De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans

Korte samenvatting

Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenwinkelier te Voorschoten. Als hij nog op de lagere school zit, vermoordt zijn moeder zijn vader in een vlaag van waanzin. Henri wordt opgevoed door zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Op de middelbare school gaat hij niet om met zijn klasgenoten. Hij leeft in een isolement en gaat alleen om met zijn zeven jaar oudere nicht Ria. Hij doet aan judo, waardoor zijn voeten vergroeien. Hij is lelijk, heeft geen baardgroei en een hoge stem. Ook Ria is lelijk. Als Henri 18 is, trouwt hij met Ria; hij zet zijn vaders zaak voort en zijn moeder woont bij hen in. Henri is afgekeurd
voor militaire dienst, maar is wel bij de Burgerwacht. Als de oorlog uitbreekt, moet hij op wacht staan bij een postkantoor. Luitenant Dorbeck, op wie Henri als twee druppels water lijkt, geeft hem een filmrolletje, dat ontwikkeld moet worden. Later komt hij weer terug met nog meer films, die ook ontwikkeld moeten worden en opgestuurd aan E. Jagtman.

Na het ontwikkelen krijgt Henri niets dan zwarte vlekken te zien. Hij durft de foto's niet terug te sturen, koopt een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten. Tijdens een
hevig onweer komt Dorbeck, enige tijd later. Henri krijgt opdracht naar Haarlem te komen. Daar ontmoet hij Dorbeck en Zewuster. Met de laatste gaat hij naar de Kleine Houtstraat, waar ze in een huis twee mensen neerschieten. De zoon van de drogist uit Voorschoten heeft hen gevolgd. Henri ontwikkelt het filmpje dat hij in 1940 van Dorbeck had gekregen. Op een van de foto's staat Dorbeck met twee vriendinnen. Er valt een brandend vliegtuig op het huis van Jagtman, waardoor de hele familie Jagtman omkomt. In 1944 (Dorbeck heeft 3 jaar lang niets van zich heeft laten horen) krijgt Henri een brief van Dorbeck met het verzoek de foto's op te sturen naar een postbusnummer. Henri gaat kijken wie de foto's uit de bus haalt; dat blijkt een
heilsoldate te zijn. Een paar dagen later wordt hij opgebeld door Elly Meier, die zegt dat ze uit Engeland is overgekomen. Ze toont hem een van de foto's die hij aan Dorbeck had opgestuurd. Hij brengt haar naar oom Bart. Terug in Den Haag hoort hij van Moorlag, zijn kamergenoot, dat de Duitsers hem in zijn huis opwachten en dat Ria en zijn moeder gevangen zijn genomen. Hij gaat met Moorlag naar Leiden, waar een student valse persoonsbewijzen maakt voor hem en Elly. Zijn haar wordt zwart geverfd door Marianne, een ondergedoken joodse studente. Henri duikt onder en gaat foto's ontwikkelen voor Labare.
Hij beseft nu hoe hij veranderd is. Marianne gaat voor hem naar oom Bart met Elly's persoonsbewijs. Deze is echter al verdwenen. Henri gaat naar Amsterdam en vertelt aan oom Bart dat Ria en zijn moeder zitten. Oom Bart maakt hem verwijten. Henri krijgt van Dorbeck opdracht naar het station in Amersfoort te gaan. Daar zal hij een vrouw ontmoeten in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm. Samen gaan ze naar Lunteren, waar Lagendaal, die voor de Gestapo werkt, uit de weg moet worden geruimd. De aanslag lukt, maar op de terugweg wordt de vrouw aangehouden. In Amsterdam ontmoet Henri Marianna. In de bioscoop ziet Henri een oproep tot zijn eigen aanhouding. Als hij de zaal uitloopt, wordt hij gepakt. Tijdens het verhoor wordt hij zo gemarteld, dat hij naar het ziekenhuis moet. Hij wordt daaruit bevrijd door gemaskerde mannen, die hem naar Leiden brengen.
Bij Labare ontmoet hij Marianne weer. 's Nachts worden ze door de Duitsers overvallen.

Henri weet te ontkomen, maar wordt later toch gearresteerd. In de cel zoekt de Duitser Ebernuss hem op, die beweert hij hem goedgezind is. Hij heeft ervoor gezorgd, dat Marianne, die een kind verwacht, weer vrij is. Ebernuss houdt zich bezig met het probleem of Dorbeck, de dubbelganger van Henri, bestaat. Daarom moet Henri naar Amsterdam gaan, waar een clandestiene sociëteit is voor ondergrondse helden. Als Dorbeck bestaat, zal Henri hem zeker ontmoeten. Ebernuss geeft Henri zijn Leica en samen gaan ze naar Amsterdam. In de sociëteit is er een man van wie Henri gelooft dat het Dorbeck is. Van hem krijgt hij giftige kristallen, die hij in Ebernuss' borrel doet. Dorbeck en Henri gaan er samen in de auto van Ebernuss vandoor. In een leegstaand huis fotografeert Henri zichzelf met Dorbeck in een spiegel. Dorbeck vertelt hem dat Ria samen woont met de zoon van de drogist die Henri verraden had, toen hij de aanslag in Haarlem pleegde. Henri krijgt een verpleegstersuniform. Dorbeck bericht hem dat Marianne in een kraamkliniek ligt. Daar aangekomen wordt hij naar een kelder gebracht waar hij het lijkje van zijn kind ziet. Een Duitse soldaat neemt hem mee in zijn auto. In Voorschoten doodt hij Ria en in Dordrecht de Duitser; daarna vraagt hij hulp aan een pastoor. Met de hulp van de illegaliteit en een arts komt hij in Breda aan. Hij meldt zich bij het hoofdkwartier van de Nederlandse Strijdkrachten. Daar arresteert men hem, omdat men denkt dat hij een land verrader is. Hij wordt naar Engeland gebracht. Daar behandelt Selderhorst zijn zaak. Henri wordt van vele dingen beschuldigd en Dorbeck, die zal kunnen aantonen dat hij verzetsheld is, is onvindbaar.
Jagtman en Moorlag zijn dood en Marianne is in Israel. Oom Barts verklaring is zeer vaag. Eindelijk wordt de Leica van Henri gevonden. Hij ontwikkelt het filmpje, maar de foto met Dorbeck is mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.

 

Genre

De donkere kamer van Damokles is een psychologische oorlogsroman.

 

Thema, idee en motieven

Het thema van het boek is: zelf de werkelijkheid weten en vervolgens die werkelijkheid niet kunnen aantonen. De eerste helft van het boek is eigenlijk een voorspel van het 2e gedeelte. Het eerste gedeelte gaat over de werkelijkheid, en het 2e gedeelte over het niet kunnen aantonen van die werkelijkheid.

Het idee van het boek is volgens mij dat de mens niet in staat is om zijn omgeving goed te kennen, of in te schatten. Want op het laatst werd Osewoudt niet geloofd.

Enkele motieven in het boek zijn oorlog, eenzaamheid, zoeken naar eigen identiteit. Ook zijn er 2 leidmotieven in het verhaal. Ten eerste de tram. Elke keer in het verhaal komt de tram weer terug, alleen in de oorlog reed de tram niet. En vaak stond er het bordje INHALEN VERBODEN bijgeschreven. Ook de Leica van Osewoudt (zijn fototoestel) kun je opvatten als leidmotief. Deze komt ook elke keer terug, en is ook erg belangrijk voor Osewoudt om zijn onschuld te bewijzen.

 

Opbouw, structuur, spanning

Het boek begint met het leven van de jonge Osewoudt, en eindigt met de dood van deze hoofdpersoon. Het boek heeft dus een gesloten eind. Het boek is wel in chronologische volgorde verteld, er zaten geen flashbacks en flash forward’s in het verhaal, Het verhaal heeft wel een boeiende werking op me gehad, want ik wou wel graag weten hoe het nou met Dorbeck zat. Het hoogtepunt of het climaxmoment lag aan het eind van het boek, waar de waarheid niet werd achterhaald en Osewoudt werd neergeschoten.

 

Personages

Hoofdpersoon is Henri Osewoudt, hij is zoon van sigarenwinkelier in Voorschoten. Zijn moeder vermoordde zijn vader. Hij is opgevoed door zijn oom. Hij heeft weinig contact met anderen. Hij trouwt met zijn zeven jaar oudere, lelijke Ria. Ria was de dochter van zijn oom Bart. Hij doet aan judo. Hij is lelijk, heeft een hoge stem en geen baardgroei. Hij is afgekeurd voor militaire dienst. Hij speelt de rol van verzetsheld. Hij interpreteert de gebeurtenissen op een geheel eigen wijze. Opdrachten van Dorbeck voert hij blindelings uit. Dorbeck is het "geslaagde" exemplaar van Henri, zijn "ideale ik" (dapper, zwart haar enz.) Jagtman zou een derde dubbelganger van Henri kunnen zijn. Hij lijkt nl. op Dorbeck, is ook officier in het leger. Hij woont op het adres waarnaar Osewoudt zijn foto’s moet sturen. Dorbeck zou dan de psychologische dubbelganger kunnen zijn. Ria is Henri's zeven jaar oudere, lelijke nicht met wie hij getrouwd is. Marianne is een ondergedoken joodse studente, die op Henri verliefd raakt en andersom. Aan het einde van het boek gaat ze terug naar Israël. Moorlag, hij was een student die bij Osewoudt in huis sliep. Met de meeste bijpersonen kan Osewoudt het wel vinden. Behalve van zijn oom Bart moet hij niet veel hebben. Ook zijn vrouw Ria mocht hij niet, omdat zij hem had verraden en omdat zij lelijk was. Daarom werd zij vermoord.

Tijd

Het verhaal is chronologisch verteld. In het begin van het boek was er sprake van tijdsverdichting, en later werden er toch ook wel tijdsprongen gebruikt ( 3 weken later). De verteltijd is 330 pagina’s. De vertelde tijd loopt van ongeveer 1932 tot 27 december 1945.

 

Perspectief

Het is een personale roman, verteld door een alwetende verteller.

Ruimte

Het verhaal speelt zich af in veel Nederlandse plaatsen: Leiden, Voorschoten, Amsterdam, Den-Haag, Scheveningen e.a Deze plaatsen hebben geen invloed op het verhaal. Wel is de omgeving waar het verhaal zich afspeelt vaak donker, en somber.

Thema

Tweede Wereldoorlog

 

Mening

Ik vond dit een best spannend boek en vooral leuk om te lezen. Er komen heel veel verschillende dingen aan bod waarvan je soms afvraagt wat de schrijver daarmee bedoelt maar uiteindelijk kom je er wel achter. Leuk en spannend boek dus.

 

Schrijver (Willem Frederik Hermans)

Nederlands prozaschrijver (Amsterdam 1.9.1921). Stammend uit een Amsterdams onderwijzersgezin; de zelfmoord van zijn zuster en een neef bij de inval van de Duitsers in mei 1940 betekende een schok voor hem. Ging na het gymnasium fysische geografie studeren aan de universiteit van Amsterdam; promoveerde in 1955 cum laude, was van 1958-1973 lector in Groningen.