Verwijswoorden

Verwijswoorden

Een verwijswoord verwijst naar een of meerdere woorden in een zin.
Het woord waarnaar verwezen wordt, noem je antecedent.

Voorbeelden

  • Het paard dat op stal staat, is van mijn tante.
    Dat verwijst naar het paard.
    Dat ➜ verwijswoord       Het paard ➜ antecedent
  • De bal waarmee ik gisteren voetbalde, ligt nu in de sloot.
    Waarmee verwijst naar de bal.
    Waarmee ➜ verwijswoord     De bal ➜ antecedent


De verwijswoorden 'die' en 'dat'
Met die verwijs je naar een de-woord.
Met dat verwijs je naar een het-woord.

Voorbeelden

  • Het is mijn familie, die ik zolang gemist heb.
    Die ➜ verwijswoord       mijn familie ➜ antecedent
  • Het boek dat daar ligt, is van mijn beste vriendin.
    Dat ➜ verwijswoord       het boek ➜ antecedent

Verwijswoord 'wie'
Met aan wie, met wie, voor wie, tegen wie enzovoort verwijs je naar mensen.

Voorbeeld

  • Ik vind die jongen met wie jouw zus verkering heeft niet zo aardig..
    met wie ➜ verwijswoord       die jongen ➜ antecedent

Verwijswoorden met  'waar'
Waarmee, waarvoor en waartegen gebruik je als het niet om mensen gaat.

Voorbeeld

  • De bal waarmee jullie net hebben gevoetbald ligt in de tuin van de buren.
    waarmee ➜ verwijswoord       de bal ➜ antecedent

Colofon

Het arrangement Verwijswoorden is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
2020-04-01 12:22:11
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
Leerinhoud en doelen
Nederlands;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Trefwoorden
kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare

Downloaden

Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

Metadata

LTI

Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

Arrangement

IMSCC package

Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

Meer informatie voor ontwikkelaars

Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.

close
Colofon
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open