Leren leren

Leren leren

Leren leren

Deze Wikiwijs staat vol met tips om te leren leren. Lees eerst het artikel en bepaal dan op welk gebied je je leerstrategie eens onder de loep zou willen nemen om betere resultaten te halen.

De zeven leeractiviteiten

Om te kunnen leren zijn de volgende activiteiten nodig:

 

7 leeractiviteiten

Voorbeelden leerstrategieën

1.       Leerling moet zijn kennis opbouwen en uitbreiden tot een samenhangend geheel (declaratieve, procedurele en episodische).

Vergelijken met andere situaties.

Beeldspraak bedenken.

Overgeneralisatie (regel bedenken).

Lijstjes maken.

Tegenstellingen bedenken.

Schematiseren.

Analyseren.

Abstraheren (naar tekststructuur).

Voorspellingen doen (over tekst/tekstdeel).

2.       Hypotheses controleren en testen.

Doelgericht lezen (zoekend, globaal, intensief of kritisch).

Feedback vragen.

Vragen om verheldering.

Samenwerken.

3.       Persoonlijk maken van kennis en vaardigheden: koppelen aan eigen kennis om kennis te kunnen gebruiken.

Verbinden met persoonlijke ervaringen.

Eigen voorbeelden bedenken.

Voorkennis activeren.

4.       Geheugen trainen: dat wat daar komt, beschikbaar voor later.

Herhalen.

Aantekeningen maken.

Associëren.

Rijmen.

Imiteren.

Oefeningen maken.

Toepassen in situaties.

5.       Leren gevoelens te gebruiken: invloed op het leren van hoe hij zicht voelt, kunnen sturen.

Moed inpraten.

Jezelf schouderklopjes geven.

Successen bijhouden.

Humor.

Ontspannen tussendoor (sport, muziek).

6.       Het leren beheersen door plannen, organiseren, evalueren en bewaken.

Leerdoelen stellen.

Voortgang bijhouden.

Voor de les nieuwe leerstof doorkijken, nagaan of je iets goed begrepen hebt.

Taken plannen.

Vaststellen waar je op gaat letten.

Besluiten je niet af te laten leiden.

Afspraken maken om met anderen samen te werken.

Zorgen voor een goede leeromgeving.

Huiswerk plannen.

7.       Beperkingen omzeilen: als hij niet de juiste woorden heeft, toch laten zien met andere woorden wat hij wel weet/kan.

Omschrijvingen geven.

In andere woorden herhalen.

Letterlijk vertalen.

Gebaren maken.

Talen leren

Het leren van talen doen mensen al sinds de Oudheid. Al snel kwamen mensen erachter dat het onhandig is om alle losse regeltjes en woordjes uit je hoofd te leren. Ze ontdekten dat er overeenkomsten zijn tussen talen en dat je sneller een taal leert als je die kent. Ook zijn er bepaalde kernwoorden waar weer andere woorden vanaf zijn geleid.

 

 

Deze module helpt je om sneller en makkelijker de talen te leren. Je krijgt handvatten die je kunt gebruiken bij het maken/leren van je huiswerk en het voorbereiden op toetsen.

Timothy leerde zichzelf zo 20 vreemde talen. Zijn belangrijkste tip: maak leren leuk. Als je van R&B muziek houdt, luister dat dan in die taal. Zoek naar de overeenkomsten tussen talen, dat maakt het makkelijker. Voor het volledige artikel zie de link: http://www.sevendays.nl/archief/jongen-spreekt-twintig-talen

 

Tips

Hier komen alle tips die we gaandeweg verzamelen.

De eerste tips komen van Jan:

 

De mnemotechniek is ook een interessante: http://www.sneleentaalleren.nl/technieken/woordjes-leren-krachtige-geheugentechniek/

Bij het leren is het belangrijk dat je de woorden hoort én ziet. Voer aan het begin van een nieuw hoofdstuk bij Frans, Engels, Duits of Nederlands alvast alle woordjes in in een Wozzel (klik op de link om je eigen gratis account aan te maken). Neem dan 2x in de week (vaker mag ook) de woordjes even door.

Dit programma houdt bij welke woordjes je kent, welke je na een tijdje vergeet en geeft de woordjes ook in een zin. Je taalvaardigheid wordt er snel beter van!

