Home
Welkom op de Wiki voor het beroepsproduct 2.4: begeleiden van kleine groepen.
Hier kan je alles vinden wat je nodig hebt om je beroepsproduct met succes te kunnen uitvoeren. Ook kan je het gebruikte lesmateriaal op deze wiki terug vinden. Naast het lesmateriaal kan je hier ook de opdracht, de beoordelingslijsten en eventueel hulpmateriaal vinden.
Succes met het uitvoeren van jouw beroepsproduct!
Oriënteren
Typering van deze beroepsprestatie
In elke type onderwijs kom je leerlingen met leerachterstanden en leerproblemen tegen die met een beetje extra aandacht het normale lesprogramma kunnen volgen. In dit geval gaat het om relatief kleine leerachterstanden bijvoorbeeld bij taal of rekenen die, met extra uitleg en oefening door de onderwijsassistent, opgelost of voorkomen kunnen worden.
Als onderwijsassistent signaleer je samen met de leerkracht welke kinderen goed mee kunnen komen en welke kinderen juist meer uitdaging of extra begeleiding nodig hebben. Het gedrag van de leerlingen, hun werkhouding, werktempo en resultaten bij leerwerk en toetsen geven je informatie die je nodig hebt voor verdere ondersteuning. Door het gedrag en resultaten te analyseren en met de leerling in gesprek te gaan, kun je samen met de leerkacht vaststellen wat deze leerling nodig heeft en van jou vraagt. Op basis hiervan kun je de juiste begeleiding inzetten en vormgeven. De uitvoering van deze extra begeleiding gebeurt vaak door de onderwijsassistent en in groepsvorm. Het gaat dan om kinderen die met dat beetje extra aandacht en instructie toch goed kunnen aanhaken bij de leerstof.
Plannen
Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP.
Zorg dat er in je O&P duidelijk staat wat je gaat doen per onderdeel en hoe je dit denkt uit te gaan voeren.
De inleverdata zijn als volgt:
1e kans Orienteren en Plannen 31 januari
2e kans Orienteren en Plannen 07 februari
1e kans BP 2.4 28 maart
2e kans BP 2.4 11 april
Uitvoeren
Deze competenties uit deze beroepspresatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst.
De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken.
Maak hierover afspraken met je begeleider(s).
Bewijsstukken
Lever de volgende bewijsstukken aan:
- Volledig ingevulde voortangsbeoordelingslijst
- Rapportage van de observatie
- Rapportage met feedback van de begeleiding
Hieronder vind je theoriebronnen en werkmodelen die je kunnen helpen bij de uitvoering van dit onderdeel.
A. Voorbereiden en uitvoeren van een observatie en rapportage
Kies in overleg met de leerkracht een aantal leerlingen uit dat jou opvalt in de klas door hun gedrag, werkhouding en leerresultaten. Observeer deze leerlingen en maak hier een rapportage van. Bespreek je rapportage met de leerkracht en spreek vervolgens af welke van deze leerlingen je verder gaat begeleiden.
Aandachtspunten:
- Neem toetsen af bij de betreffende leerlingen en kijk werk van de leerlingen na.
- Bestudeer de gegevens uit het werk en de toetsen
- Bestudeer opvallende gedragingen
B. Begeleiden van een groepje leerlingen op gedrag of leerresultaat
Op basis van je bevindingen uit je observatie en de resultaten uit het werk en toetsen overleg je met de leerkracht welke individuele resultaten je wilt bereiken met de leerlingen en hoe je dit gaat doen. Werk dit uit in een plan van aanpak en bespreek dit met de leerlingen.
Je begeleidt het groepje leerlingen een paar keer.
Na het uitvoeren van je plan, schrijf je een rapportage voorzien van feedback van je leerkracht en je leerlingen.
Hieronder vind je een theoriebron die van nut kan zijn bij het uitvoeren van dit onderdeel.
C. Begeleiden van een leerling om de zelfredzaamheid te stimuleren
Samen met de leerkracht (eventueel internbegeleider of de zorgcoördinator) kies je een leerling met een beperking die je op het verzorgende vlak gaat begeleiden. Het kan om een beperking gaan op het gebied van motoriek, de zintuigen of de spraak. Ten aanzien van de verzorging kun je denken aan hygiëne, veiligheid en persoonlijke verzorging.
Het accent van je begeleiding ligt op het stimuleren van de zelfredzaamheid.
je bestudeert de theorie over de aard van de beperkingen de negatieve gevolgen die de beperking kan hebben op het gedrag en de ontwikkeling van het kind. Na overleg met de leerkracht voer je de begeleiding uit.
Tot slot evalueer je met je begeleider je bevindingen.
zelfredzaamheid is het vermogen om zelfstandig je leven te leiden. Je kan hierbij denken aan verzorgende taken zoals handen wassen, plassen of persoonlijke verzorging maar ook aan meer schoolsetaken zoals: weten welke boeken je moet pakken voor rekenen, een opgeruimd tafeltje hebben of opruimen na het knutselen. Alles wat te maken heeft met het zelfstandig uitvoeren van een taak.
Controleren/Evalueren
Voortgangsbeoordelingslijst
Hieronder vind je de beoordelingslijsten die horen bij deze beroepsprestaties: begeleiden van kleine groepen.