$Thema: Wonen VMBO basis-kader klas 1ti

Thema: Wonen VMBO basis-kader klas 1

Thema Wonen

Vooraf

Welkom bij het thema Wonen.

In dit thema staat wonen centraal.
Je gaat op zoek naar antwoorden op vragen die te maken hebben met wonen.
Bijvoorbeeld:

  • Waar onstonden rond 11000 v. Chr. de eerste stedelijke samenlevingen?
  • Hoe woonden de Romeinen 2000 jaar geleden?
  • Waarom zijn er in de middeleeuwen in Europa veel steden ontstaan?
  • Hoe ziet de buurt waar je woont eruit?
  • Welk huis kun je kopen?
  • Waarom wonen mensen in de buurt van een vulkaan?

Genoeg te doen. Aan de slag.

Planning

Het thema 'Wonen' bestaat uit de volgende onderdelen:

 

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur -
Ontstaan landbouw 2 lesuren Schema
Stedelijke samenleving    2 lesuren Piramide
Wonen Romeinen 2 lesuren Plattegrond villa
Eerste steden 1 lesuur Kaart van Nederland   
Van plan tot woning 2 lesuren Eigen keuze
Je eigen buurt 2-3 lesuren Eigen keuze
Huis te koop 2 lesuren Tabel
Ontwerp een wijk 2 lesuren Plattegrond
Extreme woonplekken 2 lesuren Artikel
Afsluiting 2 lesuren Tentoonstelling
Totaal 19 à 20 lesuren      

Ontstaan landbouw

Vooraf

Zoek op internet een afbeelding op over het leven van de eerste boeren.
Wat zie je op deze afbeelding?
Bespreek de afbeelding met een klasgenoot.

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • kunt het begrip nomade omschrijven.
  • aangeven wanneer de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden.
  • aangeven waar de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden.
  • beschrijven hoe de agrarische revolutie verlopen is
  • uitleggen wat het verschil is in levenswijze tussen jagers-verzamelaars en boeren.

Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het maken van een schema.
In het schema maak je duidelijk wat het verschil in levenswijze is tussen jagers-verzamelaars en boeren.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Theorie Kennisbank bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Bron over ontstaan landbouwgemeenschap bestuderen en sleepoefening maken.
Stap 3 Alleen Informatie over het houden van dieren lezen en sleepoefening maken.
Stap 4 Alleen + samen Verschillen in levensstijlen tussen boeren en jagers-verzamelaars bespreken met klasgenoot. Schema (tabel) in Word maken.
Stap 5 Alleen + samen Informatie over levensstijlen boeren en jagers-verzamelaars in een schema plaatsen.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Kennisbank geschiedenis

KENNISBANK GESCHIEDENIS

 

 

Landbouw en landbouwsamenlevingen

Mensen hebben miljoenen jaren lang geleefd als jagers en verzamelaars. De ontwikkeling van de landbouw is pas heel laat op gang gekomen, waarschijnlijk ongeveer 11.000 jaar geleden.

Landbouw bestaat uit akkerbouw (verbouwen van granen en vruchten) en veeteelt (= het houden van dieren).
De overgang van jagen en voedsel verzamelen naar landbouw is heel belangrijk geweest voor de geschiedenis.
Toen de omstandigheden gunstig waren gingen mensen zelf voedsel verbouwen.
Wilde graansoorten werden bij de nederzettingen verbouwd en brachten steeds meer voedsel op.
De noodzaak om al rondtrekkend voedsel te verzamelen was daarmee voorbij.

Landbouwers leefden niet meer als nomaden, maar bleven voor lange tijd wonen op dezelfde plek.

 

 

Eerste landbouwers in het Midden-Oosten

In het Midden-Oosten leefden de eerste landbouwers. De oevers van de rivieren Eufraat, de Nijl en de Tigris boden vruchtbare grond.
Ongeveer 11.000 jaar geleden was het klimaat in dit gebied gunstig voor het verbouwen van allerlei graangewassen. Een gewas is een plantensoort die door boeren verbouwd worden.

Deze overgang van een samenleving van jager-verzamelaars naar een landbouwsamenleving wordt wel de agrarische revolutie genoemd.
Omdat de bevolking groeide, moesten mensen telkens op zoek naar nieuwe landbouwgronden.
Rond 5000 v Chr. bereikte de agrarische revolutie West-Europa.

Bekijk in welke vijf stappen de revolutie zich voltrok.

Een nieuwe levenstijl.

Bij landbouw paste een andere leefstijl dan bij het jagen en verzamelen. Een boer had zijn eigen stuk grond en bouwde daar ook een huis waar hij en zijn gezin voor altijd in konden wonen.

Een boer stelde ook andere eisen aan zijn woning dan een nomade. Er werd niet meer rondgetrokken en daarom maakte een boerengemeenschap alle seizoenen mee op één plek. De boerderij moest voldoende beschutting geven en flinke opslagplaatsen bieden voor de opbrengsten van het land.

 

 

 

 

Het houden van dieren

Bij het boerenbedrijf hoort ook het houden van dieren, veeteelt. De eerste dieren die door mensen werden gehouden waren de wolf, schapen, geiten en varkens. Het houden van dieren had veel voordelen. Er was voedsel binnen handbereik in de vorm van vlees en melk. Wol werd een belangrijke grondstof voor kleding en dieren konden bovendien nuttig werk verzetten.
Vanaf ongeveer 4000 v. Chr. was het dankzij het wiel en de ploeg mogelijk om met runderen grote stukken grond om te ploegen. De opbrengsten in de landbouw werden daardoor groter. Meer en beter voedsel had tot gevolg dat de bevolking ging groeien.

 

Boeren in Nederland

Vanaf ongeveer 5500 jaar voor Chr. vindt er ook in Nederland een omslag plaats. De rondtrekkende jagers kiezen een vaste plaats om te wonen. 
Door de bewoners werden bekers van klei gemaakt. Daarna werden ze gebakken in het open vuur.
De kommetjes werden vaak voorzien van ingekraste patronen. De potten hebben een wijde opening en worden daarom trechterbekers genoemd. 
De mensen die deze cultuur in Noord Nederland ontwikkelden waren de voorlopers van de eerste boeren. Ze worden in de geschiedenis het Trechterbekervolk genoemd. Trechterbekers zijn veel opgegraven uit grafmonumenten uit die tijd, de hunebedden.

