Verkiezingen vmbo-kgt34

Verkiezingen vmbo-kgt34

Verkiezingen

Intro

De burgers kiezen uit hun midden volksvertegenwoordigers die namens hen regeren. Deze opdracht ‘Verkiezingen’ gaat over ‘kiezen’ en over hoe dat in zijn werk gaat. Alle soorten politieke verkiezingen in Nederland komen daarbij kort aan bod.

In de volgende video krijg je alvast een eerste uitleg. Voor hoeveel verschillende bestuurlijke organen moeten we stemmen? Kijk of je het antwoord kunt ontdekken in de video.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven hoe, waar en wanneer je mag stemmen.
  • het verschil tussen actief en passief kiesrecht uitleggen.
  • omschrijven welke acht verschillende politieke verkiezingen er zijn en er een korte toelichting op geven.
  • omschrijven wie er bij elke verkiezing mogen stemmen, wanneer de laatste was en wanneer de volgende.
  • enkele overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende verkiezingen noemen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest welke 8 verschillende soorten verkiezingen er zijn in Nederland en leert het verschil tussen actief en passief kiesrecht.
Stap 2 Je leest hoe de 150 vertegenwoordigers van de Tweede Kamer gekozen worden.
Stap 3 Je leest hoe de 75 vertegenwoordigers van de Eerste kamer gekozen worden.
Stap 4 Je leest wat de Provinciale Statenverkiezingen inhouden en wanneer deze gehouden worden.
Stap 5 Je leest wat de Gemeenteraadsverkiezingen zijn en wie hier allemaal op mogen stemmen.
Stap 6 Je leest welke soorten verkiezingen er nog meer in Nederland zijn.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Eindproduct A Als redacteur een grafiek maken voor een grote krant over de laatste verkiezingen die in Nederland gehouden zijn.
Eindproduct B Samen met een klasgenoot schrijf je een folder voor mensen die 18 en dus stemgerechtigd worden.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee tot drie lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1 - Volksvertegenwoordiging

Stembiljet

In een democratisch land als Nederland is de macht aan de burgers. Niet dat de burgers die macht rechtstreeks uitoefenen. Nee, zij kiezen vertegenwoordigers die dat namens hen doen. Deze volksvertegenwoordigers stellen wetten en regels vast en controleren het bestuur. Dat kiezen en gekozen worden loopt via verkiezingen.
In Nederland kennen we acht verschillende soorten politieke verkiezingen:

Tweede Kamerverkiezingen
Eerste Kamerverkiezingen
Gemeenteraadsverkiezingen
Herindelingsverkiezingen
Provinciale Statenverkiezingen
Eilandsraadsverkiezingen
Waterschapsverkiezingen
Europese verkiezingen


Actief en passief

In Nederland hebben alle burgers met een Nederlands paspoort of identiteitskaart van 18 jaar en ouder het recht om te stemmen bij Tweede Kamerverkiezingen, waterschapsverkiezingen en verkiezingen voor Provinciale Staten. Bij gemeenteraadsverkiezingen is het Nederlanderschap niet verplicht. Iedereen die 18 jaar of ouder is en vijf jaar of langer legaal in Nederland woont, heeft dan kiesrecht.
Het mogen kiezen, het recht om je stem uit te brengen, is het actief kiesrecht. Daarnaast mogen alle Nederlandse burgers zich verkiesbaar stellen. Het recht om je als volksvertegenwoordiger verkiesbaar te stellen dat is het passief kiesrecht.

De meeste politieke verkiezingen zijn directe verkiezingen. Hierbij worden de vertegenwoordigers door de bevolking rechtstreeks gekozen. De enige niet-directe verkiezingen zijn de Eerste Kamerverkiezingen. De vertegenwoordigers van de Eerste Kamer worden niet rechtstreeks door de bevolking gekozen, maar door de leden van de Provinciale Staten. Om die reden spreken we wel van getrapte verkiezingen.

In een schema ziet dat er zo uit:

De bevolking kiest de leden van de Provinciale Staten

Statenleden kiezen de leden van de Eerste Kamer.

 

Over de acht soorten verkiezingen in Nederland kun je meer lezen in de stappen 2-6.

Voor (directe) verkiezingen word je ongeveer twee weken van tevoren opgeroepen.
Je krijgt een stempas en daarmee (en met een geldig legitimatiebewijs) ga je naar een stembureau in de buurt.

Stap 2 - Tweede Kamerverkiezingen

Tweede Kamer

In de Tweede Kamer zitten 150 volksvertegenwoordigers. Zij worden rechtstreeks gekozen. Anders dan in sommige andere landen, kent Nederland geen kiesdrempel. Dat wil zeggen dat om een zetel te winnen, je minimaal 1/150 ofwel 0,667% van alle uitgebrachte stemmen moet halen.

Kiesdrempel

Een kiesdrempel houdt in dat je alleen zetels in het parlement krijgt als je een afgesproken percentage van alle stemmen wint. In Griekenland is er een kiesdrempel van 3%, in België en Duitsland is dat 5% en in Turkije zelfs 10%. Stel, als Nederland een kiesdrempel van 5% zou hebben, dan krijgen alleen partijen die minimaal 8 zetels winnen een plek in de Tweede Kamer (5% van 150 zetels = 7,5 zetels).

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 was de uitslag:

Partij Stemmen Percentage Zetels
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) 2.238.351 21,29 33
Partij voor de Vrijheid (PVV) 1.372.941 13,06 20
Christen-Democratisch Appèl (CDA) 1.301.796 12,38 19
Democraten66 (D66) 1.285.819 12,23 19
GroenLinks (GL) 959.600 9,13 14
Socialistische Partij (SP) 955.633 9,09 14
Partij van de Arbeid (PvdA) 599.699 5,70 9
ChristenUnie(CU) 356.271 3,39 5
Partij voor de Dieren (PvdD) 335.214 3,19 5
50Plus 327.131 3,11 4
Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) 218.950 2,08 3
DENK 216.147 2,06 3
Forum voor Democratie (FVD) 187.162 1,78 2
Overig (10 partijen) ±160.000 1,52 0
Totaal 9.424.235 100 (afg.) 150


De CU, SGP, PvdD. DENK, FVD en 50Plus zouden met een kiesdrempel van 5% niet in de Tweede Kamer zijn gekomen.

Kijk voor je verder leest eerst even de video over de Tweede Kamer en verkiezingen.

Opkomstplicht

Nederland had tot 1970 een opkomstplicht. Wie niet kwam stemmen, kon een boete krijgen. In veel landen geldt nog steeds een opkomstplicht, waaronder in België, Griekenland, Luxemburg, Turkije en Zwitserland. De boete kan variëren van 1 euro (in Brazilië) tot 500 euro (in Australië). In België kun je een boete krijgen van 50 euro als je zomaar wegblijft. Voor de kiezers van Noord-Korea is de kans op straf waarschijnlijk het grootst. De opkomst is bijna 100% en alle kiezers stemmen op de officiële kandidaat voor hun district. Maar stemmen gaat er niet geheim en als je niet voor de officiële kandidaat bent, moet je in een apart hokje je stem uitbrengen. Daar is dus duidelijk geen sprake van stemgeheim.

De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 (na het verdwijnen van de opkomstplicht) waren de verkiezingen die de meeste kiezers trokken: 88,0%. De opkomst bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 lag een stuk lager: 74,6% van alle Nederlandse burgers van 18 jaar of ouder.

De Tweede Kamerverkiezingen worden om de vier jaar gehouden, tenzij het kabinet (alle ministers samen) niet meer gesteund wordt door de meerderheid van de Tweede Kamer. In dat geval zegt men dan: ‘het kabinet is gevallen’. Twee derde van alle kabinetten heeft sinds de Tweede Wereldoorlog de termijn van vier jaar niet uitgezeten en is eerder gevallen.

Stap 3 - Eerste Kamerverkiezingen

In de Eerste Kamer zitten 75 volksvertegenwoordigers. Zij worden niet rechtstreeks gekozen. De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van de Provinciale Staten (zie verder stap 4). Voor de Eerste Kamerverkiezingen voeren de politieke partijen geen verkiezingscampagne.

In de loop van de tijd is er veel veranderd in de samenstelling van de Eerste Kamer. Tussen 1815 en 1848 benoemde de koning de Eerste Kamerleden. Zij kregen een plek voor de rest van hun leven.

Getrapte verkiezingen

In 1848 kreeg Nederland het systeem dat we nu nog steeds hebben met getrapte verkiezingen, waarbij de leden van de Provinciale Staten de Eerste Kamerleden kiezen. De Eerste Kamer bestond toen uit 39 leden. Zij kregen een aanstelling voor negen jaar, maar om de drie jaar werd een derde van de Eerste Kamer vernieuwd. In 1923 werd dat veranderd in een aanstelling van zes jaar, waarbij om de drie jaar de helft van de leden vervangen werd.

Sinds 1983 wordt de Eerste Kamer om de vier jaar gekozen en worden alle Eerste Kamerleden tegelijk vervangen.
Ook het aantal Eerste Kamerleden is in de loop van de jaren gestegen, van 30 leden in 1830, naar 39 in 1848, naar 50 in 1888 en naar 75 in 1956.

In de volgende video wordt het kiezen van de Eerste Kamer nog eens duidelijk uitgelegd.

Eerste Kamer

Taken Eerste Kamer

De Eerste Kamer houdt zich bezig met de laatste controle op de wetten die door de Tweede Kamer zijn aangenomen. Zijn de wetsvoorstellen wel deugdelijk? Zijn ze niet in strijd met andere wetten? De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel alleen goed- of afkeuren, ze mag geen veranderingen voorstellen.

Sommigen vinden de Eerste Kamer overbodig. Volgens hen vindt het echte politieke werk plaats in de Tweede Kamer en doet de Eerste Kamer het werk van de Tweede Kamer alleen maar dunnetjes over. De Socialistische Partij, GroenLinks, D66 en de Partij Voor de Vrijheid hebben gepleit voor opheffing. Anderen vinden het werk van de Eerste Kamer juist zeer waardevol. De Eerste Kamer heeft geen last van het hectische politieke gedoe en kan in alle rust de voorstellen beoordelen.

Stap 4 - Provinciale Statenverkiezingen

Nederland verdeeld in 12 provincies

Nederland is verdeeld in 12 provincies. De parlementen van de provincies worden de Provinciale Staten genoemd. De leden van de Provinciale Staten worden iedere vier jaar rechtstreeks door de stemgerechtigde inwoners van de provincie gekozen. Het aantal leden is afhankelijk van het inwonertal en loopt uiteen van 39 voor een provincie met minder dan 400.000 inwoners, tot 55 voor een provincie met meer dan 2 miljoen inwoners.

Bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 ging het om de volgende zetelaantallen:

Provincie Zetels
Groningen 43
Friesland 43
Drenthe 41
Overijssel 47
Flevoland 41
Gelderland 55
Utrecht 49
Noord-Holland 55
Zuid-Holland 55
Zeeland 39
Noord-Brabant 55
Limburg 47
Totaal 570

Hoeveel stemmen heb je nodig?

Voor kleinere partijen is het lastig om in de Provinciale Staten te komen. Om een zetel in Zeeland te halen, moet een partij 2,56% van alle stemmen winnen (39 x 2,56% = 100%). Om een zetel te winnen in Gelderland of Noord-Holland, moet een partij 1,82% van alle stemmen winnen (55 x 1,82% = 100%).

Een goed voorbeeld van hoe slecht het kan uitpakken voor kleine partijen is het volgende voorbeeld uit het verleden:
De Partij voor de Dieren (PvdD) haalde bij twee achtereenvolgende verkiezingen ongeveer 1,9% van alle stemmen.

Verkiezingen Stemmen % Zetels
Tweede kamer 2012 1,9% 2
Provinciale Staten Zeeland 2011 1,9% 0


Taken van de provincies

De belangrijkste taak van de Provinciale Staten is het controleren van het dagelijks bestuur van de provincie. Het dagelijks bestuur bestaat uit gedeputeerden die door de leden van de Provinciale Staten gekozen worden. Elke gedeputeerde heeft zijn eigen vakgebied en taken. Een vakgebied is bijvoorbeeld het milieu, de cultuur, het openbaar vervoer of de inrichting van het landschap (ruimtelijke ordening). De gedeputeerden worden aangevoerd door een Commissaris van de Koning, één voor elke provincie.

Een andere belangrijke taak van de leden van de Provinciale Staten is het kiezen van de leden van de Eerste Kamer. De 566 Provinciale Statenleden kiezen de 75 leden van de Eerste Kamer.

De data van de Provinciale Statenverkiezingen staan vast: maart 2015, maart 2019, maart 2023, maart 2027, enz. Binnen drie maanden na de Provinciale Statenverkiezingen volgen de Eerste Kamerverkiezingen.

De Provinciale Statenleden nemen hun taak heel serieus. Waarschijnlijk zijn de Eerste Kamerverkiezingen de enige verkiezingen waaraan vaak 100% van alle stemgerechtigden meedoen!

Bij het grote publiek zijn de taken van de provincies niet erg bekend. Dat zie je terug in de verkiezingen. De opkomst schommelt al een kwart eeuw tussen 45-55%. Bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2011 heeft 55,9% van de kiezers zijn stem uitgebracht.

Stap 5 - Gemeenteraadsverkiezingen

In januari 2020 telde Nederland 355 gemeenten. Dat aantal loopt al jaren terug. In 1984 waren dat er nog 774. Steeds meer gemeenten fuseren (samenvoegen), vooral kleine dorpen in de buurt van een grote stad zijn opgeslokt. Ook zijn diverse dorpen en kleinere steden gefuseerd tot één grote nieuwe gemeente.

De omvang van de gemeenteraden hangt samen met het aantal inwoners in de gemeente. De kleinste gemeenten (minder dan 3000 inwoners) tellen 9 gemeenteraadsleden. De grootste gemeenten (> 200.000 inw.) tellen er 45. De rest zitten daartussen in. Het aantal gemeenteraadsleden is altijd oneven.

De verkiezingen voor de gemeenteraadsverkiezingen zijn -net als in de Provinciale Staten- op vaste datums: maart 2022, maart 2026, maart 2028

Opkomst

De opkomst voor de gemeenteraadsverkiezingen ligt meestal wat hoger dan die van de Provinciale Statenverkiezingen, maar een stuk lager dan de Tweede Kamerverkiezingen:

1986 1990 1994 1998 2002 2006 2010 2014 2018
73,2 62,3 65,3 59,0 57,9 58,6 54,1 54,0 55,0


De verschillen per gemeente zijn groot. In Heerlen was de opkomst in 2018 erg laag: 44,3 %. In Staphorst was de opkomst erg hoog: 79,8%. Uit een onderzoek is gebleken dat hoe meer inwoners de gemeente telt, hoe lager de opkomst is.

Niet-Nederlanders

Bijzonder is dat voor de gemeenteraad ook niet-Nederlanders mogen stemmen. Je mag stemmen als je 18 jaar of ouder bent. Voor andere verkiezingen moet je ook een Nederlandse paspoort of identiteitskaart hebben. Voor de gemeenteraadsverkiezingen mag je ook stemmen als een andere nationaliteit hebt. De enige voorwaarde is dat je al vijf jaar legaal in Nederland woont.

Taken

De gemeenteraad controleert het dagelijks bestuur van de gemeente. Het dagelijks bestuur bestaat uit een burgemeester en een aantal wethouders. Het dagelijks bestuur heet het ‘College van burgemeester en wethouders’, ‘College van B en W’ of nog korter ‘B en W’.

De gemeenteraadsleden kiezen wethouders uit de gemeenteraad of van buiten. Het mag allebei. Maar als een van de gemeenteraadsleden wethouder wordt, moet hij de gemeenteraad verlaten en komt er iemand anders voor hem in de plaats.

Een gemeente moet minimaal twee wethouders hebben, maar mag er niet meer hebben dan 20% van het aantal raadsleden. In de praktijk komt dat neer op tussen de 2 en 9 wethouders.

Elke wethouder heeft zijn of haar eigen ‘portefeuille’, een term die aangeeft welke onderwerpen een wethouder behartigt. Voorbeelden zijn:

  • Financiën, Personeel en Organisatie
  • Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken (zaken die gaan over het grondgebied van de gemeente)
  • Volkshuisvesting, Milieu
  • Economische Zaken, Toerisme en Evenementen
  • Sociale Zaken, Onderwijs, Welzijn en Sport (zaken die gaan over de inwoners van de gemeente)

Sinds het begin van 2015 is er veel veranderd. De gemeenten kregen er toen veel taken bij die voorheen door het Rijk werden gedaan. Gemeenten werden verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen, zorg aan langdurig zieken en ouderen.

Herindelingsverkiezingen

De eilanden Vlieland en Schiermonnikoog horen tot de kleinste gemeenten van Nederland met ongeveer 1138 en 950 inwoners (2019). Vanwege hun bijzondere ligging zullen ze (waarschijnlijk) wel zelfstandig blijven. Veel andere kleine gemeenten zijn gefuseerd (samengevoegd) of onderdeel geworden van een grotere gemeente.

Als er wordt besloten om een aantal kleinere gemeenten samen te voegen naar één grote gemeente, spreek je van gemeentelijke herindeling. Vlak voor het samenvoegen stemmen de inwoners van deze gemeenten voor een nieuwe gemeenteraad. Het kan zijn dat dit niet gelijk valt met de landelijke gemeenteraadsverkiezingen. Er wordt dan gesproken over herindelingsverkiezingen.

Stap 6 - Overige verkiezingen

Nederland in 26 waterschappen

Waterschapsverkiezingen

Door de eeuwen heen is Nederland zo aangepast dat het bestand is tegen de grillen van het water. Door goed waterbeheer houden wij onze voeten droog, hebben wij schoon water en is er niet teveel, maar ook niet te weinig water. De waterschappen spelen een belangrijke rol bij het waterbeheer in Nederland.

Tot 1 juli 2014 waren de waterschapsverkiezingen de enige Nederlandse verkiezingen waarbij op afstand gestemd werd via de post. Omdat de opkomst ontzettend laag is (24% in 2008), gaat het voortaan anders. Voortaan worden de waterschapsverkiezingen op dezelfde dag gehouden als de Provinciale Statenverkiezingen. Per post stemmen kan niet meer.

Eilandsraadsverkiezingen

In 2010 hielden de Nederlandse Antillen op te bestaan. Aruba, Curaçao en St. Maarten werden onafhankelijk. De drie eilanden met de minste inwoners (tussen tweeduizend en zestienduizend), Bonaire, St. Eustatius en Saba, werden elk een ‘bijzondere gemeente’ van Nederland.

De drie eilanden hebben een eigen eilandsraad die te vergelijken is met de gemeenteraad. De inwoners van deze eilanden kunnen stemmen voor de eilandsraad. St. Eustatius en Saba hebben 5 raadsleden, Bonaire heeft er 9. Aan het hoofd staat een gezaghebber, te vergelijken met onze burgemeester. De bijzondere gemeente valt rechtstreeks onder het Rijk en niet onder een provincie. Nog niet geregeld is hoe deze Nederlanders, woonachtig op een van de eilanden, kunnen deelnemen aan de Provinciale Staten- en Eerste Kamerverkiezingen.

De opkomst bij de eilandsraadsverkiezingen zijn hoger dan bij de gemeenteraadsverkiezingen in Nederland. Zo stemde in 2019 64,19% van de inwoners van Bonaire. Op Saba stemde in 2019 zelfs 92,12%

Europese verkiezingen

Vlag Europese Unie

Nederland is deel van de Europese Unie (EU). De EU wordt bestuurd door Eurocommissarissen, een voor elk deelnemend land. Het dagelijks bestuur van de EU wordt gecontroleerd door het Europees Parlement. Elk land krijgt een aantal zetels op basis van het aantal inwoners.

In totaal wonen er in Europa 512 miljoen mensen. Samen zijn ze goed voor 751 zetels in het parlement. Nederland krijgt met zijn 16,8 miljoen inwoners 29 zetels. Het grootste land is Duitsland. Dat krijgt met 83 miljoen inwoners 96 zetels. Een inwoner uit een EU-land kan alleen stemmen op een kandidaat uit zijn eigen land.

De taken van de Eurocommissarissen zijn te vergelijken met die van de ministers. Het grote verschil is dat de Eurocommissarissen geen regering vormen die kan ‘vallen’. De Europese verkiezingen vinden op vaste data plaats, om de vijf jaar, en kunnen niet verschuiven.

De opkomst bij de Europese verkiezingen daalde bij elke verkiezing, tot 2019. Toen kwam er een stijging. Zie grafiek.

