Stap 3: Inbreuk op de vrijhandel

Specerijen

Tot de VOC werd opgericht kende Azië vrijhandel. Dat wil zeggen: iedereen kon met iedereen handel drijven zonder dat je daarbij gehinderd werd door bijvoorbeeld monopolies of in- en uitvoerregels. De specerijen kwamen in die jaren via Arabische handelaren en via de Portugezen naar Europa.

De VOC maakte daaraan een eind. Het was het enige bedrijf dat handel mocht drijven met Azië en schepen naar Azië mocht sturen. De VOC dwong, als het moest met geweld, de lokale bestuurders in Nederlands-Indië om alleen aan de Nederlanders te leveren en aan niemand anders.

Als de VOC nu zou hebben bestaan, in onze tijd, dan zou het bedrijf direct te maken krijgen met de Eurocommissaris voor Mededinging. De Europese Unie kent immers vrijhandel en het is de leden van de EU verboden om een monopoliepositie te hebben. Als een bedrijf een monopolie heeft, kan het helemaal zelf zijn prijs bepalen en dat is ongewenst. Als meer bedrijven zich met de handel bezighouden dan is er concurrentie. Dat moet de kwaliteit verbeteren of de prijs doen zakken.

Beantwoord nu ook de volgende drie vragen.