Opstanden in het Oostblok vmbo-kgt34

Opstanden in het Oostblok vmbo-kgt34

Opstanden in het Oostblok

Intro

Tussen 1956 en 1981 zijn er in drie verschillende Oostbloklanden drie verschillende opstanden geweest tegen het communistische landsbestuur.
Deze opdracht gaat over die opstanden, waarvan er twee niet en één wel hebben geleid tot de komst van een democratisch bestuur.

Je hebt inmiddels kennisgemaakt met het communistische bestuur. Denk bijvoorbeeld aan de opdracht over de Berlijnse muur.

Ga ik gesprek met een klasgenoot over het communisme. Wat is kenmerkend voor het communisme? Hoe is het leven onder het communistische regime?
Formuleer samen in één zin op wat leven onder het communistische regime inhoudt.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de achtergronden toelichten van de opstanden tegen de communistische regeringen in drie Oostbloklanden (Polen, Hongarije en Tsjecho-Slowakije).
  • de opstanden met elkaar vergelijken door een overeenkomst en een verschil te noemen tussen deze opstanden.
  • het verschil in de afloop van deze opstanden verklaren.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest een tekst en kijkt een video over de opstand in Hongarije in 1956. Daarna bestudeer je aan de hand van een krantenartikel de rol van de Nederlandse regering bij de opvang van Hongaren.
Stap 2 Je leest een tekst en kijkt een video's over de Praagse lente. Aan de hand van de video's beantwoord je vragen. 
Stap 3 Je leest een tekst en kijkt een video over de opstand in Polen. Daarna maak je een sleepoefening.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze opdracht.
Eindproduct A Met twee klasgenoten doe je een onderzoek naar de opstanden in Hongarije, Tsjecho-Slowakije en Polen. Je bespreekt dit daarna in een klassengesprek.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je drie lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1 - De opstand in Hongarije

De opstand in Hongarije in 1956

Studenten naast omgetrokken
beeld van Stalin in Boedapest.

Op 5 maart 1953 overleed Stalin, de secretaris-generaal van de communistische partij van de Sovjet-Unie. Stalin heeft lang als een alleenheerser geregeerd.

Na zijn dood is hij opgevolgd door Nikita Chroesjtsjov. Onder Chroesjtsjov moest het allemaal minder streng en hardvochtig gaan dan onder Stalin. Op 23 februari 1956 hield hij een toespraak waarin hij harde kritiek uitte op het beleid van Stalin. Hij beschuldigde Stalin zelfs van het plegen van massamoorden op mensen die tegen de regering van de Sovjet-Unie zouden zijn geweest. In Hongarije greep men deze verandering in de Sovjet-Unie aan om in opstand te komen tegen de eigen communistische regering van Hongarije die de regels van de Sovjet-Unie precies opvolgde.

De directe aanleiding van de Hongaarse opstand waren de protesten en stakingen op 28 juni 1956 in het Poolse Poznań. Wat begon als een demonstratie voor betere arbeidsomstandigheden in de Cegielskifabriek, eindigde in een bloedbad. Het leger sloeg de betoging neer en kreeg toestemming gericht te schieten op de demonstranten. Naar schatting tussen de 50 en 100 mensen werden gedood.

Studenten van de Technische Universiteit van Boedapest organiseerden uit solidariteit met de Polen een protestactie tegen dat gewelddadige optreden. Het was het begin van de Hongaarse opstand.
Bekijk nu het onderstaande videofragment. Daarin zie je een overzicht van de gebeurtenissen tijdens de Hongaarse opstand. Bespreek na het kijken met een klasgenoot welke rol de Sovjet-Unie had tijdens deze opstand.

Burgers sloten zich bij de opstand aan en ook soldaten van het Hongaarse leger onder leiding van generaal Pál Maléter. De soldaten deelden wapens uit aan de opstandelingen. Al snel trokken Russische soldaten met tanks door de straten van Budapest. Het verzet was aanvankelijk succesvol. De regering werd verjaagd naar de Sovjet-Unie, Imre Nagy werd de nieuwe premier en János Kádár de nieuwe voorzitter van de communistische partij.

Hongarije stapte uit het Warschaupact en verklaarde zich neutraal. Op 4 november 1956 vielen troepen uit het Warschaupact het land binnen en sloegen de opstand neer. Imre Nagy werd gevangengenomen en in 1958 geëxecuteerd. Hongarije kreeg een nieuwe regering onder leiding van János Kádár, die zich daar niet populair mee maakte. Ruim 200.000 Hongaren vluchtten naar het buitenland en werden onder meer in Nederland opgevangen.

Stap 2 - De Praagse Lente

Alexander Dubček
Na de Praagse Lente ging het
verzet in Tsjecho-Slowakije
tegen het communistisch
landsbestuur door zoals via
dit illegale tijdschrift
Informatie over Charta 77

In de video op de onderstaande website maak je kennis met de revolutie in Tsjecho-Slowakije.
Lees voor het kijken eerst de vragen onderaan deze pagina.
De vragen gaan onder andere over de informatie in de video.