Bron: Europees Parlement in samenwerking met Kantar
In de tabel hieronder zie je de opkomst per EU-lidmaatschap.
Bron: Europees Parlement in samenwerking met Kantar

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Actief kiesrecht
Het mogen kiezen, het recht om je stem uit te brengen, is het actief kiesrecht.
Passief kiesrecht
Het recht om je als volksvertegenwoordiger verkiesbaar te stellen, dat is het passief kiesrecht.
Eerste Kamerverkiezingen
De 75 vertegenwoordigers van de Eerste Kamer worden niet rechtstreeks door de bevolking gekozen. In dit geval kiest de bevolking om de vier jaar de leden van de Provinciale Staten. De Statenleden kiezen vervolgens de leden van de Eerste Kamer. Deze manier van kiezen heet "getrapte verkiezingen".

Tweede Kamerverkiezingen
De 150 volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer worden rechtstreeks door de bevolking gekozen. Dit gebeurt elke vier jaar.

Eilandsraadverkiezingen
Verkiezingen waarbij de inwoners de eilandsraad kiezen voor Bonaire, St. Eustatius en Saba die alledrie een "bijzondere gemeente" van Nederland zijn.

Gemeenteraadsverkiezingen
Verkiezingen waarbij de inwoners van een gemeente kunnen stemmen voor een nieuwe gemeenteraad. De burgemeester wordt niet rechtstreeks door de inwoners van een gemeente gekozen, maar benoemd door de koning.

Herindelingsverkiezingen
Bij herindelingsverkiezingen stemmen inwoners van gemeenten die fuseren (samengaan) voor een nieuwe gemeenteraad. Herindelingsverkiezingen worden los van de gewone gemeenteraadsverkiezingen gehouden.
Provinciale Statenverkiezingen
De leden van de Provinciale Staten worden iedere vier jaar rechtstreeks door de stemgerechtigde inwoners van de provincie gekozen.
Waterschapsverkiezingen
De waterschappen beheren het water in Nederland. Elke vier jaar kunnen stemgerechtigde Nederlanders stemmen op leden van het waterschap. Deze verkiezingen worden gelijk met de Provinciale Statenverkiezingen gehouden.
Europese verkiezingen
De Europese Unie (EU), waar Nederland deel van uitmaakt, wordt bestuurd door Eurocommissarissen. Per land één. Het dagelijks bestuur van de EU wordt gecontroleerd door het Europees Parlement. Elk land krijgt een aantal zetels op basis van het aantal inwoners. Nederland heeft 29 van de 751 zetels. De Europese verkiezingen vinden op vaste data om de vijf jaar plaats.

Eindproduct A: Verkiezingsgrafiek

Als eindproduct A van deze opdracht vul je met een klasgenoot de gegevens in voor een verkiezingsgrafiek, bedoeld voor een krant. Je kunt bonuspunten verdienen als jullie daarbij een korte uitleg van tien regels inleveren.
Met het juist invullen van de grafiek laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Maak een grafiek voor een krant

Jij en je 'collega' zijn redacteuren van een grote krant. Jullie maken een grafiek van de laatste verkiezingen in Nederland. Je zet de verkiezingen op een rij met de opkomsten, teruglopend van 100% tot 24%. Geef onder de gekleurde balken hieronder aan om welke verkiezingen het ging, wie er mochten stemmen, wanneer de laatste verkiezing was en wanneer de volgende te verwachten is. Hieronder vind je alle verkiezingen die er in Nederland zijn, behalve de herindelingsverkiezingen.

EK = Eerste Kamerverkiezingen
EV = Eilandsraadsverkiezingen
EU = Europese Verkiezingen
GV = Gemeenteraadsverkiezingen
TK = Tweede Kamerverkiezingen
PS = Provinciale Statenverkiezingen
WV = Waterschapsverkiezingen

Jullie 'baas' geeft jullie een bonus als jullie er nog een leuk verhaal bij weten te bedenken (van maximaal 10 regels). Doe je best!

Lees voor je begint nog even de tips in de Gereedschapskist hieronder door.

Beoordeling

Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: maakt de grafiek en de uitleg daarbij voor de (kranten)lezer duidelijk waar over het gaat?
  • De inhoud: kloppen de gegevens in de grafiek?
  • De vorm: is de grafiek met zorg ingevuld?
  • Taalfouten: bevat de tekst bij de grafiek niet te veel taalfouten?

Grafiek maken

In een grafiek kun je heel overzichtelijk informatie aflezen over één specifiek onderwerp. Je maakt naar aanleiding van een onderzoek of opdracht een grafiek waarin je de opgedane kennis of resultaten weergeeft.

 

Eindproduct B: Kiesrechtfolder

Als eindproduct B maak je, samen met een klasgenoot, een kiesrechtfolder voor mensen die 18 jaar worden of het Nederlandse staatsburgerschap hebben gekregen.

In de folder geef je uitleg over de 8 verschillende soorten verkiezingen die er zijn in ons land. Bij elke verkiezingssoort geef je een korte uitleg en vertel je de uitkomst van de laatste verkiezingen.
Ook leg je in de folder het verschil tussen actief en passief kiesrecht uit.

Voorzie de folder van bijpassende afbeeldingen.

Tip: neem voor je begint eerst een kijkje in de Gereedschapskist hieronder.

Beoordeling

Je docent let bij de beoordeling van jullie folder op het volgende:

  • De inhoud: is het gelijk duidelijk waar de folder over gaat?
  • De inhoud: kloppen de gegevens in de folder?
  • De vorm: is de folder met zorg gemaakt en bevat deze bijpassende afbeeldingen?
  • Taalfouten: bevat de tekst niet te veel taalfouten?

Folder maken

Met maken van een folder presenteer je kennis die je hebt opgedaan aan anderen.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht.
    Gaf de intro een goed beeld van wat je in deze opdracht ging doen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al veel over de verkiezingen? Vind je dit een interessant onderwerp?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Ging het goed? Hoe verliep de samenwerking?
    A: Is het gelukt om de gegevens in een grafiek te verwerken? Hebben jullie gekozen voor een aanvullende tekst? Waarom wel of waarom niet?
    B: Is het gelukt om een nieuwe stemgerechtigde kennis te laten maken met de verschillende soorten verkiezingen? Zou je zelf als 18 jarige veel aan deze informatie hebben?
  • Het arrangement Verkiezingen vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 11:05:55
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO-KGT. leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Staatsinrichting. Het onderwerp van deze les is Verkiezingen. In Nederland hebben alle burgers met een Nederlands paspoort of identiteitskaart van 18 jaar en ouder het recht om te stemmen bij Tweede Kamerverkiezingen, waterschapsverkiezingen en verkiezingen voor Provinciale Staten. Bij gemeenteraadsverkiezingen is het Nederlanderschap niet verplicht. Het uitbrengen van een stem is het actief kiesrecht en passief kiesrecht is dat men zich verkiesbaar mag stellen. Behalve de Eerste Kamerverkiezingen, zijn alle verkiezingen direct. In Nederland geldt geen opkomstplicht (meer), zoals bij sommige landen (nog) wel het geval is. In de eerste kamer zitten 75 volksvertegenwoordigers en zij worden gekozen door de leden van de provinciale staten. De leden van de provinciale staten worden rechtstreeks gekozen door het volk en hun belangrijkste taak, naast het kiezen van de leden van de eerste kamer, is het controleren van het dagelijks bestuur van de provincie. De eerste kamer controleert de wetten die gemaakt zijn door de tweede kamer. De tweede kamer bevatten 150 volksvertegenwoordigers en zij worden direct door het volkgekozen. Gemeenteraad is er voor het dagelijks bestuur van de gemeente. Zij kiezen intern of extern 2 of meerdere wethouders, die elk zijn/haar eigen onderwerp heeft die wordt gehartigd. Herindelingsverkiezingen worden gehouden wanneer meerdere kleine gemeente fuseren en er dus een nieuwe gemeenteraad gekozen moet worden maar het nog geen tijd is voor de landelijke gemeenteraadsverkiezingen. Eilandsraadverkiezingen worden gehouden op Aruba, Curaçao en St. Maarten, sinds de Nederlandse Antillen niet meer bestaan. Dit zijn een soort gemeenteraadsverkiezingen. Europese verkiezen kiezen de commissarissen binnen het Europees Parlement, die het dagelijkse bestuur van de EU bestuurt.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, dagelijks bestuur, europese unie, gemeente, geschiedenis, kamerverkiezingen, provinciale staten, stercollectie, verkiezingen, vmbo-kgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo34

    https://maken.wikiwijs.nl/148851/Tijdelijk_vmbo34

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen