Om de populatiegrootte in een gebied te bepalen, kun je het aantal individuen tellen. Voor een beperkt gebied en een fysiek grote soort is dat haalbaar. In de meest gevallen echter niet.
Een aantal methodes kun je gebruiken:
1. Steekproef nemen (kwadrantenmethode)
Het ecosysteem wordt verdeeld in hokken (kwadranten). Van elk kwadrant bepaal je of de soort erin voorkomt en je telt het aantal individuen.
Om een betrouwbaar resultaat te krijgen doe je hetzelfde in nog een aantal kwadranten in het ecosysteem. Vervolgens vermenigvuldig je het (gemiddelde) aantal individuen in een kwadrant met het totale oppervlak om de populatiegrootte te bepalen. Deze methode geeft tegelijkertijd informatie over de populatiedichtheid. Een variant op deze methode is het lopen van een vaste route door een gebied en te tellen hoeveel individuen van een soort je onderweg langs de route ziet.