 

 

 

 

 

 

Trechterbeker

De eerste boeren vestigden zich ruim 7000 jaar geleden (5000 v. Chr.) in Zuid-Limburg. Een boerengemeenschap bestond uit enkele tientallen mensen die samen een dorp bewoonden. De eerste boeren behoorden tot de Bandkeramische cultuur. Ze heten zo omdat ze in de buitenkant van hun aardewerk bandversieringen maakten. Het keramiek is vrijwel altijd gebakken löss (= hele fijne klei)

De boeren geloofden in een leven na de dood; hiernamaals, want er zijn grafgiften gevonden. Grafgiften zijn vaak wapens, gereedschappen en bekers met voedsel. Deze werden werden meegegeven in het graf, omdat men dacht dat de overledene ze in het hiernamaals nodig zou hebben.

Toets: OPDRACHT 1: Oefentoets Kennisbank Geschiedenis

Start

Stap 2: Ontstaan landbouw

OPDRACHT 2: Ontstaan landbouwgemeenschappen.
De eerste landbouwnederzettingen ontstonden in het Midden-Oosten.
In de Kennisbank heb je gezien dat er ook op andere plaatsen landbouwnederzettingen ontstonden.
De bron hieronder komt uit de Kennisbank.

Bekijk de bron. Gebruik de bron voor het maken van de sleepoefening.


Toets:Ontstaan landbouwgemeenschappen

Stap 3

Het houden van dieren
In de kennisbank heb je een stukje kunnen lezen over het houden van dieren.
Dat stukje staat hieronder nogmaals.

 

Bij het boerenbedrijf hoort ook het houden van dieren, veeteelt. De eerste dieren die door mensen werden gehouden waren de wolf, schapen, geiten en varkens. Het houden van dieren had veel voordelen. Er was voedsel binnen handbereik in de vorm van vlees en melk. Wol werd een belangrijke grondstof voor kleding en dieren konden bovendien nuttig werk verzetten.
Vanaf ongeveer 4000 v. Chr. was het dankzij het wiel en de ploeg mogelijk om met runderen grote stukken grond om te ploegen. De opbrengsten in de landbouw werden daardoor groter. Meer en beter voedsel had tot gevolg dat de bevolking ging groeien.

Toets: OPDRACHT 3: Het houden van dieren

Start

Stap 4: Nieuwe levensstijl

Een nieuwe levenstijl.

Bij landbouw paste een andere leefstijl dan bij het jagen en verzamelen. Een boer had zijn eigen stuk grond en bouwde daar ook een huis waar hij en zijn gezin voor altijd in konden wonen.

Een boer stelde ook andere eisen aan zijn woning dan een nomade. Er werd niet meer rondgetrokken en daarom maakte een boerengemeenschap alle seizoenen mee op één plek. De boerderij moest voldoende beschutting geven en flinke opslagplaatsen bieden voor de opbrengsten van het land.

 

 

 

 

OPDRACHT 4: Open het Word-bestand hieronder en zet in het schema de verschillen in de manier van leven.

Open bestand OPDRACHT 4: Tabel jagers en boeren

Stap 5: Afronden

OPDRACHT 5:
Je gaat de de opdracht afronden.

Open het Worddocument met het schema uit stap 4.

Geef onder het schema antwoord op de volgende twee vragen:

5 a. Wanneer ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen?

5 b. Waar ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen?


Klaar?
Laat het schema en de antwoorden op de vragen beoordelen door je docent.

Begrippen

Agrarisch = alles wat met de landbouw te maken heeft.

Revolutie = een grote verandering

Agrarische revolutie = De overgang van jagen en voedsel verzamelen naar landbouw (akkerbouw en veeteelt)

Veeteelt = het houden van vee, vooral koeien, schapen, geiten en varkens.

Akkerbouw = het verbouwen van granen en groenten.

Landbouw = Veeteelt en akkerbouw

Nomaden = mensen zonder een vaste woonplaats, ze trekken rond.

Aardewerk = potten, bekers, schalen en kommen gemaakt van klei of leem.

Trechterbekercultuur = Manier van leven van de Hunebedbouwers, die potten maakten in de vorm van een trechter.

Bandkeramiekers = een boerenvolk in Limburg die hun aardewerk versierden met banden.

Hiernamaals = Geloven in en leven na de dood.

Prehistorie = De tijd vóór dat men kon schrijven.

Historie = De tijd dat men kon schrijven (vanaf ongeveer 3000 voor Christus).

 


 

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

Video: Landbouwoverschot

Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Stedelijke samenleving

Vooraf

Wat weet je al over het ontstaan van de eerste steden?

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • aangeven waar de eerste steden ontstonden.
  • minimaal twee voorbeelden geven van beroepen die ontstonden in de eerste steden.
  • beschrijven dat geloof een belangrijke rol speelde in de eerste steden.
  • uitleggen dat er ongelijkheid ontstond tussen de inwoners binnen een stad.
  • het begrip klassenmaatschappij uitleggen.

Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het maken van een piramide.
In de piramide maak je duidelijk dat er sprake was van een klassenmaatschappij.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Theorie Kennisbank bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Sleepoefening over het succes van de landbouw maken.
Stap 3 Samen Bespreken waarom de waterhuishouding belangrijk was.
Stap 4 Alleen Toets maken over de stedelijke samenleving.
Stap 5 Alleen Piramide maken over de klassenmaatschappij.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1

Stedelijke samenleving
Na het ontstaan van de landbouw ontstonden de eerste nederzettingen (= plek waar mensen gaan wonen).
Sommige van deze nederzettingen groeiden uit tot steden.

Bestudeer uit de Kennisbank Geschiedenis:

 

De eerste steden werden gebouwd in het gebied van de vruchtbare Sikkel: Mesopotamië (nu Irak).  Het succes van de landbouw maakte de opkomst van steden mogelijk. Boeren produceerden zoveel voedsel, dat ze het konden gaan verkopen. Mensen hoefden dus niet meer hun eigen voedsel te verbouwen en specialiseerden zich in een bepaald beroep. Een boer had geen tijd om manden te vlechten of brood te bakken, dus gaat hij naar een mandenmaker of vlechter. Dicht bij elkaar wonen in de stad werd daarom aantrekkelijker.
Er kwamen klassen in de maatschappij, de macht was ongelijk verdeeld. Onderaan de boeren, daarboven een klasse van ambtenaren en bovenaan de machtige klasse van priesters. Een vorst (koning) had de hele macht.

 

Toets:OPDRACHT 1: Succes van landbouw

Stap 2: Succes van landbouw

De maatschapppij in de eerste steden was strak georganiseerd. Er was geen gelijkheid tussen de mensen. Er was sprake van belangrijke en minder belangrijke mensen. Mensen geloofden dat de koning of vorst zijn macht had gekregen van de goden.
Godsdienst bepaalde het dagelijks leven. De arme klasse van boeren en slaven aanvaardde haar lot omdat ze niet wilde ingaan tegen de wil van de goden.

Er waren vele goden in het oude Mesopotamië. Elk belangrijk onderwerp in het leven van mensen werd beïnvloed door een god. Zo was er een god van de oorlog, van de liefde, van het water, van de oogst, en nog veel meer.
In de eerste steden in Mesopotamië werden tempels gebouwd. Deze vaak grote bouwwerken speelden een belangrijke rol bij de verering van de goden. De tempeltorens werden gebruikt voor het vereren van goden gebruikt en om de hemel te bestuderen.

Toets: OPDRACHT 2: Stedelijke samenleving

Start

Stap 3: Waterhuishouding

Waterhuishouding en priesters

Waterhuishouding = de zorg voor dijken, dammen en kanalen in en rond de stad.

In de eerste steden was de macht ongelijk verdeeld. De vorst of koning had alleen de macht. Daaronder kwam de klasse van priesters die zorgden voor de godsdienstige plechtigheden.
Maar de priesters zorgden ook voor bestuurlijke taken.
De priesters waren verantwoordelijk voor de waterhuishouding.
Ook in tijden van oorlogsgevaar speelden priesters een belangrijke rol bij de organisatie van de verdediging van de stad.

Onder de klasse van priesters kwamen de ambtenaren. Zij noteerden de oogsten en controleerden of de boeren hun belasting wel betaalden. Jaarlijks betaalden de boeren een deel van de oogst zoals gerst, tarwe, dadels en wol.

OPDRACHT 3: Bespreek met een klasgenoot waarom de waterhuishouding zo belangrijk was.
Denk aan:

  • de rol van water in de landbouw;
  • rol van water bij de hygiëne;
  • rol van water bij het vervoer van artikelen;
  • rol van water bij ..... (zelf bedenken)

Stap 4: Toets

Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Stedelijke samenleving'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.


Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

 

Toets: OPDRACHT 4: Toets Stedelijke samenleving

Start

Stap 5: Hiërarchische maatschappij

Klassenmaatschappij

In de eerste steden was de macht ongelijk verdeeld. De vorst of koning had de absolute macht. Daaronder kwam de klasse van priesters die zorgden voor de godsdienstige plechtigheden. Daarnaast hadden priesters ook belangrijke bestuurlijke taken. De waterhuishouding in de vorm van dijken, dammen en kanalen werd door priesters geregeld. Ook in tijden van oorlogsgevaar speelden priesters een belangrijke rol bij de organisatie van de verdediging van de stad.

Onder de klasse van priesters kwamen de ambtenaren. Zij noteerden de oogsten en controleerden of de boeren wel voldeden aan hun belastingverplichting. Jaarlijks betaalden de boeren een deel van de oogst zoals gerst, tarwe, dadels en wol. Deze voorraden werden opgeslagen in enorme voorraadkamers bij de tempels. Een deel werd als voedsel gebruikt en een deel zo mogelijk als handelswaar.
Zo konden producten en grondstoffen worden geïmporteerd uit verre streken die men niet zelf kon produceren, zoals koper, tin, halfedelstenen en schelpen.


Er was sprake van een klassenmaatschappij.
Je kunt de belangrijkheid van de klassen weergeven
in een piramide.

Hieronder zie je zo'n piramide.

OPDRACHT 5: Bovenin de piramide staat de vorst. De minst belangrijke klasse komt onderaan.
  • Teken zelf zo'n piramide op een vel papier.
  • Zet in de piramide de verschillende klassen.
  • Zoek bij iedere klasse een passende afbeelding.

Klaar?
Laat je piramide beoordelen door je docent.

Begrippen

Waterhuishouding
De zorg voor dijken, dammen en kanalen zodat het water geregeld kan worden.

 
Schrift – kleitabletten
In het Nabije Oosten is het schrift ontwikkeld, bewaard bleven onder meer teksten op kleitabletten.
Vruchtbare Sikkel: Mesopotamië.
Gebied in het midden oosten waar de eerste steden zijn onstaan en het eerste schrift is ontwikkeld.
Nippur
Een van de eerste steden in Mesopotamië was Nippur. Nippur kun je een vergelijken met een moderne stad. Er waren scholen, bibliotheken, een ziekenhuis, badhuizen, winkelstraten en een soort cafés.
klassenmaatschappij
Dit houdt in dat mensen geordend zijn in bepaalde klassen. De hogere klassen hebben macht over de lagere klassen.

 


 

Wonen Romeinen

Vooraf

Zoek op internet een afbeelding van een Romeins huis.
Welke materialen worden hier gebruikt.
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoel
2000 jaar geleden was Rome al een stad met een miljoen inwoners.
Na deze opdracht kun je beschrijven hoe de arme en rijke Romeinen woonden.

Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het zoeken naar de Nederlandse namen voor de ruimten in een Romeinse villa. Je zoekt ook afbeeldingen van de verschillende ruimten.
De namen en afbeeldingen komen in het werkblad 'Romeinse villa'.

 

 

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Filmpje bekijken over water in het oude Rome en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Kennisbank over Romeinse villa's bestuderen en vraag beantwoorden.
Stap 3 Alleen Opdracht bij werkblad Romeinse villa maken en door de docent laten nakijken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Wonen in Rome

De meeste huizen in het oude Rome hadden geen stromend water.
De Romeinen gingen naar openbare wc's.
Ze wasten zichzelf in een van de badhuizen.
Deze badhuizen waren heel populair bij de Romeinen!

Bekijk het filmpje:

Beantwoord de volgende vragen:

 

Toets:OPDRACHT 1: Wonen in Rome

Stap 2: Villa's

Romeinse villa

Hiernaast zie je hoe een kleine Romeinse villa er uit zag.

De villa was opgebouwd uit een houten raamwerk.
Dat raamwerk was ingesmeerd met een mengsel van modder en stro. Het dak van de villa was gemaakt van rode dakpannen. De dakpannen waren van klei. Een deel van het dak werd vaak ondersteund door pilaren. Soms had een Romeinse villa stenen muren. De stenen werden bij elkaar gehouden door een soort cement. In de ramen van een villa zat glas. Het glas was meestal groen of blauw. En ongeveer net zo dik als het glas dat wij tegenwoordig gebruiken. Loden pijpen werden gebruikt als waterleiding. Sommige delen van de villa bestonden uit een houten raamwerk dat was ingesmeerd met een mengsel van modder en stro. Dit mengsel kon worden geschilderd in verschillende kleuren.

Toets: OPDRACHT 2: Villa's

Start

Stap 3: Verschillende ruimten

Verschillende ruimten

OPDRACHT 3

Download het werkblad: Romeinse villa

Op het werkblad zie je een 'open gemaakte' Romeinse villa.
Bij de afbeelding zie je de latijnse namen van de verschillende ruimten.
Die namen staan ook onder de afbeelding.
Achter sommige namen staat ook de Nederlandse naam.

Lukt het jou om van de andere ruimten ook de Nederlandse naam te vinden?
Ga op internet op zoek naar de Nederlandse namen.
Vul ze in op het werkblad.
Ga ook op zoek naar afbeeldingen van de verschillende ruimten.
Plak die afbeeldingen in het Worddocument.

Klaar?
Laat het werkblad beoordelen door je docent.

 

De eerste steden

Vooraf

Welke Nederlandse steden die voor het jaar 1500 bestonden ken jij?
Overleg je antwoorden met een klasgenoot.

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • twee voorbeelden noemen van ontwikkelingen die er toe geleid hebben dat rond het jaar 1000 de oogsten in de landbouw groter werden.
  • uitleggen waarom er in de tweede helft van de middeleeuwen veel steden in Nederland gesticht zijn.


Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het opzoeken van zes Nederlandse steden,
die ontstaan zijn tussen 1000 en 1500.
 Je tekent deze steden in op een kaart van Nederland.

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank bestuderen, filmpje bekijken en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Opdrachten maken bij kaart van Nederland.
Stap 3 Alleen + samen Jouw kaart met klasgenoot vergelijken en door de docent laten nakijken.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 1 lesuur nodig.

Stap 1: Eerste steden

Opkomst handel en ontstaan steden.

De vroege Middeleeuwen vormen een tijdperk waarin de rol van de steden beperkt was. Ongeveer vanaf het jaar 1000 ging dat veranderen. De bevolking groeide en er werden steden gebouwd waar handel werd gedreven.

De opkomst van handel en de bouw van nieuwe steden veranderde de samenleving. Nieuwe ontwikkelingen in de landbouw maakten het succes van de opkomende steden mogelijk.

 

Landbouw

Ontwikkelingen in de landbouw hebben in de geschiedenis vaak grote gevolgen gehad. In de vroege Middeleeuwen was het nog lastig om voldoende voedsel te produceren zodat alle mensen te eten hadden. Een misoogst kon gemakkelijk leidden tot een hongersnood of ondervoeding.

In de late Middeleeuwen, ongeveer vanaf het jaar 1000, veranderde er veel in de landbouw. Door betere landbouwtechnieken werden de oogsten groter. Overschotten in de landbouw leverden nieuwe mogelijkheden voor de handel.

Landbouwtechnieken

Rond het jaar 1000 waren bijna alle mensen werkzaam in de landbouw of daar direct van afhankelijk. Mensen werkten als horige (=slaaf) in dienst van een landheer of waren boer met een klein stukje grond dat van de heer werd gepacht (=gehuurd). Na het jaar 1000 werden in Europa steeds meer woeste gronden omgezet in landbouwgebied. Moerassen werden drooggemaakt en bossen gekapt. Dit noem je ontginningen. Het gebruik van de ijzeren ploeg (in plaats van de houten ploeg) en van het paard als trekdier boden nieuwe mogelijkheden. Boeren waren inmiddels overgegaan op het drieslagstelsel. Het risico van hongersnood door misoogsten werd zo kleiner. Door de ontginningen kon er meer grond worden bewerkt en de productie van voedselgewassen nam sterk toe. Omdat er grotere oogsten mogelijk waren, konden ook meer monden worden gevoed. Een sterke bevolkingsgroei was het gevolg. Zelfs met een groeiende bevolking was er sprake van overschotten aan landbouwproducten.
Deze overschotten werden verhandeld in een dorp of stad, die soms dienst deed als plaatselijke markt, maar soms ook uitgroeide tot een handelscentrum.

Drieslagstelsel

Een groot probleem in de vroege Middeleeuwen waren de misoogsten. Als een oogst mislukte waren honger en sterfte het gevolg.

Met het drieslagstelsel werd dat risico een stuk kleiner. Boeren verdeelden hun grond in drie stukken. Ze teelden meerdere gewassen en lieten telkens één stuk grond braak liggen (=niet bebouwen).

Deze methode voorkwam een snelle uitputting van de grond. En door meer gewassen te verbouwen was de kans kleiner dat de gehele oogst zou mislukken.
Deze afwisseling van gewassen noem je wisselbouw.

Nieuwe steden

De handel stimuleerde de opkomst van steden. Na het jaar 1000 groeiden handelsplekken uit tot steden. Het leven in de stad was voor veel mensen aantrekkelijk. Door de opkomst van de handel kwam er weer geld in omloop. Dat stimuleerde de economie. Mensen die geld verdienden wilden daar allerlei producten en gebruiksvoorwerpen voor kunnen kopen. Het was dus winstgevend om die te produceren. De geldeconomie kwam weer op gang.
De steden kregen steeds meer aantrekkingskracht: er was werkgelegenheid, het was er redelijk veilig en er woonden ambachtslieden en kooplui waar je producten van kon kopen. Mensen in de stad leefden bovendien vrijer en onafhankelijker van de adel dan de mensen op het platteland.
 

Afbeelding: De vismarkt in Utrecht: Al in de 13e eeuw werd op deze plek vis verhandeld. Veel oude steden hebben in het centrum straatnamen waar het woord 'markt' in voorkomt .

Bouwkunst

Een nieuwe stad in de Middeleeuwen begon met een nederzetting aan een rivier of een andere strategische plaats, vaak in de buurt van een kasteel of een kerk.


Kerken en kastelen die tussen 1000 en 1200 zijn gebouwd worden gekenmerkt door de Romaanse bouwstijl, een stijl die overeenkomsten had met de bouwstijl van het oude Rome. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van ronde bogen.

De laat middeleeuwse bouwstijl is de Gotische bouwstijl. Belangrijke kenmerken van de gotiek zijn de hoge vensters en het gebruik van spitsbogen. De kathedraal van Reims uit de dertiende eeuw is daarvan een mooi voorbeeld.

Markten en jaarmarkten


Van de overschotten werden door ambachtslieden producten gemaakt die werden verhandeld op een lokale markt of verkocht aan kooplieden die de producten verkochten op verder weg gelegen markten.

De behoefte aan georganiseerde markten nam toe. Op strategisch belangrijke knooppunten van wegen en langs vaarroutes werden markten georganiseerd.

Een markt werd een verzamelpunt waar veel mensen bij elkaar kwamen. Omdat op deze plekken geld te verdienen was, trok een markt of jaarmarkt ook kwakzalvers, minstrelen en bedelaars aan.

Bekijk de volgende video


Beantwoord de volgende opdracht:

Toets:OPDRACHT !: Eerste steden

Stap 2: Steden tussen 1000-1500

OPDRACHT 2:

Download de Kaart van Nederland.
Op de kaart zie je een drietal belangrijke rivieren getekend.
Print de kaart.

In de periode 1000 tot 1500 zijn in Nederland veel steden ontstaan.

  • Zoek op internet zes steden die tussen 1000 en 1500 ontstaan zijn.
  • Teken die steden in op de kaart.
  • Schrijf bij iedere stad het jaartal waarin de stad is ontstaan.
  • Zoek van iedere stad een foto van een middeleeuws gebouw.
  • Plak die foto bij de stad op de kaart.

 

  • Kijk goed naar de ligging van de steden die je op de kaart hebt getekend. Schrijf onder de kaart op wat je opvalt als je kijkt naar de ligging van de steden.

Stap 3: Afronding

Laat de kaart met de zes steden zien aan een klasgenoot.
Bekijk ook zijn kaart.
Hebben jullie dezelfde steden?

Kijk nog eens op de plattegrond.

  • Staan er zes steden op de plattegrond?
  • Staat bij iedere stad het jaar waarin de stad gesticht is?
  • Staat bij iedere stad een afbeelding van een gebouw uit de middeleeuwen?
  • Is de kaart netjes gemaakt?

Tevreden?
Laat de kaart beoordelen door je docent.

Begrippen

Betere landbouwtechnieken
In de tijd van de steden en staten werden de landbouwmethoden verbeterd. Grotere productie leidde tot overschotten, die vervolgens weer verkocht konden worden, waardoor er markten ontstonden.
Drieslagstelsel
Boeren verdeelden hun grond in drie stukken in plaats van twee. Ze teelden meerdere gewassen en lieten telkens een stuk grond braak liggen.
Overschotten
Overschotten in de landbouw leverden nieuwe mogelijkheden op voor de handel. De landbouwproducten die de mensen zelf niet nodig hadden konden nu verhandeld worden.
Bevolkingsgroei
De bevolking groeide doordat er voldoende voedsel aanwezig was.
 
Geldeconomie
Een vorm van economie waarin alle handelsovereenkomsten worden afgerekend met geld.

 


 

Van plan tot woning

Vooraf

Er zijn heel wat mensen aan het werk geweest voordat de eerste bewoner zijn nieuwe huis in kan.

Vooraf
Welk beroep bij het bouwen van een huis lijkt jou het leukste om te doen en waarom?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoel
Na deze opdracht kun je minimaal acht beroepen noemen van personen die betrokken zijn bij het bouwen van een huis.

Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot een eindproduct met als titel 'Van plan tot woning'.
Het product laat zien hoe het bouwproces van een woning verloopt.
Jullie kiezen zelf een manier om de verschillende stappen in beeld te brengen.

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen + samen Filmpje bekijken en beroepen betrokken bij het bouwproces bedenken.
Stap 2 Samen Product bedenken hoe je het bouwproces in beeld kunt brengen.
Stap 3 Samen Controleren product en laten nakijken door de docent.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Het bouwen van een huis

Het bouwen van een huis

Er komt vaak heel wat bij kijken bij het bouwen van een huis.
Van architect tot schilder.
Van aannemer tot makelaar.
Bekijk het volgende filmpje:

 

OPDRACHT 1: Maak zelf een lijst met beroepen van mensen die betrokken zijn bij het bouwproces van een woning.
Klaar?
Leg jouw lijstje dan naast het lijstje van de klasgenoot waarmee je deze opdracht samen doet.
Maak van de twee lijstjes één nieuwe lijst.

Weet je van sommige beroepen niet precies wat ze inhouden?
Vraag het aan je docent of zoek de beroepen op internet op.

 

Stap 2: Bouwproces van een woning

OPDRACHT 2: Bedenk samen een product waarmee je het bouwproces van een woning duidelijk in beeld kunt brengen.

Idee:
Maak een fotoreportage van de verschillende stappen in het bouwproces.
Schrijf bij iedere foto een korte uitleg.

KB: Fotoreportage

Idee:
Interview een architect of een aannemer over het bouwproces van een woning.

KB: Interview

Hebben jullie bedacht welk product jullie gaan maken?
Vraag toestemming aan jullie docent.

Maak dan een goede werkverdeling?
Maak ook een goede planning.
En houd je aan de afspraken!

Stap 3: Afronden

Afronden

Kijk nog eens goed naar jullie eindproduct.

  • Laat jullie eindproduct zien welke beroepen bij het bouwen van een huis betrokken zijn?
  • Ziet jullie eindproduct er verzorgd uit?
  • Bevat jullie eindproduct niet te veel taalfouten?

Tevreden?
Laat jullie eindproduct beoordelen door jullie docent.

Toets

Start

Je eigen buurt

Vooraf

Welke 5 woorden komen er bij je op als je aan jouw buurt denkt?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • minimaal vijf verschillende soorten woningen omschrijven.
  • een wijk omschrijven aan de hand van de verschillende soorten woningen die in de wijk voorkomen.


Eindproduct
Jullie brengen in beeld hoe jullie buurt eruit ziet.
Jullie kiezen zelf een manier die jullie het best bij jullie buurt vinden passen.
 

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Vragen over woningen beantwoorden.
Stap 2 Samen Zoek een huis in jullie buurt dat te koop staat en beantwoord de vragen.
Stap 3 Samen Eindproduct bedenken die de soort huizen in jullie buurt laat zien.
Stap 4 Samen Eindproduct controleren en laten nakijken door jullie docent.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.

Stap 1: Woningen

Woningen
Woon jij in een leuk huis? Staat het huis in een leuke buurt?
In een buurt staan vaak verschillende soorten huizen.

Hieronder krijg je veertien omschrijvingen.

Soorten woningen

Bejaardenwoning= Kleine woning met alle voorzieningen (wonen, koken en slapen) op één verdieping.

Boerderij= Woning/bedrijfsruimte bij een agrarisch bedrijf.

Bungalow= Een woning bestaande uit één woonlaag.

Rijtjeswoning= Een woning in een rij van dezelfde huizen met een gezamenlijke tussenmuur.

Flat= Een gebouw met meerdere woonlagen.

Studio= Een klein appartement bestaande uit één kamer.

Woonwagen= Een woning op wielen; meestal niet meer (gemakkelijk) verplaatsbaar.

Arbeiderswoning= Een kleine woning voor een (fabrieks)werknemer, vaak een rijtjeshuis.

Aanleunwoning= Een woning in de nabijheid van een verzorgingshuis.

Ambtswoning= Een woning die samenhangt met een bepaald beroep.

Landhuis of Villa= Een groot en statig woonhuis voor de rijken.

Woonboot= Een boot ingericht als woonhuis met een vaste ligplaats.

Appartement= Een of enkele vertrekken, meestal voor één persoon, meestal op dezelfde verdieping.

Penthouse= Een woning op de bovenste verdieping van een flatgebouw.

Toets: OPDRACHT 1: Woningen

Start

Stap 2: Buurtonderzoek

Je gaat informatie zoeken over je eigen buurt.

  • Klik op onderstaande website

Website over je buurt

  • Klik aan de rechterkant op de gemeente waar jij woont.
  • Zoek in het kaartje de buurt waar jij woont en klik erop.
  • Met deze informatie over jouw buurt maak je onderstaande vragen.

OPDRACHT 2:

a. Wat is de gemiddelde vraagprijs van een woning uit jouiw buurt?

b. Wat zijn de meest voorkomende woningen in jouw buurt?

c. Hoeveel personen wonen er gemiddeld in één huishouden?

d. Hoeveel procent Niet-Westerse mensen wonen er in jouw buurt?

e. Wat bedoelen ze met Niet-Westerse mensen?

 

Stap 3: Eindproduct

OPDRACHT 3: Eindproduct
Jullie gaan aan de slag met het eindproduct.
Je moet laten zien hoe jullie wijk er uit ziet.
In jullie eindproduct moeten jullie duidelijk maken welke soorten huizen er in jullie wijk staan.

Maak een fotoreportage van de verschillende huizen in jullie buurt.

KB: Fotoreportage

Stap 4: Afronden

Afronden
Kijk nog eens goed naar jullie eindproduct.

  • Past het eindproduct goed bij de opdracht?
  • Geeft jullie eindproduct een goed beeld van jullie buurt?
  • Is het duidelijk welke soorten huizen in jullie buurt staan?
  • Is jullie eindproduct origineel?
  • Ziet jullie eindproduct er verzorgd uit?

Tevreden?
Laat jullie eindproduct beoordelen door jullie docent.

Huis te koop

Vooraf

Woon je in een huur-of een koopwoning, wat zijn volgens jou de voordelen hiervan?
Overleg je antwoorden met een klasgenoot.

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • het begrip hypotheek omschrijven.
  • uitleggen waarom iemand met een hoog inkomen meer kan lenen dan iemand met een laag inkomen.
  • uitleggen dat het beroep dat iemand heeft invloed heeft op zijn/haar salaris.


Eindproduct
Je maakt een tabel.
In de tabel wordt duidelijk dat iemand met een hoog inkomen een duurder huis kan kopen,
dan iemand met een laag inkomen.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Aanbod huizen en een filmpje bekijken.
Stap 2 Alleen Kennisbanken over 'huren of kopen' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Tabel maken van beroepen met hun inkomen en de hypotheek die ze kunnen krijgen.
Stap 4 Alleen Tabel controleren en door de docent laten nakijken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuur nodig.

Stap 1: Inleiding

Als je een huis wilt kopen, keuze genoeg.
Kijk maar eens op www.funda.nl

Bijna niemand heeft genoeg geld op de bank om zomaar een huis te kopen.
Om een huis te kopen wordt daarom vaak geld geleend.
Bekijk het volgende reclamefilmpje:


Niet iedereen kan evenveel geld lenen.
Iemand met een hoog inkomen kan vaak meer lenen dan iemand met een laag inkomen.
In deze opdracht onderzoek je wat iemands inkomen te maken heeft met het huis dat hij/zij kan kopen.

 

Stap 2: Huren of kopen

Bestudeer de volgende leerstof:

 

Huis huren

Voordelen:

  • Flexibel, je kunt makkelijker verhuizen.

  • Groot onderhoud is voor rekening van de verhuurder.

Nadelen:

  • Je mag je huis niet verbouwen zonder toestemming van de verhuurder.

  • Je bouwt geen vermogen op.


Opmerking:
In veel gemeenten zorgt de overheid voor woningen met een lage huur.
Deze woningen zijn voor mensen met een laag inkomen.

 

Huis kopen

Voordelen:

  • Je huis kan meer waard worden.
    Je bouwt dan vermogen op.

  • Je kunt je huis verbouwen zoals jij dat wilt.

  • Je hebt belastingvoordeel door de renteaftrek van je hypotheek.

Nadelen:

  • Je bent zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van je huis.

  • Je bent minder flexibel.
    Je kunt meestal niet verhuizen zonder eerst je huis te verkopen.

 

Geld lenen

Lenen is het geld van een ander gebruiken.
Het lenen van geld noem je ook wel krediet krijgen.
Het terugbetalen van een lening noem je aflossen.

Als je leent, kun je nu meer kopen, maar straks minder.
Je verplaatst koopkracht van de toekomst naar nu.

Als je bij een bank geld wilt lenen, wil de bank weten of je lening terug kunt betalen. 
De bank wil enige zekerheid
De bank zal vragen:

  • naar de hoogte van je inkomen.
    Iemand met een hoog inkomen zal van de bank eerder een lening krijgen dan iemand met een laag inkomen.

  • of je nog andere schulden hebt.
    Iemand die al veel schulden heeft zal van de bank niet zo snel nog een lening krijgen.

Als je geld leent bij een bank betaal je rente.

Het bedrag dat je aan rente betaalt is meestal een percentage van het bedrag dat je hebt geleend.

Voorbeeld
Jantine heeft € 5000,- bij een bank geleend. 
De bank rekent 8% rente.
Jantine lost aan het eind van ieder jaar € 1000,- af.

Aan het eind van het eerste jaar betaalt Jantine:

  • 8% rente is 0,08 x € 5000,- = € 400,-.

  • Aflossing: € 1000,-.

  • Totaal € 1400,-. Saldo na 1 jaar € 4000,-.

Een lening om een huis te kopen, noem je een hypotheek.
Het huis dient als onderpand
Het huis geeft de bank zekerheid. 
De bank mag het huis verkopen als de koper niet in staat is de hypotheek af te lossen. 

De hypotheekgever is de koper van het huis: hij geeft het huis als onderpand. 

De hypotheeknemer is de bank die het geld uitleent: de bank neemt het huis als onderpand.

Toets: OPDRACHT 1: Huren, kopen, lenen.

Start

Stap 3: Salarissen

OPDRACHT 2: Je gaat een tabel maken zoals hieronder.

 

a. Maak bovenstaande tabel in WORD (4 rijen en 4 kolommen)

b. In de eerste kolom komen vijf beroepen.
Kies de beroepen uit de bron:

Salarissen
De directeur van alle Albert Heyn bedrijven verdient 4,8 miljoen euro per jaar.
Dat is € 400.000,- per maand en ruim 100.000 euro per week! Genoeg om boodschappen van te doen!
De mensen met een top-salaris werken vaak als directeur van een groot bedrijf.
Maar ook piloten en hartchirurgen verdienen niet slecht. Kijk maar eens in de tabel hieronder.

Beroep Jaarinkomen Beroep Jaarinkomen
Arts € 81.300,- Gezinsverzorgster € 18.000,-
Automonteur € 15.000,- Groenteman, eigen bedrijf € 28.500,-
Bakker, eigen bedrijf € 30.000,- Hartchirurg € 160.000,-
Bedrijfsleider supermarkt € 60.000,- Journalist € 31.500,-
Buschauffeur € 18.700,- Kapster € 22.800,-
Conrector school VO € 54.000,- Kolonel landmacht € 66.300,-
Dierenartsr € 60.000,- Leraar VMBO € 45.000,-
Dierenartsassistent € 16.000,- Notaris € 128.000,-
Fysiotherapeut € 45.000,- Pompbediende € 13.000,-
gezagvoerder Boeing 747 € 168.000,- Verpleegster € 24.000,-

 

c. In de tweede kolom komt het inkomen dat hoort bij
het beroep. Het inkomen vind je ook in de bron salarissen.

d. Ga er vanuit dat je 4x je jaarsalaris aan hypotheek kunt krijgen.
In de derde kolom komt welk bedrag aan hypotheek iemand kan krijgen.

e. In de vierde kolom komt een foto van een huis dat iemand voor het hypotheekbedrag kan kopen.
Foto's kun je vinden op: www.funda.nl

 

Stap 4: Afronden

Kijk nog eens goed naar de tabel

  • Is de tabel helemaal ingevuld?
  • Kun je uit de tabel afleiden dat iemand met een hoog inkomen een duurder huis kan kopen dan,
    iemand met een laag inkomen?
  • Is de tabel met zorg gemaakt?

Klaar?
Laat de tabel beoordelen door je docent.

Begrippen

Huurwoning
Het gebruik maken van een huis tegen betaling, hiermee is het huis nog niet jouw eigendom. Het voordeel is dat je gemakkelijk kunt verhuizen en daarnaast niet verantwoordelijk bent voor het groot onderhoud van het huis. Het nadeel is dat je niet zomaar mag verbouwen in je huis, hiervoor heb je toestemming van de verhuurder nodig.
Koopwoning
Betalen voor een huis en het daarmee tot jouw bezit maken. Het voordeel is dat je het huis zo kunt verbouwen zoals jij dat wilt en daarnaast kun je vermogen opbouwen als het huis meer waard wordt. Het nadeel is dat je zelf verantwoordelijk bent voor het onderhoud van je huis, ook kun je minder gemakkelijk verhuizen. Voordat je een nieuwe woning intrekt moet je eerst het oude huis verkopen.
Krediet
Het lenen van geld. Dus het geld van een ander gebruiken.
Aflossen
Het terugbetalen van een lening.
Rente
Het geld dat je aan de bank betaalt als je geld leent. Dit is een percentage van het bedrag dat je hebt geleend.
Onderpand
Het huis dient als onderpand bij een hypotheek. Het huis geeft de bank zekerheid. De bank mag het huis verkopen als de koper niet in staat is de hypotheek af te lossen.
Hypotheek
Een lening die je aangaat om een huis te kopen.
Hypotheekgever
De koper van het huis: hij geeft het huis als onderpand.
Hypotheeknemer
De bank die het geld uitleent: de bank neemt het huis als onderpand.

 

Ontwerp een wijk

Vooraf

Bekijk het filmpje:

Hoe zou de wijk waarin je woont er uit zien als jij hem opnieuw zou mogen ontwerpen?
In deze opdracht ontwerpen jullie in tweetallen een eigen wijk.
In de wijk moeten 1000 gezinnen kunnen wonen.


Eindproduct
Je maakt een plattegrond van een wijk voor ongeveer 100 gezinnen.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Samen Eerste ontwerp van jullie wijk schetsen.
Stap 2 Samen Definitieve ontwerp maken en door de docent laten nakijken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Plattegrond van een wijk

OPDRACHT 1: Je gaat samen met een klasgenoot een plattegrond van een wijk maken.
In de wijk moeten 100 gezinnen kunnen wonen.

a. Jullie maken de plattegrond op ruitjespapier van 1 cm bij 1 cm.

Open bestand Schaal berekenen

b. Bestudeer eerst bovenstaand Word document over "Schaal berekenen".

c. Neem als schaal voor de plattegrond: 1: 1000. Dat betekent dat 1 cm op de plattegrond dus in werkleijkheid 1000 cm is.  Hoeveel meter is dat?

d. Bedenk eerst welke soorten woningen jullie in jullie wijk willen (villa, rijtjeswoning, flatgebouw, enzovoorts).

e. Bedenk hoeveel hokjes ieder soort woningen in beslag neemt. Houd rekening met de grootte in werkelijkheid!

f. Bedenk ook hoeveel ruimte jullie nodig hebben voor de wegen. Hoe breed is een weg in werkelijkheid?

g. En hoeveel ruimte hebben jullie nodig voor speelveldjes, een parkje, een vijver, enzovoorts.

h. Schets nu het eerste ontwerp.

Stap 2: Definitieve ontwerp

OPDRACHT 2: Bedenk samen het antwoord op de volgende vragen:

  • Wat is de naam van jullie wijk?
  • Hebben de straten een naam?
  • Is er in jullie ontwerp rekening gehouden met parkeerplaatsen?
  • Zijn er woningen voor ouderen in de wijk?
  • Is de wijk aantrekkelijk om in te wonen?
  • Hebben jullie gedacht aan een duidelijke legenda?

 

  • Maak nu jullie definitieve ontwerp. Gebruik verschillende kleuren voor verschillende woningen.Kleed de wijk eventueel aan door foto's op het ontwerp te plakken.

Klaar?
Laat jullie werk controleren door jullie docent.

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

Video: Leefomgeving

Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Extreme woonplekken

Vooraf

Eskimo's wonen in de buurt van de polen waar het meestal extreem koud is.
In het oosten van Amerika wonen mensen in een gebied met een grote kans op aardbevingen.
Op de eilanden in de Caribische zee hebben de bewoners een deel van het jaar last van tropische wervelstormen.
In deze opdacht ga je op zoek naar het antwoord op de vraag:
'Waarom wonen mensen in gevaarlijke gebieden?'

Leerdoel
Aan het eind van de opdracht kun je met behulp van een voorbeeld uitleggen waarom mensen in gevaarlijke gebieden wonen. 

Eindproduct
Je schrijft een kort artikel met als titel:
'Waarom wonen mensen in gevaarlijke gebieden?'

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Bronnen over vulkanen lezen en op internet opzoeken waar veel vulkanen voorkomen.
Stap 2 Alleen Filmpje kijken over aardbevingen en op internet opzoeken waar veel aardbevingen voorkomen.
Stap 3 Alleen Op internet opzoeken waar veel orkanen voorkomen en uitleggen of jij daar zou willen wonen.
Stap 4 Alleen Artikel schrijven over waarom mensen in gevaarlijke gebieden wonen en laten nakijken door je docent.


Benodigdheden
Laptop met internet

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Vulkanen

OPDRACHT 1: Vulkanen
Lees tekst 1 over de gevolgen van een vulkaanuitbarsting.

Tekst 1

MANILLA/LEGAZPI - Op de Filippijnen is de vulkaan Mayon weer actief geworden.
Duizenden mensen zijn op de vlucht geslagen.
De vulkaan spuwt sinds zaterdagavond as en keien "zo groot als vrachtwagens" kilometers de lucht in.
De overheid heeft alarmtoestand 5 uitgeroepen.
Iedereen die minder dan acht kilometer van de vulkaan af woont, is in direct gevaar.
Er moeten in het totaal zo'n 50.000 mensen worden geëvacueerd.
Ruim 10.000 mensen hebben in paniek al hun huizen verlaten.
Boven de vulkaan hangt een aswolk tot een hoogte van vijf kilometer.
Door de gloeiende lavastromen zijn verscheidene dorpen in de omgeving "in extreem gevaar",
zei een woordvoerder.

bron: www.scholieren.com


Gebruik internet om op te zoeken waar de Filippijnen liggen.
Gebruik internet ook om op te zoeken waar op aarde veel vulkanen voorkomen.

Lees nu ook tekst 2 over vulkanen.

Tekst 2

Nieuw land met gratis mest

Vulkanen spelen soms een rol bij het ontstaan van nieuw land.
Veel eilanden zijn het resultaat van een vulkanische uitbarsting.
Zonder dit verschijnsel zouden landen als IJsland en Hawaï niet  bestaan.
Vulkanen geven de mens op aarde dus extra land om op te kunnen leven.
En mensen wonen er graag. Veel vulkanische gesteenten zijn rijk aan mineralen.
In warme klimaat verweren deze gesteenten snel, waardoor een zeer vruchtbare bodem ontstaat.
Dit is dan ook de reden dat er zo vaak mensen wonen bij een vulkaan, ondanks het dreigende gevaar.

bron: www.natuurinformatie.nl

 

In de tekst staat een reden waarom mensen in de buurt van vulkanen wonen.

Welke reden?

Stap 2: Aardbeving

Aardbeving
Bekijk een deel van de uitzending van EenVandaag over de aardbeving,
die Japan in maart 2011 heeft getroffen.



Een aardbeving is een trillende of schokkende beweging van de aardkorst.
Wereldwijd komen er dagelijks vele aardbevingen voor.
Maar gelukkig hebben de meeste aardbevingen niet zo'n verwoestende werking,
als de aardbeving in Japan.

 

OPDRACHT 2:

Gebruik internet om op te zoeken waar op aarde veel aardbevingen voorkomen.
Mensen die op een plaats wonen waar aardbevingen voorkomen, verhuizen vaak niet.
Welke redenen hebben mensen om niet te verhuizen?

Stap 3: Orkaan

Orkaan
Een orkaan is een 'superstorm' met veel regen en extreme wind.
Als een orkaan aan land komt, kan hij veel schade veroorzaken.
Een van de beroemdste orkanen is misschien wel de orkaan Katrina.
De orkaan trof in augustus 2005 Amerika, vlakbij de plaats New Orleans.
Katrina veroorzaakte voor ruim 80 miljard dollar aan schade.
En er vielen 1836 doden als gevolg van de orkaan.

OPDRACHT 3: Gebruik internet om op te zoeken waar New Orleans ligt.
Zoek ook op internet waar op aarde veel orkanen voorkomen.

Zou jij in het gebied waar veel orkanen voorkomen, willen wonen?
Leg uit waarom wel of waarom niet?

Stap 4: Eindproduct

OPDRACHT 4: Eindproduct

Je sluit deze opdracht af met het schrijven van een artikel van ongeveer 150 woorden.

Het artikel heeft als titel:
'Waarom wonen mensen in gevaarlijke gebieden?'

In het artikel geef je twee redenen waarom mensen in gevaarlijke gebieden wonen.

Je artikel laat je beoordelen door je docent. Bij de beoordeling zal je docent letten op:

  • Inhoud: Staan er twee goede redenen in het artikel?
  • Hoofdletters en punten: Begint elke zin met een hoofdletter en eindigt de zin met een punt?
  • Taalfouten: Bevat het artikel niet te veel taalfouten? (denk aan de spellingscontrole)
  • Het arrangement Thema: Wonen VMBO basis-kader klas 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Nico Buiten Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-09-13 12:39:43
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1;
    Leerinhoud en doelen
    Werk, welzijn en welvaart; Mens en maatschappij; Cultuur, levensbeschouwing en identiteit;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    makkelijk
    Studiebelasting
    25 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    agrarische revolutie, de eerste steden, geldeconomie, huren en kopen, hypotheek, klassenmaatschappij, landbouw, nomaden, waterhuishouding, wonen

    Bronnen

    Bron Type
    Website over je buurt
    http://www.weetmeer.nl/buurt
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Buiten, Nico. (z.d.).

    Huis te koop

    https://maken.wikiwijs.nl/97568/Huis_te_koop

    Buiten, Nico. (z.d.).

    KB Geschiedenis Tijdvak 01 02

    https://maken.wikiwijs.nl/93171/KB_Geschiedenis_Tijdvak_01_02

    Buiten, Nico. (z.d.).

    KB Geschiedenis Tijdvak 01 03

    https://maken.wikiwijs.nl/93354/KB_Geschiedenis_Tijdvak_01_03

    Buiten, Nico. (z.d.).

    KB Geschiedenis Tijdvak 04 01

    https://maken.wikiwijs.nl/97612/KB_Geschiedenis_Tijdvak_04_01

    Buiten, Nico. (z.d.).

    Lenen

    https://maken.wikiwijs.nl/97567/Lenen

    Buiten, Nico. (z.d.).

    Thema: Wonen vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/93113/Thema__Wonen__vmbo12

    Buiten, Nico. (2017).

    Thema: Wonen VMBO basis-kader klas 1

    https://maken.wikiwijs.nl/90130/Thema__Wonen_VMBO_basis_kader_klas_1

    Buiten, Nico. (z.d.).

    Wonen Romeinen

    https://maken.wikiwijs.nl/96703/Wonen_Romeinen

    VO-content M&M. (2019).

    Thema: Wonen - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/63441/Thema__Wonen___vmbo12