Balansmethode

Balansmethode - 1

Een balans is in evenwicht.
Als je van beide kanten van de balans hetzelfde weghaalt, blijft de balans in evenwicht.

Op de balans liggen links vier rode doosjes met een onbekend gewicht en drie gewichtjes van 1 gram.
Rechts liggen twee dezelfde rode doosjes en negen gewichtjes van 1 gram.

Aan beide kanten worden twee rode doosjes en drie gewichtjes van 1 gram weggehaald. De balans blijft in evenwicht. Met de
rechterbalans zie je dat één rood doosje 3 gram weegt.

Balansmethode - 2

Bij het oplossen van een vergelijking kun je vaak denken aan een balans.

\(4\cdot x+3=2\cdot x+9\)
\(2\cdot x+3=9\)
\(2\cdot x=6\)
\(x=3\)

De vergelijking blijft 'in evenwicht' als je aan beide kanten dezelfde bewerking uitvoert. Deze manier van oplossen wordt de balansmethode genoemd.

In een vergelijking kunnen natuurlijk ook negatieve getallen voorkomen.
Dan is het misschien wat lastiger om aan een balans te denken. Maar de vergelijkingen kun je wel oplossen met de balansmethode.

\(3\cdot x-2=-2\cdot x+13\)
\(5\cdot x-2=13\)
\(5\cdot x=15\)
\(x=3\)

 

Balansmethode - Voorbeeld 1

Hiernaast zie je een balans.
Links liggen \(5\) rode blokjes en \(3\) blokjes van \(4\) gram. Rechts liggen \(3\) rode blokjes en \(5\) blokjes van \(4\) gram.
Bij de balans hoort de vergelijking: 
\(5\cdot x + 12 = 3\cdot x+20\)

Bekijk de volgende stappen om te zien hoe je de vergelijking kunt oplossen.

  • Haal aan beide kanten evenveel blokjes van \(4\) gram weg.
    Je houdt links \(5\) rode blokjes over. 
    Rechts blijven \(3\) rode blokjes en \(2\) blokjes van \(4\) gram liggen: \(5\cdot x=3\cdot x+8\)

  • Haal aan beide kanten evenveel rode blokjes weg.
    Je houdt links \(2\) rode blokjes over. 
    Rechts blijven \(2\) blokjes van \(4\) gram liggen: \(2\cdot x=8\)
    Ieder blokje weegt \(4\) gram. De oplossing van de vergelijking is: \(x=4\)

Balansmethode - Voorbeeld 2

Je ziet twee figuren.

De omtrek van het bovenste figuur is \(6\cdot a + 16\).

De omtrek van het onderste figuur is \(2\cdot a+28\).

Als je wilt weten voor welke waarde van a de figuren dezelfde omtrek
hebben, moet je de vergelijking \(6 \cdot a + 16 = 2 \cdot a + 28\) oplossen.

Dat kan met de balansmethode.
De oplossing is \(a =3\).

  • Het arrangement Balansmethode is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2016-11-25 09:53:26
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Rekenen/wiskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare