Blok 6

Blok 6

Fictie

Poëzie

Vandaag leer je wat een limerick is en ga je zelf een limerick schrijven.

Het woord limerick is afgeleid van de Ierse plaats Luimneach (of, op z'n Engels, Limerick).
In Ierland was het de gewoonte om op bruiloften en partijen liedjes te zingen waaraan iedereen voor de vuist weg op rijm een couplet toevoegde. Na ieder couplet zong het gezelschap 'Will you come up to Limerick?' De liedjes hadden vaak het karakter van nonsenspoëzie.

Limerick

Een limerick is een kort gedicht met een min of meer komische inhoud. Een limerick bestaat altijd uit 5 regels met een vast rijmschema, namelijk AA BB A.

In de eerste regel van een limerick noem je een mens of dier en een plaatsnaam.
De laatste regel is de pointe of de uitsmijter van het gedicht.
Ook heeft een limerick een vast metrum (ritme).

Voorbeeld:

Er was eens een naaister uit Knokke
die naaide per dag twintig rokken.
Dat ging niet meer goed,
dus werd ze met spoed
verplaatst naar de afdeling sokken.

 

Er was eens een kaasboer in Gouda
Die zat om de tafel zijn vrouw na
Maar zij riep heel vief:
"Alles is relatief:
Als ik iets harder loop zit ik jou na!"

(Alex van der Heiden)

Bekijk het voorbeeldfilmpje. Hierdoor krijg je een goed idee van het ritme van een limerick.

Voorbeeldlimericks van Andre van Duin

Limericks, André van Duin

Bekijk de limerick hieronder:
Er was eens een heer uit het Haegje     a
Die zat op een keer met een vraagje     a
Hoe of je het doet                     b
En gaat het dan goed               b
Hoe stop je een bloem in je kraagje ?    a

De kenmerken zijn dus:

  • Rijmschema aabba
  • Het aantal lettergrepen ligt vast ( tel ze maar na hierboven).
  • Op de onderstreepte lettergrepen ligt de klemtoon. Zo krijg je een vast ritme.
  • Het geheel vormt een (kort, evt. grappig) verhaal.

Schrijf een limerick

Stap 1: Bedenk je eerste zin. (liefst een zin met een persoon en een plaatsnaam).
Let daarbij goed op het aantal lettergrepen.
De plaatsnaam hoeft niet aan het eind te staan. Soms mag je de plaatsnaam iets aan passen (Den Haag wordt bijvoorbeeld: Het Haegje).

Zet je zin op een blaadje.
 

Stap 2: Zoek rijmwoorden bij het laatste woord van je zin.
Zet de rijmwoorden bij elkaar onder je zin en kijk of je een verhaaltje kunt ontdekken. Schrijf dat verhaaltje kort op. Kun je geen verhaaltje vinden, zoek dan andere rijmwoorden of bedenk een nieuwe beginzin
 

  • Zoek een ander leerling die ook een zin en een verhaaltje heeft en bekijk elkaars werk.
     
  • Je hebt nu de keuze: Je gaat zelf verder met je eigen Limerick en je laat het eindresultaat weer aan iemand zien.
    Of
    Je gaat samen met de andere leerling aan het werk met het idee van een van jullie twee.
     
  • Het echte werk:
    Probeer je verhaaltje in limerickvorm op te schrijven/typen. Let goed op de regeltjes (Kijk nog eens bij de bronnen)
    TIP: DE LAATSTE ZIN MOET OPVALLEN. SOMS IS DIE ZIN ZELFS DUBBELZINNIG(= KAN TWEE DINGEN BETEKENEN). KIJK OF JE ZO'N OPVALLENDE ZIN KUNT MAKEN.
     
  • Als het af is
    laat je de limerick door iemand anders lezen (ook als je nu met z'n tweeën bent.). Vraag de ander om tips.
  • Verwerk de tips als je vindt dat het goede tips zijn.
     
  • Afwerking:
    Type je werk in Word. Kies een mooi lettertype en kijk ook of je een passend plaatje kunt vinden ( Je mag ook een eigen tekening maken, gebruik eventueel een tekenprogramma).
  • Bewaar je werk.
    Zet je naam/jullie namen onder het werk, druk het af en/of lever het in op de afgesproken manier.

Rijmwoordenboeken on-line

rijmwoordenboek 1 (Let op: de gevonden woorden staan onder de reclame)
rijmwoordenboek 2
rijmwoordenboek 3

*. Docentpagina

Tips voor gebruik in de les:

  • Het werkt inspirerend om gemaakte limericks meteen te kunnen projecteren
  • De meeste leerlingen stellen het op prijs als het werk van een klas of groep wordt gebundeld en iedereen een exemplaar krijgt.
    (Tip: met het gratis programma Picozone ( http://www.picozone.nl/ kun je boekjes maken van 16 pagina's op 2 A4'tjes)
  • Voor het maken van limericks is meestal een blokuur nodig ( de leerlingen moeten meestal eerst "op gang" komen)

Leesvaardigheid

Citeren

Citeren


Bij sommige vragen wordt gevraagd om een citaat te geven. Als antwoord schrijf je dus een stukje tekst letterlijk over. Dit moet je zeer nauwkeurig doen. Vermeld bij een citaat altijd de regelnummers om aan te geven waar je het citaat gevonden hebt.
Let goed op wat er precies gevraagd wordt! Als je een zin moet citeren, citeer dan de hele zin van hoofdletter tot punt. Als je een zinsgedeelte moet citeren, citeer dan niet de hele zin. Zelfs als het juiste zinsgedeelte in die zin staat, is je antwoord fout, omdat je te veel geciteerd hebt!
Je mag een citaat verkort weergeven. Je geeft dan de eerste en de laatste twee woorden. Vermeld wel altijd de regelnummers en zorg dat je zin niet te verwarren is met een andere zin uit de tekst.

Voorbeeld: De belangrijkste (…) is gekomen. R.4-5

Leesopdrachten

Toets leesvaardigheid in de toetsweek

Je rondt deze opdracht af met het maken van een toets in de toetsweek. Daar komen alle begrippen van deze les terug. 

Je maakt eerst de diagnostische toets. Als je 70% goed hebt, beheers je de basisstof. Je maakt dan de opdrachten onder het kopje 'uitdagende opdrachten'.

Heb je een lagere score behaald, is het belangrijk te oefenen met de basisstof. Deze vind je onder het kopje 'basisniveau begrijpend lezen'. Heb je daarna tijd over, mag je alsnog een uitdagende opdracht maken.

Je eindigt met een reflectie op de les en een afsluitende toets. Deze lijkt op de toets in de toetsweek en geeft je een goed beeld van je begrijpend leesvaardigheden.

De volgende les ga je in duo's samenwerken aan een presentatie. Hierbij heb je de begrijpend leesvaardigheden van deze les nodig.

Diagnostische toets

Test: Diagnostische toets

Start

Basisniveau begrijpend lezen

Chinese rivieren vervuild met antibiotica

Veel Chinese rivieren zijn sterk vervuild met antibiotica. Vooral in het midden, oosten en zuidoosten van het land belanden grote hoeveelheden antibiotica in het rivierwater na uitscheiding ervan door mensen en dieren, blijkt uit onderzoek van het Guangzhou Instituut voor Geochemie.

De wetenschappers deden onderzoek naar 36 veelgebruikte antibiotica. In 2013 werden van deze middelen 92.700 ton aan mensen en dieren gegeven, ruim de helft van het totale aantal in China gebruikte antibiotica. Volgens de onderzoekers kwam 53.800 ton hiervan in rivieren terecht.

Drinkwater

"De hoeveelheden antibiotica die we aantroffen waren het grootst in de rivieren in het noorden bij Peking en Tianjing, bij Shanghai aan de oostkust en in de provincie Guangzhou in het zuiden", zegt professor Ying Guang-Guo, een van de onderzoekers. 

Ying maakt zich grote zorgen. "In de rivieren zitten resistente bacteriën. Die laatste kunnen overgaan van de ene bacterie op de andere. Zo krijg je meer antibioticaresistentie in het milieu", zegt hij. "Het bacteriële ecosysteem verandert. En als wij water drinken, dan krijgen we die resistente bacteriën weer binnen. Misschien merk je daar niet onmiddellijk iets van, maar op langere termijn is dat slecht voor mensen."  Bijkomend gevaar is dat het rivierwater wordt gebruikt om akkers te besproeien.

Maatregelen

Behalve campagnes om het verstandig gebruik van antibiotica te stimuleren, zijn er intussen ook maatregelen om het gebruik terug te dringen, vertelt professor Ying. "Grote ziekenhuizen mogen jaarlijks niet meer dan een bepaalde hoeveelheid antibiotica gebruiken. Dat begint te helpen, ze gebruiken nu minder dan voorheen."

Verder probeert de overheid het toedienen bij dieren van antibiotica als fluorchinolonen en colistine uit te bannen. Dat zijn middelen die belangrijk zijn voor de mens: zo worden fluorchinolonen in Nederlandse ziekenhuizen vaak gegeven. Bij vee is het gebruik ervan bijna verleden tijd.

Colistine

Colistine is een oud antibioticum dat vanwege bijwerkingen in onbruik was geraakt. Tegenwoordig is het vaak het laatste redmiddel bij patiënten met infecties die veroorzaakt worden door bacteriën die resistent zijn voor alle andere antibiotica. In ziekenhuizen in bijvoorbeeld Griekenland en Italië wordt colistine steeds vaker ingezet. Daar is intussen ook resistentie tegen colistine niet ongewoon meer. 

Overal te koop

Maar ook met de maatregelen die de Chinezen nu invoeren, is het probleem niet opgelost. Antibiotica zijn overal in China te koop, zonder doktersrecept. Die illegale handel bloeit. Boeren kopen ze voor hun beesten, maar ze worden ook massaal voor eigen gebruik gekocht door veel Chinezen.

Bron: NOS, 30 maart 2016

 

 

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Opdracht 6

Opdracht 7

Opdracht 8

Ben je klaar en heb je nog zin in een hele leuke opdracht? Ga dan naar het tabblad: uitdagende extra opdrachten en maak opdracht 5. Daar ga je een mindmap maken over de oplossingen die jij bedenkt over de vervuiling van de rivieren in China. 

Uitdagende opdrachten begrijpend lezen

Bedenk een titel

Veel Chinese rivieren zijn sterk vervuild met antibiotica. Vooral in het midden, oosten en zuidoosten van het land belanden grote hoeveelheden antibiotica in het rivierwater na uitscheiding ervan door mensen en dieren, blijkt uit onderzoek van het Guangzhou Instituut voor Geochemie.

De wetenschappers deden onderzoek naar 36 veelgebruikte antibiotica. In 2013 werden van deze middelen 92.700 ton aan mensen en dieren gegeven, ruim de helft van het totale aantal in China gebruikte antibiotica. Volgens de onderzoekers kwam 53.800 ton hiervan in rivieren terecht.

Bedenk een tussenkopje

"De hoeveelheden antibiotica die we aantroffen waren het grootst in de rivieren in het noorden bij Peking en Tianjing, bij Shanghai aan de oostkust en in de provincie Guangzhou in het zuiden", zegt professor Ying Guang-Guo, een van de onderzoekers. 

Ying maakt zich grote zorgen. "In de rivieren zitten resistente bacteriën. Die laatste kunnen overgaan van de ene bacterie op de andere. Zo krijg je meer antibioticaresistentie in het milieu", zegt hij. "Het bacteriële ecosysteem verandert. En als wij water drinken, dan krijgen we die resistente bacteriën weer binnen. Misschien merk je daar niet onmiddellijk iets van, maar op langere termijn is dat slecht voor mensen." Bijkomend gevaar is dat het rivierwater wordt gebruikt om akkers te besproeien.

Bedenk een tussenkopje

Behalve campagnes om het verstandig gebruik van antibiotica te stimuleren, zijn er intussen ook maatregelen om het gebruik terug te dringen, vertelt professor Ying. "Grote ziekenhuizen mogen jaarlijks niet meer dan een bepaalde hoeveelheid antibiotica gebruiken. Dat begint te helpen, ze gebruiken nu minder dan voorheen."

Signaalwoord probeert de overheid het toedienen bij dieren van antibiotica als fluorchinolonen en colistine uit te bannen. Dat zijn middelen die belangrijk zijn voor de mens: zo worden fluorchinolonen in Nederlandse ziekenhuizen vaak gegeven. Bij vee is het gebruik ervan bijna verleden tijd.

 

Bedenk een tussenkopje

Colistine is een oud antibioticum dat vanwege bijwerkingen in onbruik was geraakt. Tegenwoordig is het vaak het laatste redmiddel bij patiënten met infecties die veroorzaakt worden door bacteriën die resistent zijn voor alle andere antibiotica. In ziekenhuizen in bijvoorbeeld Griekenland en Italië wordt colistine steeds vaker ingezet. Daar is intussen ook resistentie tegen colistine niet ongewoon meer. 

 

Bedenk een tussenkopje

8 Signaalwoord met de maatregelen die de Chinezen nu invoeren, is het probleem niet opgelost. Antibiotica zijn overal in China te koop, zonder doktersrecept. Die illegale handel bloeit. Boeren kopen ze voor hun beesten, maar ze worden ook massaal voor eigen gebruik gekocht door veel Chinezen.

 

Bron: NOS 30 maart 2016

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Bij deze opdracht ga je een mindmap maken. Door op de link te klikken van mindmap kun je deze online maken. Je mag het ook op papier tekenen. Denk eraan dat je verschillende kleuren en verschillende takken gebruikt. Je mag ook plaatjes tekenen. 

De opdracht is: bedenk meerdere oplossingen voor de problematiek van vervuild water die je aan de Chinese mensen kunt vertellen. 

Twee extra opdrachten om uit te zoeken

Schrijven

Spreuken op tegeltjes

Om je dromen waar te maken, moet je eerst wakker worden.

tegel1Misschien heb je ze weleens zien hangen, de witte tegeltjes met een blauw randje en een gekke spreuk in het midden. Oude mensen hebben ze vaak aan de muur in het toilet of op de gang hangen.
Tegenwoordig zijn de tegeltjes weer helemaal in, maar dan als plaatje op Instagram.

Wij gaan vandaag ook zo'n tegeltje maken.

 

Een verkeerd spreekwoord of door elkaar gehaald gezegde levert grappige uitspraken op

Spreekwoorden en gezegdes zijn onderdeel van onze dagelijkse taal. Je kan aan een spreekwoord of gezegde een andere draai geven, waardoor de betekenis ineens heel anders kan worden. Dan krijg je leuke spreekwoorden en grappige gezegden. Een kleine verzameling leuke en grappige spreekwoorden en gezegdes vind je hieronder, met tussen haakjes de oorspronkelijke en juiste schrijfwijze.

  • Wie aan de weg timmert, wordt moe
    • (Aan de weg timmeren)
  • Wie een kuil graaft voor een ander, zit nooit zonder werk
    • (Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in)
  • Wie een kuil graaft met zijn tanden, heeft nooit vuile handen.
  • Hoge bomen geven veel brandhout
    • (Hoge bomen vangen veel wind)
  • Op de markt is je gulden geen cent meer waard
    • (Op de markt is je gulden een daalder waard)
  • Die kan praten als Brugman keukens
    • (Die kan praten als Brugman)
  • Wie de schoen past, krijgt geen blaren
    • (Wie de schoen past, trekt hem aan)

Spreuken bedenken

We gaan nu zelf een spreuk bedenken en op een 'tegeltje' schrijven.

Stap 1: neem een spreekwoord of gezegde

Stap 2: verander woorden in je spreekwoord/gezegde, zodat er een grappige uitspraak ontstaat

Stap 3: kies een lettertype waarin je de tekst gaat opschrijven

Stap 4: schrijf de tekst op je tegeltje (te printen via de link hieronder)

Open bestand Werkblad tegeltje

Handlettering

De tegeltjes worden nog leuker als je een mooi lettertype gebruikt. En dan komt 'handlettering' van pas. Dit is een term die we gebruiken voor het schrijven van woorden met verschillende lettertypes. Het is niet moeilijk, dus...

3,2,1...go! - handletteren

 

Je begint met het uitproberen van verschillende lettertypes, dit wordt ook wel 'font' genoemd.
Bekijk de onderstaande afbeeldingen van Postfabriek.nl maar eens.

Schrijf je tekst eerst met potlood, zodat je het nog kan uitgummen. Als je tevreden bent, ga je er met pen overheen. Als de inkt goed droog is, kun je de potloodlijntjes weer uitgummen.

Tip

Je tekst valt extra op als je werkt met verschillende kleuren of als je de woorden laat verschillen in grootte. Bijvoorbeeld:

Ik ben van de blauwe knoop.

Een piepkleine mug veranderen in een enorme olifant.

 

Spelling

Trema en apostrof

Om uitspraakproblemen te voorkomen worden trema's en apostrofs gebruikt.

Het gebruik van een trema

Bij meervoudsvormen plaats je een trema bij woorden die eindigen op -ie of -ee, als de klemtoon op de laatste lettergreep valt of als het woord uit één lettergreep bestaat:

* genie - genieën                     * fee - feeën
* industrie - industrieën           * slee - sleeën

In de andere gevallen schrijf je de uitgang -n. Je schrijft een trema om een verkeerde uitspraak te voorkomen.
* bacterie - bateriën                * porie - poriën

Ook plaats je een trema als je twee klinkers verkeerd kunt uitspreken.
Voorbeeld:
officiële, maar : officieel
diëtiste,
maar: dieet

Bij beantwoorden schrijf je dus geen trema, want dit kun je maar op één manier uitspreken.
Uitzonderingen:
museum, petroleum, elektricien, enz. Deze woorden hebben we uit vreemde talen overgenomen en krijgen dus geen trema.

Oefening liggend streepje en trema

Het gebruik van een apostrof

Een apostrof gebruik je:
* om aan te geven dat je letters weglaat:
   's zomers (des zomers), 't regent (het regent);
* in plaats van een s na een x of een s: Hans' boek, Max' jas;
* in woorden als: de a's, de x'en, havo'ers, PVDA'er.
* woorden die eindigen op -a, -i, -o, -u, en -y, krijgen in het meervoud ’s

auto - auto's                         ► oma - oma's
► taxi  taxi's                             ► menu - menu's
► baby - baby's                         ► lama - lama's

Als het woord eindigt op a, i, o, u dan komt er 's. Let op: de y hoort erbij, maar de e doet niet mee. Dus     na een y krijg je ook 's, maar eindigt je woord op een e, dan komt de s eraan vast!

 

Als het woord eindigt op twee of meer klinkers, dan schrijf je de s eraan vast.

 

► cowboy - cowboys                 ► cadeau - cadeaus

Oefening E
Makkelijke oefening

Oefening F
Welke vorm is goed?

Oefening G
Kies de juiste vorm

Nu nog oefeningen met -en en -s door elkaar.

Oefening H
Alles door elkaar.

 

 

Doe de test

Werkwoordspelling

Vorig jaar hebben we alle werkwoordspelling geleerd. Kijk nog eens terug.

Stap 1: Is het werkwoord een pv?

 

Stap 2: Is het geen pv dan kan het de volgende soort werkwoorden zijn:

a. infinitief
b. voltooid deelwoord
c. onvoltooid deelwoord
d. bijvoeglijk naamwoord (dus geen werkwoord)

Let op: soms staat het werkwoord in de gebiedende wijs. Er is dan geen onderwerp (dus geen ev of mv).

 

Oefeningen


Oefening 1: werkwoordspelling gemengd
Oefening 2: werkwoordspelling gemengd
Oefening 3: werkwoordspelling gemengd
Oefening 4: werkwoordspelling gemengd
Oefening 5: alles door elkaar

Grammatica

Hoofdzin en bijzin

De theorie

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm.
Een meervoudige zin heeft meerdere persoonsvormen. Een meervoudige zin bestaat eigenlijk uit verschillende losse zinnen die een geheel vormen.

 

Vergelijk:

Ik heb mijn huiswerk gemaakt.
Mijn tante zegt dat ik een snoepje mag.

Oefening 1: Is deze zin enkelvoudig of samengesteld?
Oefening 2: Enkelvoudig of samengesteld?

 

De theorie

Hoofdzin en bijzin

Wat is een hoofdzin?

Een hoofdzin ziet er over het algemeen zo uit: onderwerp + persoonsvorm (+ andere zinsdelen). Tussen de persoonsvorm en het onderwerp kan niks anders staan en de persoonsvorm staat op de tweede plek. In een hoofdzin kan wel inversie voorkomen, dan draaien onderwerp en persoonsvorm om, maar nog steeds kan er niks anders tussen onderwerp en persoonsvorm staan.

♦ Hoofdzin zonder inversie: Anna gaat iedere dag hardlopen.
♦ Hoofdzin met inversie: Iedere dag gaat Anna hardlopen.

 

Wat is een bijzin?

Een bijzin is een zin die deel uitmaakt van de hoofdzin. In de bijzin staan onderwerp en persoonsvorm vaak ver uit elkaar, er passen dus wel andere woorden tussen het onderwerp en de persoonsvorm.

♦ 'Ik heb gehoord, dat Danny een tablet heeft gekocht.'
'Ik heb gehoord' is de hoofdzin, 'dat Danny een tablet heeft gekocht' is de bijzin.
      Je ziet dat ook in deze bijzin het onderwerp (Danny) en de persoonsvorm (heeft) niet naast elkaar staan.


Het aantal bijzinnen binnen een zin is in theorie oneindig
Je kan net zoveel bijzinnen toevoegen als je wilt. Dit heet recursie. Dan krijg je bijvoorbeeld een zin als ‘Kim zei dat Benjamin dacht dat Nathan had gezegd dat David had verteld dat Lieke niet komt’. (ja, die zin moet je misschien even twee keer rustig lezen)

In bijzinnen staat het werkwoord achteraan, in hoofdzinnen vooraan

♦  Hoofdzin: Ilse dronk cola.
♦  Bijzin: ...... dat Ilse cola dronk

 

Oefening 3: Hoofdzinnen of hoofdzin-bijzin

Oefening 4: Welk gedeelte is de hoofdzin?

De theorie

Nevengeschikte zinnen

 

Een nevengeschikte zin bestaat uit twee (of meer) hoofdzinnen. In onderstaande voorbeelden zie je nevenschikkend samengestelde zinnen, met daarnaast de enkelvoudige zinnen. (HZ-HZ)

 

                   Samengestelde zin                                              Enkelvoudige zinnen       

Renee eet veel fruit en Thijs eet veel patat.

Ik ga Nederlands studeren of ik ga een baan zoeken

Ik hou op met werken want ik ben rijk. 

 

Renee eet veel fruit. Thijs eet veel patat.  (GOED)

Ik ga Nederlands studeren. Ik ga een baan zoeken (GOED)

Ik hou op met werken. Ik ben rijk (GOED)

 

Ondergeschikte zinnen

 

Een ondergeschikte zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin. In onderstaande voorbeelden zie je nevenschikkend samengestelde zinnen, met daarnaast de enkelvoudige zinnen. (HZ-BZ of BZ-HZ)

    

Gert is mijn vriend omdat hij me 100 euro heeft gegeven

             Gert is mijn vriend. Hij me 100 euro heeft gegeven. (FOUT)

 

Het tweede deel is hier fout. Deze zin is dus niet nevenschikkend, maar ondergeschikt. We spreken over onderschikking als de samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin.

Nog meer voorbeelden van samengestelde zinnen die een ondergeschikt verband hebben:

 

Daan eet veel fruit omdat dat gezond is.

Ik ga Nederlands studeren, voordat ik een baan zoek.

Ik hou op met werken, omdat ik rijk ben.

Job, die nogal dik is, eet te veel.

Wie dit leest is gek.

Daan eet veelfruit. Dat gezond is. * (FOUT)

Ik ga Nederlands studeren. Ik een baan zoek * (FOUT)

Ik hou op met werken. Ik rijk ben. * (FOUT)

Job eet te veel. Nogal dik is. * (FOUT)

Wie dit leest. Is gek. (FOUT)

 

Oefening 5: Nevengeschikte of ondergeschikte zin?

Woordsoorten: voegwoorden en tussenwerpsels

6. Voegwoorden

Voegwoorden (VW) zijn woorden als en, maar, of, want, als, dat enz. Het zijn verbindingswoorden. Ze verbinden zinnen of woorden met elkaar: Kom je als je je huiswerk af hebt? Wil je cola of sinas

 

 

Oefening A: wat is het voegwoord?

Oefening B: Is het een vz, een bw of een vw?

Oefening C: Is het een tw, vw of vz?

 

Tussenwerpsel (Tussenw.)

Uitroepen (hé, oef, bah) en klanknabootsing (boem, klats) heten tussenwerpsels. Naar betekenis kun je de tussenwerpsels indelen in woorden:

♦ Bevestiging/ontkenning:     ja, nee, jawel
♦ Emotie:                               au, ach, bah, oei, hoera
♦ Sociaal contact:                  hallo, doeg, doei, sorry, ajuus, goedemorgen
♦ Klanknabootsing:                kukeleku, boem, paf, waf, piew

Tussenwerpsels staan meestal aan het begin of einde van een zin, vaak gescheiden door een komma.

Oefening D: Noem de tussenwerpsels

 

Samenvatting

 

Alle tekstverbanden op een rij:

tekstverband

 signaalwoord

voorbeeld

opsommend ook, tevens, bovendien, ten eerste, ten tweede, daarnaast We hebben Nederlands van meneer Jansen. Daarnaast hebben we Engels van mevrouw Termeer en Duits van meneer Veldman.
tegenstellend maar, echter, toch, daarentegen Ik ben van mening dat we met deze lessen moeten stoppen, maar daar denkt mijn collega anders over.
chronologisch eerst, daarna, toen, vroeger, nu, later We begonnen met een handjevol leerlingen. Daarna meldden zich een aantal klassen. Nu is ons gebouw al te klein.
oorzakelijk doordat, waardoor, daardoor Mijn familie kwam in een lange file terecht. Daardoor kwamen zij te laat op mijn verjaardag.
voorwaardelijk als, indien, tenzij, mits Als jij alles voor mij inpakt, koop ik iets lekkers voor onderweg.
vergelijkend zoals, evenals, beter dan, net als Net als in Amerika gaan ook in Europa steeds meer mensen naar fastfoodketens.
redengevend daarom, omdat, want, immers Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
doel-middel om te, zodat, opdat Mijn buurman volgt een cursus Engels, zodat hij de kans op een internationale carrière vergroot.
concluderend dus, daarom, concluderend Het is dus belangrijk om regelmatig je huiswerk te maken.