Stap 2: Productiefactoren en beloning

Productiefactoren en beloning

 

Lees de volgende vier zinnen.
Geef per zin aan welke productiefactor je herkent.
Geef ook bij iedere zin aan om welke beloning het gaat..

 

  1. Aan het eind van de maand ontvangt een leraar zijn salaris.
  2. De boer verhuurt een stuk land aan een campinghouder.
  3. De winkelier leent € 3000,- om een nieuwe toonbank te kopen.
  4. Joost en Irma hebben met het verkopen van zelfgebakken
    appeltaartpunten € 30,- verdiend.


Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.