Video: Andere Tijden: De Praagse Lente (bekijk van het begin tot 3:28 min.)

Het ging in Tsjecho-Slowakije economisch gezien beter dan in de andere Oostbloklanden. Maar in 1967 en 1968 werd het land getroffen door een ernstige landbouwcrisis. De onvrede onder landbouwers en arbeiders werd groot en richtte zich vooral tegen de communistische partijleiding. Hervormingsgezinde leden van de communistische partij zagen hun kans en schoven Alexander Dubček naar voren als vervanger van partijleider Novotný.

De nieuwe koers werd bekend als het ‘communisme met een menselijk gezicht’. Fouten uit het verleden werden toegegeven, de rol van de geheime politie werd ingeperkt, de censuur werd opgeheven. De burgers van Tsjecho-Slowakije konden openlijk zeggen wat ze wilden én zich laten informeren.
Het leidde tot een golf van openlijke kritiek op de Sovjet-Unie.

Dubček werd door de Sovjet-Unie en de andere leden van het Warschaupact ter verantwoording geroepen. Hij slaagde er niet in hen te overtuigen en zij keurden zijn beleid af.

Op 20 augustus 1968 reden Russische tanks Praag binnen. Een ondergronds radiostation riep de bevolking op om alle bewegwijzering te verwijderen.
Niet veel later waren alleen de wegwijzers richting Moskou nog overgebleven. Het verzet maakte geen kans en onder Sovjet-druk werden alle hervormingen weer teruggedraaid.

In de volgende video zie je de bemoeienissen van de Russen in Praag. Maak na het kijken de opdracht. 

Stap 3 - De opstand in Polen

Het verzet tegen de communistische regering in Polen werd vooral gevoerd door Solidarność, Pools voor Solidariteit. Het was een vakbeweging die was voortgekomen uit diverse stakingscomités in Gdansk, Gdynia en Sopot. Het gezicht van Solidariteit was de eerder ontslagen elektricien Lech Walesa.

Solidariteit kreeg de wind in de zeilen door de ondersteuning van zowel arbeiders, intellectuelen en, heel belangrijk, de katholieke kerk. Het Rooms-Katholicisme is sterk verankerd in Polen en een macht van betekenis zeker sinds de Poolse kardinaal Karol Wojtyla in 1978 tot paus werd gekozen. Als paus Johannes Paulus II uitte hij openlijk kritiek op het communisme. In 1979 bezocht hij zijn vaderland en werd er als een nationale held ontvangen. In het voorjaar van 1980 werd Solidariteit opgericht. De vakbond nam het voortouw bij de opstand in Polen tegen de regering. Ook dit keer keurde de Sovjet-Unie de opstand af maar voor het eerst greep het Warschaupact niet in om er een eind aan te maken. Dat kwam mede omdat de Sovjet-Unie in december 1979 Afghanistan was binnengevallen en daarmee begonnen was aan een oorlog waar het de handen vol aan had.

Bekijk nu het onderstaande videofragment.
Wat was voor de bevolking één van de grote redenen om in opstand te komen?
Je hoort het in de video.

 

Wojciech Jaruzelski

In mei 1981 verklaarde de Poolse regering Solidariteit tot wettige organisatie. Vlak daarvoor was Wojciech Jaruzelski de nieuwe partijleider en premier geworden. Tegen het einde van het jaar had Solidariteit 10 miljoen leden. Jaruzelski werd voorzitter van een niet-gekozen, militaire regering die de noodtoestand uitriep. Het was een machtsgreep om de geest weer in de fles te krijgen.

Solidariteit werd weer verboden en de leiders van de vakbond gingen de gevangenis in. Maar met de machtsgreep van Jaruzelski was de rol van Solidariteit niet definitief uitgespeeld. Integendeel. Het bleef als ondergrondse organisatie actief en kreeg daarbij steun van paus Johannes Paulus II. Mede door die steun was het sterk genoeg om de regering van Jaruzelski te dwarsbomen. Uiteindelijk besloot de regering in 1988 weer met Solidariteit te onderhandelen over hervormingen.

Solidariteit werd weer een wettige organisatie en mocht zelfs als politieke partij meedoen aan de eerste (gedeeltelijk) vrije verkiezingen in Polen sinds de invoering van het communisme.

Lech Walesa

De verkiezingen brachten eind 1989 een coalitieregering aan de macht met Solidariteit als grootste regeringspartij en met Tadeusz Mazowiecki als eerste niet-communistische premier. In 1990 werd Walesa de eerste niet-communistische president van Polen sinds de Tweede Wereldoorlog.
De omwenteling was een feit, Polen werd een traditionele republiek met een democratische grondwet.

En de vrees van de Sovjet leiders dat zo’n omwenteling zou leiden tot het omvallen van de regeringen in de andere Oostbloklanden, werd bewaarheid. Geïnspireerd door het voorbeeld van Polen kwamen burgers overal in het Oostblok in opstand en werden de communistische leiders vervangen door democratisch gekozen regeringen. Dat gebeurde, behalve in Roemenië, zonder geweld. Na tientallen jaren werd alsnog bereikt wat opstandelingen in Hongarije en Tsjecho-Slowakije niet voor elkaar hadden gekregen. De DDR ging samen met de BRD op in een verenigd Duitsland. In 1993 gingen de Tsjechen en Slowaken ieder hun eigen weg. Tsjecho-Slowakije werd opgesplitst in Tsjechië en Slowakije.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Koude Oorlog
Periode van na de Tweede Wereldoorlog tot eind jaren tachtig, waarin een voortdurende spanning heerste tussen de Westerse democratische kapitalistische landen en de communistische Oosterse landen.
Warschaupact
Het Warschaupact was een militair bondgenootschap van communistische landen dat tussen 1955 en 1991 heeft bestaan. Het werd opgericht als reactie op en tegenhanger van de NAVO.
Invloedssfeer
Met het woord invloedssfeer bedoelen we het gebied waar een staat invloed op heeft en de macht heeft om de zaken naar zijn hand te zetten.

Eindproduct: Drie opstanden

Als eindopdracht van deze opdracht doe je samen met twee klasgenoten een onderzoek naar de opstanden in Hongarije, Tsjecho-Slowakije en Polen
Eerst vergelijken jullie de opstand in Hongarije, de Praagse Lente en de Poolse opstand met elkaar aan de hand van de volgende vragen:

  • Wat was de aanleiding van de opstand?
  • Wie deden eraan mee?
  • Wat werd er door de opstand bereikt?
  • Hoe reageerden de Sovjet-Unie en/of andere landen van het Warschaupact op de opstand?
  • Waarom deden de Sovjet-Unie en/of andere landen van het Warschaupact dat?
  • Wat gebeurde er in het land na de opstand?

De informatie die je voor dit onderzoek nodig hebt, vind je in Stap 1 (Hongarije), Stap 2 (Tsjecho-Slowakije) en Stap 3 (Polen). Mocht je ergens anders informatie vinden en je vindt het belangrijk voor dit onderzoek, dan mag je dat ook gebruiken. Noteer dan wel je bron.

Spreek met elkaar af wie welke opstand onderzoekt. Leg daarna de antwoorden op de vragen bij elke opstand naast elkaar en haal de overeenkomsten en verschillen eruit. Probeer aan de hand van die informatie te verklaren wat er in de drie landen gebeurde na de opstand.

Spreek met elkaar af wie de presentatie namens de groep doet.

Als iedere groep zijn presentatie heeft gehouden, houden jullie samen met de leerkracht een klassengesprek om de resultaten van de onderzoeken met elkaar te vergelijken.

Daarbij tekent de leerkracht een tijdlijn met gebeurtenissen die van belang zijn geweest voor en na het uitbreken van de opstand.

Beoordeling

De presentatie van de onderzoeksresultaten laten jullie beoordelen door jullie docent. Daarna ziet de docent erop toe dat het klassengesprek ordelijk verloopt en iedere groep de resultaten van zijn onderzoek uiteen kan zetten.
Bij de beoordeling van de presentatie en de toezicht op het klassengesprek let jullie docent op:

  • De inhoud: laat de presentatie en het klassengesprek zien dat je je onderzoek degelijk hebt uitgevoerd en dat er geen onjuistheden in de presentatie zitten?
  • De vorm: is de presentatie helder en goed te volgen?

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht.
    Als je nu de zin opnieuw zou moeten formuleren. Zou je dan hetzelfde opschrijven?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al veel over de opstanden in het Oostblok? Ben je wel eens in de voormalige Oostbloklanden geweest? Vond je dit een interessante opdracht?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Ging het goed? Hoe verliep de taakverdeling? Is het gelukt om samen te overleggen? Hadden jullie de taakverdeling op papier gezet? Was je het eens met de taakverdeling of had je het liever anders gezien? Zo ja, hoe had je dat dan het beste aan kunnen pak
  • Het arrangement Opstanden in het Oostblok vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 10:55:52
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO-KGT. leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema De Koude Oorlog. Het onderwerp van deze les is Opstanden in het Oostblok. Tussen 1956 en 1981 zijn er in drie verschillende Oostbloklanden drie verschillende opstanden geweest tegen het communistische landsbestuur. Deze les gaat over die opstanden, waarvan er twee niet en één wel hebben geleid tot de komst van een democratisch bestuur. Het materiaal bespreekt de achtergronden van de opstanden van drie communistische Oostbloklanden: Polen, Hongarije en Tsjecho-Slowakije. In het materiaal komen de verschillen en de overeenkomsten aan bod tussen de verschillende opstanden en er worden verklaringen gegeven over de gevolgen van de opstanden. Begrippen die bij deze les horen zijn: de koude oorlog, Warschaupact en invloedssfeer.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van televisie en computer (vanaf 1950); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, communisme, democratie, geschiedenis, invloedssfeer, koude oorlog, opstanden in het oostblok, stercollectie, vmbo-kgt34, warschaupact

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo34

    https://maken.wikiwijs.nl/148851/Tijdelijk_vmbo34