Monopolie op specerijen vmbo-kgt34

Monopolie op specerijen vmbo-kgt34

Monopolie op specerijen

Intro

Nederland maakte een bloeiperiode door in de 17e eeuw, de Gouden Eeuw.
Daaraan heeft de specerijenhandel flink bijgedragen.
De VOC had het alleenrecht op de specerijenhandel met de Oost en deed er alles aan om die monopoliepositie vast te houden.

Bekijk deze video. Bespreek na het kijken met een klasgenoot op welke manier de Nederlanders geïnteresseerd raakten in de handel en hoe zij ervoor zorgden dat ze de route naar de Oost leerden kennen.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • minimaal drie voorbeelden van specerijen noemen.
  • uitleggen waarom specerijen zo gewild waren in Nederland en de rest van Europa.
  • uitleggen wat een (handels)monopolie is.
  • omschrijven hoe de VOC ervoor zorgde dat ze voor enkele specerijen een monopolie kreeg.
  • omschrijven waarom de VOC in opium handelde.

Wat kan ik al?

In deze opdracht gaat het over de handel in specerijen.

Bestudeer uit de Kennisbank onderbouw het volgende item.
Van dit Kennisbankitem heb je in de vorige opdracht (Oprichting VOC) een samenvatting gemaakt.
Controleer of je je samenvatting nog moet aanvullen of verbeteren. Staat alle belangrijke informatie er overzichtelijk in? Kijk voor tips in de Gereedschapskist hieronder.

Handelskapitalisme en wereldeconomie

Samenvatting schrijven

Als je veel theorie moet leren of er vragen over moet maken, is het handig om een samenvatting van de tekst te maken. Een samenvatting geeft antwoord op de vraag: ‘Wat staat er eigenlijk?!’ Je vertelt zo kort mogelijk waar de tekst over gaat.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Lezen over de bloeiende handel met Nederlands-Indië en de rol van de VOC daarin.
Stap 2 + 3 + 4 Lees over de handel in kruidnagels, nootmuskaat en peper. Bij elke stap maak je een opdracht.
Stap 5 De VOC wordt de eerste drugshandelaar van Nederland genoemd. In deze stap ontdek je waarom. Ben jij het eens met de stelling?
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Eindproduct Maak een wervende 17e eeuwse reclamefolder voor een supermarkt over vijf specerijen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Aan de slag

Stap 1: Een bloeiende handel

VOC-factorij

Zoals je ook gezien hebt in de video in de inleiding heeft de handel met Nederlands-Indië Nederland veel rijkdom gebracht.

Een monopolie is het recht om iets als enige te doen of te verkopen. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) slaagde erin om voor vier van de vijf belangrijkste specerijen een monopolie te krijgen: nootmuskaat, kruidnagel, kaneel en foelie (door de VOC de ‘geruime vier’ genoemd). Alleen voor peper had de VOC geen monopolie.

Het monopolie van de VOC zette de Javaanse, Chinese en Arabische handelaren buiten spel. Zij mochten niet meer handelen in specerijen. De VOC bepaalde wie specerijen mocht verkopen aan de VOC en voor welke prijs. De gekochte specerijen werden vervolgens in Europa voor veel hogere prijzen doorverkocht.

Handelsfactorijen

De Hollandse kooplui kochten regelmatig de hele jaaropbrengst van een specerij in één keer op.
De prijzen in Europa bleven hoog omdat de VOC het hele jaar door steeds een klein beetje van de specerijen verkocht, waardoor de vraag steeds hoger bleef dan het aanbod. Men maakte daarbij gebruik van handelsfactorijen, kleine nederzettingen, die meestal met een fort waren versterkt. Daar werden de specerijen opgeslagen.

Stap 2: Kruidnagels

Specerijen: Kruidnagel

Kruidnagels zijn de gedroogde, nog gesloten en onrijpe bloemknoppen van de kruidnagelboom.

