Ontleden

Ontleden

In het Duits zijn er vier naamvallen: nominatief, genitief, datief en accusatief.
In welke naamval een woord staat heeft te maken met de functie die het woord heeft in een zin.

Zowel lidwoorden als bezittelijke voornaamwoorden worden beïnvloed door de naamval waar ze in staan waardoor zij een andere vorm kunnen krijgen.

Door middel van ontleden kun je dus de functie van zinsdelen in een zin begrijpen.
Andersom kun je, als je de naamvallen begrijpt, zelf een zin opbouwen.

De eerste naamval

De eerste naamval heet de nominatief. Eigenlijk betekent dit niets anders dan het onderwerp. Lidwoorden of bezittelijke voornaamwoorden die onderwerp van een zin zijn krijgen de uitgangen van de 1e naamval.

Je vindt het onderwerp van een zin door een vraag te maken:
Wie / Wat + persoonsvorm?
Het antwoord is het onderwerp van de zin.

Beispiele
1. Hij geeft zijn moeder een bos bloemen.
Wie / Wat geeft?
Antwoord: Hij (=onderwerp)

2. De kat spring op de tafel.
Wie / Wat springt?
Antwoord: De kat (=onderwerp)

De vierde naamval

De vierde naamval heet de accusatief. Daarmee bedoelen we het lijdend voorwerp. Lidwoorden of bezittelijke voornaamwoorden die lijdend voorwerp van een zin zijn krijgen de uitgangen van de 4e naamval.

Je vindt het lijdend voorwerp van een zin door een vraag te maken:
Wie / Wat + persoonsvorm + onderwerp?
Het antwoord is het lijdend voorwerp van de zin.

Pas op want niet iedere zin heeft een lijdend voorwerp!

Beispiele:
1. Ik heb vandaag drie vissen gevangen.
Wie / Wat heb ik gevangen?
Antwoorden: drie vissen (=lijdend voorwerp)

2. De leraar pakte mijn mobiel af.
Wie / Wat pakte de leraar af?
Antwoord: mijn mobiel (=lijdend voorwerp)

De derde naamval

De derde naamval heet de datief. Daarmee bedoelen we het meewerkend voorwerp. Lidwoorden of bezittelijke voornaamwoorden die meewerkend voorwerp van een zin zijn krijgen de uitgangen van de 3e naamval.

Je vindt het meewerkend voorwerp van een zin door een vraag te maken:
Aan / Voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Let op! Niet elke zin heeft een meewerkend voorwerp. Als je geen 'aan' of 'voor' kunt toevoegen heeft de zin geen meewerkend voorwerp.

Beispiele:
1. Hij geeft zijn moeder een bos bloemen.
Aan / voor wie geeft hij een bos bloemen?
Antwoord: Aan zijn moeder (= meewerkend voorwerp)

2. Hij heeft een cadeau gekocht voor zijn oma.
Aan / voor wie heeft hij een cadeau gekocht?
Antwoord: Voor zijn oma (= meewerkend voorwerp)

De tweede naamval

De tweede naamval heet de genitief. Deze is vergelijkbaar met de bijvoeglijke bepaling in het Nederlands. De tweede naamval wordt vooral in formele, wetenschappelijke en literaire teksten gebruikt.
Het is voldoende als je zinnen met een tweede naamval goed naar het Nederlands kunt vertalen. Je hoeft de tweede naamval niet zelf te kunnen maken.

Er is geen algemene vraag met als antwoord de tweede naamval. De tweede naamval wordt gebruikt als in het Duits het woord von (van) weggelaten wordt. Hier verandert dan het lidwoord of bezittelijke voornaamwoord om de tweede naamval aan te duiden. Je ziet echter steeds vaker dat de tweede naamval vervangen wordt door von + de derde naamval in de spreektaal.

Beispiele:
1. Das ist der Computer meiner Eltern. (Dat is de computer van mijn ouders.)
De computer is het bezit van de ouders.

2. Das ist die Website meines Fußballclubs. → 2e naamval
Das ist die Website von meinem Fußballclub. → von + 3e naamval

  • Het arrangement Ontleden is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2017-03-24 14:08:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Duitse taal en cultuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn