§4 Hoeken berekenen

Hoeken berekenen

Uitleg

1H05.4 Uitleg ..........................................................................................................    

Bestudeer uit de Kennisbank wiskunde het onderdeel:

        Hoeken berekenen

 

Bekijk ook het volgende filmpje:

       

 

(de Z-hoeken en de F-hoeken mag je nog even vergeten.)

Maak daarna de opgaven.

Opgaven

1H05.4 Opgaven ..................................................................................................................

  Rechte hoek

 

Een rechte hoek A is twee stukken gedeeld.

 

Je weet dat A1 = 38° en A12 = 90°.

 

Bereken A2.

 

 

  Gestrekte hoek

 

Een hoek van 180° noem je een gestrekte hoek.

Hoek C12 is een gestrekte hoek.

De hoek is in twee stukken gedeeld.

Je weet dat C1 = 73° .

Bereken C2.

 

  Driehoek

 

Je ziet een driehoek PQR.

Je weet dat

P = 40°

Q = 47°

26  

Bereken R.

 

  Rechthoek

 

Je ziet rechthoek ABCD.

In de rechthoek is diagonaal AC getekend.

Je weet dat  A1 = 32° .

Bereken A2

Hoe groot is C1 ?

Bereken nu ook C2

 

 

  Deellijn

 

Hoek P = 74°.

De stippellijn is de deellijn van hoek P.

 

Bereken P1 en P2

 

 

 

 

  Driehoek

 

Je ziet driehoek PQR getekend.

In de driehoek geldt dat  P = Q.

R = 50°.

 

Bereken P

 

 

 

 

  Snijdende lijnen

 

Bekijk de figuur. Je ziet twee snijdende lijnen.

Bij het snijpunt S zie je vier hoeken.

Je weet dat S1 = 32° .

Bereken S2.

Bereken ook S3 en S4

 

 

  5 hoeken

 

In de figuur zie je 2 snijdende lijnen, k en l.

Verder zie je de halve lijn m die loodrecht op l staat.

S2 = 38°.

 

Bereken alle andere hoeken bij punt S.

 

 

 

Uitwerkingen

1H05.4 Uitwerkingen ....................................................................................................

   

 

A2 = 90° - 38° = 52°​

 

   

 

C2 = 180° - 73° = 107°

 

   

 

R = 180° - 40° - 47° = 93°

 

   

 

A2 = 90° - 32° = 58°  

C1 = 180° - 90° - 58° = 32° (want in driehoek ACD is A2 =58° en D = 90°)

C2 = 90° - 32° = 58°

 

   

 

De deellijn deelt de hoek in twee even grote hoeken, dus P1 = P2  = 74° : 2° = 37°

 

   

 

P = Q  en  samen zijn P en  Q  gelijk aan 180° - 50° = 130°

P is dan 130° : 2 = 65°

 

   

 

S1 en S2 vormen samen een gestrekte hoek (= 180° ).

S2 = 180° - 32° = 148°

S3 en S2 vormen samen ook een gestrekte hoek.

S3 = 180° - 148° = 32°

S1 en S4 vormen samen een gestrekte hoek (= 180° ).

S4 = 180° - 32° = 148°

 

   

 

S1 = 90°, want m staat loodrecht op l.

S3 = 90° - 38° = 52° want  ​​S2,3 is een rechte hoek

S4 = 180° - 52° = 128° want S3,4 is een gestrekte hoek

S5S3 (overstaande hoeken), dus S5 = 52°   

OF

S5 = 180 - 128 = 52° want S4,5 is een gestrekte hoek

 

Test jezelf

1H05.4 Test jezelf .......................................................................................................
Je sluit de paragraaf Hoeken berekenen af met een toets.

Na het maken van de vragen krijg je een score en kun je de gegeven antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.


Succes!

Toets:Hoeken berekenen

  • Het arrangement §4 Hoeken berekenen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2019-02-03 17:02:44
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    GFWI 1H05.4 Hoeken berekenen
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld