Het arrangement Populaties in een ecosysteem is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2021-05-04 14:16:01
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Biologie;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Trefwoorden
- leerlijn, reangeerbare, rearrangeerbare leerlijn


Alle levende organismen in een ecosysteem vormen samen een levensgemeenschap. Alle individuen van één soort vormen een populatie.
Om de populatiegrootte in een gebied te bepalen, kun je het aantal individuen tellen. Voor een beperkt gebied en een fysiek grote soort is dat haalbaar. In de meest gevallen echter niet.
De populatiedichtheid = het aantal individuen / oppervlakte-eenheid (op het land) of per volume-eenheid (in het water).
Bij een te hoge dichtheid van een populatie hebben organismen de volgende mogelijkheden: verhongeren of op zoek gaan naar een nieuw leefgebied ofwel emigratie. Door emigratie en sterfte blijft de dichtheid van populaties dus vrij constant.
De populatiegrootte in een bepaald gebied (ecosysteem) is afhankelijk van:
Of en hoe een populatie kan groeien, is afhankelijk van de draagkracht van een gebied. De menselijke populatie groeit exponentieel.
In een ecosysteem veranderen de leefomstandigheden (abiotische en biotische factoren) voortdurend. Het voedselaanbod bijvoorbeeld kan sterk wisselen. Daardoor is de omvang van een populatie niet constant.
Een populatie die snel in omvang groeit zal op een gegeven moment tegen zijn biotische en/of abiotische grenzen lopen. De groei van een bacteriënpopulatie in een dood dier neemt snel af zodra de organische stoffen zijn verbruikt. De meeste bacteriën gaan dan dood door voedselgebrek en de populatie stort in elkaar.