In 1595 voeren de eerste Nederlandse handelsschepen uit voor een tocht naar een gebied in Zuidoost-Azië dat nu Indonesië heet maar dat we in deze opdracht Nederlands-Indië noemen, de naam van de toenmalige Nederlandse kolonie. In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht om handel met Nederlands-Indië te drijven. De VOC was niet zomaar een bedrijf. Dat ga je zien in deze opdracht.
Bekijk de eerste twee minuten van de volgende video.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen waarom de VOC werd opgericht.
weergeven waarom de VOC toen bijzonder was in de manier waarop het rijkdom kreeg.
uitleggen waarom de VOC ook veel weg had van een staat.
uitleggen hoe de handel tussen Nederland en Nederlands-Indië veranderde door de VOC.
weergeven waarom een bedrijf als de VOC in onze tijd nooit dezelfde werkwijze en bevoegdheden zou hebben gehad.
Wat kan ik al?
In deze opdracht gaat het over de oprichting van de VOC.
Bestudeer uit de Kennisbank onderbouw het volgende Kennisbankitem.
Dit Kennisbankitem heb je in de onderbouw ook al bestudeerd.
Maak voor jezelf een korte samenvatting.
Kijk voor tips in de Gereedschapskist hieronder.
Als je veel theorie moet leren of er vragen over moet maken, is het handig om een samenvatting van de tekst te maken. Een samenvatting geeft antwoord op de vraag: ‘Wat staat er eigenlijk?!’ Je vertelt zo kort mogelijk waar de tekst over gaat.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Tekst lezen over de oprichting van de VOC.
Stap 2
Nog een tekst lezen over de VOC, de eerste naamloze vennootschap ter wereld.
Stap 3
Tekst lezen en vragen beantwoorden over de monopoliepositie van de VOC in de handel.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze opdracht.
Eindproduct
Een brief schrijven aan Johan van Oldenbarnevelt met jouw mening op het monopoly van de VOC.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Aan de slag
Stap 1: Waarom VOC?
Waarom de VOC werd opgericht?
Tot het eind van de 16e eeuw was de specerijenhandel op Oost-Indië in handen van de Portugezen. Nederlandse schepen haalden hun handelswaar in Portugese havens.
Daaraan kwam een einde toen Portugal door de Spanjaarden werd ingelijfd. Spanje, ook in oorlog met de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, verbood de Nederlanders om Spaanse en Portugese havens aan te doen. Vanaf dat moment ontstonden er verschillende handelscompagnieën om de specerijen zelf te halen uit de Oost.
De onderlinge concurrentie was niet goed voor de winst en de kleine compagnieën waren niet opgewassen tegen de Spanjaarden. Eén grote compagnie moest het worden, bedacht de landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt. Zijn visie kreeg gestalte in 1602, met de oprichting van de VOC.
Johan van Oldenbarnevelt was lang de hoogste ambtenaar van de Staten-Generaal van de Republiek en in de praktijk ook één van de meest invloedrijke figuren van zijn tijd. Maurits van Oranje had als stadhouder de leiding in de Republiek, maar liet het politieke leiderschap lang over aan Van Oldenbarnevelt.
Op 20 maart van dat jaar verleende de Staten-Generaal de VOC het octrooi om als enig Nederlands bedrijf handel te drijven met Azië. Zes handelsmaatschappijen gingen samen op in de VOC en vanaf 1602 voeren ze voor hun specerijen op de Banda-eilanden, de specerijeneilanden die deel uitmaakten van de Zuid-Molukken. Met deze handel was veel geld te verdienen. Maar het was wel zaak vaste voet aan de Oost-Indische grond te krijgen.
Een octrooi is een exclusief recht, een monopolie. In het geval van de VOC gaf het octrooi de VOC het alleenrecht op de handel met de Oost. In het octrooi stond in 46 artikelen beschreven wat de VOC mag en niet mag.
Beantwoord de vragen.
Zoek de antwoorden eventueel op.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een aandeel in het grootste handelsbedrijf ter wereld
Bekijk de video.
De VOC was de eerste naamloze vennootschap ter wereld. Dat wil zeggen dat het bedrijf in handen is van de aandeelhouders. De VOC had natuurlijk veel geld nodig om schepen te bouwen en uit te rusten en scheepslui te werven. Dat geld werd bij elkaar gebracht door aandelen te verkopen. De koper van een aandeel wordt mede-eigenaar van het bedrijf. Hoe meer aandelen, hoe meer eigenaar. Bij de oprichting van de VOC is vastgelegd dat iedereen aandelen kan kopen. Die aandelen zijn daarna vrij verhandelbaar. Je mag ze weer doorverkopen voor de prijs die je met de nieuwe eigenaar overeenkomt.
Ondertussen kreeg de VOC allerlei bevoegdheden die een bedrijf in onze tijd niet zou krijgen. Denk aan het recht om forten te bouwen, oorlogen te voeren met eigen legers en verdragen te sluiten met lokale vorsten en stamhoofden. De bestuurders van de VOC deden er alles aan om een monopoliepositie te verwerven. Zij wilden als enigen handelen in specerijen en de concurrentie volledig uitschakelen. Met geweld als dat nodig was.
Kijk naar de eerste 4.24 minuten van de film ‘Jan Pieterszoon Coen, Hollandse held of misdadiger?’.
De VOC was dus een bedrijf dat het geweld niet schuwde om zijn doelstellingen te bereiken. Dat was ook handig in de oorlog met Spanje. De VOC-soldaten moesten zoveel mogelijk schade toebrengen aan Spaanse en Portugese handelsbelangen. Op die manier kon de VOC helpen in de strijd tegen Spanje. Nederland vocht namelijk nog steeds de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) uit tegen Spanje.
