Liberalisme vmbo-kgt34

Liberalisme vmbo-kgt34

Liberalisme

Intro

In de 19e eeuw ontstond in Nederland de politieke stroming van het liberalisme. In deze les ontdek je wat liberalisme is, uit welke mensen de aanhang van deze stroming bestond en welke rol liberalen onder leiding van Thorbecke speelden bij het ontstaan van de parlementaire democratie in Nederland.

In de volgende video maak je kennis met het liberalisme.
Maak eventueel aantekeningen. De informatie kun je gebruiken in deze opdracht.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat liberalisme is.
  • omschrijven welke groep of groepen Nederlandse burgers aanhanger werden van het liberalisme.
  • omschrijven wat liberale grondrechten zijn en kun je er twee noemen.
  • uitleggen welke rol de liberalen onder leiding van Thorbecke speelden bij de herziening van de grondwet in 1848.
  • omschrijven hoe het liberalisme na 1848 is blijven voortleven in het politieke bestel in Nederland.

Wat kan ik al?

In deze opdracht gaat het over het Liberalisme.

Bestudeer uit de Kennisbank onderbouw de pagina over de liberalen.

Ontstaan parlementair stelsel


Zorg dat je na het lezen van de Kennisbank antwoord kunt geven op de volgende vraag:
Wat was het belangrijkste streven van de Liberalen in de tweede helft van de 19e eeuw?

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 In een video worden de oorspronkelijke standpunten van het liberalisme uitgelegd. Daarna beantwoord je vragen.
Stap 2 1848 was een belangrijk jaar voor onze grondwet. In deze stap ontdek je wat de liberalen hiermee te maken hadden.
Stap 3 In deze stap leer je hoe de liberalen zich na 1848 hebben ontwikkeld.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze opdracht.
Eindproduct A Je maakt een conceptkaart met begrippen die te maken hebben met het liberalisme.
Eindproduct B Je voert een zoekopdracht uit om te kijken wat de huidige liberale partij nog te maken heeft met de oorspronkelijke liberale ideeën.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee a drie lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Weinig overheid, veel vrijheid

 

Tijdens de Franse Revolutie werd
de Bastille, een gevangenis en
symbool van onderdrukking door
de overheid, bestormd en
afgebroken.

Weinig overheid, veel vrijheid

De opkomst, achtergronden en belangrijkste uitgangspunten van het liberalisme worden goed en overzichtelijk gepresenteerd in de video “Liberalisme”.
Lees voor het kijken eerst de vragen onder de video. De antwoorden op de vragen kun je vinden in de video.

Stap 2: Grondwetswijziging

De grondwetswijziging van 1848

Volgens de video in Stap 1 had het liberalisme grote invloed op de Franse Revolutie in 1789 en de vorming van de Verenigde Staten in 1776. Ook in Nederland werd de liberale invloed merkbaar. Het liberalisme kreeg steeds meer aanhang en dat bleef niet zonder gevolgen voor het landsbestuur van Nederland.

Vanaf 1815 maakte de koning de dienst uit. De meeste leden van het parlement stonden achter het beleid van de koning. Maar vanaf 1840, toen Willem II koning was, kwamen er steeds meer liberalen in de Tweede Kamer. Die voerden onder leiding van Johan Thorbecke harde oppositie tegen het beleid van de koning en eisten herziening van de grondwet.

Meer inspraak

De herziening moest de burgers in Nederland meer inspraak geven in het landsbestuur van Nederland en de positie van het parlement en regering verstevigen. De Tweede Kamer kreeg het recht van amendement (het recht om wetsvoorstellen van de regering te wijzigen) en van initiatief (om zelf wetsvoorstellen in te dienen). De Eerste Kamer heeft alleen het recht om wetsvoorstellen goed te keuren of te verwerpen.
Verder werden er in de grondwet liberale grondrechten voor burgers opgenomen. Denk aan vrijheid van godsdienst, persvrijheid en het recht van vereniging en vergadering. Tenslotte wilden ze de grondwet zó wijzigen dat meer burgers kiesrecht kregen.

1844 en 1848

In 1844 probeerden Thorbecke en acht andere Kamerleden deze wijzigingen in de grondwet door te voeren. Zonder succes, Willem II hield het tegen. Vier jaar later probeerden Thorbecke het opnieuw. Dit keer met succes. Kijk hiervoor de volgende video. Maak na het kijken de vragen onder de video. De antwoorden hoor je in de video.

Stap 3: Na 1848


Cort van der Linden 1846-1935

Liberalisme na 1848

Tussen 1848 en zijn overlijden in 1872 was Thorbecke afwisselend premier van Nederland en oppositieleider. Daarna ontstonden twee liberale politieke partijen, omdat de liberalen geen eenheid vormden. Dat waren de tamelijk behoudende Liberale Unie, opgericht in 1885 en de partij van progressieve liberalen, de Radicale Bond. Aanhangers van de Liberale Unie waren mensen die tot de hogere burgerij hoorden, welgestelden met een hoog inkomen zoals ondernemers, handelaars, rijke boeren in het noorden van het land en mensen met een vrij beroep (een dokter bijvoorbeeld of een advocaat). Het waren allemaal mensen die het prettig vonden als de overheid hen en hun bezittingen met rust liet door geen al te hoge of helemaal geen belastingen te heffen en door hen weinig regels op te leggen.

Tot 1918 speelden liberalen van de Liberale Unie, later omgedoopt tot Liberale Staatspartij en weer later tot Partij van de Vrijheid een hoofdrol in de Nederlandse politiek. De laatste liberale premier in Nederland was Cort van der Linden. Hij was premier van 1913 tot 1918. Daarna speelden liberalen in het politieke bestel van Nederland een bijrol.

VVD

In 1948 werd de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie of kortweg VVD opgericht. Dat was een nieuwe versie van de Partij van de Vrijheid. De VVD kreeg steeds meer aanhang en maakte vanaf 1959 vaak deel uit van een regeringscoalitie. In 2010 werd Mark Rutte zelfs de eerste liberale premier sinds 1918.

D66

In 1966 richtten mensen met progressieve liberale ideeën onder leiding van Hans van Mierlo en Hans Gruijters D(emocraten)’66 op. 

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Liberalisme
Het liberalisme is een stroming in de maatschappij die ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw. Het heeft als uitgangspunt de vrijheid van de individu. Dit betekent dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in de economie en het maatschappelijk leven.
Grondwet
De Grondwet is het belangrijkste staatsdocument van Nederland. In de Grondwet staan de regels voor onze staatsinrichting en voor de grondrechten van de burgers. Andere wetten moeten de bepalingen van de Grondwet in acht nemen. De Grondwet heeft acht hoofdstukken en een bijlage met toegevoegde artikelen.
Gegoede burgerij
Welgestelde burgers met een hoog inkomen, zoals ondernemers, handelaars, rijke boeren in het noorden van het land en mensen met een vrij beroep, zoals dokter of advocaat. Deze mensen vonden het prettig als de overheid hen zo weinig mogelijk belasting en regels oplegde.
Liberale Unie
Politieke partij die was opgericht in 1885 en bestond tot 1918 en een hoofdrol speelde in de Nederlandse Politiek. Er waren vooral mensen uit de hoge burgerij lid van.
Grondwetswijziging
Wijziging in de Grondwet. Voor een wijziging in de Grondwet is een tweederde meerderheid aan stemmen in het parlement vereist.
Thorbecke
Nederlands liberaal staatsman (1798-1872). Thorbecke ontwierp in 1848 een compleet nieuwe grondwet. Vanaf toen was niet langer de koning, maar waren de ministers verantwoordelijk voor het regeringsbeleid.

Eindproduct A: Conceptkaart

Als eindproduct A maak je een Conceptkaart.
Je hebt gezien wat liberalisme is en kennis gemaakt met de opvattingen van twee belangrijke liberale denkers, John Locke en Adam Smith. Je hebt gezien dat het liberalisme ook in Nederland een rol is gaan spelen in het politieke bestel en hoe dat door de inzet van Thorbecke en zijn geestverwanten heeft geleid tot de invoering van een parlementaire democratie in Nederland.

Je gaat deze kennis verwerken door het in kaart te brengen. Niet door een landkaart te tekenen of een landkaart in te kleuren, maar door verbanden te leggen tussen begrippen en namen die je in deze les bent tegengekomen. Die verbanden kunnen zijn: oorzaak en gevolg, herkomst, overeenkomst, enzovoort. Je krijgt van je leerkracht een lijst met 22 begrippen en namen.

Met deze begrippen en namen ga je de conceptkaart maken. Zet in het midden hiervan het begrip “Grondwetswijziging van 1848”. Daaromheen zet je de andere begrippen en de namen. Teken lijnen tussen de begrippen en namen. Bij elke lijn vermeld je het soort verband dat er volgens jou bij hoort. Bijvoorbeeld: Tussen A en B trek je een lijn, omdat A en B een overeenkomst met elkaar hebben of omdat B de oorzaak is van A. Verwerk zoveel mogelijk van je kennis in de conceptkaart. Laat zien wat je weet!

Klaar?

Laat je conceptkaart beoordelen door je docent.

Beoordeling

De conceptkaart wordt beoordeeld door je docent.
Bij de beoordeling let je docent op:

  • De inhoud: laat de conceptkaart zien dat je begrepen hebt hoe de begrippen onderling samenhangen.
  • De vorm: is de conceptkaart met zorg gemaakt.

Eindproduct B: Zoekopdracht

Bij eindproduct B maak je een zoekopdracht over de liberale partij van nu: de VVD.

Je hebt gezien wat liberalisme is en kennis gemaakt met de opvattingen van twee belangrijke liberale denkers, John Locke en Adam Smith. Je hebt gezien dat het liberalisme ook in Nederland een rol is gaan spelen in het politieke bestel en hoe dat door de inzet van Thorbecke en zijn geestverwanten heeft geleid tot de invoering van een parlementaire democratie in Nederland.

​Op www.vvd.nl/standpunten van de VVD vind je 132 standpunten van de VVD over zestien verschillende onderwerpen. Die onderwerpen staan rechts op de webpagina. Als je bijvoorbeeld op “Onderwijs” klikt, zie je de standpunten die de VVD heeft over onderwijs.

  • Zoek op deze site naar twee voorbeelden van een standpunt waar John Locke het mee eens zou zijn geweest.
  • Zoek ook naar twee standpunten waar Adam Smith het mee eens zou zijn geweest.
  • Zoek naar twee standpunten die te maken hebben met cultuur.

Tip

Zoek niet alle 132 standpunten af, maar klik eerst op de pagina op een onderwerp dat je doet denken aan Locke, Smith of cultuur. Dan krijg je alleen standpunten te zien die te maken hebben met het onderwerp dat je hebt aangeklikt en dat maakt het zoeken een stuk makkelijker en vooral sneller.

Nadat je de verschillende standpunten hebt gevonden geef je je mening over de volgende stelling:

De VVD staat als liberale partij nog steeds voor dezelfde standpunten als Locke en Smith.

Deze standpunten en je mening over de stelling verwerk je netjes in een (Google-) document. Het document lever je in bij je docent.

Beoordeling

Je docent let bij de beoordeling van je zoekopdracht op het volgende:

  • De inhoud: laat de zoekopdracht zien dat je begrepen hebt wat de standpunten van de liberalen zijn.
  • De inhoud: wordt de mening over de stelling met argumenten onderbouwd.
  • De vorm: is het document met zorg gemaakt.
  • Taalfouten: bevat het document weinig tot geen taalfouten.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht.
    Gaf de video een duidelijk beeld van het liberalisme en heb je je aantekeningen kunnen gebruiken tijdens de rest van deze opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al veel over dit onderwerp? Schrijf op wat nieuw voor je was. 
    Voel jij je aangetrokken tot de denkbeelden van het liberalisme?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? 
    A: Is het gelukt om een duidelijk verband aan te brengen tussen de verschillende begrippen? Waren er begrippen die je nog niet kende? Kun je de betekenis van deze begrippen nu wel uitleggen?
    B: Is het gelukt om dankzij de de zoekopdracht antwoord te geven op de stelling? Kon je je antwoord goed beargumenteren? 
  • Het arrangement Liberalisme vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 11:06:43
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO-KGT. leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Staatsinrichting. Het onderwerp van deze les is Liberalisme. Het liberalisme staat voor vrijheid van het individu omschrijven welke groep of groepen Nederlandse burgers aanhanger werden van het liberalisme. Hieronder hoort bij de grondwet (beperking macht van de koning en garantie van burgerrechten), gelijkheid voor de wet, volksvertegenwoordiging moet de koning controleren, particulier bezit van bedrijven, vrijhandel, weinig bemoeienis van de overheid, vrijheid van denk, geen censuur en tolerantie. Johan Thorbecke zorgde voor herziening van de grondwet en hier werden liberale wetten aan toegevoegd zoals vrijheid van godsdienst en vrijheid van vereniging. Daarbij wilden ze de grondwet zó wijzigen dat meer burgers kiesrecht kregen. Tegenwoordig zijn de liberale ideeën nog steeds te merken, waaronder in partijen als de VVD en D66. Begrippen die verder nog bij de les horen zijn: gegoede burgerij en liberale unie.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, gelijkheid, geschiedenis, grondwet, liberale unie, liberalisme, stercollectie, thorbecke, vmbo-kgt34, vrijheid

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo34

    https://maken.wikiwijs.nl/148851/Tijdelijk_vmbo34