Formuleren

Formuleren

Het belang van goed formuleren

Formuleren betekent: in woorden omzetten. Als je schrijft wil je gedachten omzetten in woorden. Je wilt dat de lezer van jouw tekst begrijpt wat je wilt zeggen. Dat is nog niet zo gemakkelijk. Kijk maar eens naar onderstaande afbeelding: 

Het lijkt wel of de buschauffeur met een stel dronken kinderen rondrijdt. Denk je dat de schrijver dat zo bedoeld heeft? Nee, hij bedoelt dat de buschauffeur dronken is. Door het woord 'dronken'  op een andere plaats in de zin te zetten, krijg je een hele andere betekenis! 

En wat denk je van onderstaande krantenkoppen? Zou één Belg een half miljoen slaappillen per jaar slikken? Vast niet. Dat moet natuurlijk 'Belgen' zijn. En moeten we morgen met z'n allen zout in huis gaan strooien? Nee hoor! De schrijver bedoelt dat we morgen strooizout in huis moeten halen. 

 

Dit zijn voorbeelden van foute formuleringen. In teksten moet je goed opletten HOE je iets formuleert. Voor je het weet betekent je tekst iets heel anders...

Op deze site krijg je uitleg en toetsen waardoor je beter leert formuleren. Hierdoor word je een betere schrijver!

Diagnostische toets

Met deze toets test je hoe goed je bent in formuleren. Aan het eind van de toets weet je welk onderdeel van formuleren je nog goed moet oefenen!

Schrijven met variatie

Ik was op vakantie in Griekenland. Ik vond het leuk in Griekenland. Toen we aankwamen ging ik naar het hotel. Toen ging ik mijn koffers uitpakken. En toen ging ik zwemmen. Elke dag ging ik ontbijten in het restaurant van het hotel. En ook ging ik lunchen in het restaurant van het hotel.

Bovenstaande tekst heeft weinig variatie. Er worden veel woorden herhaald (Griekenland en het restaurant van het hotel) en er wordt steeds hetzelfde verbindingswoord gebruikt (toen). Ook is de woordvolgorde steeds hetzelde (ging ik). Dit maakt dat de tekst saai is om te lezen. 

Je kunt meer variatie in je tekst aanbrengen door synoniemen te gebruiken en door af te wisselen in verbindingswoorden en woordvolgorde. In de volgende oefeningen ga je daarmee aan de slag. 

Synoniemen

Synoniemen zijn woorden die ongeveer hetzelfde betekenen. Door woorden in je tekst te vervangen door een synoniem, krijg je meer variatie in je tekst.

Toets: Synoniemen

Start

Verbindingswoorden

Een tekst bestaat uit zinnen. Je kunt korte zinnen gebruiken, maar je kunt ook zinnen aan elkaar plakken. Je plakt ze aan elkaar vast met een verbindingswoord:

en, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus.

 

Als je een gebeurtenis van het begin tot het eind beschrijft, gebruik je woorden die een volgorde van tijd aangeven:

eerst, daarna, dan, vervolgens, tenslotte, als laatste

Toets: verbindingswoorden

Start

Trappen van vergelijking

Je kunt deze zin op twee manieren lezen:

- Taal is leuker ALS je denkt - taal is leuker als je er goed over nadenkt

- Taal is leuker DAN je denkt - je denkt dat taal niet zo leuk is, maar dat is niet waar

 

In dit voorbeeld kun je 'als' en 'dan' allebei gebruiken. Maar dat is meestal niet zo. Bij onderstaande oefeningen ga je aan de slag met  de trappen van vergelijking en met 'als' en 'dan'. 

groot-groter-grootst

Als je twee dingen met elkaar wilt vergelijken, gebruik je de trappen van vergelijking en de woordjes 'als'  en 'dan'. Er zijn drie trappen:

De stellende trap De vergrotende trap De overtreffende trap
groot groter grootst
lekker lekkerder lekkerst
weinig minder minst
knap knapper knapst

 

 

 

 

als/dan

als/dan?

Na de stellende trap gebruik je 'als': Mijn moeder is net zo lief als mijn vader. 

Na de vergrotende trap gebruik je 'dan': Chocola is lekkerder dan drop.

Toets: als of dan

Start

Verwijswoorden

Met een verwijswoord kun je verwijzen naar woorden die je eerder hebt gebruikt. In de tekst is 'hiervan'  en verwijswoord. Maar waar verwijst het naar? Het lijkt of het naar '12 programmastanden' verwijst, maar die kun je niet weggeven. Let dus goed op dat in je tekst duidelijk is waar je verwijswoord naar verwijst!

 

Er zijn verschillende soorten verwijswoorden. Op de volgende pagina's krijg je daar uitleg over en ga je ermee oefenen. 

die/dat/dit/deze

Zelfstandig naamwoorden kunnen in het Nederlands mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o) zijn. Of een woord mannelijk of vrouwelijk is, heeft meestal niets met de betekenis te maken. 

Voor mannelijke en vrouwelijke woorden gebruik je 'de', 'die' en 'deze'

de kip / die kip / deze kip

Voor onzijdige woorden gebruik je 'het', 'dit' en 'dat'

het kuiken / dat kuiken / dit kuiken

Toets: verwijswoorden 1

Start

hij/zij/het/hem/haar/hen

Bij zelfstandig naamwoorden gebruik je de vogende verwijswoorden

Enkelvoud, mannelijk hij, hem, deze, die
Enkelvoud, vrouwelijk zij (ze), haar, deze, die
Enkelvoud, onzijdig het, dit, dat
Meervoud zij, ze, hen, deze, die

 

me/mij/mijn/je/jou/jouw

De verwijswoorden me / mij / mijn en je / jou / jouw lijken heel veel op elkaar. Je kunt ze daarom ook heel gemakkelijk verkeerd gebruiken.

Bezit

mijn

jouw

je

Dat is mijn jas

Wat is jouw mening hierover?

Bel je broer even!

Geen bezit

mij

me

jou

je

Waarom luister je niet naar mij?

Hij vroeg me om advies.

De docent geeft (aan) jou de toets terug.

Wil je die tas aangeven?

 

met wie / waarmee

Met wie verwijst naar een persoon: Dat is het meisje met wie ik op paardrijden zit.

Waarmee verwijst naar een dier of een ding: Dat is  het paard waarmee ik graag knuffel. 

 

Verwijst naar een persoon Verwijst naar een dier of ding

met wie

op wie

voor wie

tegen wie

naast wie

waarmee

waarop

waarvoor

waartegen

waarnaast

 

Eindtoets formuleren

In de eindtoets staan alleen maar tekstjes met foute formuleringen. Eens kijken of je die na de uitleg en oefeningen eruit kunt halen en kunt verbeteren... 

 

Succes! 

Toets: Eindtoets formuleren

Start

  • Het arrangement Formuleren is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Lieselot van Elten Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-11-28 13:33:55
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Hoe zorg ik ervoor dat mijn zinnen kloppen in een zelfgeschreven tekst?
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    formuleren, nederlands, schrijven, taalvaardig
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Diagnostische toets

    Synoniemen

    verbindingswoorden

    Trappen van vergelijking

    als of dan

    verwijswoorden 1

    Verwijswoorden 2

    verwijswoorden 3

    Verwijswoorden 4

    Eindtoets formuleren

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.