Met tijd bedoelen we: het jaartal /de eeuw / verleden – heden – toekomst, waarin het verhaal zich afspeelt. Het is lastig om exact een jaartal te noemen als dat niet letterlijk in het boek staat.
Bij tijd geef je in ieder geval aan of het verhaal speelt;
≈ In het verleden, bijvoorbeeld: middeleeuwen / Gouden Eeuw / Romeinse tijd / Tweede Wereldoorlog
Dit noemen we dan een historische roman.
≈ In het heden: de tijd waarin we nu ongeveer leven
Dit noemen we een roman waarin het verhaal in het heden afspeelt.
≈ In de toekomst. Dit noemen we sciencefictionromans.
Als je dit bepaald hebt, probeer je nog wat nauwkeuriger te zijn. Vaak kun je veel aanwijzingen vinden over de tijd van een verhaal. De tijd van een verhaal kun je afleiden uit de volgende zaken;
► Gebeurtenissen in het verhaal: de jacht op heksen, jodenvervolging, slavenhandel, de pest die uitbreekt, het Europees kampioenschap van het Nederlands elftal in 1988, Trump is president van Amerika, wonen op Mars.
► Spullen die ze hebben/gebruiken: mobieltjes, harnassen, paard en wagen, vliegende auto's.
Opdracht: Kun je achterhalen, aan de hand de achterflaptekst, in welke tijd dit verhaal zich afspeelt?
Boek 1: De hut van Oom Tom van Harriet Beecher-Stowe Meneer Shelby is door schulden gedwongen één van zijn beste en trouwste slaven te verkopen aan handelaar Haley: oom Tom. Tom aanvaardt zijn lot en gaat met de handelaar mee. Hij wordt doorverkocht en krijgt een goed thuis in New Orleans. Ook hier doet hij zijn werk heel goed. Maar dan slaat het noodlot opnieuw toe en moet Tom weer weg. Deze keer wordt hij op de markt verkocht en zijn nieuwe baas is een plantagehouder. Deze Legree is een hardvochtige, gemene kerel, die het niet erg vindt wanneer zijn slaven zich letterlijk doodwerken.
Boek 2: De Anderen van Gemma Malley
Sinds de uitvinding van het langlevenmedicijn sterven mensen niet langer. Maar er mogen ook geen kinderen meer bijkomen, anders raakt de aarde overvol. Anna’s ouders overtraden deze wet, waardoor hun dochter als Overtollige in het tehuis Grange Hall belandt. Hier worden de jongeren opgeleid tot slaven van de legale burgers. Met de komst van nieuweling Peter gaan Anna’s ogen langzaam open. Ze begint te dromen van een wereld buiten het tehuis.
Boek 3: Babylove van Gonneke Huizing
Kim (16) is op werkweek in Parijs geweest. Een reis vol romantiek, vooral omdat haar vriend Robin ook van de partij is. Eenmaal thuis is het leven heel wat minder romantisch. Robin gaat op reis en Kim pakt een vakantiebaantje aan in een verzorgingstehuis. Het werken valt haar zwaar. Ze voelt zich steeds zo moe!
De huisarts geeft uitsluitsel: ze is zwanger! Overvallen door emoties neemt Kim uiteindelijk een besluit. Ze wil het kindje houden. Maar tegen welke prijs?
Fictiedossier
Filmverslag
Je gaat de film Razend óf de film Ciske de Rat óf de film Boy 7 kijken. Dit zijn verfilmingen van Nederlandse boeken. (Het is ook mogelijk dat de docent een fim voor jullie uitzoekt en deze klassikaal met jullie kijkt.) Ga naar Zappbios/You Tube via de link voor de juiste film:
Razend (Je kunt op de T onder het filmpje drukken voor ondertiteling.)
Doe je oordopjes in als je de film gaat kijken, zodat je de andere leerlingen niet stoort.
Het filmverslag
Nu je de film hebt gekeken, ga je er een verslag van maken. Dit verslag komt in je fictiedossier.
Zo maak je je filmverslag:
Titelblad
Noteer je naam, de titel, datum, klas, naam docent, inleverdatum
Plaats een plaatje van de film op je titelblad.
Algemene Gegevens
Wat is de titel van de film?
Wat is de naam van de regisseur?
Wat is de naam van de scenarioschrijver?
In welk jaar is de film uitgebracht?
Wat is de titel van het boek waarop de film is gebaseerd?
Wie is de schrijver van dit boek?
Genre
Kies het genre bij de film. Er bestaan o.a. de volgende soorten films:
- Misdaadfilm, avonturenfilm, oorlogsfilm, detectivefilm (western)
- Het melodrama (de sentimentele film, gevoelens en emoties)
- De comedy
- Psychologische films (films die zich bezighouden met de menselijke problematiek)
Inhoud:
Gebeurtenissen
Maak een samenvatting van de inhoud (1 mavo: 150 woorden en 1 havo/vwo: 200 woorden). Je mag deze zelf maken, maar je mag ook een samenvatting aanpassen uit een uittrekselboek of van het internet (dan moet je wel de bron vermelden!).
Personages
Wie is de hoofdpersoon/hoofdpersonen?
Wie zijn de belangrijkste bijpersonen?
Geef een karakterbeschrijving van de hoofdpersoon/hoofdpersonen? (grappig, serieus, enzovoorts)
Hoe waren de hoofdpersonen gekleed? Denk hierbij aan de functie die de kleding heeft.
Maken de personen een ontwikkeling door? Zo ja, welke? Leg je antwoord uit.
Plaats
Beschrijf waar het verhaal zich afspeelt.
Tijd
Wanneer speelt het verhaal zich af?
Hoe weet je dat?
Begin
Hoe begint het verhaal? Er bestaan 3 verhaalopeningen: met een inleiding, bij het begin van de eigenlijke gebeurtenissen of ergens midden in de gebeurtenissen.
Probleem en afloop
Wat is het belangrijkste probleem van de hoofdpersoon?
Welke afloop heeft de film: een goede of een slechte afloop, of iets daartussenin? Leg uit waarom je dat vindt.
Heeft de film een open einde (het verhaal is uit, maar het is nog niet echt afgelopen), of gesloten einde (het probleem in het verhaal is opgelost, het is echt afgelopen)?
Muziek
Werd er gebruik gemaakt van muziek?
Had de muziek een opvallende rol in de film of diende deze alleen als achtergrond?
Was er sprake van speciale geluidseffecten?
Titel
Welke betekenis heeft de titel?
Beoordeling
Beschrijf wat je zelf vond. Gebruik beoordelingswoorden (moeilijk, spannend, gevoelig, boeiend, aangrijpend, humoristisch).
Welke persoon sprak jou het meeste aan en waarom?
Welk fragment vond jij het best en waarom?
Vond je alles voorspelbaar of was het origineel?
Was er iets herkenbaars?
Bronvermelding
Lijst met bronvermeldingen:
-Naam boek, jaar van uitgave en naam van de uitgever
-Naam film, jaar van “uitgave” , naam van de filmmaatschappij
—————————————————————————————–
Beoordeling
Titelpagina 1 punt
Gegevens compleet 3 punten
Spelling/grammatica/leestekens 2 punten
Antwoorden 4 punten
Schrijven
Affiche
Maak een affiche voor 'Pieter Groen zoekt talent'
Je bent helemaal gek op het programma Holland got talent en bedenkt dat je zoiets ook op school zou kunnen organiseren. Samen met drie klasgenoten ben je naar de directeur gegaan met je plan. Hij geeft je toestemming, maar jullie moeten het helemaal zelf organiseren.
Je talentenavond vindt plaats op 10 april om 19.30 uur. 28 kandidaten hebben zich aangemeld om hun talenten op het podium te vertonen. Je besluit een affiche te maken om mensen uit te nodigen om te komen kijken en de kandidaten aan te moedigen.
Een affiche is een soort reclame: een poster waarop je alle informatie zet die de mensen moeten weten. Je maakt ze duidelijk dat jouw evenment echt de moeite waard is: dit mag je niet missen!
Het doel van een affiche is dus: overhalen.
Een affiche moet aan een aantal eisen voldoen:
1. De boodschap moet duidelijk zijn en door iedereen worden begrepen.
2. Ik moet er enthousiast van worden, gebruik dus positieve woorden.
3. Gebruik de 4 W-vragen en de h-vraag om je informatie compleet te maken (wie, wat, waar, wanneer en hoe?)
4. Maak de lay-out opvallend; opvallende kleuren, verschillende lettertypes, plaatjes, enz.
Opdracht: Je gaat nu zelf een affiche ontwerpen, waarmee je mensen kunt overtuigen om naar de talentenshow te komen. Je maakt je affiche met een groep van 3 à 4 klasgenoten op A3-formaat.
Leesvaardigheid
Schema's maken
Voor het begrijpen en onthouden van een tekst kun je ook een schema maken/gebruiken.
Hoe maak ik een schema?