Beantwoord de vragen.
Zoek de antwoorden op als dat nodig is.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Tot de VOC werd opgericht kende Azië vrijhandel. Dat wil zeggen: iedereen kon met iedereen handel drijven zonder dat je daarbij gehinderd werd door bijvoorbeeld monopolies of in- en uitvoerregels. De specerijen kwamen in die jaren via Arabische handelaren en via de Portugezen naar Europa.
De VOC maakte daaraan een eind. Het was het enige bedrijf dat handel mocht drijven met Azië en schepen naar Azië mocht sturen. De VOC dwong, als het moest met geweld, de lokale bestuurders in Nederlands-Indië om alleen aan de Nederlanders te leveren en aan niemand anders.
Als de VOC nu zou hebben bestaan, in onze tijd, dan zou het bedrijf direct te maken krijgen met de Eurocommissaris voor Mededinging. De Europese Unie kent immers vrijhandel en het is de leden van de EU verboden om een monopoliepositie te hebben. Als een bedrijf een monopolie heeft, kan het helemaal zelf zijn prijs bepalen en dat is ongewenst. Als meer bedrijven zich met de handel bezighouden dan is er concurrentie. Dat moet de kwaliteit verbeteren of de prijs doen zakken.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Vrijhandel
Handel tussen landen zonder handelsbelemmeringen, zoals bijvoorbeeld monopolies of in- en uitvoerregels.
(Handels)monopolie
Officieel recht om als enige te mogen handelen in een bepaald product of met een bepaald land of volk.
Octrooi
Een octrooi is een exclusief recht, een monopolie. In het geval van de VOC gaf het octrooi de VOC het alleenrecht op de handel met de Oost. In het octrooi stond in 46 artikelen beschreven wat de VOC mocht en niet mocht.
Naamloze vennootschap
Een bedrijf dat in handen is van de aandeelhouders. Het vermogen van het bedrijf is verdeeld in aandelen die iedereen vrij kan kopen.
Eindproduct
Geachte heer van Oldenbarnevelt, beste Johan
En dan nu de brief aan Johan van Oldenbarnevelt. Stel, Johan van Oldenbarnevelt is nu, op dit moment, van plan om de VOC op te richten. Dan zou de VOC een heel ander octrooi krijgen dan in 1602. Het zou niet eens meer een octrooi heten!
In jouw brief aan van Oldenbarnevelt moet je hem duidelijk maken wat we de VOC nu in de 21e eeuw zouden toestaan of wat we juist zouden verbieden. Je hoeft er geen 46 artikelen van te maken, maar de belangrijkste punten uit deze les moeten er wel in zitten.
Zorg dat je brief minimaal 1 A4 lang is. Kijk voor meer tips in de gereedschapskist hieronder.
Een brief is een goede manier om aan iemand te laten weten wat je van een bepaald
onderwerp vindt of iemand te vragen om in actie te komen rond een bepaald onderwerp.
Beoordeling
Laat het eindproduct beoordelen door de docent.
Bij de beoordeling let jullie docent vooral op:
De inhoud: laat de brief zien hoe het VOC in 1602 in elkaar zat en werd bestuurd en hoe dat in onze tijd zou zijn?
De vorm: is de tekst van de brief met zorg gemaakt en goed te lezen?
Taalfouten: bevat de tekst van de brief niet te veel taalfouten?
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht?
Gaf de intro een goed beeld van wat je in deze opdracht ging doen?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
Inhoud
Wist je al veel over de VOC?
Schrijf twee dingen op die nieuw voor je waren.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Ging het goed of vond je het heel moeilijk?
Heb je veel van de les onthouden of moest je voor het schrijven van de brief steeds weer informatie opzoeken?
Het arrangement Oprichting VOC vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO KGT leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Koloniale relatie. Het onderwerp van de les is de Oprichting VOC. In 1595 voeren de eerste Nederlandse handelsschepen uit voor een tocht naar een gebied in Zuidoost-Azië dat nu Indonesië heet maar dat we in deze opdracht Nederlands-Indië noemen, de naam van de toenmalige Nederlandse kolonie. In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht om handel met Nederlands-Indië te drijven. Het materiaal beschrijft waarom de VOC werd opgericht en waarom het bijzonder was in de manier waarop het rijkdom kreeg. Het beschrijft waarom de VOC veel weg had van een staat en hoe de handel tussen Nederland en Nederlands-Indië veranderde door de VOC. Als laatst wordt besproken waarom een bedrijf als de VOC in onze tijd nooit dezelfde werkwijze en bevoegdheden zou hebben gehad. Begrippen horende bij deze les zijn: vrijhandel, (handels)monopolie, octrooi en naamloze vennootschap.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO KGT leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Koloniale relatie. Het onderwerp van de les is de Oprichting VOC. In 1595 voeren de eerste Nederlandse handelsschepen uit voor een tocht naar een gebied in Zuidoost-Azië dat nu Indonesië heet maar dat we in deze opdracht Nederlands-Indië noemen, de naam van de toenmalige Nederlandse kolonie. In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht om handel met Nederlands-Indië te drijven. Het materiaal beschrijft waarom de VOC werd opgericht en waarom het bijzonder was in de manier waarop het rijkdom kreeg. Het beschrijft waarom de VOC veel weg had van een staat en hoe de handel tussen Nederland en Nederlands-Indië veranderde door de VOC. Als laatst wordt besproken waarom een bedrijf als de VOC in onze tijd nooit dezelfde werkwijze en bevoegdheden zou hebben gehad. Begrippen horende bij deze les zijn: vrijhandel, (handels)monopolie, octrooi en naamloze vennootschap.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
De VOC
Aandelen in de VOC
Inbreuk op vrijhandel
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.