt 3 boeken met het thema oorlog gelezen. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen deze boeken? Of je hebt 2 boeken met een open einde gelezen. Is dit in beide gevallen goed gekozen of vind je het ene einde beter dan het andere?


Deze opdracht mag je vormgeven in een mindmap of een schema of een Worddocument; wat voor jou het meest overzichtelijk is.

Boeken

Boekenoverzicht

Titel

Auteur

Leesniveau

Aantal sterren

Red ons, Maria Montanelli

Herman Koch

Niveau 2

4

Hersenschimmen

J. Bernlef

Niveau 3

4

Het Gouden Ei

Tim Krabbé

Niveau 3

4

Het duister dat ons scheidt

Renate Dorrestein

Niveau 3

4

De aanslag

Harry Mulisch

Niveau 4

4

De donkere kamer van Damokles

Willem Frederik Hermans

Niveau 4

4

De laatkomer

Dimitri Verhulst

Niveau 4

3

IV

Arjen Lubach

Niveau 4

5

De Metsiers

Hugo Claus

Niveau 4

3

Bint

Ferdinand Bordewijk

Niveau 5

2

De laatkomer door Dimitri Verhulst

Korte samenvatting

Desire, een man van 74 jaar die meer dan 50 jaar lang gehoorzaam is aan zijn vrouw. Hij is het op een gegeven moment zat van zijn huwelijk, en wil daardoor scheiden. Maar hij weet niet hoe hij het tegen zijn vrouw moet vertellen en heeft geen zin in de stappen die hij moet volgen bij een scheidingsproces. Dus hij doet alsof hij dement is geworden. Na veel gedoe belandt Desire in een tehuis (Home Winterlicht) met allemaal seniele bejaarden. Hij neemt steeds meer afstand van zijn naasten. In het tehuis komt hij zijn jeugdliefde tegen, Rosa. Om met haar meer in contact te komen doet Desire mee met de activiteiten die het tehuis aanbiedt. Het verhaal gaat zo maar steeds door. In de laatste hoofdstukken is zijn vrouw heel erg bang dat zij op een dag een telefoontje krijgt dat Desire overleden is.

 

Personages

 

Desire Cordier

Desire is een 74-jarige man en zijn huwelijk is verzand door een vrouw die hem de hele tijd dwars zit. Op een gegeven moment is hij het zat en doet hij alsof hij dement is geworden. Als hij dan nog ontmaskerd wordt door een medebewoner van het tehuis, die op hetzelfde idee is gekomen, waardoor hij zich ook ineens realiseert dat hij niet origineel is, weet hij dat hij nu eigenlijk helemaal mislukt is en kan niet anders doen dan de oude nazi te ontmaskeren waardoor er veel mediabelangstelling ontstaat en een vooruitblik te maken naar hoe zijn vrienden en familie van hem afscheid zullen nemen als hij dood is.

 

Moniek de Peter

Moniek is een vrouw die voorkomt in de verhalen van Desire.

 

Charlotte Cordier

Charlotte is de dochter van Desire. Zij brengt hem naar het tehuis en zorgt inmiddels ook voor hem.

 

Hugo Cordier

Zoon van Desire die niet veel in voorkomt. Hij is niet echt een familieman. Hij bezoekt bijna nooit zijn familie en bezoekt zijn vader ook niet in het tehuis.

 

Thema/Perspectief

Het thema is desillusie/dementie.

De verteller is Desire zelf, dus ik-perspectief. Daardoor is het verhaal niet erg betrouwbaar omdat je het maar vanuit 1 kant ziet.

Desire is op een briljant idee gekomen om zich dement voor te doen, terwijl hij dat niet is. Hij denkt dat hij de enigste is die zoiets heeft gedaan, maar in het tehuis komt hij er snel achter dat hij niet de enigste is en voelt hij zich daardoor teleurgesteld. Ook kwam Desire zijn oude liefde tegen in het tehuis, Rosa. Hij vertelt hoe mooi zij vroeger was, maar toen hij haar in het tehuis zag, vond hij haar niks meer.

Structuur

Het verhaal begint in het heden en snel springt het naar herinneringen van Desire. Flashbacks dus. Het begint met Desire die 74 jaar is en snel daarna herinnert hij hoe het vroeger allemaal was en zijn vrouw die hem altijd dwars zat.

 

Titelverklaring  

Désiré Cordier heeft geen geweldig leven achter de rug: 38 jaar heeft hij gewerkt als bibliothecaris met een vrouw die na de kinderen geen seks meer wilde. Daarna begint ze op hem te schelden en hem belachelijk te maken. Hij besluit dus op latere leeftijd (74 jaar) toch nog iets van zijn leven te maken en zich te melden in het tehuis voor demente mensen waar ook zijn jeugdliefde Rosa Rozendaal is opgenomen. Hij denkt er nog wat te kunnen maken, maar dat is niet zo: hij komt in feite te laat met zijn verandering. Je moet nooit spijt hebben van dingen die je hebt gedaan, maar eerder spijt moet hebben van de dingen die je niet hebt gedaan. Als je dan te laat komt, is je leven voorbij…

 

Eigen mening

Ik vond dit een leuk boek en zeker een aanrader. In de roman komen er veel verschillende aspecten aan bod, waaronder maatschappijkritiek, ouderdom en dood. Dit boek heeft mij geleerd om anders te denken, namelijk meer kritisch denken en bewust zijn van de dingen die je doet. Het boek was namelijk niet al te moeilijk om te volgen en het was een best spannend boek.

Schrijver (Dimitri Verhulst)

Dimitri Verhulst (1972) werd geboren in Aalst. Hij wordt gezien als een van de grote schrijvers van de Lage Landen. Zijn werk verschijnt in meer dan twintig talen en werd bekroond met verschillende literaire prijzen.

Van de klassieker De helaasheid der dingen werden

meer dan 200.000 exemplaren verkocht en het boek werd verfilmd en bekroond met de Gouden Uil Publieksprijs. Met Godverdomse dagen op een godverdomse bol won hij de Libris Literatuurprijs. Van De laatkomer werden binnen een paar maanden meer dan 75.000 exemplaren verkocht. Ook dit boek wordt verfilmd, voor toneel bewerkt en over de hele wereld vertaald.

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans

Korte samenvatting

Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenwinkelier te Voorschoten. Als hij nog op de lagere school zit, vermoordt zijn moeder zijn vader in een vlaag van waanzin. Henri wordt opgevoed door zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Op de middelbare school gaat hij niet om met zijn klasgenoten. Hij leeft in een isolement en gaat alleen om met zijn zeven jaar oudere nicht Ria. Hij doet aan judo, waardoor zijn voeten vergroeien. Hij is lelijk, heeft geen baardgroei en een hoge stem. Ook Ria is lelijk. Als Henri 18 is, trouwt hij met Ria; hij zet zijn vaders zaak voort en zijn moeder woont bij hen in. Henri is afgekeurd
voor militaire dienst, maar is wel bij de Burgerwacht. Als de oorlog uitbreekt, moet hij op wacht staan bij een postkantoor. Luitenant Dorbeck, op wie Henri als twee druppels water lijkt, geeft hem een filmrolletje, dat ontwikkeld moet worden. Later komt hij weer terug met nog meer films, die ook ontwikkeld moeten worden en opgestuurd aan E. Jagtman.

Na het ontwikkelen krijgt Henri niets dan zwarte vlekken te zien. Hij durft de foto's niet terug te sturen, koopt een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten. Tijdens een
hevig onweer komt Dorbeck, enige tijd later. Henri krijgt opdracht naar Haarlem te komen. Daar ontmoet hij Dorbeck en Zewuster. Met de laatste gaat hij naar de Kleine Houtstraat, waar ze in een huis twee mensen neerschieten. De zoon van de drogist uit Voorschoten heeft hen gevolgd. Henri ontwikkelt het filmpje dat hij in 1940 van Dorbeck had gekregen. Op een van de foto's staat Dorbeck met twee vriendinnen. Er valt een brandend vliegtuig op het huis van Jagtman, waardoor de hele familie Jagtman omkomt. In 1944 (Dorbeck heeft 3 jaar lang niets van zich heeft laten horen) krijgt Henri een brief van Dorbeck met het verzoek de foto's op te sturen naar een postbusnummer. Henri gaat kijken wie de foto's uit de bus haalt; dat blijkt een
heilsoldate te zijn. Een paar dagen later wordt hij opgebeld door Elly Meier, die zegt dat ze uit Engeland is overgekomen. Ze toont hem een van de foto's die hij aan Dorbeck had opgestuurd. Hij brengt haar naar oom Bart. Terug in Den Haag hoort hij van Moorlag, zijn kamergenoot, dat de Duitsers hem in zijn huis opwachten en dat Ria en zijn moeder gevangen zijn genomen. Hij gaat met Moorlag naar Leiden, waar een student valse persoonsbewijzen maakt voor hem en Elly. Zijn haar wordt zwart geverfd door Marianne, een ondergedoken joodse studente. Henri duikt onder en gaat foto's ontwikkelen voor Labare.
Hij beseft nu hoe hij veranderd is. Marianne gaat voor hem naar oom Bart met Elly's persoonsbewijs. Deze is echter al verdwenen. Henri gaat naar Amsterdam en vertelt aan oom Bart dat Ria en zijn moeder zitten. Oom Bart maakt hem verwijten. Henri krijgt van Dorbeck opdracht naar het station in Amersfoort te gaan. Daar zal hij een vrouw ontmoeten in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm. Samen gaan ze naar Lunteren, waar Lagendaal, die voor de Gestapo werkt, uit de weg moet worden geruimd. De aanslag lukt, maar op de terugweg wordt de vrouw aangehouden. In Amsterdam ontmoet Henri Marianna. In de bioscoop ziet Henri een oproep tot zijn eigen aanhouding. Als hij de zaal uitloopt, wordt hij gepakt. Tijdens het verhoor wordt hij zo gemarteld, dat hij naar het ziekenhuis moet. Hij wordt daaruit bevrijd door gemaskerde mannen, die hem naar Leiden brengen.
Bij Labare ontmoet hij Marianne weer. 's Nachts worden ze door de Duitsers overvallen.

Henri weet te ontkomen, maar wordt later toch gearresteerd. In de cel zoekt de Duitser Ebernuss hem op, die beweert hij hem goedgezind is. Hij heeft ervoor gezorgd, dat Marianne, die een kind verwacht, weer vrij is. Ebernuss houdt zich bezig met het probleem of Dorbeck, de dubbelganger van Henri, bestaat. Daarom moet Henri naar Amsterdam gaan, waar een clandestiene sociëteit is voor ondergrondse helden. Als Dorbeck bestaat, zal Henri hem zeker ontmoeten. Ebernuss geeft Henri zijn Leica en samen gaan ze naar Amsterdam. In de sociëteit is er een man van wie Henri gelooft dat het Dorbeck is. Van hem krijgt hij giftige kristallen, die hij in Ebernuss' borrel doet. Dorbeck en Henri gaan er samen in de auto van Ebernuss vandoor. In een leegstaand huis fotografeert Henri zichzelf met Dorbeck in een spiegel. Dorbeck vertelt hem dat Ria samen woont met de zoon van de drogist die Henri verraden had, toen hij de aanslag in Haarlem pleegde. Henri krijgt een verpleegstersuniform. Dorbeck bericht hem dat Marianne in een kraamkliniek ligt. Daar aangekomen wordt hij naar een kelder gebracht waar hij het lijkje van zijn kind ziet. Een Duitse soldaat neemt hem mee in zijn auto. In Voorschoten doodt hij Ria en in Dordrecht de Duitser; daarna vraagt hij hulp aan een pastoor. Met de hulp van de illegaliteit en een arts komt hij in Breda aan. Hij meldt zich bij het hoofdkwartier van de Nederlandse Strijdkrachten. Daar arresteert men hem, omdat men denkt dat hij een land verrader is. Hij wordt naar Engeland gebracht. Daar behandelt Selderhorst zijn zaak. Henri wordt van vele dingen beschuldigd en Dorbeck, die zal kunnen aantonen dat hij verzetsheld is, is onvindbaar.
Jagtman en Moorlag zijn dood en Marianne is in Israel. Oom Barts verklaring is zeer vaag. Eindelijk wordt de Leica van Henri gevonden. Hij ontwikkelt het filmpje, maar de foto met Dorbeck is mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.

 

Genre

De donkere kamer van Damokles is een psychologische oorlogsroman.

 

Thema, idee en motieven

Het thema van het boek is: zelf de werkelijkheid weten en vervolgens die werkelijkheid niet kunnen aantonen. De eerste helft van het boek is eigenlijk een voorspel van het 2e gedeelte. Het eerste gedeelte gaat over de werkelijkheid, en het 2e gedeelte over het niet kunnen aantonen van die werkelijkheid.

Het idee van het boek is volgens mij dat de mens niet in staat is om zijn omgeving goed te kennen, of in te schatten. Want op het laatst werd Osewoudt niet geloofd.

Enkele motieven in het boek zijn oorlog, eenzaamheid, zoeken naar eigen identiteit. Ook zijn er 2 leidmotieven in het verhaal. Ten eerste de tram. Elke keer in het verhaal komt de tram weer terug, alleen in de oorlog reed de tram niet. En vaak stond er het bordje INHALEN VERBODEN bijgeschreven. Ook de Leica van Osewoudt (zijn fototoestel) kun je opvatten als leidmotief. Deze komt ook elke keer terug, en is ook erg belangrijk voor Osewoudt om zijn onschuld te bewijzen.

 

Opbouw, structuur, spanning

Het boek begint met het leven van de jonge Osewoudt, en eindigt met de dood van deze hoofdpersoon. Het boek heeft dus een gesloten eind. Het boek is wel in chronologische volgorde verteld, er zaten geen flashbacks en flash forward’s in het verhaal, Het verhaal heeft wel een boeiende werking op me gehad, want ik wou wel graag weten hoe het nou met Dorbeck zat. Het hoogtepunt of het climaxmoment lag aan het eind van het boek, waar de waarheid niet werd achterhaald en Osewoudt werd neergeschoten.

 

Personages

Hoofdpersoon is Henri Osewoudt, hij is zoon van sigarenwinkelier in Voorschoten. Zijn moeder vermoordde zijn vader. Hij is opgevoed door zijn oom. Hij heeft weinig contact met anderen. Hij trouwt met zijn zeven jaar oudere, lelijke Ria. Ria was de dochter van zijn oom Bart. Hij doet aan judo. Hij is lelijk, heeft een hoge stem en geen baardgroei. Hij is afgekeurd voor militaire dienst. Hij speelt de rol van verzetsheld. Hij interpreteert de gebeurtenissen op een geheel eigen wijze. Opdrachten van Dorbeck voert hij blindelings uit. Dorbeck is het "geslaagde" exemplaar van Henri, zijn "ideale ik" (dapper, zwart haar enz.) Jagtman zou een derde dubbelganger van Henri kunnen zijn. Hij lijkt nl. op Dorbeck, is ook officier in het leger. Hij woont op het adres waarnaar Osewoudt zijn foto’s moet sturen. Dorbeck zou dan de psychologische dubbelganger kunnen zijn. Ria is Henri's zeven jaar oudere, lelijke nicht met wie hij getrouwd is. Marianne is een ondergedoken joodse studente, die op Henri verliefd raakt en andersom. Aan het einde van het boek gaat ze terug naar Israël. Moorlag, hij was een student die bij Osewoudt in huis sliep. Met de meeste bijpersonen kan Osewoudt het wel vinden. Behalve van zijn oom Bart moet hij niet veel hebben. Ook zijn vrouw Ria mocht hij niet, omdat zij hem had verraden en omdat zij lelijk was. Daarom werd zij vermoord.

Tijd

Het verhaal is chronologisch verteld. In het begin van het boek was er sprake van tijdsverdichting, en later werden er toch ook wel tijdsprongen gebruikt ( 3 weken later). De verteltijd is 330 pagina’s. De vertelde tijd loopt van ongeveer 1932 tot 27 december 1945.

 

Perspectief

Het is een personale roman, verteld door een alwetende verteller.

Ruimte

Het verhaal speelt zich af in veel Nederlandse plaatsen: Leiden, Voorschoten, Amsterdam, Den-Haag, Scheveningen e.a Deze plaatsen hebben geen invloed op het verhaal. Wel is de omgeving waar het verhaal zich afspeelt vaak donker, en somber.

Thema

Tweede Wereldoorlog

 

Mening

Ik vond dit een best spannend boek en vooral leuk om te lezen. Er komen heel veel verschillende dingen aan bod waarvan je soms afvraagt wat de schrijver daarmee bedoelt maar uiteindelijk kom je er wel achter. Leuk en spannend boek dus.

 

Schrijver (Willem Frederik Hermans)

Nederlands prozaschrijver (Amsterdam 1.9.1921). Stammend uit een Amsterdams onderwijzersgezin; de zelfmoord van zijn zuster en een neef bij de inval van de Duitsers in mei 1940 betekende een schok voor hem. Ging na het gymnasium fysische geografie studeren aan de universiteit van Amsterdam; promoveerde in 1955 cum laude, was van 1958-1973 lector in Groningen.

De aanslag door Harry Mulisch

Samenvatting

Eerste episode: 1945
Het is januari 1945. In Haarlem zit het gezin Steenwijk (moeder, vader, Anton en Peter) in de eetkamer van hun villa. De jongens maken ruzie, het is koud en er wordt besloten tot een spelletje mens-erger-je-niet voor het slapengaan. De rust wordt echter ruw verstoord door harde knallen op straat en vol ontzetting ziet het gezin hoe de NSB’er Fake Ploeg wordt doodgeschoten en door de buren Korteweg voor huize Steenwijk wordt gelegd.

Peter wil naar buiten om het lichaam weg te halen, maar wordt tegengehouden door de ouders. Het duurt niet lang voor de Duitsers aankomen en Anton en zijn ouders meenemen. Peter is erin geslaagd te vluchten. Anton wordt in een auto opgesloten, ziet zijn ouders verdwijnen.

Hij wordt naar het politiebureau gebracht en moet in een cel slapen, waar hij een aardige vrouw ontmoet die hem gerust stelt. Een uur later wordt Anton uit zijn cel gehaald en per motorfiets naar de plaatselijke bevelhebber gebracht. Deze weet niet waar zijn ouders zijn, maar als Anton vertelt over zijn oom en tante in Amsterdam, wordt besloten dat hij daarheen gaat. De vrachtwagen die hem wegbrengt, wordt onderweg getroffen door een luchtaanval, maar Anton komt toch veilig in Amsterdam aan.

Tweede episode: 1952
Na de bevrijding, horen Anton en zijn oom en tante dat zijn ouders en broer Peter op de avond van de aanslag gedood zijn. Anton blijft bij zijn oom en tante wonen en gaat medicijnen studeren. Op twintigjarige leeftijd, in 1952, keert hij terug naar Haarlem – op uitnodiging van een studiegenoot.

Het feest wordt gehouden in de buurt van zijn oude straat, en als er foute grappen worden gemaakt over de Korea-oorlog in vergelijking met WO II, verlaat Anton het feest. Hij komt weer in zijn oude straat en wordt gezien en binnengevraagd door zijn oude buurvrouw Beurner, wier man dement is geworden.

Ze vertelt Anton dat zijn ouders werden vermoord omdat ze de Duitsers aanvielen, dat de buren Korteweg zijn verhuisd en dat er op de plek waar eerst Antons huis stond, een monument is opgericht voor oorlogsslachtoffers. Als Anton erheen gaat, ziet hij dat de namen van zijn ouders er wel op staan, maar die van Peter niet. Thuis vraagt hij zijn oom en tante waarom ze hem nooit verteld hebben over het monument. Ze zeggen dat ze dat wel hebben gedaan maar dat hij er niet heen wilde.

Derde episode: 1956
Tijdens zijn studie gaat Anton op kamers wonen, een eindje bij zijn oom en tante vandaan. Hij specialiseert zich in de anesthesie. Ondertussen neemt het communisme wereldwijd toe en ook in Nederland breken relletjes uit. Anton houdt zich er verre van, maar op een avond is hij getuige van een geweldpleging door politie en tot zijn grote verbazing bevindt Fake Ploeg junior zich in de menigte – de zoon van de vermoorde NSB’er, zoveel jaren geleden.

Anton vraagt hem binnen en ze praten over hun veranderde levens. Fake, die destijds bij Anton in de klas zat op het lyceum en gepest werd met zijn vader, werkt nu in een huishoudzaak en is ervan overtuigd dat de communisten de oorlog veroorzaakten. Na de dood van zijn vader raakten zijn moeder en hij aan de bedelstaf. Hij weigert te geloven dat zijn vader een slecht mens was. Uit frustratie, woede en verdriet gooit Fake een steen door de kamer en vertrekt, maar komt even later terug en bedankt Anton omdat hij het op school altijd voor Fake opnam.

Vierde episode: 1966
Jaren gaan voorbij. Anton wordt arts-assistent en trouwt met Saskia de Graaff, met wie hij een dochtertje krijgt, Sandra – zijn oom is dan al overleden. Saskia’s vader, meneer De Graaff, heeft in de oorlog gediend als verzetsstrijder. Als een goede vriend van hem overlijdt, breekt er in een café na de begrafenis een discussie los over de ware redders van de oorlog: de Amerikanen of de Russen.

Tot zijn verbazing ontmoet Anton hier een zekere Cor Takes, de moordenaar van Fake Ploeg. Buiten praten zij met elkaar, en Cor vertelt dat hij Fake doodde omdat het moest, ongeacht de gevolgen. Anton komt erachter dat de vrouw met wie hij die nacht in de cel zat, de vriendin van Cor was die ook meedeed aan de moord – Truus Coster, die ook vermoord werd door de Duitsers. Er blijft één brandende vraag over: waarom werd het lichaam van Ploeg door de buren Korteweg voor Antons huis neergelegd?

Anton gaat met Sandra en Saskia naar het strand, waar hij ligt te denken over Truus. Thuis gebeurt ditzelfde, en bij het zien van een foto van Saskia beseft Anton dat hij zich Saskia en Truus hetzelfde voorstelt. De volgende dag gaat Anton weer naar Takes toe.

Er is dan veel media-aandacht voor de vrijlating van een oud-officier van de SS, die veel mensen vermoord heeft. Ook Takes en Anton zijn hierdoor van streek. In het souterrain van Takes’ appartementsgebouw praten ze over Truus, die Fake de laatste twee schoten gaf en door hem zelf neergeschoten werd. Op een foto van haar ziet Anton dat ze op Saskia lijkt. Takes heeft nog steeds haar pistool.

Laatste episode: 1981
De tijd verstrijkt en Anton wordt ouder. Hij scheidt van Saskia en hertrouwt met Liesbeth, met wie hij een zoon krijgt: Peter. Hij brengt zijn vakanties door in Toscane en krijgt af en toe last van paniekaanvallen als hij ineens een flashback heeft van 1945. Als zijn dochter Sandra zestien is, neemt hij haar mee naar zijn oude straat.

Ze mogen binnen in het huis dat nu op de plek van Antons ouderlijk huis staat en ineens ziet Anton op het monument ook de naam Takes, waarmee waarschijnlijk Takes’ broertje bedoeld wordt. Samen met Sandra bezoekt Anton Truus’ graf.

In 1981 zijn er demonstraties tegen atoomenergie waar Anton zich niets van aantrekt, maar hij wordt gedwongen mee te doen als hij last krijgt van kiespijn en zijn tandarts alleen wil helpen als hij mee gaat demonstreren. Op die demonstratie treft Anton niet alleen zijn inmiddels negentienjarige zwangere dochter Sandra en haar niet zo fatsoenlijke vriend, maar tot zijn verbazing ook zijn oude buurvrouw Karin Korteweg, degene die samen met haar vader het lijk van Fake Ploeg bij Anton voor de deur sleepte.

Karin vertelt dat Peter die nacht bij hen naar binnen glipte, hen onder schot hield en even later doodgeschoten werd door een Duitser. Ook komt Anton erachter dat het lichaam van Ploeg bij hen op de stoep belandde omdat meneer Korteweg zijn geliefde hagedissenverzameling niet wilde opgeven.

Nadat Karin en haar vader zagen hoe Anton en zijn familie beschuldigd werden – na verhoor werden zijzelf vrijgelaten – kreeg haar vader een gigantisch schuldgevoel en vermoordde hij zijn hagedissen. Na de oorlog verhuisden ze, maar Karins vader pleegde in 1948 zelfmoord, uit angst dat Anton zich op hem zou komen wreken.

Tot slot vraagt Anton aan Karin waarom ze Fake juist voor zijn huis neerlegden en niet bij het bejaarde echtpaar Aarts. Karin antwoordt dat haar vader dat niet wilde omdat het echtpaar Aarts joden in huis had. Na deze ontdekking loopt Anton weg bij Karin en vervolgt samen met zijn zoon Peter de demonstratiestoet.

 

Personages

 

Anton Steenwijk

Anton Steenwijk woonde tot ongeveer zijn dertiende met zijn beide ouders en broer Peter in een Haarlemse villa. Als kind was hij niet heel bijzonder; gekoesterd door zijn ouders en geplaagd door zijn broer. Toen zijn ouders en broer in onschuld werden vermoord, werd hij geadopteerd door zijn oom en tante in Amsterdam. Als Anton opgroeit, blijft de herinnering aan die avond in 1945 hem achtervolgen: onbewust wil hij weten wie Fake Ploeg vermoordde en waarom het lichaam bij Anton op de stoep werd gelegd. Anton laat het leven min of meer aan zich voorbij trekken terwijl hij trouwt en kinderen krijgt, en wordt door maar weinig dingen geprikkeld. Naast zijn werk houdt hij zich bezig met lezen en puzzels oplossen. Hij bezit vier huizen, waarvan een aantal in Italië. Politiek en actualiteit boeien hem weinig; het enige waarvoor hij echt leeft, is eigenlijk het verleden.

 

Thematiek

Dood door schuld

Het boek gaat voornamelijk over Anton die zich bezig houdt met het probleem van de schuldvraag. Hij is constant op zoek naar wie schuldig is voor de aanslag die tijdens de tweede wereldoorlog is gepleegd waardoor zijn leven zo erg is veranderd. Ook is de schuldvraag algemener toe te passen op de Tweede Wereldoorlog in het algemeen en niet alleen Antons eigen ervaring. Door middel van het dobbelsteenmotief probeert Mulisch te laten zien dat oorlogen vaak chaotisch verlopen en veel over het algemeen op toeval berust in zulke situaties. Anton ontdekt op het einde van het boek waarom de aanslag is gepleegd, maar het voelt niet als een goed antwoord omdat de beslissing van de Duitsers voornamelijk op toeval berust.

 

Motieven

Tweede Wereldoorlog

Het belangrijkste thema van dit boek is de Tweede Wereldoorlog, omdat dit de setting van het verhaal is. Er wordt hierbij niet specifiek in gegaan op delen van de oorlog, maar het gaat meer in het algemeen over het leven tijdens de oorlog; van de gewone mens, van verzetsstrijders maar ook van slachtoffers en mensen die er zonder dat aanvankelijk te willen, zelf bij betrokken waren.

Coming of Age

Dit is een belangrijk motief omdat het boek de levensloop van Anton volgt, hoe hij langzaam maar zeker volwassen wordt - voornamelijk gevormd door de gebeurtenissen uit zijn jeugd, en wat voor persoon hij door deze ontwikkelingen wordt.

Haat

Haat is een belangrijk motief in het boek omdat dit iets is waarmee Anton veel te maken heeft: haat jegens de personen die veel leed veroorzaakten tijdens de oorlog en haat jegens de oorlog zelf, haat die zijn persoonlijkheid vormt.

dobbelsteen

Er zijn twee belangrijke momenten in het boek die Antons leven iedere keer voor goed veranderen. In beide passages ligt er een dobbelsteen in de setting. De eerste keer dat de dobbelsteen naar voren komt is wanneer de aanslag op Fake Ploeg is gepleegd (p.11 t/m 13). Vanaf dit moment gaat Antons leven in het teken van de aanslag/de tweede wereldoorlog staan en de zoektocht naar schuld. Wanneer hij de dobbelsteen de tweede keer ziet in zijn huis in Toscane (p. 114 en 115) vallen alle puzzelstukjes van zijn leven op hun plaats en hierna ontdekt hij waarom de aanslag op Fake Ploeg is gepleegd in plaats van een ander huis in de straat. Hierna kan hij eindelijk de schuldvraag beantwoorden. Verder staat de dobbelsteen ook voor toeval. Dit komt omdat dobbelstenen op kans berusten en het toeval is op welke oog het valt als je hem gooit. Door een dobbelsteen als motief te gebruiken onderstreept Mulisch dat zulke gebeurtenissen per toeval gebeuren in het leven, hoe tragisch en levensveranderend ze ook zijn.

 

Titelverklaring

De Aanslag symboliseert de moord op de NSB' er Fake Ploeg in 1945 – aan het begin van het boek. Deze moordaanslag is de drijfveer in het hele verhaal doordat er een mysterie is omtrent het hoe en waarom van de aanslag.

Structuur & perspectief

Het verhaal is geschreven vanuit een personaal perspectief (hij/zij), namelijk vanuit Anton. De lezer ziet en ‘ervaart’ alles door zijn ogen, maar er wordt op bepaalde momenten ook een beschrijving gemaakt van Antons leven en dan staat de verteller verder weg van het verhaal.

In het proloog wordt geschreven vanuit de alwetende verteller. Er komen dus perspectiefwisselingen in het boek voor.

 

Eigen mening 

Ik vond het een spannend boek, het was niet makkelijk te lezen want het boek is niveau 4 maar ben er wel uitgekomen en daar ben ik wel blij mee. Ik heb dit boek gekozen omdat ik de Tweede Wereldoorlog spannend en leuk vind, en het was wel waard. 

 

Schrijver (Harry Mulisch)
Harry Mulisch werd in 1927 geboren. Zijn vader is Oostenrijks-Hongaars en zijn moeder is van Duitse afkomst. Zij heet Alice Schwarz. In 1936 scheiden zijn ouders, zijn moeder gaat daarna in Amsterdam wonen. Harry woonde eerst bij zijn ouders, na de scheiding van zijn ouders in 1936 bij zijn vader en Frieda. Van 1940 tot 1944 gaat Harry Mulisch naar het Christelijk Lyceum in Haarlem. Omdat het oorlog is heeft hij niet veel les. Harry’s belangstelling gaat op dat moment vooral uit naar Atoomfysica, biochemie en alchimie (oude geheime wetenschap die beoogde met de "steen der wijzen" edele metalen (vooral goud) en een levenselixer (= drank voor het eeuwige leven) te bereiden). Tijdens de oorlog verlijft Harry in Haarlem.
Enkele bekende boeken die Harry Mulisch geschreven heeft zijn: Archibald Strohalm, Het zwarte licht, Het stenen bruidsbed, Twee vrouwen, De aanslag, Hoogste tijd, De elementen en De ontdekking van de hemel.
Mulisch gebruikt zijn eigen ervaringen en zijn verbeelding. Er vindt in zijn verhalen altijd een verheviging plaats. Hierdoor is het verhaal meerduidig: het kan op verschillende manier gelezen/geïnterpreteerd worden. Het verhaal wordt hierdoor een soort mythe, het is tijdloos. De verhalen zijn bedoeld het menselijk bestaan te verhelderen.

 

De Metsiers door Hugo Claus

Samenvatting
De oude Mon en Bennie zijn samen met Vette Smelders op (illegale) jacht. Bennie schiet expres net naast Mon. Ze lopen kwaad naar huis terug. Vette Smelders is niet op komen dagen. `s Avonds praten ze nog wat over Jules, de knecht die zich tot het geloof heeft bekeerd. De volgende ochtend praat Mon met de Moeder over een andere boerderij. Bennie is geen zoon van de Metsiers, maar van Mon en Moeder. Mon zegt zelfs, in andere woorden, dat de Metsiers vermoord is. Ana is 3 maanden zwanger. Mon besluit haar te helpen bij een abortus. Ana is in de stad. Bennie vergezelt zijn halfzus tot bij de bushalte. Hij zegt van haar te houden. De verhouding tussen Ana en Vette Smelders is afgelopen. Bennie wil voor altijd bij Ana blijven.

Ana krijgt medicijnen van mevrouw Sassen. Tot haar volgende afspraak moet ze die medicijnen innemen. Bennie is `s morgens niet teruggekomen, hij zit bij Smelders. Hij is stomdronken en vastgebonden aan een stoel, omdat hij wild werd toen ze hem vertelde dat Ana was vermoordt. Dit was een `grapje`. Jules, die woedend is op Smelders, bevrijdt Bennie uit deze situatie. Ana staat `s nachts op een brug, ze komt Jim Braddock tegen. Samen gaan ze schuilen in een tuinhuisje. Jim denkt dat Ana zelfmoord wilde plegen daar op die brug. Hij geeft haar de ene rum na de andere. Ana laat toe, door de drank en haar eigen problemen, dat Jim met haar vrijt. Jules is samen met Bennie teruggekeerd. Jules blijft alleen achter om Bennie te verzorgen. Dat Bennie ongelovig is vindt Jules niet leuk.
Hij twijfelt om Bennie te bekeren omdat hij zo naïef is. Bennie is weer dronken bij Franse Miet. Hij verklapt zijn geheime liefdesgevoel voor Ana en zegt ook dat zij zwanger is. Sinds Mon bij de Metsiers woont is hij niet meer zo levenslustig als vroeger. Vroeger had hij een affaire met de Moeder. Jim gaat bij de Metsiers wonen.
Ana heeft Spijt van haar avontuurtje met Jim. Jules doet Vijandig tegen Jim. Jim voelt zich niet op zijn gemak in de hoeve. De Moeder haat Jim. Ana praat met Bennie over haar avontuurtje. Ana weet Bennie ook te overtuigen dat Franse Miet een slecht mens is. Jules praat met Bennie over de kerk, hij maakt ook de Amerikanen zwart.
Bennie schiet met een revolver op het café van Franse Miet. De Amerikanen worden uitgenodigd voor een eendejacht. Moeder laat nogmaals weten dat ze de Amerikanen haat. Bennie mag zich van de Moeder niet vergelijken met de Amerikanen. Ana zet Bennie aan om zich te wreken op de Amerikanen door te vertellen dat ze geschopt is door Jim. Jim probeert Ana op haar kamer te bezoeken. Tijdens de eendejacht wordt Bennie dodelijk getroffen, Eddie Carter heeft geschoten, Mon wordt geslagen, de Amerikanen vluchten. Ana ligt te rouwen om Bennie, morgen moet zij naar mevrouw Sassen.

Tijd
De tijd waarin het boek zich afspeelt zal een aantal jaren na de Tweede Wereldoorlog zijn, dit is ook de tijd waarin het boek geschreven is. De verteltijd van het boek is 125 bladzijden. De vertelde tijd van het boek is ongeveer een week. Het tijdsverloop is chronologisch. Er is in het boek sprake van een aantal flash-backs, deze gaan ongeveer 25 jaar terug in de tijd. Er is geen sprake van tijdsprongen. Het boek heeft op de flash-backs na maar één tijd laag.

Ruimte
De plaats waar het verhaal zich afspeelt is een geïsoleerde boerderij in Zedelgem op het Vlaamse platteland. Het dorpskarakter is erg belangrijk, het bepaalt het leven en de handelingen van de personages. De sfeer is erg donker. De sfeer heeft het gehele boek iets weg van wantrouwen en een gebrek aan liefde.

Personen
In het boek staan de Metsiers (een primitieve Vlaamse boerenfamilie centraal). Zij staan apart van de rest van het dorp. In tegenstelling tot wat je zou denken zijn ze daar trots op. Dit blijkt ook uit dit citaat. 'Wij waren er trots op, dat wij niemand uit het dorp nodig hadden, wij waren er trots op, dat wij de uitgestotenen waren, de verachte Metsiers, sedert jaren.' (p. 12).
Ana Metsiers:
Ze is een 21 jarig meisje. Ze is zwanger van Smelders. Ze is vrij kinderlijk en ze is erg gesteld op haar halfbroer Bennie.Ze heeft een sterk karakter, maar het lijkt of ze een slechte gezondheid heeft. Ze zet Bennie tegen Jim op. Ze wil een abortus laten plegen. Ze heeft een korte relatie met Jim Braddok. Ze speelt een belangrijke rol in het verhaal. Ze zorgt vaak voor reacties van andere personages, zoals ze er ook voor zorgt dat Bennie Jim probeert te vermoorden. Over haar uiterlijk wordt niets vermeld. Ze is een duidelijk karakter, er wordt veel aandacht aan haar gevoelens en gedachten gegeven.
Bennie Metsiers:
Hij is 19 jaar oud. Bennie is lichtjes mentaal gehandicapt. Hij wordt hierdoor ook wel bespot door de dorpelingen, maar tegelijk lijkt hij door deze handicap wat meer vrijheid te krijgen. Hij houdt zich niet aan de regels, hij zwerft rond en wordt daar niet voor bestraft. Hij is de zoon van Mon en Moeder. Over zijn uiterlijk wordt verder niets gemeld. Ook hij is een karakter, ook bij hem wordt er veel aandacht aan zijn gedachten en gevoelens besteed.
De Moeder:
De moeder is de enige persoon in het boek die geen naam krijgt. Ze is een wat overheersend figuur. Zij is de baas in het gezin. Ze heeft last van veel herinneringen en gevoelens uit het verleden. Ze heeft eigenlijk een hekel aan het leven. Het wordt duidelijk dat ze samen met Mon, door middel van vergiftiging, haar man heeft vermoord. Over haar uiterlijk of leeftijd wordt verder ook niets vermeld. Maar omdat ze al een aantal kinderen heeft die al vrij oud zijn zal ze tussen de 40 en de 50 zijn. Ze is een duidelijk karakter, er wordt veel aandacht aan haar gevoelens en gedachten gegeven.
Jim Braddok:
Hij is een Amerikaanse soldaat van Nederlandse afkomst, hij is getrouwd en heeft kinderen. Hij staat voor de buitenwereld samen met zijn oppasser Eddie. Hij heeft veel last van herinneringen aan zijn vrouw en kind, maar hij wordt verliefd op Ana. Hij gaat bij de Metsiers wonen. Over zijn uiterlijk wordt niets gemeld. Ook hij is een karakter, ook bij hem wordt er veel aandacht aan zijn gedachten en gevoelens besteed.
Jules Goossens:
Hij is 60 jaar oud. Hij had vroeger ook iets met de Moeder, nu is hij bekeerd katholiek met fanatieke trekjes. Ook over zijn uiterlijk wordt niets gemeld. Ook hij is een karakter, ook bij hem wordt er veel aandacht aan zijn gedachten en gevoelens besteed.
Mon Verkindere:
Hij heeft een verhouding met moeder Metsiers. Hij is ruw en vrij zwijgzaam. Hij heeft een gevangenisstraf uitgezeten. Ook hij is een karakter, ook bij hem wordt er veel aandacht aan zijn gedachten en gevoelens besteed.

Perspectief
Het perspectief in het boek verandert elk hoofdstuk. Er is een wisselende ik-verteller (5x Mon, 4x Bennie, 5x Ana, 4x Jules, 4x Jim Braddok en 3x Moeder). Hoe het perspectief verandert tussen de hoofdstukken is wel interessant, omdat er soms midden in een zin verandert wordt van perspectief. Een voorbeeld hiervan is te vinden op bladzijde 44 en 45. Eerst wordt er verteld door Ana en op de volgende bladzijde, wat ook het volgende hoofdstuk is, door Jim Braddok.

Blz 44 (Ana): 'Het is laat,' zegt hij. 'Zullen zij…'
Blz 45 (Jim): '…je thuis niet verwachten?' vraag ik.
Door deze manier van vertellen krijg je geen objectieve informatie.

Spanning
De spanning in het boek is niet erg groot. Het verhaal is vrij saai en je hebt niet het gevoel dat je naar een bepaalde ontknoping toeleeft. Het enige stukje dat een beetje spannend is is het einde van het boek bij de tweede eendejacht. Er zijn in het boek geen vooruitwijzingen, het gaat voornamelijk over de gevoelens van de persoon die op dat moment het verhaal vertelt. De sfeer van het boek is erg belangrijk. De boerderij, het dorp en de eendejacht hebben allemaal een nogal donkere, grimmige sfeer.

Thema
Het thema van het boek is de familieband en de onderlinge verhoudingen in een gezin. Alle familieleden van de Metsiers zijn er volgens zichzelf trots op dat ze apart staan van de rest van de wereld. Maar tegelijk zijn ze volgens mij ook bang om niet gerespecteerd te worden. Ze moeten omdat ze zo apart staan van de rest van de wereld hun gevoelens uiten binnen het gezin. Moeder is vaak kwaad maar is ook de persoon die kan liefhebben. Bennie en Ana zoeken de warmte en liefde bij elkaar en doen daarom aan incest.

Genre
Het boek behoort tot de fictionele teksten. Het boek is vrij realistisch, het verhaal zou echt gebeurd kunnen zijn. Het boek is duidelijk een Roman omdat er veel aandacht aan de karakters van het boek wordt besteed, zelfs de bij-personen worden vrij uitgebreid beschreven. Het boek behoort tot het genre, boerenroman.

 

Mening

Het verhaal wordt verteld door meer personages in de ik perspectief waardoor het verhaal een beetje vaag werd. Dit was niet echt een leuk boek om te lezen na mijn mening omdat ik het verhaal een beetje vaag vond. Moeilijk te lezen was het niet maar ik zou het niet nog een keer willen lezen.

 

Schrijver (Hugo Claus)

De Vlaamse auteur Hugo Claus (1929-2008) kreeg in 1950 grote bekendheid met zijn eerste roman De Metsiers, die hij op negentienjarige leeftijd schreef. Hij won er een belangrijke literaire onderscheiding mee, de Leo J. Krijnprijs.

Hugo Claus is één van die schrijvers die alles kunnen en in een overrompelend tempo publiceren. Hij publiceerde op een enkele uitzondering na, elk jaar een roman, een bundel gedichten, een toneelstuk, een vertaling of een essay. Vier boeken per jaar was voor Claus, die ook nog regisseerde, filmde en schilderde, de normaalste zaak van de wereld.

Een hoogtepunt in zijn werk is de roman Het verdriet van België (1983) waarin Claus de wereld uit zijn jeugd weergeeft.

 

Rode Draad Havo 4

De boeken Het duister dat ons scheidt, Red ons, Maria Montanelli en Hersenschimmen hebben alle drie ik-perspectief, wat eigenlijk onbetrouwbaar is, maar deze boeken zijn allemaal eigenlijk wel goed te volgen en eigenlijk, ook al zijn ze een onbetrouwbaar kun je als lezer wel weten of iets echt is gebeurd of kan gebeurd zijn of dan dat iets fictief is. Het verhaal van deze drie boeken zijn ook niet chronologisch verteld. Net als het Gouden Ei, ze bevatten namelijk veel flashbacks. Dat maakt het lezen een stuk spannender, maar soms kan het wel een uitdaging zijn om het verhaal nog te volgen. De boeken Het duister dat ons scheidt en Red ons, Maria Montanelli hebben alle twee een stuk in het verhaal zitten over problemen in de puberteit en moorden en zelfmoorden. Bij het eerste boek gaat over een meisje dat gepest wordt op school en in het tweede boek gaat over iemand die de schuld krijgt over een moord, maar achteraf blijkt dat hij dat toch niet was. De ik-persoon in het boek Red ons, Maria Montanelli wordt gepest. Dat gebeurd ook in het Boek Het duister dat ons scheidt, namelijk Loes wordt gepest na de moord die is gepleegd op de vader van Thomas. Het boek Het duister dat ons scheidt en het boek IV gaan allebei over de waarheid achter een moord achterhalen.

Leesautobiografie

De boeken die ik heb gelezen lopen allemaal op niveau. Zo ben ik in Havo 4 begonnen met niveau 2 en dan ben ik steeds hoger gegaan. Maar dat liep soms afwisselend, want ik Havo 4 had ik een boek dat van niveau 5 was, maar dat had ik toen niet in de gaten want ik wist niet precies hoe dat werkte. Dat was het boek Bint. Daarna had ik 3 boeken van niveau 3 gelezen en toen ben ik overgestapt naar niveau 4. Waarom ben ik overgestapt van niveau 2 naar niveau 3 en vervolgens 4? Het boek van niveau 2 was wel goed te lezen, het woordgebruik was niet moeilijk en het verhaal was heel goed te volgen. De schrijver gebruikte meer straattaal en ik denk dat het daardoor leuk was om te lezen. Daarna ben ik overgestapt naar een hoger niveau, niveau 3. Dit was ook een niveau waarvan ik dacht van ja het is ook niet ingewikkeld en het is wel te lezen. Wat mij opviel was dat bij dit niveau bijna geen verschil is met niveau 2, alleen het woordgebruik is anders. De boeken was goed te lezen en spannend tegelijk. Ik ben daarna naar niveau 4 gegaan. Dat kwam puur omdat ik van wat uitdaging houd en eigenlijk vond ik het leuk om ook achter te komen wat de schrijver bedoelt met zijn woordgebruik en zinnen. Dus niet te makkelijk maar zeker ook niet te moeilijk.

Het Gouden Ei was wat mij betreft een leuk boek en dit boek heb ik ook echt serieus genomen en met veel aandacht gelezen. Ik had toen voor dit boek gekozen eigenlijk omdat de rest van de klas ook dit boek hadden. Soms gingen ze steeds verhalen vertellen over het boek en gingen elkaar vertellen hoe en wat er in het boek gebeurde. Dus ik dacht, ik ga dat boek ook maar snel halen. De andere boeken waren namelijk ook wel interessant om te lezen maar sommige waren te lang en soms had ik geen geduld om het boek goed te lezen en goed te snappen. Tijdens de uren Nederlands en na schooltijd ging ik een aantal bladzijdes lezen. Soms ging ik ook lezen voordat ik naar bed ging. Met het lezen duurde het wat langer en daardoor kon ik mijn leesverslagen niet op tijd inleveren, maar op het einde van het jaar ben ik een aantal uurtjes achter mijn bureau gaan zitten en toen had ik al die leesverslagen afgemaakt. Wat wil ik volgend jaar gaan doen? volgend jaar wil ik me vooral richten op boeken die meer over de Tweede Wereldoorlog gaan en geschreven zijn in het ik-perspectief. Dit komt omdat ik namelijk heel erg houd van geschiedenis (niet van de Grieken en Romeinen) maar van de Eerste- en Tweede Wereldoorlog. De onderwerpen waar ik meer over zou willen lezen zijn namelijk: moord, dementie/familieproblemen, oorlog, pesten.

De niveaus van de boeken dat maakt niet zo erg veel uit als ze maar niveau 3 of 4 zijn. Dit jaar heb ik meer niveau 3 boeken gelezen. Ook een boek van niveau 5, wat ik niet veel van snapte. En ook een boek van niveau 4. Volgend jaar ga ik meer boeken van niveau 4 lezen omdat dat niveau mij ook aanspreekt en ik denk dat ik dan niveau 4 waarschijnlijk ook leuk zal vinden.

Overige opdrachten

Literatuur Havo 5

Bronvermelding

www.scholieren.com

www.wikipedia.nl.

www.lezenvoordelijst.nl

  • Het arrangement Literatuur Havo 5 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Florin Karoly Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-03-13 21:26:16
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Literatuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Musters, Marloes. (2016).

    Opzet Wikiwijs leeslogboek H5

    https://maken.wikiwijs.nl/84277/Opzet_Wikiwijs_leeslogboek_H5