Een schema is een heel korte samenvatting met steekwoorden die met elkaar in verband staan. Je maakt een schema van een moeilijke tekst om de belangrijkste zaken van een leertekst overzichtelijk bij elkaar te zetten. Daardoor kun je het beter onthouden en krijg je een beter inzicht hoe iets in elkaar zit.
Hoe pak je dat nu aan?
Lees de tekst goed door.
Onderstreep de belangrijkste woorden
Schrijf het onderwerp van de tekst op.
Zet de belangrijkste woorden in een schema (kolommenschema, pijltjesschema of opsomming)
Voorbeeld: Zet in een kolommenschema de kenmerken van de volgende huisdieren: hond, kat, cavia
Hond
kat
cavia
gewicht
.......... gram
........... gram
.......... gram
voeding
leukste kenmerk
dagelijkse verzorging
huisvesting
Je maakt een schema met pijltjes als de verdeling in soorten steeds verder gaat.
Maak niet van elke tekst een schema. Bijvoorbeeld bij een opsommende tekst, waarin bijvoorbeeld kenmerken, voorbeelden, voorbeelden in voor komen. Je kan dan beter een overzicht met allemaal korte punten onder elkaar maken.
Een vaatdoek of schotelvod is een doekje waarmee het aanrecht plus gootsteen worden schoongemaakt. Een vaatdoek wordt ook gebruikt om tafels mee af te vegen.
De naam is wat verwarrend, want de vaat afdrogen wordt nou net niet met een vaatdoek gedaan, maar met een theedoek. Een vaatdoek wordt daarom ook aanrechtdoekje of dweiltje genoemd. Toch heeft de naam wel betrekking op de afwas — het is de voorloper van de afwasborstel.
Vaatdoeken kunnen veel bacteriën bevatten als ze niet regelmatig gewassen worden. Eind 2005 maakt de Consumentenbond bekend dat een vaatdoek in een studentenhuis gemiddeld 7,9 miljard bacteriën bevat. In een vaatdoek bij een Nederlands gezin werden gemiddeld 3,1 miljoen bacteriën aangetroffen. Alle doeken bleken bij het onderzoek al na één dag veel bacteriën bevatten. Dit hoeft geen probleem te zijn als de vaatdoek alleen wordt gebruikt voor het schoonmaken van het aanrecht. Door het doekje te wassen op zestig graden worden alle bacteriën gedood.
Sommige samengestelde werkwoorden kun je splitsen. Ze zijn te scheiden in twee woorden.
Samengestelde werkwoorden kunnen scheidbaar of onscheidbaar zijn.
Een splitsbaar werkwoord schrijf je aan elkaar als de delen van het werkwoord in dezelfde volgorde staan al het hele werkwoord. Bijvoorbeeld: Mijn klok heeft nooit achtergelopen. Jouw klok liep achter.
Grammatica
Zinsdelen: Een zin bouwen
Schrijf je eigen zinnen volgens het 'bouwschema'.
Tot nu toe hebben we vooral geoefend met het zoeken van zinsdelen. Maar je kan ook zelf zinnen schrijven met een bouwschema. Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden:
BWB - WG - OW - LV - MV- WG, hier past de volgende zin bij: Gisteren heb ik een boek aan Richard gegeven. Of:
In de winkel neem ik bloemen voor mijn oma mee.
Opdracht 1: Nu jij, maak zinnen bij de volgende bouwschema's:
1. OW - WG - BWB
2. WG - OW - LV - BWB
3. OW - WG - LV - BWB
4. OW - WG - LV - MV
5. OW - WG - MV - LV - BWB
Bijvoorbeeld:
1. Ik heb vijf potloden in mijn etui. vijf = hoofdtelwoord
2. Tweevijfde van de druivenoogst moest worden weggegooid. tweevijfde = hoofdtelwoord
3. Van veel harde geluiden kan je doof worden. veel = hoofdtelwoord.
2
Rangtelwoorden geven een plaats in een rangorde aan.
a. eerste, tweede, vijfde, dertigste, vijfenveertigste, honderdste, miljoenste, …
b. laatste, hoeveelste, middelste, zoveelste...
Bijvoorbeeld:
4. De duizendste bezoeker mocht gratis naar de film. duizendste = rangtelwoord
5. Je bent de zoveelste die naar zijn cijfer vraagt. zoveelste = rangtelwoord
6. Ik krijg mijn salaris op de vijftiende van de maand. vijftiende = rangtelwoord
Het arrangement Blok 5 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
G Laats
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-09-11 11:18:00
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.