 

Luisteren naar de doeltaal en lezen helpt ook om de taal beter te leren (zie het kopje 'voorbeelden').

Verder heeft jullie taalmethode een digitale licentie. Via Magister kun je de woordjes leren, grammatica oefenen en diagnostische toetsen doen. Dat geeft je een goede indruk of je de stof écht beheerst.

Een eigen woordenboek maken

Of je nu leert voor Nederlands, Engels, Frans of Duits, het maken van een eigen woordenboek met de woorden die je moet leren is verreweg het meest effectief als je het als volgt aanpakt:

  1. Noem het woord.
  2. Geef de betekenis van het woord.
  3. Maak er een voorbeeldzin bij.
  4. Teken er een afbeelding bij.

Dat ziet er dan als volgt uit:

Vergeten - to forget - I forgot what I learned yesterday -

 

Auto - la voiture - Mon père a une voiture rouge -

Bouwstenen

De bouwstenen in taaluitingen bestaan altijd uit de w&h vragen (wie, wat, welke, waarom, waar, hoe).

Iemand doet iets met een bepaalde reden op een bepaalde manier op een bepaalde plek.

De moderne talen hebben als basisvorm:

  • Onderwerp - persoonsvorm - ander zinsdeel.
  • Bij lange zinnen ook wel: ander zinsdeel - persoonsvorm - onderwerp.
  • Bij vraagzinnen: persoonsvorm - onderwerp - ander zinsdeel.

Voorbeelden

Een onderwerp en persoonsvorm komen in de meeste zinnen voor. Daarnaast volgt er dan informatie over wat/wanneer/aan wie. In talen is de volgorde niet altijd hetzelfde. Vandaar dat je even goed moet kijken naar de grammaticaregels. Snap je deze, dan wordt het maken van zinnen een eitje/piece of cake.

Ik ga morgen naar mijn tante.

I'm going to my aunt tomorrow.

Het begin is hetzelfde, de twee laatste zinsdelen zijn omgedraaid. Verzamel zo veel mogelijk van dit soort voorbeelden en vraag je leraar er ook naar. Je maakt dan al snel professionele zinnen in elke taal!

Persoonsvorm en onderwerp

Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar: iemand/iets doet iets.

In elke taal heb je de volgende vormen:

1e persoon enkelvoud   ik

2e persoon enkelvoud  jij

3e persoon enkelvoud  hij/zij

1e persoon meervoud  wij

2e persoon meervoud     jullie

3e persoon meervoud    zij

 

De persoonsvorm wijzigt mee met het onderwerp

Ik vraag              I ask             Je demande                       Ich frage
Hij vraagt           He asks        Il demande                         Er fragt
Wij vragen         We ask         Nous demandons              Wir fragen
Ik vroeg              I asked        J’ai demandé                      Ich fragte
Hij vroeg            He asked      Il a demandé                      Er fragte
Wij vroegen       We asked     Nous avons demandé        Wir fragten

Signaalwoorden

In elke taal geven signaalwoorden aan hoe je infomatie met elkaar in verband kunt brengen. Om een tekst goed te begrijpen, moet je snappen wat stukjes informatie met elkaar te maken hebben. Hieronder vind je overzichten van deze signaalwoorden en verbanden. Nu niet alleen voor Nederlands, maar ook voor de andere talen!

 

Spreken: gebruiken wat je weet

Moet je een presentatie houden in een andere taal of ben je op vakantie in een ander land, geneer je dan niet maar begin gewoon. Gebruik zoveel mogelijk woorden die je al kent en bouw daar zinnetjes mee. Weet je een woord niet, dan omschrijf je het gewoon. Luister vooral veel naar native speakers. Zo bouw je al snel een goede woordenschat op.

Een manier om snel korte zinnen te leren maken is om strips te lezen in een andere taal of televisieprogramma's voor kleuters te bekijken. Het klinkt raar, maar je steekt er heel veel van op.

Op deze site kun je zelfs op de tekstballonnen klikken om de woorden te vertalen: http://www.leermetstrips.nl/

 

Niveaus van vragen in een toets

Het onderwijs verandert. Steeds meer wordt er een beroep gedaan op de 'hogere denkvaardigheden' zoals analytisch vermogen, creativiteit en het kunnen evalueren (reflecteren). In toetsen wordt daarom steeds minder alleen kennis getoetst. Die kennis heb je wel nodig om de hogere niveaus van vragen aan te kunnen, dus ook de lagere denkvaardigheden blijven belangrijk (kennis, inzicht en toepassing). Daarnaast wordt echter van je verwacht dat je verbanden kunt leggen of dat je de kennis creatief kunt toepassen.

Bij talen betekent dat dat je zinnetjes moet kunnen maken, een verhaal schrijven of een gesprek kunnen voeren. Dat begint bij 'stampen' van de woordenschat en vervolgens veel oefenen.

Wat voor soort toetsvragen verwacht je bij de verschillende niveaus?

Voorbeelden in rap, strips of filmpjes

 

 

Tutorials op Youtube zijn er ook in het Frans:

Op deze site vind je een link naar veel Franse kranten: http://www.allesfrans.com/spip/spip.php?article1331#.WDiexYWcFlY

Ook voor de andere talen kun je dergelijke links vinden.

 

Nog beter: schrijf je eigen songtekst met de woorden die je moet leren! Zeker weten dat je ze dan onthoudt!

Lezen om te onthouden

Studerend lezen houdt in dat je leest om kennis op te doen, te onthouden en in eigen woorden te kunnen navertellen. Dat is de basis van het leren, gericht op kennis. Tijdens een proefwerk wordt echter veel meer verwacht, namelijk dat je de kennis ook kunt toepassen in andere situaties én dat je de kennis op een duidelijke manier kunt overdragen. 

Je leert:

  • Een vaste aanpak voor het bestuderen van teksten, waaronder:
    • Het vaststellen van het onderwerp en deelonderwerpen.
    • Het herkennen van kernwoorden.
    • Met behulp van een mindmap de kennis in eigen woorden navertellen.
  • Het formuleren van duidelijke antwoorden, waarbij:
    • Je je antwoord begint met het herhalen van de kern van de vraag en vervolgens een compleet antwoord geeft volgens een vast model.
  • De vraag van een proefwerk begrijpen en inschatten welk antwoord van je wordt verwacht.

Werkwijze

Voor leren gebruik je je werkgeheugen en je lange termijngeheugen.

Je gaat leren hoe je de werking van je geheugen kunt beïnvloeden door informatie te verdelen in 'hapklare brokken'.

 

Een mooi voorbeeld zie je in dit filmpje:

 

 

Niet noodzakelijk, maar ook interessant (over hoe je optimaal kunt presteren, ook onder stress):

Vaste aanpak bestuderen van teksten

Voordat je met studeren begint, start je met oriënterend lezen en globaal lezen (leesstrategie begrijpend lezen).

  1. Je kijkt naar de titel, kopjes en afbeeldingen en bepaalt het onderwerp van de tekst.
  2. Het onderwerp zet je in het midden van een mindmap.
  3. Je kijkt naar de kopjes en leest de eerste en laatste zin van de alinea onder het kopje.
  4. Je maakt van het kopje een vraag waarop je het antwoord verwacht in de tekst. Dit zet je in de mindmap.
  5. Je leest de tekst onder de kopjes precies en geeft het antwoord op je vraag in de mindmap in steekwoorden weer.

Een voorbeeld

Ze behoren tot de kleinste salamanders ter wereld en zijn waarschijnlijk net op tijd ontdekt: ze dreigen namelijk binnen 50 jaar uit te sterven.

Onderzoekers ontdekten de piepkleine salamanders in de afgelegen gebergten van Oaxaca (een staat in Mexico). De salamanders behoren tot het geslacht Thorius. De volwassen salamanders uit dit geslacht zijn de kleinste met vier poten en een staart uitgeruste organismen op aarde. Hun lichaampjes zijn korter dan een lucifer.

Nieuw
De drie nieuwe soorten hebben de namen Thorius pinicola, Thorius longicaudus en Thorius tlaxiacus gekregen. Wetenschappers kenden de salamanders al een tijdje, maar realiseerden zich recent pas dat het om drie nieuwe (nog niet beschreven) soorten gaat.

Thorius pinicola. Foto: Mario García-París.

Thorius pinicola. Foto: Mario García-París.

Uitsterven
De kans is groot dat we deze nieuwe salamandersoorten maar net op tijd hebben ontdekt. Hoewel de salamanders uit het geslacht Thorius ooit talrijk waren, zijn hun aantallen nu klein. Slechts zelden worden in het wild nog levende individuen uit het geslacht aangetroffen. “Salamanders in de hooglanden van Mexico bevinden zich dichterbij uitsterven dan elke andere salamander op aarde,” stelt onderzoeker David Wake. Dat komt met name door infectieziekten en doordat hun leefgebied wordt aangetast.

Een salamander uit het geslacht Thorius (T. pennatulus). De botten zijn rood, het kraakbeen is blauw en de overige zachte weefsels zijn transparant. Wat natuurlijk opvalt, zijn de grote ogen. Het hoofd van deze salamander is 3 millimeter lang. Afbeelding: James Hanken.

Thorius werd in de negentiende eeuw ontdekt en 75 jaar lang dachten onderzoekers dat het geslacht maar één soort herbergde. Maar in de twintigste eeuw werden verschillende nieuwe soorten ontdekt. Inmiddels zijn ons – inclusief de drie soorten die recent zijn ontdekt – 29 soorten bekend. Bijna al deze soorten staan te boek als bedreigd of ernstig bedreigd en volgens onderzoekers kan Thorius wel eens het meest bedreigde amfibieëngeslacht ter wereld zijn. Er lijkt een gerede kans dat alle levende soorten ergens in de komende vijftig jaar verdwijnen.

Mindmap

Bij het beantwoorden van je kernvragen kom je informatie tegen die hier wel mee te maken heeft, maar niet bij het beantwoorden van de vraag hoort. Deze geef je weer in een ander kleurtje.

Een ander voorbeeld

Soms staan er geen kopjes in de tekst. Je zoekt dan per alinea naar de kernzinnen. Dit zijn de belangrijkste zinnen in een alinea.

 

Mindmap

Werk altijd met vragen die je vervolgens in steekwoorden beantwoordt.

Complete antwoorden op inzichtvragen

Denken zichtbaar maken

Bij inzichtvragen wil de docent begrijpen hoe je denkt. Meestal zijn het vragen waarbij er om een verband wordt gevraagd: oorzaak-gevolg, doel-middel, reden-gevolg, enzovoort. Het kan echter ook zijn dat er gevraagd wordt hoe je bepaalde kennis in een nieuwe situatie zou kunnen gebruiken ('Wat zou je doen als...?').

Het komt regelmatig voor dat je even wat denktijd nodig hebt om zo'n antwoord goed te formuleren. Door tijdgebrek komt het antwoord dan minder compleet op papier dan je zou willen/moeten.

Deze Wikiwijs is bedoeld om je te helpen de radartjes in je hersenen sneller en doeltreffender te laten werken, zodat je in korte tijd een compleet, duidelijk antwoord op papier krijgt. Naarmate je vaker hebt geoefend, zul je merken dat het beantwoorden van inzichtvragen steeds makkelijker wordt.

Succes!

 

 

 

 

 

Inzicht is meer dan kennis

Inzicht is niet hetzelfde als kennis. Kennis bestaat uit feiten uit je hoofd leren. Inzicht houdt in dat je die kennis op een bruikbare manier inzet in verschillende situaties.

Een voorbeeld:

Kennis: wat is een hamer? Een hamer is een klop- of slagwerktuig. Een hamer bestaat uit een steel, het handvat, met aan het eind de hamerkop. 

Inzicht: hoe krijg ik die spijker in de muur? Door met een hamer op de spijker te slaan, verdwijnt de spijker langzaam in de muur. Je moet niet te hard slaan, want dan sla je de spijker krom. Je moet ook goed mikken, anders sla je op je vinger.

Inzichtvragen

Bij inzichtvragen wordt je gevraagd verbanden te leggen. Voorbeelden zijn:

- Wat zijn de oorzaken van de opwarming van de aarde?

- Met welk doel is deze tekst geschreven en waar kun je dat uit opmaken?

- Met welke argumenten onderbouwt de schrijver zijn standpunt?

Handig:

Elk type vraag heeft een vast aantal onderdelen die in het antwoord horen. Als je dat weet, kun je die onderdelen eerst in klad (bijvoorbeeld in een mindmap) opschrijven. Daar maak je dan goedlopende zinnen van en klaar!

Dit ga je oefenen aan de hand van een aantal voorbeelden. Lees eerst de theorie en maak dan de opdrachten.

 

Schrijven voor een toets

Een vast stramien

Ken je dat, je ziet een toetsvraag en onmiddelijk komt er in je hoofd een netwerk aan informatie op. Je denkt 'moet ik dat allemaal gaan opschrijven?' Dat lijkt je wat veel. Je maakt een keuze en het blijkt de verkeerde te zijn. De docent rekent het fout omdat je niet volledig bent of een deelaspect hebt behandeld. Natuurlijk weet je de rest ook wel, maar dat weet de docent niet. Frustraties alom.

Hieronder zie je per vraagsoort een antwoordmodel. Daarbij staan voorbeelden. De dikgedrukte woorden komen vaak voor in een dergelijk antwoord. Je zult zien dat je heel gestructureerd de vraag kunt beantwoorden zonder dat het je een lamme hand oplevert.

1. Vraag naar een relatie tussen gebeurtenissen en verschijnselen.

Bepaal eerst wat voor relatie er is: oorzaak-gevolg, doel-middel, chronologische volgorde?

Een antwoord kan er dan zo uitzien:

Oorzaak-gevolg: De Amerikanen gebruikten het landbouwgif Orange Agent in Vietnam. Hierdoor kregen veel Vietnamezen kanker.

Doel-middel: De Amerikanen gebruikten het landbouwgif Orange Agent om de bomen te ontbladeren voor beter zicht.

Chronologie: Veertig jaar geleden gebruikten de Amerikanen het landbouwgif Orange Agent. Veel Vietnamezen kregen toen kanker. Nu nog steeds worden veel Vietnamezen ziek door de vervuilde bodem. De Amerikanen gaan de bodem saneren.

2. Vraag naar verschillen en overeenkomsten

Hiervoor is het Venn-model heel handig. Dit is een schema om de kenmerken van iets in te zetten. De overeenkomsten komen in het midden:

3. Vragen om een toelichting

Je begint met het beschrijven van het gevraagde. Daarna volgt de toelichting. Bijvoorbeeld:

Kernsplijting is een proces waarbij een zware onstabiele atoomkern zich deelt of splijt in twee of meer lichtere kernen, waarbij aanzienlijke hoeveelheden energie vrijkomen. Een neutron botst met de kern van een splijtbaar atoom. Daardoor deelt deze zich in verschillende splijtingsproducten: atoomkernen gammafotonen, neutrino's en snelle neutronen. De energie is als volgt verdeeld: 3,5% gammastraling, 2,5% snelle neutronen en 94% in de kinetische energie van de brokstukken, die door de elektrostatische afstoting versneld worden tot 3% van de lichtsnelheid.

4. Vragen om voorbeelden

Voorbeelden van organen zijn:

- maag

- oog

- tong

- dunne darm

- enz.

 

Oefeningen

Bij de volgende oefeningen kun je je antwoord steeds controleren. Vergelijk de antwoorden met het antwoordmodel. Kijk goed of je dezelfde onderdelen in je tekst hebt staan. Je hoeft het niet letterlijk hetzelfde te formuleren, maar de dikgedrukte onderdelen horen er echt in.

Zorg ook dat je altijd in hele zinnen antwoordt, dus een onderwerp, persoonsvorm en ander zinsdeel (OPA).

Test:Oefeningen antwoordmodellen

Bedenk nu zelf vragen voor je klasgenoten waarmee je hun inzicht kunt beoordelen. Plaats je vraag op:

https://padlet.com/anjajmschoots/Inzichtvragen

Toetsvragen interpreteren

Er zijn verschillende soorten toetsvragen:

- Gericht op kennis.

- Gericht op het toepassen van kennis.

- Gericht op inzicht.

We richten ons met name op de laatste twee soorten vragen. Je ziet hieronder een aantal voorbeelden met een uitleg over hoe je zo'n vraag kunt aanpakken.

Voorbeeld 1, geschiedenis

In het begin van de vierde eeuw voor Christus werd in Athene de regel ingevoerd dat de burgers voor het bijwonen van de volksvergadering presentiegeld kregen. Dit wordt beschouwd als een belangrijke stap in het democratiseringsproces in de Atheense stadstaat. Leg dit uit.

Aanpak

Er zijn een paar kernwoorden in deze vraag: presentiegeld en democratiseringsproces. Deze twee woorden moet je met elkaar in verband brengen.

Daarvoor heb je kennis nodig: wat is presentiegeld en wat is een democratiseringsproces?

Vervolgens moet je aangeven op welke manier presentiegeld geleid heeft tot democratisering.

Antwoordvoorbeeld

Door het presentiegeld konden ook arme(re) burgers deelnemen aan de volksvergadering, waardoor een groter deel van de Atheense burgers aan (de controle op) het bestuur kon deelnemen.

Voorbeeld 2, geschiedenis

De Franse koning Lodewijk IX de Heilige gaat in 1248 met zijn leger op kruistocht. Jean de Joinville (1224-1317) neemt op 6 juni 1249 deel aan de landing van Franse troepen onder leiding van de koning bij de Egyptische plaats Damiate.  Omstreeks 1308 schrijft Jean de Joinville daarover:
 
Toen wij de Turken zagen aankomen, plaatsten we de punten van onze schilden en de handgrepen van onze lansen in het zand met de punten naar hen gericht. Maar toen zij zo dichtbij waren, dat ze de lansen bijna in hun lichaam zagen dringen, draaiden zij zich om en vluchtten. Aan onze linkerzijde landde de graaf van Jaffa, die een volle neef was van de graaf van Montbéliard, en van het geslacht Joinville. Hij landde met de grootste pracht, want zijn galjoen kwam aan, geheel beschilderd met zijn familiewapen, welk wapen bestond uit goud en een kruis gemerkt met rood. Hij had minstens driehonderd roeiers in zijn galjoen en iedere roeier droeg een schild met het wapen van de graaf erop. Aan ieder schild was een wimpel bevestigd, met zijn wapen in goud bewerkt.

Leg uit waarom dit laat zien dat het leger feodaal in plaats van nationaal is georganiseerd.

Aanpak

Je moet weten wat feodaal betekent. Welke voorbeelden hiervan vind je in de tekst? Deze som je op. Als je zo'n vraag krijgt, lees dan eerst de vraag voordat je de tekst gaat lezen. Bij het lezen van de tekst, kun je dan oppervlakkiger lezen omdat je alleen zoekt naar feodale voorbeelden. Dat bespaart je tijd. Deze kun je dan gebruiken om het antwoord goed te formuleren. 

Antwoordvoorbeeld

De beschrijving van de ridders die vechten met het familiewapen van hun eigen lokale edelman, laat zien dat er gevochten wordt voor de eigen (feodale) heer (en niet voor Frankrijk).

Voorbeeld 3, aardrijkskunde

Van de landen die cacaobonen verbouwen, exporteert één land een relatief klein deel van de eigen cacaobonen (zie onderstaande afbeelding). Geef
− de naam van dit land;
− een oorzaak waardoor dit land een relatief klein deel van de eigen cacaobonen exporteert. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanpak

Dit is een inzichtsvraag. Je moet eerst zien welk land in verhouding het minst exporteert. Dat hoeft niet persé het laagste absolute getal te zijn. Je moet dus goed naar de ronde cirkels kijken en zien waar de export veel kleiner is dan de productie. Vervolgens moet je inschatten hoe het komt dat dat land minder exporteert. Ook dit vraagt weer wat voorkennis over de situatie in dat land.

Antwoordvoorbeeld

Indonesië.

De oorzaken zijn: 

− In dit land worden relatief veel cacaobonen verwerkt tot halffabricaten en eindproducten.
− Dit land heeft een relatief grote interne markt (voor cacaoproducten).


 

 

Slot

Deze Wikiwijs is niet volledig. Er zijn nog veel meer manieren om effectief te leren. Bedenk dat er altijd een manier is die voor jou werkt. Haal je nog onvoldoendes? Des te meer reden om te blijven zoeken naar die éne manier die voor jou succesvol  is. Geef nooit op en vraag om hulp. Alleen dan zorg je dat je talenten optimaal tot hun recht komen!

Succes!

 

 

  • Het arrangement Leren leren is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Anja Schoots Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-01-05 12:42:32
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Schoots, Anja. (z.d.).

    Studerend lezen

    https://maken.wikiwijs.nl/91533/Studerend_lezen

    Schoots, Anja. (z.d.).

    Talen leren

    https://maken.wikiwijs.nl/89475/Talen_leren

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Oefeningen antwoordmodellen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.