Kruidnagels worden veel gebruikt in koekkruiden, zoals in speculaas.
Bij stoofgerechten, zoals runderlappen worden kruidnagels langdurig meegetrokken. In het huidige Indonesië worden kruidnagels vooral verwerkt in kruidnagelsigaretten. Vroeger werd de kruidnagel ook veel als verdoving in een pijnlijke kies gestoken.

Kruidnagels groeiden op maar vijf kleine eilandjes die behoorden bij de Noord-Molukken. Het duurde 65 jaar voordat het de VOC lukte om het monopolie op kruidnagels stevig in handen te krijgen.

De VOC sloot contracten met lokale hoofden voor de aanlevering van kruidnagels en betaalde daarvoor met rijst, textiel en wapens. Om de kruidnagelproductie beter te kunnen beheersen, concentreerden de Nederlanders de aanplant van kruidnagelbomen zoveel mogelijk op één eiland. Men liet de kruidnagelbomen op de andere eilanden omzagen. De inlanders (de oorspronkelijke bewoners van een kolonie) werden verplicht om op het overgebleven eiland elk jaar een aantal kruidnagelbomen aan te planten en voor een vastgestelde prijs kruidnagels aan de VOC te leveren.

Stap 3: Nootmuskaat en foelie

Specerijen: Nootmuskaat

Nootmuskaat en foelie komen van dezelfde boom: de muskaatboom. Als de geeloranje vruchten van deze boom gedroogd worden, komt de harde, geurige noot tevoorschijn. Het omhulsel van de noot is de foelie.

Nootmuskaat wordt meestal geraspt gestrooid over gekookte groenten als bloemkool, spruiten, boontjes en asperges. Verder wordt nootmuskaat toegevoegd aan ijs, pudding en koek.

Foelie wordt vooral in kruidenmengsels toegepast. Foelie wordt gebruikt bij de bereiding van vlees of een omelet, in sausen en in aardappelpuree. Foelie is zachter van smaak dan nootmuskaat.

Enige tijd geloofde men dat het gebruik van nootmuskaat het enige werkende middel tegen de pest was. Nootmuskaat en foelie waren jarenlang duurder dan goud.

Banda-eilanden
De muskaatboom kwam oorspronkelijk alleen voor op de negen eilanden van Banda.
Bekijk de video en beantwoord daarna de vragen onder de video. 

 

Stap 4: Peper was peperduur

Specerijen: peper

Peper was de belangrijkste specerij van de VOC, maar op peper had de Compagnie niet het monopolie. Peper is de gedroogde korrel van de peperstruik. Witte peper is de gedroogde rijpe vrucht, zwarte peper is de onrijpe gedroogde vrucht.

Peper was onder de rijkere mensen populair om vlees mee te kruiden en om vlees langere tijd goed te houden (er waren in die tijd immers nog geen koelkasten). In de tijd van de Romeinen werd peper al gebruikt in driekwart van alle gerechten.
Peper was ook een belangrijk geneesmiddel. Kijk maar eens naar de volgende video. Daarin wordt uitgelegd waarom peper werd gezien als geneesmiddel.

Peper groeide niet alleen overal in Nederlands-Indië, maar in heel Azië. Toch had de VOC had op een gegeven moment een derde van de wereldhandel in handen. Dat leverde veel inkomen op en zorgde ervoor dat de VOC meestal betaalde voor peper met goud of zilver. Omdat peper per korrel betaald werd komt hier de uitdrukking ‘peperduur’ vandaan. 

Stap 5: Opiumhandel

Opium

De VOC verdiende niet alleen veel geld met de specerijenhandel, maar ook met de verkoop van drugs, te weten opium.

Een deel van de specerijen, zoals peper, moest worden betaald met goud of zilver. Een goed alternatief betaalmiddel was opium. Het gebruik van opium was vooral populair op Java.

Opium, in de tijd van de VOC amfioen of amphioen genoemd, is het gestolde sap van de onrijpe zaaddozen van de papaver. De VOC vervoerde de opium van Bengalen (het huidige West-Bengalen en Bangladesh) naar Batavia, waar het in het openbaar geveild werd. De kopers waren meestal lokaal gevestigde Chinezen.

Opium werd aanvankelijk vooral gegeten, maar de VOC leerde de bevolking om opium te roken, samen met tabak. Gerookte opium is echt een genotsmiddel en zeer verslavend; het zorgt ervoor dat de gebruiker bedwelmd raakt en langdurig in een roes verkeert.

Toen de VOC in 1676 het monopolie op de handel in opium verkreeg van de sultan van Mataram (Java), in ruil voor oorlogsdiensten tegen andere sultans, nam de handel in en het gebruik van opium flink toe.

In de negentiende eeuw laat de koloniale overheid zelfs papavers op Java verbouwen om minder afhankelijk te zijn van Bengalen.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

(Handels)monopolie
Officieel recht om als enige iets te doen, of als enige te mogen handelen in een bepaald product of met een bepaald land of volk.
Factorij
Koloniale handelspost van de Nederlanders in de 17e eeuw, vaak versterkt met een fort. Vanuit het binnenland werden hier de specerijen naar toegebracht. Die werden dan per schip naar Amsterdam vervoerd.
Inlander
Door kolonisten gebruikte benaming voor een autochtone (oorspronkelijke) bewoner van een niet-westers land. Tegenwoordig spreekt men liever van "inheemse bevolking".
Specerijen
Kruiden, zoals peper en nootmuskaat, kruidnagel en kaneel.

Eindproduct

Als eindproduct van deze opdracht maak je een zeventiende-eeuwse wervende reclamefolder over vijf specerijen voor een supermarkt.

Met de reclamefolder laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald. Dit kun je bijvoorbeeld doen door minimaal drie verschillende specerijen te gebruiken in je reclamefolder. 

Jullie zijn 17e-eeuwse reclamemakers en moeten reclame maken voor de specerijen van de VOC.
Het is de bedoeling dat je de specerijen via een folder aan de 17e-eeuwse man/ vrouw brengt.

De reclamefolder moet duidelijk maken dat specerijen niet voor niets zo duur zijn.
Jullie moeten ook uitleggen waarom je niet zonder kunt.

Gebruik zoveel mogelijk argumenten uit die tijd om de specerijen aan te bevelen.

Folder maken

Met maken van een folder presenteer je kennis die je hebt opgedaan aan anderen.

 

Beoordeling

De reclamefolder laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: laat de reclamefolder zien dat je begrepen hebt hoe belangrijk en duur specerijen waren?
  • De vorm: is de reclamefolder met zorg gemaakt? Is het leesbaar en boeiend geschreven?
  • Taalfouten: bevat de reclamefolder niet te veel taalfouten?

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht?
    Gaf de intro een goed beeld van wat je in deze opdracht ging doen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al veel over dit onderwerp? Wist je al wat monopolie was? Wat vond je het leukste wat je deze les hebt geleerd?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Ging het goed? Vond je het leuk om te doen? Denk je dat jouw folder mensen aan kan sporen om de specerijen te kopen? Waarom wel of niet?
  • Het arrangement Monopolie op specerijen vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-10-02 12:56:17
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO KGT leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Koloniale relatie. Het onderwerp van de les is Specerijenhandel. Nederland maakte een bloeiperiode door in de 17e eeuw, de Gouden Eeuw. Daaraan heeft de specerijenhandel flink bijgedragen. De VOC had het alleenrecht op de specerijenhandel met de Oost en deed er alles aan om die monopoliepositie vast te houden. Het materiaal bespreekt verschillende soorten specerijen en waarom deze zo gewild waren in Nederland en de rest van Europa. De term (handels)monopolie wordt besproken en hoe de VOC ervoor zorgde dat ze voor enkele specerijen een monopolie kreeg. Als laatst komt er aan bod waarom de VOC in opium handelde. Verdere begrippen die horen bij deze les zijn: factorij en inlander.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van regenten en vorsten (1600 - 1700); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, factorij, geschiedenis, gouden eeuw, inlander, monopolie op specerijen, opium, stercollectie, vmbo-kgt34, voc

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo34

    https://maken.wikiwijs.nl/148851/Tijdelijk_vmbo34

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen