Productiefactoren vmbo-b34

Productiefactoren vmbo-b34

Arbeid of kapitaal

Vooraf

Producten worden in verschillende bedrijven gemaakt.
Een auto wordt in een autofabriek gemaakt.
Een verpleegkundige werkt in een ziekenhuis.
Als je geknipt wilt worden, ga je naar de kapper.

Al deze bedrijven lijken verschillend.
Toch zijn er wel dingen die hetzelfde zijn.
Schrijf zoveel mogelijk dingen op die in alle bedrijven hetzelfde zijn.
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.


Aan het eind van deze opdracht:

  • Weet je wat produceren is.
  • Beschrijf je wat nodig is om te kunnen produceren.
  • Beschrijf je de begrippen mechanisatie en automatisering.

Stap 1: Produceren

Produceren
Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderdeel.

KB: Produceren

  1. Vul in het schema in de eerste kolom de vier productiefactoren in.
    Vul in de tweede kolom bij iedere productiefactor de juiste beloning in.
    productiefactor beloning
    ...... ......
    ...... ......
    ...... ......
    ...... ......
  1. Bekijk de afbeelding hiernaast.
    Wat wordt met de afbeelding weergegeven?

Stap 2: Productiefactoren en beloning

Productiefactoren en beloning

 

Lees de volgende vier zinnen.
Geef per zin aan welke productiefactor je herkent.
Geef ook bij iedere zin aan om welke beloning het gaat..

 

  1. Aan het eind van de maand ontvangt een leraar zijn salaris.
  2. De boer verhuurt een stuk land aan een campinghouder.
  3. De winkelier leent € 3000,- om een nieuwe toonbank te kopen.
  4. Joost en Irma hebben met het verkopen van zelfgebakken
    appeltaartpunten € 30,- verdiend.


Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.

Stap 3: Welke productiefactor?

Welke productiefactor?

Gerrit Baarsma is eigenaar van een vissersboot.
Samen met twee medewerkers vangt Gerrit vis in het IJsselmeer.
Om de boot te kopen heeft Gerrit € 200.000,- bij een bank geleend.
De twee medewerkers verdienen € 20.000,- per jaar.
Gerrit haalt per jaar € 30.000,- uit zijn bedrijf.

  1. Welke productiefactor hoort bij het bedrag van € 200.000,-?
  2. En welke productiefactor bij het bedrag van € 20.000,-?
  3. En welke productiefactor bij het bedrag dat Gerrit uit zijn bedrijf haalt?

Stap 4: Investeren en automatisering

Mechaniseren en automatiseren

 

Investeren is het kopen van producten door een bedrijf.
In veel bedrijven wordt steeds meer werk door machines gedaan.

Het in gebruik nemen van machines wordt mechanisatie genoemd.
Bij mechanisatie worden mensen vervangen door machines, maar de machines worden wel door mensen bediend.
Als de bediening van de machines automatisch gebeurt, spreek je van automatisering.

Bespreek de volgende drie voorbeelden met een klasgenoot.
Is er sprake van mechanisatie, van automatisering of van mechanisering én automatisering?

 

  1. Als je met de trein reist, moet je een kaartje kopen.
    Op veel stations kun je het treinkaartje niet meer aan het loket kopen.
    Je koopt het kaartje bij een kaartjesautomaat.
  2. Bij PostNL is het handmatig sorteren van de post overgenomen door een sorteermachine.
  3. In de landbouw gebeurde het hooien vroeger met de hand.
    Tegenwoordig gebruikt men een hooimachine.

Stap 5: Investeren en automatisering

Veel of weinig machines?

 

In sommige bedrijven staan meer machines dan in andere bedrijven.
In bedrijven met weinig machines wordt het meeste werk door mensen gedaan.
Hieronder zie je een zestal bedrijven.

 

1 schoenenwinkel 3 landbouwbedrijf 5 supermarkt
2 autofabriek 4 school 6 café-restaurant


Maak twee kolommen. Zet boven de eerste kolom 'vooral door mensen'.
Zet boven de tweede kolom 'vooral door machines'.
Verdeel de bedrijven over de twee kolommen.

Vergelijk jouw antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
Hebben jullie de bedrijven op dezelfde manier verdeeld over de kolommen?
Bespreek eventuele verschillen.

Antwoorden

Antwoorden 

Stap 1

Productiefactor

Arbeid Loon
Kapitaal Interest
Natuur Pacht
Ondernemerschap Winst

 

De ondernemer combineert natuur, arbeid en kapitaal tot een product of dienst.

Stap 2 (bekijk de beloningen in de tabel bij stap 1)

1. arbeid

2. natuur

3. kapitaal

4. ondernemerschap

Stap 3

1. kapitaal

2. arbeid

3. winst óf loon: uit de winst van de onderneming haalt de visser zijn loon voor het werk dat hij doet voor de onderneming.

Stap 4

1. automatisering

2. mechanisering én automatisering (de adressering op de envelop wordt omgezet in een barcode die op de envelop komt te staan; kijk maar eens op de post)

3. mechanisatie. Als de machine ook automtisch de hoogte bepaalt waarop het gras moet worden afgesneden, is er ook automatisering.

Stap 5

Eigen uitwerking: welke argumenten heb je gebruikt?

 

 

 

 

  • Het arrangement Productiefactoren vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-07-18 16:42:16
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Gebaseerd op: http://maken.wikiwijs.nl/76210#!page-2315778

    Deze tekst is vrij bewerkt naar voorbeeld van Stercollectie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62257/Productiefactoren__vmbo_b34
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Arbeid, productie en bedrijfsleven; Economie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Productiefactoren - vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/62257/Opdracht__Productiefactoren___vmbo_b34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.