Volgens de video in Stap 1 had het liberalisme grote invloed op de Franse Revolutie in 1789 en de vorming van de Verenigde Staten in 1776. Ook in Nederland werd de liberale invloed merkbaar. Het liberalisme kreeg steeds meer aanhang en dat bleef niet zonder gevolgen voor het landsbestuur van Nederland.
Vanaf 1815 maakte de koning de dienst uit. De meeste leden van het parlement stonden achter het beleid van de koning. Maar vanaf 1840, toen Willem II koning was, kwamen er steeds meer liberalen in de Tweede Kamer. Die voerden onder leiding van Johan Thorbecke harde oppositie tegen het beleid van de koning en eisten herziening van de grondwet.
De herziening moest de burgers in Nederland meer inspraak geven in het landsbestuur van Nederland en de positie van het parlement en regering verstevigen. De Tweede Kamer kreeg het recht van amendement (het recht om wetsvoorstellen van de regering te wijzigen) en van initiatief (om zelf wetsvoorstellen in te dienen). De Eerste Kamer heeft alleen het recht om wetsvoorstellen goed te keuren of te verwerpen.
Verder werden er in de grondwet liberale grondrechten voor burgers opgenomen. Denk aan vrijheid van godsdienst, persvrijheid en het recht van vereniging en vergadering. Tenslotte wilden ze de grondwet zó wijzigen dat meer burgers kiesrecht kregen.
In 1844 probeerden Thorbecke en acht andere Kamerleden deze wijzigingen in de grondwet door te voeren. Zonder succes, Willem II hield het tegen. Vier jaar later probeerden Thorbecke het opnieuw. Dit keer met succes. Kijk hiervoor de volgende video. Maak na het kijken de vragen onder de video. De antwoorden hoor je in de video.